De suggesties van een bestuur BJZ over een nieuwe ‘jeugdzorg’:
Erik G. en consorten (BJAA) schreef een reactie op de concept Jeugdwet:
“I. PROBLEMEN VAN HET HUIDIGE STELSEL
Over de feilen van het bestaande systeem is al veel geschreven. We zetten de grote problemen hier kort op een rij:
A. Systeemgeoriënteerd. Het systeem is niet gebouwd rond de gebruikers: kind en gezin, maar is gebouwd rondom verschillende wettelijke kaders – elk met hun eigen aanbod, regels en financiering en met bijbehorende perverse prikkels. Deze systeemfouten moeten worden opgelost.
B. Probleemgeoriënteerd. Het stelsel is gericht op signaleren en diagnosticeren. Er is een cultuur van etiketten plakken gegroeid en daar bij behorende specialismen. Aan ouders wordt steeds minder toevertrouwd. Er is een sterke wens te gaan ‘ontzorgen’.
C. Beroepskrachtgeoriënteerd. Omdat het systeem zelfs voor de beroepskrachten ingewikkeld geworden is, zijn er steeds meer hulpconstructies ‘aangebouwd’. Die moeten het mogelijk maken dat zij hun werk kunnen doen. Er is een grote behoefte aan vereenvoudiging.
D. Aanbodgeoriënteerd. Vragen worden vertaald in bestaand (professioneel) aanbod – en daarbij wordt noodgedwongen vaak gezocht naar quick-fixes. Er is behoefte aan meer duurzame oplossingen: preventieve, op (blijvend) herstel gerichte en op langdurige ondersteuning en vervanging gerichte oplossingen (‘erbij blijven’).”
Opmerkelijk:
A. Het systeem is inderdaad gebouwd op werkgelegenheid zonder kwaliteitscontrole door en voor BJZ. De schotten in budgettering zorgen voor een niet-doorverwijzen naar de juiste hulpverlening. Dat elke bonafide hulpverlener een eigen financiering kent, zoals de huisarts, de jeugdpsychiater, de orthopedagoog-generalist en de specialist, is in het geheel niet erg. Erg is het niet willen doorverwijzen maar een OTS aanvragen. Wat dus moet worden opgelost, is de mentaliteit in BJZ.
B. Het stelsel is helaas niet gericht op diagnosticeren maar op beschuldigen en werk zoeken. Om een OTS te kunnen opleggen, ook al is het in waarheid niet nodig, moet het cliché van BW1:254 lid 1 gebezigd worden. En dat doet BJZ. Dat is pervers. Dat is etiketten-plakken zonder degelijk onderzoek op diagnostisch niveau. Dat is negatie van het recht van het kind op een veilig bij z’n ouders blijven en IVRK artikel 24: de hoogst mogelijke mate van gezondheidszorg.
C. Beroepskracht wil nog niet zeggen ‘deskundig’. Het ‘systeem’ wordt ondoorzichtig gemaakt door de werkers in BJZ. Het is in feite heel eenvoudig als men zou willen: ga naar de huisarts en vraag om een doorverwijzing naar een specialist met dezelfde of hogere opleiding als deze huisarts (wet BIG) of een psychiater. Voor schuldsanering kan men naar de gemeente. Voor een verhuizer naar een verhuisbedrijf. Om leugens te ervaren naar BJZ, dat geen specialisme heeft in echte (gediagnosticeerde) zorg. De kreet ‘beroepskracht’ en ‘professional’ wil niet zeggen dat men met deskundigheid op niveau van doen heeft.
D. De specialist is geëigend om een juist behandelplan te schrijven. Niet ’t sociaal werk in BJZ, of –zoals dat straks heet– ‘gecertificeerde instellingen’ op boven-gemeentelijk niveau. De specialist kan ook preventief werk verzetten of doorverwijzen. Met de implementatie van de Wet op de jeugdzorg in 2004 was het de bedoeling dat BJZ modules ontwikkelde om juiste, toegesneden hulp te kunnen verlenen, de wachtlijsten weg te werken; maar wat BJZ deed is vullen van quick-fixed modules die eigenlijk niet passen bij het gezin maar de wachtlijsten onzichtbaarder maakten. De BJZ-wens op langdurige ondersteuning is de wil om de OTS te behouden als budget-vuller.
BJAA schrijft verder:
“II. DE OPBRENGST VAN EEN NIEUW STELSEL
Een nieuw jeugdstelsel gaat opvoed- en opgroeiproblemen en andere problemen in gezinnen niet voorkómen. De inzet is wél om het stelsel zó in te richten dat het de ‘rek’ en de veerkracht van burgers (ouders, kinderen, omstanders) en van beroepskrachten om problemen op te vangen en op te lossen, ondersteunt en vergroot.
Tegelijkertijd moet het mogelijk zijn om tijdig en effectief (dus zo nodig ook niet vrijblijvend) in te grijpen op momenten dat die rek er uit is en de rechten van kinderen geschonden worden. Blijvende veiligheid van kinderen is in het nieuwe stelsel een zaak van iedereen.”
Opmerking:
De taal van de BJZ-lobby ligt in het voorstel. De lobby van BJZ wil “tegelijkertijd” vele vingers in de pap houden, en op vele fronten kijken hoe preventief in te grijpen. Op scholen, op het consultatiebureau, via de buurt middels meldingen, met oogjes bij de huisarts-assistenten, etc.. Te vrezen valt dat de fuik tot OTS, aangebracht door sociaal werkers, juist meer gespreid wordt zodat men moeilijker zelf hulp kan zoeken. Iemand hoeft het gezin maar aan te geven omdat men ondeskundig is en iets ‘verdacht’ acht, en BJZ heeft weer werkgelegenheid. Te dik, te langzaam, te voorlijk, te druk, te dromerig, te ……., en er komt een onderzoek tot OTS… Het lijkt erop dat enkel ouders ‘de rechten van het kind kunnen schenden’, want andere rechtsmiddelen tegen anderen, zoals BJZ zelf, kent de wet nog steeds niet, en daar had BJZ voor kunnen zorgen het afgelopen decennium. ‘Institutionele kindermishandeling’ staat niet bij BJZ op de agenda.
Er is een gebrek aan vrijblijvend-blijvende vraagbaken om advies.
De taal van BJZ blijft herkenbaar in het vervolg. Er wordt “bewaakt”.
“4 Arrangeren en regisseren
….. Is er sprake van onveiligheid van kinderen en zijn de ouders niet bereid of in staat de noodzakelijke hulp in te zetten dat is de regisseur een jeugdbeschermer (ook wel gezinsmanager genoemd). Deze mobiliseert met behulp van gezinsmanagement de ‘veranderkracht’ in het gezin. Hij wordt tijdelijk (cq. zo lang als nodig) aan een gezin toegevoegd om (zo mogelijk mèt hen) een plan op te stellen om de veiligheidssituatie voor de kinderen op een voldoende niveau te brengen. Zonodig zal daarbij een maatregel voor kinderbescherming of jeugdreclassering worden opgelegd, kan er (tijdelijk) uit huis worden geplaatst of kan er (waarschijnlijk goedkoper) zeer intensief opvoedingsvervangende inzet ‘aan huis’ geleverd worden.
Deze taken hebben dus betrekking op bescherming van de meest kwetsbare groepen in de samenleving. Ze dienen direct onder de verantwoordelijkheid van de overheid te vallen en niet aan de markt te worden overgelaten. Met het uitvoeren van drang en dwang (uitvoerend justitiële jeugdbeschermingsmaatregelen) wordt in de persoonlijke leefsfeer van mensen getreden (family-life). Deze ingrijpende taak vraagt om een (rechts)gelijke wijze van optreden in Nederland.”
Opmerking:
Als de gemeentelijke regisseur in het gezin wat ziet dat “onveilig” heet te zijn (in vage kaders van ‘belang voor het kind’), kan deze dus op eigen ondeskundigheid al een toegangspoort vormen tot gedwongen kader. Niet de diagnost die deskundiger is, maar de generalisten (zonder ortho.… erbij) zijn melders geworden. De maatstaven om de belangen van het kind af te wegen tegenover de beweringen, bestaan nog steeds niet. Het dient volgens prof. dr. Van der Gaag aan zwaargewichten overgelaten te worden, niet aan soft sociaal werk. Een opgedrongen ‘beschermingsmaatregel’ is een zeer zwaar en gevolg-hebbend instrument, waarbij de schadelijkheid ervan moet worden meegewogen door een deskundige.
Wie bepaalt welke hulp de “noodzakelijke hulp” is? Het gezinsmanagement is een schuilnaam voor de voortzetting van BJZ. De “toevoeging aan het gezin” is een verschuilnaam voor OTS of spook-OTS (“drang” geheten). Als men als gezin wil, mag men meewerken een “plan op te stellen” om…. “de veiligheidssituatie voor de kinderen op voldoende niveau te brengen”, het niveau van wat de ondeskundige denkt te moeten. Het zal in eerste instantie “zo nodig” een spook-OTS zijn, staat er eigenlijk. Een UHP is zelfs een mogelijkheid. Het is straks niet alleen jeugdbescherming maar ook reclassering wat opgelegd kan worden.
Weer zien we: “het gaat om de meest kwetsbare groepen in onze samenleving”. Jaja. Het cliché waaronder elke ouder valt die beschuldigd wordt, ook al zijn ze pedagoog. De taal van BJZ. De insinuaties om de aangedragen ouders in verdacht daglicht te stellen bij voorbaat. Politiek, kijk niet verder, want het zijn maar zulke ouders….
Juist is dat beschermingsmaatregelen een overheidstaak is (RvdK) en niet ingehuurd mag worden. Een genormeerde RvdK is reeds voorgesteld: https://dl.dropbox.com/u/2479159/2012-Verkort%20Jeugdbeschermingsplan-JzBlH.pdf .
De toeleiding tot een onderzoek dient op niveau te geschieden, diagnostisch (IVRK art. 24).
Kinderen dienen ook beschermd te worden tegen te laag niveau van ‘professionaliteit’, ondeskundigheid. Tegen de schadelijkheid van een zeer zwaar beschermingsmiddel.
De bedreiger, zo men reeds een definitie heeft voor wat en wie en hoe een kind kan worden bedreigd, dient weggeplaatst te worden en niet het kind. Opvoedondersteuning is ook het verstrekken van een leuke Gordontraining ( http://www.gordontraining.nl/ ).
En het gaat verder:
“De regie beperkt zich niet tot het traditionele jeugdzorg-domein (BJZ), maar kan ook betrekking hebben op aanwijzigen t.a.v. wonen, werk en inkomen van de gezinsleden, en in situaties van geweld of criminaliteit kan uitvoering worden gegeven aan pluk-ze-maatregelen en straatverboden. Ook in dit drang- en dwangkader komt zo de brede regierol van de gemeente tot zijn recht. In onze visie [van BJAA] is het van belang de vormen van regie dichter bij elkaar te brengen:
Regievoeren is een vak apart. Het kent diverse gradaties, die zich afhankelijk van de actualiteit in het gezin gemakkelijk af moeten kunnen wisselen. De inzet van drang/dwang vormt hier een belangrijk ingrediënt dat in verschillende doses toegepast moet kunnen worden.
Vrijwillig én gedwongen. De overgang van de vrijwillige hulp naar (meer) gedwongen hulp moet vloeiend zijn.”
Het blijft frappant:
Het werkgebied van het vervolg van BJZ wordt dus nog breder!!! Wilt u dat? En is het sociaal werk van BJZ daarvoor de ‘specialist’, “een vak apart”, na zoveel jaren betreurenswaardige inzet (voorbeeld: https://dl.dropbox.com/u/2479159/DWDD%20met%20Korver-%20WSG.wmv )??? Met “een belangrijk ingrediënt dat in verschillende doses toegepast moet kunnen worden”. BJAA adverteert er wel mee. En het moet ‘vloeiend’ verlopen naar dwang, zoals u leest!
“Zorgmeldingen
Tot dusver lag in deze notitie de nadruk op de noodzaak van een eenvoudig stelsel waarin vragen van ouders/gezinnen en beroepskrachten worden beantwoord vanuit het principe van eigen kracht en handelingsgericht werk. Op een flexibele manier wordt daar zo nodig meer gespecialiseerde zorg aan toegevoegd.
Er zijn echter ook situaties waarin de vraag om hulp niet van de direct betrokkenen komt, maar van de omgeving (professioneel of niet) die zich zorgen maakt, bang of boos is.
Die situaties vragen om een goed vindbaar meldpunt in een gemeente of regio waar burgers en professionals terecht kunnen voor informatie, advies en dat zo nodig op onderzoek uitgaat, crisis opvangt en een interventie in gang zet. …
Daarbij wordt altijd nagegaan of er kinderen in het spel zijn. Zo ja, dan kan er nader onderzoek gedaan worden, bijvoorbeeld naar de veiligheid van de kinderen, op grond waarvan verdere actie wordt ondernomen. Is een (spoed-) OTS of uithuisplaatsing nodig dan kan deze dezelfde dag worden geëffectueerd.”
Wat hierboven beschreven was, was dus nog maar “eenvoudig” en met “eigen kracht”. Er zijn dus ook ‘meldingen’, waar graag gebruik van wordt gemaakt…. Daarvoor is het Jeugdbeschermingsplan https://dl.dropbox.com/u/2479159/2012-Verkort%20Jeugdbeschermingsplan-JzBlH.pdf
ook een betere oplossing dat het kind in tweesporenbeleid en goedkoper dan al die ‘gecertificeerde instellingen’, die niet elk deskundigen in dienst kan hebben, met ruim 400 gemeenten door het land.
Een OTS is zo geleverd op een telefoontje naar de griffier, en ruim 50% kans op UHP.
Het verdere verhaal van BJAA is gezien de opmerkelijkheden niet meer zo vertrouwwekkend.
“In het ontwerp van het nieuwe stelsel zal veel aandacht uitgaan naar kwaliteit. In het oog springen de bewegingen richting certificering van medewerkers en de ontwikkeling van integraal toezicht, ter vervanging van de huidige versnipperde inspectie-organen.”
Universitaire opleidingseisen stellen aan zogenoemde ‘professionals’ geeft een hogere kwaliteit dan de vaagheden van schemerend BJAA. De inspectie heeft bewezen geen detail in individuele zaken te kunnen herkennen, en is zo geen kwaliteitscontrolemechanisme. Een certificering van sociaal werkers geeft geen kwaliteit. BJZ wil ‘integraal’ heersen, lezen we.
Een effectiever, goedkoper en meer beschermend plan in schema:
TS
Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
Het wat klein-uitgevallen schema staat op blz. 11 van
BeantwoordenVerwijderenhttps://dl.dropbox.com/u/2479159/2012-Verkort%20Jeugdbeschermingsplan-JzBlH.pdf .
In het groot! Mooi en beter!
Op de link us5.campaign-archive2.com staat onderaan:
BeantwoordenVerwijderen"Een functioneel ontwerp jeugdzorg. {Jaja!}
|
Amsterdam werkt aan de transitie naar een nieuw jeugdzorgstelsel en nodigt daarbij de ketenpartners uit een bijdrage te leveren. Wij gaan graag op deze uitnodiging in. Met deze bijdrage maken wij duidelijk in welke richting wij denken, wat we belangrijke waarborgen en schakels in het nieuwe stelsel vinden. We nodigen een ieder uit om met ons mee te denken over die bijdrage en hem op grond daarvan nog te verfijnen.
|
Deze notitie heeft een nog algemene benadering, een schets die bewust los staat van de huidige toedeling van taken en functies naar organisaties. Wij redeneren consequent vanuit de waarborg van de rechten van kinderen, de vragen en problemen en gezinnen en de regierol van de gemeente." | En daar kunt u meer over lezen in de link onderaan.
Zo manipuleert BJZ zich als 'specialist' in de rol boven de gemeenten, terwijl BJZ deze rol niet zou mogen bekleden.
Het is manipulerend sociaal werk dat BJZ aanbiedt. Door een BJZ, dat zelf zwart op wit erkent dat het niet aan [diagnostische] waarheidsvinding doet of ouders bijstaat, zoals in het artikeltje erboven over (V)echtscheidingen staat: ZIE:
http://www.bjaa.nl/bestanden/rapport_vechtscheidingsconferentie.pdf
= Het is mooipraat van BJZ, maar met dit stuk kan men mogelijk BJZ zich aan deze mooipraat-belofte houden rond ondersteunen bij gevoelverwerkende ouders na echtscheiding, waar ouderschap hun verantwoording zou moeten blijven.!
Los van wat als exen onderling speelt.!