woensdag 18 januari 2012

De 'reguliere Jeugdzorg' matcht de kennis niet bij de hulpvraag op diagnostisch niveau.

De huidige indicatieve en (te) wijde toegangspoort "Bureau Jeugdzorg" (BJZ) en CJG blijkt als kern-probleem niet de kennis te koppelen aan de case, de hulpvraag.  Dat bleek ook uit andere onderzoeken (Onderzoeksraad voor de Veiligheid ['Savanna's'] en Kamercommissie Samson [misbruik onder toezicht]).  - 

Diepergaande deskundigheid ontbreekt, zeker daar de eventuele gedragswetenschapper de cliënt niet ziet, en het blinde team, het kind niet ziende, beslist op de meningen van een sociaal werk(st)er. (Artikel 35 van het Uitvoeringsbesluit bij de Wet op de jeugdzorg is als 'alternatief' gesteld: dus niet wettig werkzaam.)

BJZ kan de indicatie middels ondeskundigheid (en in harteloos geloof in de Deltamethode) leiden tot een gedwongen 'kinderbeschermingsmaatregel', zijnde chantage tot verplichte hulpaanvaarding naar een verkeerd traject, dat niet past bij de hulpvraag, met als dreigement van BJZ dat, als de ouders dat niet aanvaarden, BJZ zal overgaan tot OTS (ondertoezichtstelling) en erger. -  Of het blijft niet bij zo een spook-OTS, maar BJZ vraagt met enkele insinuaties een OTS aan via de Raad voor de Kinderbescherming. De 'kinderbescherming' doet geen 'onderzoek' ofwel meningen-inventarisatie over van BJZ. 

Bij OTS 60% kans op uithuisplaatsing

U krijgt een gezinsvoogd, die zegt het beter te weten dan u die het kind kent....
Wanneer er eenmaal een OTS is, dan heeft u ~60% kans op een uithuisplaatsing (UHP). Er komt veelal geen diagnostisch traject bij een toegesneden specialist. De gezinsvoogd kan goed feiten halveren, verdraaien, of 'maken', zijnde insinuaties die u veroordelen in consequentie.   OTS en UHP zijn gedwongen maatregelen, en als u zich er niet aan houdt als ouders, dan komt een spook-ontheffing uit de ouderlijke macht om de hoek kijken. De 'jeugd-zorg' gaat u bedreigen. Zet u in een vals daglicht. U heeft niets meer te zeggen, want - zo zegt de gezinsvoogd - "de rechter heeft beslist". Ja ja, 'de rechter' die moet afgaan op de suggesties/info van de gezinsvoogd, en zelf geen gekwalificeerd psychiater of psycholoog is.

Hoger beroep

Ouders mogen binnen termijnen in hoger beroep gaan, en dat is vaak aan te raden, want de ervaring leert dat beloftes bij BJZ niet veel waard zijn. Er zijn raadsheren die al door hebben dat BJZ wel eens sjoemelt met hun inzet:

-    Mr. P.A.J.Th. van Teeffelen is deeltijd raadsheer van het Hof te ’s-Hertogenbosch en plaatsvervangend voorzitter van de vereniging voor Familie- en Jeugdrecht. Hij publiceerde in FJR, nummer 10, 2010, op blz. 248-249.   Hij somt 3 knelpunten op, die door de opbouw der stukken voor een rechtsgeleerde al een waar zoekplaatje oplevert, laat staan voor ouders:   

Voor cliënten lijkt het in een aantal situaties dan ook een gevecht tegen windmolens in plaats van dat de hulp wordt verleend, waar het allemaal om begonnen is.
Het derde knelpunt heeft betrekking op de verantwoordingsplicht van Bureau Jeugdzorg. Het bureau heeft er jegens het hof nogal eens zichtbaar moeite mee zich te verantwoorden. Dat kan gemakkelijk leiden tot irritaties over en weer. Voor het hof is het de kunst om hoffelijk te blijven, ook al heb je soms grote problemen met de wijze waarop door het bureau in het verleden is gewerkt. Doordat er soms in een jaar weinig structureel aan een bepaalde zaak is gewerkt, ontstaat in het vraaggesprek nogal eens een pijnlijke situatie. Het bureau wil dan nogal eens een houding aannemen van: 'wij weten het beter en u begrijpt niets van ons vak.'...


[Bij BJZ] is er weinig animo tot terugplaatsing. Uiteraard krijgen we als hof regelmatig die situatie ter beoordeling en een fatsoenlijk antwoord op onze vraag naar de inspanningen die worden gedaan om het kind terug te plaatsen bij de ouders krijgen we lang niet altijd. Ouders stellen de vraag wat zij moeten doen om de kinderen weer terug thuis te krijgen en krijgen daarop geen antwoord of worden min of meer met een kluitje in het riet gestuurd. … Onwillekeurig rijst dan de vraag nogal eens: ‘is het bureau er voor de cliënten of zijn de cliënten er voor het bureau?’”   (Citaten).   


Doch het is zeer moeilijk voor rechters om dan nog de diagnostische werkelijkheid/waarheid te achterhalen. Rechters kunnen wel beschikken dat er diagnostisch onderzoek moet starten, maar BJZ kan zeggen dat er een wachtlijst is, of suggereren dat alles opeens normaal is bij het kind in een pleegsituatie,en dat de ouders maar moeten bewijzen dat ze kunnen opvoeden. Hoe doe je dat? Het is vaag, en uitstel tot terugplaatsing leidt tot schade aan de psyche van een kind door het uithuisgeplaatst-zijn.

De gezinsvoogd is niet deskundig, en zeker niet qua gedragsstoornissen, waar schijnaanpassingen aan de pleegsituatie er één van is.  Uitstel leidt ook tot zogenaamde (schijn-)'hechting' aan het pleeggezin, waardoor BJZ gaat zeggen dat het kind gehecht is en dus niet teruggeplaatst kan worden.

De bewijslast is dus omgedraaid. Zelden vraagt een rechter om binnen een maand alsnog een rapport op tafel te leggen. En als er al een rapport komt, is dat gebaseerd op half onderzoek, met sturende en gepolariseerde onderzoeksvragen van de gezinsvoogd, zonder instemming met de ouders die het kind kennen.

Ouders kunnen terecht zeer bezorgd worden door deze attitude van BJZ. Ouders kunnen kapotgemaakt worden. En dan zegt de gezinsvoogd: "Ziet u wel, rechter, de ouders zijn van de kaart". Omgekeerd bewijs.

BJZ ziet melding als feit

Er zijn ouder-organisaties. Het is belangrijk om daar tijdig naar te oriënteren en lid te worden.
Het kan u onverwacht overkomen dat het AMK (Algemeen Meldpunt Kindermishandeling) in BJZ of de Raad op de stoep staat wegens een melding tot onderzoek naar mogelijke kindermishandeling. Het kan een school zijn, een arts, een buurtbewoner, die onderzoek geraden acht. Doch BJZ ziet een melding veelal als een feit. De rechter zal dan nauwelijks naar u als ouder luisteren, want weet u precies hoe het pedagogisch en ontwikkelingspsychologisch zit bij uw kind?

Zorg voor een diagnostisch deskundige

Kent u de smoesjes van BJZ? Zorg dat u tijdig voor een AMK-melding al een diagnostisch deskundige in de armen hebt genomen, want naar lid 2 van artikel 3 (of/en 4) van het Uitvoeringsbesluit bij de Wjz heeft het kind dan recht op gezondheidszorg in plaats van jeugdzorg. En gezondheidszorg (diagnostisch met evt. therapie daarop, lid 2) is beter dan het halfbakken indicatieve van Jeugdzorg (lid 1), dat BJZ graag wegens het halen van bezettingsgraden e.d. in eigen hand wil houden.

Ken de wet

Ouders dienen de wet te kennen. En als dat wat teveel is, zijn er ouderorganisaties. Maar dat kost tijd. En die heeft een ouder niet wanneer het AMK of BJZ of Raad op de stoep staat.
Hoe de (bureaus) Jeugdzorg werkt, is op internet te vinden, omdat journalisten en ouders erover schrijven.


maandag 16 januari 2012

Antwoord Eerste Kamer - artikel meer geld voor Jeugdzorg?

Geachte mevrouw Augusteijns,

Hartelijk dank voor uw brief van 20 december 2011 en dat u de moeite heeft willen nemen te reageren op mijn e-mail bericht betreffende "meer geld voor de jeugdzorg".
Overigens was dit schrijven niet van mijn hand maar van een journalist, die na eigen ervaringen met de jeugdzorg, zich ervoor inzet tot een betere en verantwoorde jeugdzorg te komen.

U vindt zijn geschriften op: jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com.
Ik raad u ten zeerste aan om dit te lezen en om uw collega's hier ook op attent te maken.
Zeer recent heeft hij ook gepubliceerd op: http://jeugdzorg.startpagina.nl/prikbord/

U eindigt uw brief met "Hoewel u mogelijk teleurgesteld bent in de mogelijkheden die deze Kamer heeft om uw individuele problemen op te lossen, mag u er op vertrouwen dat de leden van deze Kamer zich bij elke brief de vraag stellen of er wellicht iets in de algemeen geldende regels te kort schiet en aangepast moet worden".

Ten eerste gaat het dus niet om een individueel probleem, maar om een probleem waar alle ouders in Nederland mee te maken kunnen krijgen. Ten tweede zou ik graag onder uw aandacht brengen, dat er in de algemeen geldende regels inderdaad heel veel tekort schiet en dat er betreffende de Jeugdzorg hoognodig heel veel aangepast moet worden.
Dit laatste echter niet op de manier zoals dat sinds Savanna nu al jarenlang gebeurt, te weten in het nadeel van de biologische ouders. Het is de hoogste tijd te controleren hoe men binnen de Jeugdzorg werkt en of men wel uitvoert wat men zegt te doen. IK kan u garanderen dat een goed onderzoek naar het werkelijke functioneren van de Jeugdzorg zal leiden tot behoorlijke bezuinigingen. Namelijk: meer dan de helft van de uit huis geplaatste kinderen kan gewoon naar huis. Hulp moeten ze thuis krijgen en een traumatische uithuis plaatsing zal alleen maar leiden tot steeds meer kinderen met gedragsproblemen. Zie ook de reacties  van ouders op:
http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/opinie/columns/ongemakkelijke-waarheid-jeugdzorg-onder-ogen-zien.3551721.lynkx

Hopelijk  is het u duidelijk uit deze enkele website, dat er werk aan de winkel is. Ik kan u en de tweede kamer maar één ding aanraden: praat met ouders en anderen die te maken hebben met Jeugdzorg. En dan niet via de cliëntenraad of door af te gaan op de uitkomsten van tevredenheidonderzoeken, want die worden allemaal gemanipuleerd! Nee, praat met de ouders, lees de dossiers. Stel een commissie samen die alle stichtingen voor Jeugdzorg controleert. Het gaat om ons landsbelang, immers alle dankzij jeugdzorg getraumatiseerde kinderen  van nu, zijn de volwassenen van over 10 tot 20 jaar. Zou u willen leven in zo'n gedragsgestoorde maatschappij?


Met vriendelijke groet en bij voorbaat dank voor alle aktie die u gaat ondernemen.

----- Original Message -----
From: Augusteijns, L.J. (Linda)
Sent: 12/20/11 03:32 PM
To: 'kinderenfirst@gmx.com'
Subject: antwoord op uw email






Aan Kinderen First



                                       datum      20 december  2011  

Geachte heer / mevrouw,

Hierbij wil ik de ontvangst bevestigen van uw brief van 5 december 2011 inzake meer geld voor jeugdzorg. Uw brief is ter kennis gebracht van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.  

De Eerste Kamer heeft volgens de Grondwet een rol bij de totstandkoming van wetgeving en bij de controle van de regering. Burgers kunnen de leden behulpzaam zijn bij hun wetgevende en controlerende werk door hun bezwaren te melden. Om die reden dankt de commissie u voor de moeite die u heeft genomen om uw problemen op te schrijven. Uit brieven van burgers kunnen problemen en misstanden gesignaleerd worden die breder voorkomen en bijgestuurd moeten worden of die niet in voorgestelde wetgeving terecht zouden moeten komen. Fracties beoordelen deze informatie tegen de achtergrond van hun programma’s. Vervolgens is het de vraag of er een meerderheid in de Kamer bestaat om veranderingen tot stand te brengen.
Eerste Kamerleden mogen schriftelijke vragen aan de regering stellen over onderwerpen die niet direct met een wetsvoorstel te maken hebben. Van dit recht maken zij echter maar beperkt gebruik. Controle van het actuele regeringsbeleid is - zo wordt algemeen gevonden - in de eerste plaats een zaak van de Tweede Kamer.

Over het algemeen kan de Kamer geen invloed uitoefenen op de concrete afwikkeling van individuele problemen, omdat ook ministers en staatssecretarissen vaak niet de bevoegdheid hebben te beslissen over individuele gevallen. Juist om zorgvuldig om te kunnen gaan met de belangen van alle afzonderlijke inwoners van ons land is de uitvoering van heel veel wetten in handen gelegd van vele instanties die dichter bij de burger staan en de tijd hebben zich in dossiers te verdiepen. De rechtspraak is in handen gelegd van onafhankelijke rechters. Veel mag ook geregeld worden door lokaal bestuur. Als medewetgever is het voor de Eerste Kamer steeds een punt van aandacht dat ook de mogelijkheden van bezwaar en beroep goed geregeld zijn voor burgers die het niet eens zijn met besluiten die hen raken, zonder daar overigens zelf een rol in te spelen. Ook de Nationale Ombudsman kan individuele klachten in behandeling nemen die betrekking hebben op het functioneren van overheidsorganen.

Hoewel u mogelijk teleurgesteld bent in de mogelijkheden die deze Kamer heeft om uw individuele problemen op te lossen, mag u er op vertrouwen dat de leden van deze Kamer zich bij elke brief de vraag stellen of er wellicht iets in de algemeen geldende regels te kort schiet en aangepast moet worden.

Hoogachtend,

De plv. griffier van de Eerste Kamer,


Mr. Warmolt de Boer
 
               Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
C http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html

zaterdag 14 januari 2012

Het alibi van Jeugdzorg

In september 2004 werd het levenloze lichaam van een driejarige peuter gevonden in de kofferbak van haar moeders auto. Savanna blijkt te zijn omgekomen door jarenlange mishandeling en uithongering door haar moeder. De vele waarschuwingen van omwonenden en de aanwezigheid van een gezinsvoogd konden haar dood niet voorkomen.
Hoe kan het dat kinderen overlijden, terwijl ze onder toezicht van Jeugdzorg staan?
Jeugdzorg weet dat wel: Wij staan machteloos. De wet laat het belang van de ouders zwaarder wegen dan het belang van het kind.
Kinderrechters in Vrij Nederland van 16 oktober 2004, in een artikel getiteld De Woede van de Kinderrechters:
“Tot nu toe hebben altijd de rechten van de ouders overheerst. Daar moeten we vanaf.”
Het alibi was hen ingegeven door Jeugdzorg. De Minister zegt het hen na, evenals de Hoofdinspecteur.

Maar is het wel wáár?

Wie de praktijk kent weet, dat dit alibi niet kàn opgaan omdat Jeugdzorg almachtig is. Met het adagium “Ons gaat het om het Belang van het Kind” heeft Jeugdzorg geen boodschap aan ouders. Jeugdzorg geniet meestal het blinde vertrouwen van de Kinderrechter (of anders wel in hoger beroep van het Gerechtshof) en kan dan ongecontroleerd, autoritair en met willekeur te werk gaan.

TV-reportages waarin Jeugdzorg wordt uitgelicht hebben het karakter van PR, met shots van gespeeld team-overleg. Daarin wordt quasi-gewichtig vergaderd over het probleem dat de wet of de rechter “helaas ingrijpen verbiedt” in de voor de gelegenheid geselecteerde schrijnende casus. Kritische commentaren worden nimmer gehoord.


De wet

Art. 261 lid 1 BW boek 1 luidt: “Indien dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige of tot onderzoek van diens geestelijke of lichamelijke gesteldheid, kan de kinderrechter de stichting […] op haar verzoek machtigen de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis plaatsen.”
De rechter

Hoe wordt een spoeduithuisplaatsing geregeld? Jeugdzorg stuurt een fax naar de griffie van de kinderrechter met een verzoek om spoeduithuisplaatsing. Pro forma worden daarin standaardgronden vermeld, toegelicht met enkele oncontroleerbare beweringen. Het verzoek wordt door de kinderrechter ondertekend en binnen enkele minuten per fax geretourneerd. En klaar is Kees.

Blind vertrouwen
In het latere proces dat volgt genieten Jeugdzorg en Raad voor de Kinderbescherming het blinde vertrouwen van de rechters. Het enige wat telt is de mening van Jeugdzorg. Bewijs van de gestelde feiten komt niet aan de orde. Tegenbewijs evenmin.



Het alibi van Jeugdzorg

In het geval van Savanna heeft die simpele uithuisplaatsing in de fatale periode niet plaatsgevonden, terwijl er dáár nu juist een overvloed aan feiten was die schreeuwden om een uithuisplaatsing. Het alibi van Jeugdzorg gaat niet op.
Prof. Herman Baartman, Afscheidsrede  Over de hoeksteen en kindermishandeling als toetssteen, pag. 6, 31 mei 2005:
“De kinderrechters en de hoofdinspecteur stellen een ideologie aan de kaak, die rechten van ouders zou laten prevaleren boven rechten van kinderen. […]
De Jeugdzorg zou nu eindelijk maar eens moeten kiezen: niet meer voor de rechten van ouders, maar voor de rechten van het kind. Maar zo liggen de tegenstellingen niet.”
Prof. Herman Baartman. In perspectief N°4 - juni 2005:
 “Naar aanleiding van Savanna’s dood is door de minister van Justitie, de staatssecretaris van VWS, kinderrechters en tal van andere functionarissen gezegd dat “het roer om moet”, dat voortaan het belang van het kind voorop moet staan.
Daarmee suggereerden zij al dan niet in zoveel woorden dat voorheen een ander belang - dat van de ouders - voorop heeft gestaan.
Los van mijn stelling dat het belang van een kind niet beter gediend kan zijn - mits voldaan wordt aan veiligheidseisen - dan met zo goed mogelijke hulp aan zijn ouders, lijkt mij dat er geen grond is voor die veronderstelling.”
Interview met Prof. Baartman n.a.v. een ACK symposium op 31 mei 2005 over kindermishandeling en politiek t.g.v. zijn afscheid als hoogleraar.

Peter Prinsen
 
http://peterprinsen.nl/

donderdag 12 januari 2012

Voorbeeldbrief gezinsvoogd aansprakelijk stellen.

Aan:


Afz:


Inzake: aansprakelijk stellen.
Datum:


Geachte mevrouw, meneer,

Bij deze stel ik u bij voorbaat persoonlijk aansprakelijk voor de gevolgen die voort vloeien uit de beslissing die u neemt.


U stelt dat ......... beter af is als er een UHP komt. ........ is nu een jaar elders geplaats en er is al gebleken dat dit niet werkt. Ikheb zelf getracht hulp te zoeken en daarin alleen tegenwerking van u gehad.
Mijns inziens is uw besluit om nu een UHP te verzoeken een beslissing die voortvloeit vanuit uw persoonlijke mening over mij.


U misbruikt de macht van BJZ mijnsinziens tegen mij vanwege uw persoonlijke mening.
Als u deze daad pleegt en zodoende mijn dochter schade toe zal brengen in haar ontwikkeling zal ik u persoonlijk alsook de stichting BJZ vervolgen.

BW boek6
Titel 3. Onrechtmatige daad Afdeling

1. Algemene bepalingen Artikel 162

1 Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.

2 Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.

3 Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.

Artikel 170


1 Voor schade, aan een derde toegebracht door een fout van een ondergeschikte, is degene in wiens dienst de ondergeschikte zijn taak vervult aansprakelijk, indien de kans op de fout door de opdracht tot het verrichten van deze taak is vergroot en degene in wiens dienst hij stond, uit hoofde van hun desbetreffende rechtsbetrekking zeggenschap had over de gedragingen waarin de fout was gelegen.

2 Stond de ondergeschikte in dienst van een natuurlijke persoon en was hij niet werkzaam voor een beroep of bedrijf van deze persoon, dan is deze slechts aansprakelijk, indien de ondergeschikte bij het begaan van de fout handelde ter vervulling van de hem opgedragen taak. 3 Zijn de ondergeschikte en degene in wiens dienst hij stond, beiden voor de schade aansprakelijk, dan behoeft de ondergeschikte in hun onderlinge verhouding niet in de schadevergoeding bij te dragen, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval, mede gelet op de aard van hun verhouding, kan anders voortvloeien dan in de vorige zin is bepaald

De wet bepaalt tevens dat de verantwoordelijke persoon, in dit geval bent u dat, zelf verantwoordelijk is voor zijn gedraging cq beslissing.

Artikel 172

Indien een gedraging van een vertegenwoordiger ter uitoefening van de hem als zodanig toekomende bevoegdheden een fout jegens een derde inhoudt, is ook de vertegenwoordigde jegens de derde aansprakelijk.
 
Met vriendelijke groet,

Onjuiste rapportage RvdK en Jeugdzorg & WbP

Regelmatig lees ik over onjuiste rapportage van de RvdK.
Als je nog niet getekend hebt, teken nooit voor iets waar je niet achter staat. Ik zelf heb dit ook eens bij de hand gehad en heb delen laten verwijderen.

Velen zien niet het belang: Als er een Raadsrapport is gaat de rechter er van uit dat dit klopt, 9 van de 10 keer is het immers ook ondertekend.


Voorbeeld: Een moordenaar bekend bij de politie moord, hij zal er bij de rechter niet mee weg komen als hij bij de rechtbank ontkent.

Als het Raadsrapport niet klopt en ook ondertekend is kun je lullen als brugman bij de rechter maar die zal sowieso het rapport overnemen.

Zorg er dus voor dat een Raadsrapport altijd klopt, dit is af te dwingen onder de wet bescherming persoonsgegevens artikel 36.

In de wet bescherming persoonsgegevens staat precies wat ze mogen opschrijven en wat niet.
Leugens is absoluut verboden en je hebt RECHT op VERWIJDERING van die gegevens. Bij weigering is een gang naar de rechter zo gemaakt.
Doe dit absoluut het zal drastisch in je voordeel werken bij eventuele verzoeken van BJZ aan de rechter.

http://www.rvdk.nl/hoe_werkt_de_raad/klachten_en_bezwarenprocedures/#paragraph6

Een voorbeeldbrief staat in afbeeldingen.
http://bjz-aanpakken.hyves.nl/album/65830884/BJZ_aanpakken_doe_je_zo/yQFhDMKK/fotos/1406558582/0/4XOQ/#media=1.1406558458.M-hJ&__state__=1


WETSARTIKEL: Artikel 36 WbP


1.Degene aan wie overeenkomstig artikel 35 kennis is gegeven van hem betreffende persoonsgegevens, kan de verantwoordelijke verzoeken deze te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen, of af te schermen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.

2.De verantwoordelijke bericht de verzoeker binnen vier weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk of dan wel in hoeverre hij daaraan voldoet. Een weigering is met redenen omkleed.

3.De verantwoordelijke draagt zorg dat een beslissing tot verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming zo spoedig mogelijk wordt uitgevoerd.

4.Indien de persoonsgegevens zijn vastgelegd op een gegevensdrager waarin geen wijzigingen kunnen worden aangebracht, dan treft hij de voorzieningen die nodig zijn om de gebruiker van de gegevens te informeren over de onmogelijkheid van verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming ondanks het feit dat er grond is voor aanpassing van de gegevens op grond van dit artikel.

5.Het bepaalde in het eerste tot en met vierde lid is niet van toepassing op bij de wet ingestelde openbare registers, indien in die wet een bijzondere procedure voor de verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming van gegevens is opgenomen.

WOB uitspraak bezwaarcommissie


Uitspraak van de bezwaarcommissie 28 december 2011


De bezwaarcommissie oordeelt dat er gewoon aan het WoB verzoek moet worden voldaan.
Het betreft de eerste 3 afbeeldingen, de 4e is het verweer dat tot deze uitkomst heeft geleid.



http://bjz-aanpakken.hyves.nl/#hub_threadlist_1=1&show_reactions_1=1&mb=1459703409.0.%7C35%7C%7C18347403%7C%7C%7C19%7C%7C65830884%7CyQFhDMKK%7C%7C8%7C%7C1459703409%7CZNl-%7C&__state__=1

woensdag 11 januari 2012

Onderzoek naar directeur Jeugdzorg


Door Sophie Feenstra en Bas de Vries



Er komt een onderzoek naar de bestuursstijl van algemeen directeur Maud Groenberg van Bureau Jeugdzorg Haaglanden/Zuid-Holland. Werknemers maken zich zorgen over haar manier van optreden en haar beleid, zeggen ze tegen NOS Nieuws.

De Raad van Toezicht heeft het personeel vanmiddag in een e-mail ingelicht. Met zo'n 1350 medewerkers is Haaglanden/Zuid-Holland het grootste Bureau Jeugdzorg van het land.
Het onderzoek, dat door een onafhankelijke partij zal worden uitgevoerd, richt zich officieel op 'cultuur, bedrijfsvoering en manier van aansturing' van de organisatie. Aanleiding is gemor over het beleid en wijze van optreden van Groenberg.

 

Geen kritiek mogelijk

De algemeen directeur duldt niet of nauwelijks tegenspraak, zeggen personeelsleden tegen de NOS. Ze willen anoniem blijven, omdat volgens hen kritische geesten het risico lopen ontslagen te worden.
De Raad van Toezicht zou de directeur tot op heden niet of nauwelijks hebben gecorrigeerd. In de verklaring zegt voorzitter Matt Kemp van de Raad van Toezicht daarover: "Er was gedoe, maar het leek erop dat het om gedoe gaat waar iedere organisatie recht op heeft".
Daarnaast is er irritatie over de "hofhouding" van onder meer dure externe adviseurs die Groenberg om zich heen zou hebben verzameld, terwijl op de arbeidsvoorwaarden van gezinsvoogden en andere uitvoerende medewerkers wordt beknibbeld.

 

Conflicten

Personeelsleden klagen over traag, onduidelijk en niet consistent beleid. Met de ondernemingsraad (OR) heeft Groenberg veel conflicten achter de rug. De communicatie met de OR loopt alleen nog via juristen.
Eind vorig jaar was de onrust zo groot geworden, dat personeelsleden aan de bel trokken bij het stadsgewest Haaglanden, het samenwerkingsverband van gemeenten rond Den Haag dat met de provincie Zuid-Holland de jeugdzorg financiert.

Een bezorgde burgemeester Buddenberg van Pijnacker-Nootdorp drong namens het stadsgewest op actie aan bij de Raad van Toezicht. Hij adviseerde een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren en is blij dat de Raad van Toezicht zijn advies nu opvolgt. Volgens Buddenberg heeft de zorg voor de kinderen nooit geleden onder de bestuurlijke problemen.
Ook OR-voorzitter Jan van Zwieten is blij dat er iets gebeurt: "Wij hebben de Raad van Toezicht februari vorig jaar al laten weten dat er veel dingen misgingen".
Groenberg is vanwege privéomstandigheden al langere tijd niet aanwezig bij Jeugdzorg Haaglanden/Zuid Holland.


http://www.trouw.nl/tr/nl/4656/Jeugdzorg/article/detail/3111792/2012/01/09/Onderzoek-naar-Jeugdzorg-directeur.dhtml

Meisje misbruikt door medepatiënten

http://www.nd.nl/artikelen/2012/januari/10/meisje-misbruikt-door-medepatienten

http://www.nu.nl/binnenland/2711884/ouders-misbruikt-meisje-klagen-jeugdzorg.html

De Enschedese ouders van een meisje dat rond haar negende is misbruikt door meerdere jongens in een behandelgroep beginnen een rechtszaak. Om de behandeling van het meisje te kunnen betalen, willen ze een voorschot op een schadevergoeding van jeugdzorgorganisatie Stichting LSG-Rentray, Jeugdzorg Overijssel en de staat. Dat meldt hun advocaat Bert Oude Middendorp dinsdag.

Het meisje verbleef van 2007 en met 2009 in een behandelgroep in Almelo. In die groep zitten kinderen van 6 tot 12 jaar met ernstige gedragsproblemen. In september 2009 bleek volgens de advocaat dat het meisje slachtoffer was van ‘seksueel overschrijdend gedrag’ van meerdere jongens. Ze was toen 9 jaar.
De eerste signalen voor het misbruik zouden al in 2008 zijn binnengekomen. Nadat dit werd vastgesteld in 2009, werd ze versneld terug naar huis geplaatst. Daarna zou er geen nazorg zijn gegeven. “Van een adequate opvang en begeleiding was geen sprake”, stelt de advocaat.

Pogingen om met de stichting tot een regeling te komen zijn volgens de advocaat op niets uitgelopen. “Men geeft domweg niet thuis. Daarom rest de ouders nu geen andere weg dan de juridische.”
Deskundigen hebben volgens de advocaat geconcludeerd dat het meisje door het misbruik zwaar is beschadigd en een intensief en langdurig traject nodig heeft om enig zicht op herstel te krijgen. Volgens hem is de stichting ernstig tekortgeschoten in de zorgplicht voor het meisje.

Hij haalt daarbij een rapport aan van adviesbureau Montfoort. Daarin zou staan dat de stichting niet voldoende was toegerust op de begeleiding van jonge kinderen met seksuele gedragsproblemen. Zo zou de behandelgroep te weinig geschoolde medewerkers hebben, de werkdruk te hoog zijn en het leefklimaat onveilig.

Bureau Jeugdzorg Overijssel is volgens de advocaat aansprakelijk voor het handelen van ondergeschikte organisaties. De staat wordt ook aangeklaagd omdat die een zorgplicht voor kinderen heeft.
LSG-Rentray kon dinsdag niet direct op de aantijgingen reageren.
  • geplaatst:
  • 10-01-2012 - 12.45
  • auteur:
  • Novum
NB redactie Dark horse: Belangrijkste element in dit bericht is niet dát er misbruik heeft plaatsgevonden, maar de manier waarop BJZ er vervolgens mee omgaat. Overal kunnen fouten gemaakt worden, maar het echte probleem is de rotte mentaliteit; de desinteresse en het 'verstoppertje' spelen na gebleken falen. 

maandag 9 januari 2012

Waarom grijpt niemand in?

Amsterdam, 05-01-2012

Geachte heer…..,                                                      
                
Wat mij iedere keer opnieuw opvalt aan het AMK, is dat men daar een ongelofelijke tunnelvisie heeft, die ook in onze zaak kwalijke gevolgen heeft gehad. Wanneer onderzoekers eenmaal in hun hoofd geprent hebben dat ouders schuldig zijn, zijn ze daar niet meer vanaf te brengen. In ons geval was de AMK-melding afkomstig van de vorige school van mijn dochtertje, om de aandacht af te leiden van haar eigen falen met betrekking tot de veiligheid van de kinderen.

Wij hebben met deze school een goede verstandhouding gehad. Niets leek erop dat ons kind daar niet de volledige basisschooltijd zou gaan volmaken. Totdat onze dochter met het verhaal thuis kwam dat kinderen uit haar klas (speciaal twee zusjes) haar sloegen, uitscholden en seksueel betastten. Wij gingen hiermee naar de school en verwachtten een professionele reactie, die er op gericht zou zijn ons als ouders gerust te stellen en er alles aan te doen om verdere seksuele intimidatie en pestgedrag te voorkomen.

Het tegendeel bleek. De school weigerde haar eigen orthopedagoog met ons kind te laten spreken, laat staan dat ze in gingen op ons voorstel van een onderzoek door een onafhankelijke orthopedagoog (ook voor de school beter). Niemand van het schoolpersoneel mocht met ons praten (ook haar eigen juffrouwen niet) en angstvallig wachtte de school het onderzoek van de zedenpolitie af die wij inmiddels hadden ingeschakeld. (Dit om twee redenen; de onwelwillende houding van de school en het feit dat onze dochter zei dat het ook met andere kinderen in haar klas gebeurd was)

Het onderzoek van de Amsterdamse zedenpolitie was oppervlakkig en hield niet meer in dan een inspectie van het schoolplein, de klas, de wc’s en gesprekken met het personeel. Wederom werd er niet met onze dochter gesproken, ook al hadden wij de zedenpolitie daar uitdrukkelijk om verzocht. Volgens hen was de school veilig. Om de schijn van goede wil ten toon te spreiden naar de instanties, liet de school na ons lange aandringen toch een onderzoek doen door de eigen orthopedagoog. Dat betrof een klas-observatie (onze dochter zat thuis) en alles werd veilig bevonden.

Ondanks dreigementen van de regio-manager dat de leerplichtambtenaar niet over ons als ouders te spreken zou zijn, en dat hij onze dochter onmiddellijk weer op school verwachtte, hielden wij onze dochter thuis. Het kind is 3 weken lang doodsbang geweest en vroeg iedere dag aan haar ouders of ze alsjeblieft niet meer naar die school hoefde? De leerplichtambtenaar is overigens de enige persoon geweest van de vele instanties en personen waar we contact mee hebben gehad die ons verhaal wel serieus nam. Omdat dat trucje met de leerplicht niet werkte, besloot de regiomanager een AMK-melding te doen en liet deze op naam zetten van de orthopedagoog, die onze dochter nooit gezien had. Er was geen arts betrokken bij de Commissie van Begeleiding, al loog de regiomanager van wel tegenover de Landelijke Klachtencommissie voor het onderwijs. (wat hij niet wist was dat de Commissie al over een document beschikte van de GGD waarin stond dat er op geen enkele wijze een arts betrokken was, of was geconsulteerd bij het doen van de melding)

Het AMK was vanaf het eerste moment volledig op de hand van de school en wij werden agressief bejegend door de case manager in het bijzijn van een onafhankelijk getuige. Wij hebben tijdens het onderzoek keer op keer aangegeven dat de AMK-melding een afleidingsmanoeuvre was van de school, en dat de andere kinderen in de klas nog steeds gevaar liepen om van het trauma van onze dochter nog maar te zwijgen, maar daar had men geen boodschap aan. (Bij een onafhankelijk instituut waar zij later traumatherapie kreeg van een drs., werd een PTSS geconstateerd) Het AMK heeft overigens nog geprobeerd de therapie tegen te houden, door het instituut te melden dat het zeer schadelijk zou zijn voor het kind.

Momenteel zijn wij bezig de onderste steen boven te krijgen, over de rol van alle partijen die hebben bijgedragen aan het demoniseren van ons gezin, zoals het AMK, de school, de Amsterdamse zedenpolitie (die achter onze rug om adviseerde tot de melding), en bepaalde verantwoordelijken bij de gemeente, die uit politiekcorrecte overwegingen er weinig bezwaar tegen hadden wanneer wij als een 'aso-gezin' konden worden afgeserveerd, zodat een 'zwarte school', waar een blond meisje wordt mishandeld en aangerand niet voor te veel opschudding gaat zorgen in de media.

Wat dat betreft hebben ze goed misgerekend, want inmiddels zijn we een jaar verder en heeft de Raad ons vrijgesproken. We werken aan een boek over deze doofpot, de tegenwerking door het AMK (die ons weer een dossier + contactjournaal stuurt waar belangrijke informatie aan ontbreekt) en het gemak waarmee scholen misbruik kunnen maken van zorgmeldingen. Nog steeds is niemand van de andere ouders op deze school ingelicht over wat zich daar heeft afgespeeld, mogelijk ook met hun kind.
Wij vinden het bespottelijk dat hoewel wij onze zorgen over deze school hebben gedeeld met de gemeente, het AMK, BJZ, Families First, de GGD en met de Raad, er nog niemand heeft gekeken naar het gezin waar de twee aanstichters van alle ellende vandaan komen. (Hoewel de echte ellende natuurlijk kwam door de valse melding van de school. Het horrorscenario dat je op grond van leugens je kind kan verliezen, terwijl je feitelijk het slachtoffer bent, tart iedere beschrijving!)

Als u zich verder in deze zaak wil verdiepen….

Met vriendelijke groet,

S.S.S.Snijer
A.P.M. van Kralingen


 

zondag 8 januari 2012

Jeugdzorg legt Twitter verbod op

Het is al langer bekend bij mensen die persoonlijk bloot staan aan de machtswellust van Jeugdzorg, dat de vrijheid van meningsuiting van ouders door deze instantie danig kan worden ingeperkt. Publicaties van ouders op internet, over het buitensporige onrecht dat hen door Jeugdzorg wordt aangedaan, komen hen op diverse strafmaatregelen te staan, zoals het terugschroeven of opschorten van de omgangsregeling, tot en met het opleggen van astronomisch hoge dwangsommen aan websites die tegen hen fulmineren. Recentelijk is daarbij gekomen het Twitter-verbod, als zoveelste middel om ouders de mond te snoeren die aandacht vragen voor misstanden, die hele gezinnen uit elkaar rukken. Misstanden die met gewone klachtenprocedures niet kunnen worden tegengegaan, door het vrijblijvende karakter van het advies van klachtencommissies. Om toch een poging te doen om aan de worgpaal van Jeugdzorg te ontkomen zoeken ouders een uitlaatklep in de media, om aan hun schrijnende situatie ruchtbaarheid te geven. Jeugdzorg dat zeer huiverig is voor een vrije meningsuiting, omdat ze meer dan voldoende te verbergen heeft, verschuilt zich continu achter het belang van het kind, om haar eigen straatje schoon te vegen. U zult denken dat dit alleen in het voormalige Oost-Duitsland gebeurde? Vergis u niet, dit gebeurd hier en nu in de door links gedomineerde zorgsector in Nederland.

Sven Snijer

De Spook OTS

Probleemgezin of niet

De tot op heden geringe belangstelling bij het grote publiek voor de misstanden bij het AMK en Jeugdzorg, komt voort uit het hardnekkige misverstand dat mensen die 'onder curatele' zijn gesteld door een kinderbeschermingsorganisatie, thuis horen in de categorie crisisgezin. Niet iedereen lijkt zich te realiseren dat het ieder gezin in Nederland kan overkomen, op een dag te worden geconfronteerd met een kinderbeschermingsmaatregel, ook al hebben de ouders van dat gezin niets anders gedaan dan zich met hart en ziel inzetten voor hun kinderen. Dan bedoel ik zich inzetten op een deskundige en verantwoordelijke manier met een goed resultaat. Kinderen die met een gerust hart afgeleverd mogen worden aan de maatschappij.

Kinderlijk eenvoudig

Volkomen normale gezinnen kunnen op ieder denkbaar moment door een overijverige zorgprofessional (die het teveel moeite vindt eerst met u als ouders te overleggen), worden aangemeld voor een onderzoek naar kindermishandeling. Hiervoor zijn eigenlijk twee redenen. Ten eerste is het aanmelden van een gezin wegens vermoeden van kindermishandeling ‘kinderlijk’ eenvoudig. En daarnaast geldt bij verwaarlozing of mishandeling niet het principe van bewezen mishandeling op basis van grondig onderzoek  door gekwalificeerde professionals, maar het gewicht van een verzameling meningen die worden voorgesteld als wetenschappelijk betrouwbaar, zonder dat ze daadwerkelijk aan die criteria voldoen.

Laat u niet misleiden

Je hoort ouders vaak zeggen: “Ik heb niets te verbergen, dus mij kunnen ze niets maken”. Maar daar gaan ze al gauw anders over denken, zodra de AMK-melding over het gezin binnen komt. Zodra ze net als alle normale ouders vóór hen, erachter komen dat het AMK aan de eigen inbreng van ouders in het onderzoek niet zo’n hoge prioriteit toekent en dat het vooral een ‘onderonsje’ is tussen de zorgprofessionals. Die spreken bij voorkeur óver de ouders en niet mét de ouders. Natuurlijk mag u ook wat zeggen, maar dat is meer voor de vorm. Vergeet niet dat u altijd wordt gehoord in de hoedanigheid van verdachte. Laat u niet misleiden door de mooie slogans in de glimmende folders:”Samen zoeken we naar de beste hulp voor u en uw kind”. Wanneer ouders proberen wetenschappelijke onderzoeken in te brengen die een verklaring zouden kunnen bieden voor bepaalde gedragingen van het kind, worden die met tegenzin in ontvangst genomen. Men vormt zich toch bij voorkeur een pedagogische mening over het gedrag van het kind. Iets waarbij het vermeende tekort schieten van de ouders (en de daarbij benodigde hulp) beter bij tot uiting zal komen.

U bent geen persoon

Als u zich begint te verweren tegen de verdachtmakende behandeling door het AMK, of met goede argumenten hun onreglementaire handelen aan de kaak stelt, zult u merken dat na verloop van tijd uw mailtjes en telefoontjes niet meer worden beantwoord. Na het onderzoek (als het kwaad al is geschied) zal men er op terug komen. In de praktijk betekent dit, dat u bij het afsluitgesprek wordt verteld dat uw commentaar ‘aan het dossier is toegevoegd’. Er wordt daarbij niet met u gesproken, maar er wordt u iets medegedeeld. U bent geen persoon, maar een object. Een vervelende sta-in-de-weg; een hinderlijke invloed op ‘het belang van het kind’. Uw kind heeft volgens de kinderbeschermers vooral belang bij de kinderbeschermers, niet bij de eigen ouders. Hoeveel belang de kinderbeschermers zelf hebben bij uw kind, is natuurlijk een taboeonderwerp. Daar wordt niet over gesproken. (of wilt u ze misschien boos maken, zodat ze het dossier meteen doorsturen naar de Raad?) Zo lang u geen vragen stelt over de ‘doe-het-zelf-werkverschaffing’ en braaf mee werkt, maakt u een klein kansje. Als echter het naar de mond praten van hulpverleners u slecht af gaat, kunt u zich voorbereiden op een enerverende tijd!

Ouders met eigen ideeën

Ouders met eigen ideeën, daar zijn ze in ‘kinderbeschermingsland’ niet zo blij mee.  Misschien heeft u van de veelbelovende plannen van het ministerie gehoord om ouders meer te betrekken bij de hulp aan het kind. Dit betekent gewoonlijk dat ze eerst proberen u vrijwillig aan een bepaald hulpverleningstraject te laten meedoen, maar als u een andere mening bent toegedaan over wat het beste is voor uw kind (wie voedt het kind al jaren op?) dan zullen ze u er toch toe dwingen. U laat zich niet dwingen? Toch wel, om te voorkomen dat de hulpverleners zullen aansturen op een uithuisplaatsing, omdat uw ‘externaliserende’ gedrag kan leiden tot een ‘gevaarlijke’ opvoedsituatie, volgens Jeugdzorg. De gang naar de rechter is in veel gevallen toch een soort loterij. Veel ouders durven dat risico niet te nemen, als ze er achter zijn gekomen (vaak via internet) hoe gemakkelijk BJZ of de Raad kinderrechter weet te bespelen.

Gechanteerd en bedreigd

Zo kunnen ouders die van zichzelf weten dat ze volkomen capabel zijn om zelf voor hun kinderen te zorgen, zich toch laten vernederen in volstrekt overbodige hulpverleningstrajecten. Dan maar een stempel; dan maar de woede verbijten en je als intelligent persoon laten behandelen als een halve gare. Dan maar voor lief nemen dat vreemden u ongevraagd gaan vertellen wat u als ouder allemaal niet begrijpt van uw eigen kinderen, waar u dag en nacht voor klaar staat. Als u braaf mee werkt, strijken ze op een dag misschien met de hand over hun hart en laten ze u gaan. Maar wanneer laten ze u gaan? Die vraag gaat vanaf dat moment uw leven beheersen. Veel ouders beginnen te rekenen. Hoeveel jaar nog voordat mijn kind twaalf jaar oud is en zelf een stem krijgt bij de rechter? Hoe lang nog voordat mijn kinderen achttien zijn en het leugendossier eindelijk zal worden vernietigd? Het opmerkelijke is, dat u zich voelt als een gevangene terwijl u er niet zo uit ziet. U voelt zich gechanteerd en bedreigd, maar kunt daarvan geen aangifte doen bij de politie. U wordt straks misschien beroofd van uw kinderen en de dief is uw eigen overheid.

Zwaard van Damocles

Toch valt dit alles onder het cynische ‘recht op zorg’ zoals het zo mooi geformuleerd wordt in de beleidsbrief van staatssecretaris Veldhuijzen-van Zanten van VWS.  U heeft er gewoon ‘recht’ op gemanipuleerd en gechanteerd te worden; geholpen met het Zwaard van Damocles boven het hoofd van uw kinderen. Het bedrog van BJZ schuilt hem hier in, dat de methode die misschien noodzakelijk is voor de echte crisisgezinnen (helpen onder dwang) net zo gemakkelijk wordt toegepast op gezinnen die dat stempel helemaal niet verdienen, waardoor mensen die zich verzetten tegen een onrechtvaardige behandeling, gekwalificeerd worden als ‘onwillig’. En zolang er geen gespecialiseerde diagnostiek wordt toegepast bij het beoordelen van aangemelde gezinnen, blijft het onmogelijk om op een eerlijke manier dit onderscheid te maken.

[*En dan praten we nog niet eens over het feit dat bij een ontbreken hiervan, de echte probleemkinderen misschien wel hulp krijgen, maar dan weer niet de júiste hulp!]

Spook-OTS


Wist u trouwens dat er een OTS bestaat die niet in de statistieken voorkomt? Ik noem dit de Spook-OTS. Hij is er wel en hij is er niet. Hij komt veelvuldig voor en is een soort moderne variant op hoe de ‘horigen’ in de middeleeuwen werden behandeld, door de op macht beluste adel en geestelijkheid. De Spook-OTS is een onzichtbare zweep die iedere keer uw ziel striemt, wanneer een zorgprofessional waar u mee te maken hebt (maatsch.werk, onderwijzer, consultatiebureau) zich ‘zorgen’ begint te maken over uw kind en dreigt met een AMK-melding, omdat u niet blindelings zijn of haar advies opvolgt. De Spook OTS kan ook het gevolg zijn van een onderzoek naar kindermishandeling, waarbij de mishandeling niet is bewezen. Er hebben teveel mensen gunstige dingen over uw gezin gezegd, om ‘ernstige bedreiging’ te kunnen constateren, maar de Raad wil u ook niet zomaar laten gaan. Voor de zekerheid moet u voor een bepaalde periode vrijwillige hulp aanvaarden (moet?, vrijwillig?) waarbij aan de hulpverlenende instantie door de Raad wordt doorgegeven dat zij een zorgmelding moeten doen wanneer de ouders zich niet voldoende inzetten. Wat het criterium is voor ‘niet voldoende’ mag deze hulpverlener grotendeels zelf bepalen. Afgezien van een voorgeschreven periode van een aantal maanden, zijn beoordelingen van ouders als (‘werken niet mee’, ‘zijn niet gemotiveerd’) natuurlijk hoogst subjectief. Meestal gaat het dan over een verschil in visie tussen ouders en instantie, over wat in het beste belang is van het kind.

Ook al heeft het gezin geen OTS gekregen, de volmacht is door de Raad gegeven aan de hulpverlenende instantie: ‘Denk erom, deze ouders zijn weliswaar vrijgesproken, maar nog steeds verdacht.’ De ouders lopen dus een verhoogde kans op het krijgen van een zorgmelding en dat slaapt ook niet lekker. Er moet nu gehoorzaamd worden aan de hulpverlenende instantie, omdat de dreigende zorgmelding zou kunnen resulteren in een verzoek tot OTS bij de kinderrechter en het staat niet fraai als bij de rechtbank de hulpinstantie verklaart dat ouders weigerden om mee te werken ‘in het belang van het kind’. Er is dus nog geen kinderrechter aan te pas geweest, maar ‘psychologisch’ hebben ze de ouders al in de mangel.

Het ondermijnen van je privéleven

Het kan op deze manier voorkomen dat u als gescheiden ouders gedwongen wordt met elkaar om de tafel te gaan zitten, om beter met elkaar te leren communiceren. De instantie vindt dat belangrijk voor het ‘veilig’ opgroeien van uw kind. Zo kunt u wanneer u als moeder bijvoorbeeld bent  mishandeld door uw ex, gedwongen worden om samen met de man waar u nog steeds doodsbang voor bent, een opvoedcursus te gaan volgen. Of dit behalve in het belang van het kind, ook in het belang is van u als getraumatiseerd persoon die net het eigen leven weer een beetje op de rails heeft, door zich los te maken van de problematische ex, is geen factor waar de hulpverlener rekening mee wenst te houden. Er wordt immers geld verdiend aan uw kind, niet aan u! Dit is maar één van de vele voorbeelden die aantonen wat voor een ‘Voodoobezwering’ de kreet ‘in het belang van het kind’ is geworden. (in Jeugdzorg nieuwe stijl: het belang van de jeugdige) Zó diep kan er worden ingegrepen in uw privéleven, waarbij de autonomie en de waardigheid van u als volwassen mens volledig wordt ondermijnd.

VIR, doe er niet aan mee!

Dit soort zaken zullen er in de toekomst vermoedelijk niet beter op worden. Met het nieuwe speeltje van VWS, de Verwijsindex Risico Jongeren, kunnen hulpverleners nog beter achter uw rug om hun zorgen over uw kind met elkaar delen. In het geval van bijvoorbeeld een AMK-onderzoek betekent dit dat een goed deel van de personen die als informanten zullen dienen voor het onderzoek, de horloges al met elkaar gelijk hebben gezet, nog voordat ze worden bevraagd. De onderwijzer, de maatschappelijk werker, de schoolarts en de ambulante hulp op de school, maken zich gezamenlijk héél veel zorgen. En u hebt natuurlijk recht op zorg! De nieuwe Centra voor Jeugd en Gezin zullen straks in de school van uw kind te vinden zijn, om te kijken of er dingen zijn bij uw kind waar ze zich zorgen over moeten maken. Als u zich straks in die positie bevindt, dan hoop ik maar dat u hun zorgen zult delen. Anders zullen ze toch genoodzaakt zijn om een loketje verderop hun zorgen over uw kind te deponeren in de vorm van een melding. Ze doen natuurlijk niet zomaar een melding…Ze zullen u er eerst mee dreigen.

AMK-melding door scholen

Prominent aanwezig in de lijst van leveranciers van de Spook OTS,  staan de scholen, en met name schoolbesturen. Wat die om negatieve publiciteit te voorkomen, allemaal niet durven te doen! Een half jaar terug hebben we het spectaculaire voorbeeld gehad van een directeur die een docente € 50.000,-  zwijggeld (!) bood, om te voorkomen dat zij de media zou opzoeken over de bedreigingen die leerlingen hadden geuit tegen haar en haar gezin.

Een voorbeeld dat laat zien dat vaak niet de oorzaak van een probleem op de school wordt aangepakt, maar degene die er ruchtbaarheid aan geeft. Zo zijn er veel gevallen van ouders die zich niet serieus genomen voelen door een school wanneer zij klachten uiten over onveiligheid en gebrek aan toezicht. Wanneer de school het moeilijk vindt om beter de orde te handhaven, kan de zich beklagende ouder gedreigd worden met een zorgmelding. Op die manier wordt het gevoel van onveiligheid dat het kind beleeft, teruggekaatst naar de gezinssituatie, zodat het gebrek aan handhaving door de school uit de aandacht verdwijnt. Ook komt het voor dat scholen dreigen met een zorgmelding als ouders hun kind op een andere school willen plaatsen (wegens pesten of gebrek aan goede begeleiding .

De zelfde dreiging met een zorgmelding kan ook toegepast worden als een school een kind wil verwijderen en de ouders hier op tegen zijn. Dit kan kinderen betreffen die chronisch ziek zijn (maar verder goed kunnen leren) en de school het eigenlijk gewoon te veel moeite vindt om het kind wat extra te ondersteunen. Verder kan een meningsverschil met een specifieke leerkracht van de school leiden tot een meldingsdreiging. Was er in de voorgaande klassen nog niets aan de hand; met de nieuwe juf is er geen ‘klik’ en tussen moeder en leerkracht ontstaan irritaties. De leerkracht meent op grond van haar pedagogische kwaliteiten beter te weten wat goed is voor het kind en dreigt haar mening kracht bij te zetten met een AMK-melding. In gevallen waarbij ouders het vermoeden hebben dat een leerkracht zich schuldig maakt aan seksueel misbruik van hun kind, kan de betreffende leerkracht ‘preventief’ een zorgmelding doen tegen de ouders en vermelden dat zij het kind mogelijk schade doen, omdat zij ‘waanideeën’ hebben.

Geen handen vuil maken

Het is om diverse redenen dat scholen de ‘zorg’ voor het kind misbruiken om zichzelf een machtspositie te verschaffen tegenover de ouders. Pedagogen zijn voor het AMK per definitie geloofwaardiger dan ouders en waarom zou je als schoolbestuur in een conflictsituatie zelf je handen vuil blijven maken, als het AMK het snel en effectief voor je kan oplossen? Zelfs al zou het AMK niets met de melding doen, dan is er voor de school nog niets aan de hand. De melder wordt zelden iets kwalijk genomen, hoe belachelijk de gronden voor de melding ook zijn.

Als we dus de meldingsdreiging door hulpverleners optellen bij de feitelijke aantallen ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen, zien we dat de macht van Jeugdzorg of de Raad in werkelijkheid veel groter is dan de cijfers aangeven. Bovendien stellen ze door hun kritiekloze houding naar collega-zorgprofessionals ook anderen in staat om een oneigenlijke macht uit te oefenen, waar ouders zich slecht tegen kunnen verweren. Zolang deze instanties weigeren uit te gaan van feitenonderzoek, en in plaats daarvan díe meningen te laten prevaleren, waarvan zíj vinden dat die het meest betrouwbaar zijn, kan er aan deze misstanden geen halt worden toegeroepen. Alle mooie beloften van de overheid over betere hulpverlening ten spijt.

Sven Snijer

vrijdag 6 januari 2012

Huisarts en crisisdienst misbruikt voor spoeduithuisplaatsing

Gezinsvoogd SGJ zet rechter op verkeerde been




Bron: Vara Ombudsman


Een gezinsvoogd van SGJ Christelijke Jeugdzorg heeft onjuiste informatie verstrekt aan de kinderrechter om een spoeduithuisplaatsing van vijf kinderen voor elkaar te krijgen. Dat meldt het VARA-programma ‘De Ombudsman’ dat vrijdagavond wordt uitgezonden (Nederland 2, 20.50 uur). De gezinsvoogd beweerde in haar verzoek tot uithuisplaatsing dat er sprake was van door huisarts en crisisdienst ‘opgemerkte uitingen en wanen van moeder die duiden op ernstige psychiatrische problematiek.’ Zowel huisarts als crisisdienst distantieert zich in ‘De Ombudsman’ van deze verklaring.

Opmerking redactie Dark horse: Het gaat hier niet om een uithuisplaatsing maar om een schriftelijke aanwijzing in de zin van BW1:258 e.v., maar wel een die niet vooraf is gegeven en waarop geen bezwaartermijn is ingegeven, geen bezwaarmogelijkheid. Het is een ondeugdelijk en epaterend handelen van BJZ.


VARA’s Ombudsman onderzocht een klacht van Margreet de Wolff uit Apeldoorn. Zij was getrouwd met een predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk en kreeg negen kinderen met hem. Toen zij zich een aantal jaren geleden wilde laten dopen in een andere kerk ontstonden huwelijksproblemen en werd zij ‘uit het huwelijk en uit de kerk gezet’. De problematische echtscheiding zorgde ervoor dat de kinderen onder toezicht werden gesteld. Tot op een dag plots haar kinderen niet meer thuiskwamen.

Na de scheiding gingen de vier oudste bij hun vader wonen, de vijf jongste bij hun moeder. Tegen de wens van de moeder in werd een gezinsvoogd aangewezen van SGJ, de Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming, een landelijke jeugdzorginstelling met streng gereformeerde wortels. Op 12 mei 2011 waren de vijf jongste kinderen een dag bij hun vader, omdat Margreet de Wolff een studiedag had. Toen ze ’s avonds thuiskwam kreeg ze van de gezinsvoogd te horen dat de kinderen niet meer terug kwamen, omdat zij aan godsdienstwanen zou lijden.

Misbruik instanties


In de uitzending van ‘De Ombudsman’ wordt duidelijk dat de gezinsvoogd hier heeft gehandeld zonder toestemming van de kinderrechter, die pas een dag later een schriftelijke machtiging gaf. Een spoeduithuisplaatsing kán zonder een schriftelijke machtiging, maar dan moet er op z’n minst telefonisch contact zijn geweest met de (piket)kinderrechter. Volgens de rechtbank Zutphen is dat contact er niet geweest. ‘De Ombudsman’ ontdekt bovendien dat in het verzoekschrift, op basis waarvan de kinderrechter de machtiging heeft afgegeven, pertinente onjuistheden staan. Zo stelt de gezinsvoogd dat crisisdienst GGNet en de huisarts op basis van eigen waarneming hebben geconstateerd dat de moeder met een ernstige psychiatrische problematiek kampt. Beiden hebben haar echter niet gezien voor de uithuisplaatsing. “Ik heb zelf geen oordeel kunnen vormen over haar psychische gesteldheid”, aldus de huisarts die het betreurt “dat mijn gezag door een gezinsvoogd is gebruikt bij het komen tot een uithuisplaatsing.” Crisisdienst GGNet laat eveneens weten geen diagnose te hebben gesteld. De dienst is bovendien pas gebeld toen de uithuisplaatsing al een feit was en niet, zoals de gezinsvoogd stelt, vooraf geconsulteerd.  “Wij hebben geen diagnose gesteld”, aldus crisisdienst GGNet.

SGJ-directeur Bart Nitrauw wil aanvankelijk niet op de zaak ingaan en weigert zelfs kennis te nemen van de verklaringen van huisarts en crisisdienst. Uiteindelijk reageert hij toch. Hij houdt vol dat de gezinsvoogd ‘juist gehandeld’ heeft. De Inspectie Jeugdzorg laat in een reactie weten de zaak serieus te nemen en hierover contact op te nemen met SGJ. “SGJ moet dit tot op de bodem uitzoeken. Als ons dat niet bevalt, stellen wij zelf een onderzoek in”, aldus een woordvoerder.

Vrijdag 6 januari om 20.50 uur bij de VARA op Nederland 2 in De Ombudsman

donderdag 5 januari 2012

Beantwoordingbrief van een Tweede Kamerlid op het voorstel voor een gespecialiseerde voordeur, om die de diagnose te laten doen in plaats van *Jeugdzorg.

     
(* BJZ doet geen diagnoses; dat suggereert BJZ enkel)

Jeugd-zorg is geen zorg doch indicatief bedoeld. Toen de wetenschap voorstellen over betere Jeugd-zorg gaf, werd dit ‘vergeten’, en werd afgescheept met een p.r.-praatje van BJZ. Volksvertegenwoordigster voor jeugdzaken verdiepte zich niet.

Jeugd-zorg is geen pedagogische of (psycho)medische ‘zorg’ doch indicatief bedoeld. Daarom wordt de politiek door de wetenschap geïnformeerd.

De politica schreef:

 “Geachte heer ….

Bedankt voor het delen van uw inzicht. Echter zijn wij niet voor een extra bureaucratische ingreep zoals een extra deur (10). Pleegzorg wordt momenteel al als laatste redmiddel ingezet (11), meestal tijdelijk. Want het doel van de OTS is echter dat ouders het weer zelf kunnen doen (15). Terug werken naar huis moet in eerste instantie de inzet van Jeugdzorg zijn (12). Soms kan dat niet, dan is het beter dat er gekozen is voor een pleeggezin dan een koude residentiële voorziening. Er zijn voldoende toetsingskaders (6) ingebouwd. Medewerkers van Bureau Jeugdzorg zijn allen minimaal HBO-geschoold  (2), zij mogen daarbij inderdaad niet diagnostiek plegen, maar wel een diagnostisch beeld (2) schetsen. Er zijn heel veel toetsingsmomenten (13) voordat er een besluit genomen kan worden. Allereerst zal de gezinsvoogd het bespreken in het gezin. Er moet eerst (14) gekeken worden of er in het netwerk zelf mogelijkheden zijn. Daarna in het team van de gezinsvoogd. Dan pas wordt het besproken en getoetst in een multidisciplinair team, de gedragswetenschapper (1) moet er specifiek alleen naar gekeken hebben (die wel de diagnose kan geven) en zet dan zijn of haar handtekening eronder. Daarna wordt er nog gekeken door de teamleider zelf die zijn/ of haar handtekening en akkoord moet geven. Bij uithuisplaatsingen wordt het ook verzonden naar de Raad voor de Kinderbescherming (7), die ook toetst en de kinderrechter (8) die vervolgens een uitspraak (9) doet. Ouders hebben de mogelijkheid om bezwaar te maken. Gezien de vele stappen die (terecht) al genomen worden, lijkt mij een extra voordeur (10) niet noodzakelijk. Toch fijn dat u met mij hierin mee denkt, waarvoor dank. 

Met vriendelijke groet,

………… Tweede Kamerlid  Woordvoerder Jeugd en Justitie”  

Toelichting op de brief 

1. Het instemmen met een gevolg-hebbend besluit door een beroepsgeregistreerde gedragswetenschapper (Uitvoeringsbesluit bij Wjz art.1) zonder de cliënt te hebben onderzocht is een overtreding. De politica geeft hier te kennen dat ze niet eens weet dat ze zelf heeft ingestemd met het alternatief stellen van uitvoeringsbesluit bij Wjz artikel 35! Ze schrijft dat het nog ‘moet’. Art. 35 . De gedragswetenschapper is even blind als het team dat de cliënt niet onderzocht of zag.

Het nieuwe, verslapte artikel 35 UvbWjz  sinds half 2010: 
­
De stichting BJZ kan, alvorens het indicatiebesluit te nemen, een ontwerp daarvan ter advisering aan een gekwalificeerde gedragswetenschapper voorleggen.


* gekwalificeerde gedragswetenschapper: degene die lid is van het Nederlands Instituut voor Psychologen en is opgenomen in het Register Klinisch Psychologen of het register Kinder- en Jeugdpsychologen en beschikt over de Basisaantekening Psychodiagnostiek van dit instituut of degene die lid is van de Nederlandse Vereniging van Orthopedagogen en Onderwijskundigen en geregistreerd is als Orthopedagoog-Generalist,  dan wel een BIG-geregistreerde gezondheidszorgpsycholoog;

2. Een HBO–opgeleide is niet in staat tot het juist interpreteren van diagnostische signalen (als ze die al zou kunnen zien zonder diagnostische tests). Het ‘schetsen van een diagnostisch beeld’ is een vervalsing van de wetenschappelijke criteria. Het is hetzelfde als wanneer de tandartsassistente {zelfs een nog minder opgeleide!} uw kies trekt en later de tandarts nog even zijn handtekening eronder zet. Die HBO-opgeleide heeft de bevoegdheid niet eens om aan diagnostiek te werken, is daartoe niet universitair opgeleid of beroeps geregistreerd in het BIG-register, en het ‘onderzoek’ is daar meer een meningen-inventarisatie gebaseerd op aannames en roddel. Het gaat bij BJZ niet om diagnostiek. Het zou moeten leiden tot een doorverwijzing, wat zelden gebeurt.

3. Een meningeninventarisatie door het AMK naar aanleiding van een melding, kan niet gelden als een degelijk onderzoek.

4. De mening van ‘professionals’ (hoe dubieus hun motieven ook kunnen zijn) wordt altijd zwaarder gewogen dan hetgeen ouders vertellen. De verhouding is altijd scheef wanneer meningen de doorslag geven.

5. Het bespreken van de melding in het gezin is louter een formaliteit. Het gesprek vindt niet plaats op het niveau van waarheidsvinding met hulp van de ouders, maar is feitelijk een verhoor van de ‘verdachte’. Tevens mogen de ouders hun woord niet laten opnemen in het indicatiebesluit of Plan van Aanpak, al is er wel de ruimte voor; de gezinsvoogd bepaald de bewoording. Al zit hij/zij op een verkeerd spoor.

6. Het elkaar napraten binnen de Jeugdzorg in de diverse fases, de zogenoemde toetsingskaders, kan niet gelden als “voldoende toetsingskader”. Ook hebben de praktijkleider of de teamleider van AMK/ BJZ het kind niet gezien.

7. De Raad heeft een protocol om geen onderzoek van BJZ over te doen. De intentie van BJZ overnemen kan niet gelden als degelijk onderzoek. Wanneer er reeds een OTS was, dan legt BJZ een uithuisplaatsingsverzoek aan de rechter  niet eens voor aan de Raad.

8. De uitspraak, die de kinderrechter doet, kan niet beschouwd worden betrouwbaar onderdeel van het kwaliteitscontrole-mechanisme, omdat het een juridisch oordeel is. De kinderrechter heeft geen diagnostische specialiteit. De zitting is tevens achter gesloten deuren zodat er geen toezicht is op een degelijke afweging van bijvoorbeeld IVRK artikel 24, voor het (diagnostisch) belang van het kind.

9. Kinderrechters gaan vaak uit van de ‘professionaliteit’ van Jeugdzorg. Er is weinig tijd voor – of interesse in – het bepalen van de betrouwbaarheid van documenten die door BJZ worden aangeleverd. Een uitspraak van de kinderrechter wordt bovendien niet altijd opgevolgd door een gezinsvoogd*, als deze vindt dat de uitspraak ‘niet in het belang van het kind is’. Het wordt de ouders niet verteld dat ze bezwaar kunnen maken, hoe en waarover.
*(Tijdens de ‘Week van de Jeugdzorg’ mochten aankomend gezinsvoogden discussiëren over deze ‘morele dilemma’s’, die, wanneer ouders hetzelfde proberen, gewoon gelden als een wetsovertreding!)  

10. Een specialistische voordeur, in plaats van de te brede toegangspoort van BJZ, waarover intern geklaagd wordt over bureaucratie, kan nooit bureaucratisch zijn, juist omdat een betrouwbare wetenschappelijke diagnose op universitair niveau veel juridische procedures kan voorkomen en er sneller met een effectief, kundig behandelplan gestart kan worden, toegesneden op de cliënt. Deze procedures zijn nu veelvuldig aan de orde, omdat veel ouders van mening zijn dat ze op een amateuristische manier door bevooroordeelde Jeugdzorgwerkers worden weggezet.
Een gespecialiseerde voordeur, een of meer doelgroepingang(en)  creëren, zal meteen leiden tot snelle en efficiënte hulpverlening. Met meer echt-deskundige indiceerders in de toegang zal er eerder doorverwezen worden naar een specialist, een júíste specialist. Er zijn wetenschappelijke bevindingen gegeven aan de politiek, die deze meer gespecialiseerde ingangen adviseerden. Prof. R. Hoksbergen had al in 2000 zo’n doelgroepingang geadviseerd rond hechtingsstoornissen en adoptieproblematiek voor te onderzoeken hechtingsgestoorde kinderen, pleegkinderen (waar dat vaker voorkomt dan gewoon) en adoptiegezinnen (dito). Hij noemde dat een te creëren stichting IBAP. Het advies werd in 2010 wetenschappelijk bevestigd met een groot onderzoek (‘Keeping the Promise’, S.L. Smith, Adoption Institute). Ook andere wetenschappelijke onderzoeken bevonden dat de BJZ’s de kennis niet matcht aan de case. 
De ouders worden als het ware beschuldigd als oplossing en als therapie: uithuisplaatsen.


11. Er werd gesproken over “laatste redmiddel”, als cliché.  Hoe vaak ervaren we niet dat er geen hulp in huis werd geboden, geen Video-Interactie-Begeleiding (VIB) werd ingezet, een Eigen-Kracht-Conferentie (EKC) werd gesaboteerd/verboden, en er meteen wordt beweerd bij de rechter dat aan BW1:254, lid 1, zou zijn voldaan.

* 1. Indien een minderjarige zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen, kan de kinderrechter hem onder toezicht stellen van een stichting Bureau jeugdzorg.
Hoe vaak ontbreekt de uitleg waar of wie die “bedreiging” vormt waarover in de wettekst wordt gesproken; vaak zijn het niet de ouders? Ook wordt niet uitgelegd wat dat (“zullen”) “falen” betreft. Omdat uithuisgeplaatst-zijn schadelijk werd bevonden door jeugdpsychiaters zou men denken dat dit wordt afgewogen op een zitting, maar we zien dat nimmer, alhoewel IVRK 24 toch wijst op het kinderrecht ‘op de hoogst mogelijke mate van gezondheid en daarbij passende gezondheidszorg’, ook psychologisch.

12.  Wanneer een raadsheer van een gerechtshof zijn twijfels uit over het terugplaat-singsbeleid van BJZ en ouders eveneens, dan is het optimisme van de volksvertegen-woordiger over het bedoelde terugplaatsingsbeleid onheus:

Mr. P.A.J.Th. van Teeffelen is deeltijd raadsheer van het Hof te ’s-Hertogenbosch en plaatsvervangend voorzitter van de vereniging voor Familie- en Jeugdrecht.
Hij publiceerde in het juristenblad FJR, nummer 10, 2010, op blz. 248-249.   Hij somt 3 knelpunten op, die door de opbouw der stukken voor een rechtsgeleerde al een waar zoekplaatje oplevert, laat staan voor ouders:   
“… Voor cliënten lijkt het in een aantal situaties dan ook een gevecht tegen windmolens in plaats van dat de hulp wordt verleend, waar het allemaal om begonnen is.
Het derde knelpunt heeft betrekking op de verantwoordingsplicht van Bureau Jeugdzorg. Het bureau heeft er jegens het hof nogal eens zichtbaar moeite mee zich te verantwoorden. Dat kan gemakkelijk leiden tot irritaties over en weer. Voor het hof is het de kunst om hoffelijk te blijven, ook al heb je soms grote problemen met de wijze waarop door het Bureau in het verleden is gewerkt. Doordat er soms in een jaar weinig structureel aan een bepaalde zaak is gewerkt, ontstaat in het vraaggesprek nogal eens een pijnlijke situatie. Het bureau wil dan nogal eens een houding aannemen van: wij weten het beter en u begrijpt niets van ons vak....
Bij BJZ is er weinig animo tot terugplaatsing. Uiteraard krijgen we als hof regelmatig die situatie ter beoordeling en een fatsoenlijk antwoord op onze vraag naar de inspanningen die worden gedaan om het kind terug te plaatsen bij de ouders krijgen we lang niet altijd. Ouders stellen de vraag wat zij moeten doen om de kinderen weer terug thuis te krijgen en krijgen daarop geen antwoord of worden min of meer met een kluitje in het riet gestuurd. … Onwillekeurig rijst dan de vraag nogal eens: ‘is het bureau er voor de cliënten of zijn de cliënten er voor het bureau?’”   (Citaten).

 http://recht.nl/vakliteratuur/auteur.html?auteur=7498 

13.  Wanneer toetsingsmomenten gebaseerd zijn op vage signalen en meer op roddel van onbevoegden die onjuist zijn bevraagd, dan krijgt men het doorfluister-effect van het bekende kinderspelletje. Het eerste gefluisterde zinnetje is aan het eind van de keten iets geheel anders geworden. Men kan zo niet spreken over diagnostische waarheidsvinding. 

14.  Veel ouders ervaren dat er niet “eerst” gekeken wordt naar netwerkhulp of netwerkplaatsing. Vaak wordt het juist onthouden of tegengewerkt. Het is mooipraat.

15.  BW1:257 geeft aan dat de ouders hulp [en steun] zouden mogen verwachten van de gezinsvoogdij: 

* 1. De stichting BJZ houdt toezicht op de minderjarige en zorgt dat aan de minderjarige en de met het gezag belaste ouder hulp en steun worden geboden teneinde de bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid van de minderjarige af te wenden.
* 2. Deze hulp en steun zijn erop gericht de met het gezag belaste ouder de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding zoveel mogelijk te doen behouden. Bij algemene maatregel van bestuur, op de voordracht van Onze Ministers van Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kunnen regels worden gesteld omtrent de aard en de omvang van de hulp en steun.
* 3. Indien het leeftijds- en ontwikkelingsniveau van de minderjarige en diens bekwaamheid en behoefte zelfstandig te handelen en zijn leven naar eigen inzicht in te richten daartoe noodzaken, zijn de hulp en steun, meer dan op het vergroten van de mogelijkheden van de ouders om hun kind te verzorgen en op te voeden, gericht op het vergroten van de zelfstandigheid van de minderjarige.
* 4. De stichting BJZ bevordert de gezinsband tussen de met het gezag belaste ouder en de minderjarige.   (Geldend op 04-01-2012)

Dit artikel had betrekking op het psychologische belang van de kind-ouderband en hechtingsfundament van een opgroeiend kind.  We zien dat het erg regelmatig ‘vergeten wordt’ door de gezinsvoogden.   

De ‘bedreiging’ wordt nimmer gespecificeerd en in verband gebracht met wat de opvoeders doen en waarbij hoe geholpen werd.
Waarmee de band wordt versterkt onder het toezicht van de gezinsvoogdij wordt nimmer benoemd.

De bovengenoemde beweringen van de politica zijn dus niet valide.