dinsdag 16 oktober 2012

Bureaucratie of daadwerkelijke hulp?


De zorgketen  

Er is geen organisatie die de afgelopen tientallen jaren meer in het nieuws is geweest als het Bureau Jeugdzorg (BJZ). Niet helemaal terecht, want de RvdK, die als initiatiefnemer van menige maatregel of als controleur van het BJZ ook een wettelijke taak heeft, weet zich weliswaar op dit moment behendig uit het nieuws te houden, maar is in de‘zorgketen’evenzo verantwoordelijk voor de malaise waarin de kinderen door jeugdzorg worden gemanoeuvreerd als BJZ zelf. Ook de kinderrechter die beide instanties zou behoren te controleren, dient men als eindverantwoordelijke voor de maatregelen niet over het hoofd te zien, hoewel ook hij zich voor de media aardig gedekt weet te houden.

Al bij de vaststelling van de Wet op de jeugdhulpverlening en later bij vaststelling van de Wet op de jeugdzorg deden talloze deskundigen tevergeefs een oproep aan de Tweede Kamer om een parlementaire enquête in te stellen, om uit te zoeken of wat als kinderbescherming wordt beoogd in de praktijk ook als zodanig uitpakt. Enkele jaren later greep dezelfde doelgroep de Dag van het Volkspetitionnement aan om die oproep aan de Tweede Kamer te herhalen, echter, ook toen waren er weer politieke redenen om hieraan geen gevolg te geven. 

Werkgelegenheid

Dit was ook de houding van dit kabinet (2009), omdat één van de vice-premiers een kans moest krijgen om het voor hem gecreëerde ministerschap voor de jeugd inhoud te geven. Zo’n in der haast geflanste functie begint men nu eenmaal niet met het omwoelen van het gehele ‘veld’. De politiek gebruikte dus op goed geluk de beproefde methode door de kwalitatieve problemen in de jeugdzorg met kwantitatieve oplossingen te lijf te gaan. Dat wil zeggen, met heel veel miljoenen en nog meer personeel voor jeugdzorg. Uiteraard waren hier grote groepen bij gebaat, want hierdoor werd zo in onze, hoofdzakelijk dienstverlenende economie heel veel werkgelegenheid geschapen en behouden.
Het bleek de zoveelste gok op hetzelfde paard.

Zo springen de door de uithuisplaatsingen behoorlijk dichtslibbende aderen van de ‘zorgketen’ in het oog en verliest ‘het’ management met zijn excessieve beloningen alle proporties uit het oog in een land dat officieel in crisis heet te zijn. Of het de politiek ernst is, moet intussen worden afgewacht, maar dat hierop van belanghebbenden kritiek komt, is even voorspelbaar als het telkens klinkende “niet schuldig” als er weer een zaak met dodelijke afloop in de media verschijnt. 

Diepte-investeringen doen - Kennis en kunde

De vraag waar het nu om zal gaan, is of de kinderen meer zijn gebaat bij instandhouding van de huidige vorm van bureaucratie, dan bij verlening van daadwerkelijke hulp. Die laatste is namelijk ook erg kostbaar en vergt heel veel persoonlijke aandacht en tijd, die met formats en targets niet te geven zijn. De politiek zal hiervoor diepte-investeringen moeten doen in grondige kennis van en kunde over het bieden van werkelijk hulp aan kinderen waarvan zij nu goeddeels zijn verstoken.
Immers, jeugdzorg bestaat van oudsher enkel uit het invullen van formulieren tijdens een huisbezoekje of een kopje koffie.

Of de kinderen schichtig reageren, ondervoed of mishandeld zijn, iets wat iedere ouder in één oogopslag ziet, werd in de meeste van de in de media beschreven gevallen in ieder geval door de gezinsvoogden kennelijk nooit opgemerkt. Wel door de tevergeefs bellende buren en omstanders. 

Beperkte onderzoeken

Overigens zijn er de afgelopen jaren tal van onderzoeken aangekondigd, waarover niet veel meer is vernomen. Zo kondigde bijvoorbeeld de Onderzoeksraad voor Veiligheid ‘na Savannah’ in de media aan de zaken met dodelijke afloop te zullen onderzoeken. Een beperking die zich nog wel eens kon gaan wreken voor de kwaliteit van zijn onderzoek. Immers, systeemfouten doen zich niet alleen hierbij voor en mogelijk ontwikkelt zich een blinde vlek. Het gaat immers niet over het vorderen van een zwarte doos.

Ook de Inspectie Jeugdzorg laat vaker een kritisch geluid over de eigen mensen horen, ook al hoort men de vos de Passie preken als men haar kritiek op de RvK leest, die zijn controlerende taak op jeugdzorg niet naar behoren zou uitvoeren. Alsof men een controleur nodig heeft om zijn werk naar behoren te doen.

Rechterlijke macht

De rechterlijke macht pakte het wellicht als slimste aan door haar reactie te beperken tot de roep om meer kinderrechters. Zij speelt haar slachtofferrol nog altijd goed. Aangeslagen door de talloze affaires over de ‘rechtsvinding’ in de strafrechtspleging, kan zij zich nu geen publicitaire aandacht voor haar falen in de jeugdzorg permiteren, want dat zou de aandacht van de politiek wel eens naar haar kunnen verplaatsen.

De ogen zijn voorlopig op de Tweede Kamer gericht, die uit een aanzienlijk reservoir van deskundigheid kan putten dat zich de afgelopen tientallen jaren met adviezen heeft gevuld. Een snelle beslissing over de zorg aan kinderen vraagt echter van de politiek ook durf en geduld. Niet bepaald eigenschappen die men op het Binnenhof aantreft, bij hen die zich met de jeugdzorg hebben bezig gehouden of nog bezig houden.

W.

                  Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html


1 opmerking:

  1. Kenmerken van een gezinsvoogd met anti-sociale persoonlijkheidsstoornis:

    Het manipuleren van de ouders, met de om zich heen gegroepeerde groep (organisatie, rechterlijke macht) met als doel om zelf de leiderschapsrol of de centrale rol te blijven houden. Hun maatschappelijke status/functie kan hiervoor worden aangewend.
    Doel van dit gedrag is, om met zoveel mogelijk medestanders om zich heen, iemand doelwit van een verkapte heksenjacht te maken.
    Voor hun eigen probleemsituaties (ondeskundigheid, “tijdgebrek”) in relatie met een niet-manipuleerbare ander (de ouder, die een gevaar voor hun ego vormt) wordt vervolgens de groep (organisatie, rechterlijke macht) gebruikt om diskrediet ten aanzien van deze ouder te bewerkstelligen.

    Er wordt een “spel” geïntroduceerd, waarin de slachtoffers (ouder en kind) een rol spelen, maar alleen een rol volgens de inmiddels alom geaccepteerde spelregels die de gezinsvoogd zelf bedacht heeft, vanuit zijn of haar centrale leiderschapsrol.
    Let wel, dat de agenda van de gezinsvoogd dieper kan liggen dan slechts uitvoeren van “hulpverlening”: problemen kunnen over materiele en ideologische belangen gaan, zelfs over pure afgunst of een gevoel van minderwaardigheid, en iemand die in de weg zit moet in sociaal opzicht uit de weg worden geruimd; dat is het centrale thema van het Sociopathische gedrag.

    Het chanteren van ‘lastige’ personen met een verkapte, later openlijke dreiging die uitgaat van iemands zwakke punt. Iemands zwakke punt wordt dus uitgebuit voor eigen doeleinden, of voor de opgedrongen rol die de ouder mag spelen in het georkestreerde geheel.

    Personen/organisaties, worden tegen elkaar uitgespeeld. Eenmaal in de leiderschapsrol, ontstaat het privilege om karikaturen van een ander als realiteit te verkopen.
    De besloten kring van volgers (organisatie,rechterlijke macht) slikt dit als zoete koek, indien de lastige persoon al gediscrediteerd is.

    Sociopathisch gedrag blijft dus bestaan bij de gratie van onwetendheid…….

    BeantwoordenVerwijderen