donderdag 18 oktober 2012

Niet bang zijn voor Jeugdzorg




Een interview met coach en communicator Michael Regelmann

Dark horse: Michael op je kaartje staat Coach / communicator en niet therapeut. Hoe zou jij je werk met mensen omschrijven?  

Michael:  Coach vind ik zelf meer  passen dan therapeut . Ik begeleid mensen naar hun eigen kracht en hun eigen kwaliteiten. De kracht die ze zelf al hebben en waar ik ze bewust van maak.  Als ik alles voor ze zou doen, dan zijn mensen niet meer in staat om dingen zelf te doen. En daarmee creëer ik een mogelijke afhankelijkheid.

Dark horse: Je bedoelt dat mensen dan teveel op de hulpverlener gaan leunen? 

Michael: Dat gebeurt vaak in de psychische hulpverlening. Mensen gaan hele lange trajecten afleggen, waarbij ze in een vast ritme steeds bij de therapeut terug komen. Dat doe ik dus niet. 

Dark horse: Hoe lang duurt bij jou een behandeling? 

Michael: Om te beginnen doen we drie sessies, binnen drie of vier weken. Dan is de eerste evaluatie en daarna misschien nog twee sessies erbij. Daarna alleen nog op eigen verzoek, maar ook niet elke week. Mijn ervaring tot nu toe, is dat cliënten gemiddeld 3 tot 5 keer op consult komen. Het maximum ligt op acht keer, en dat in twee jaar tijd.  

Dark horse: Hoe ga jij te werk? Heb je een intakegesprek met cliënten? 

Michael: Ik werk met een basic intakeformulier. Een intakegesprek duurt bij mij altijd vrij lang, zodat je van elkaar een goed beeld krijgt. Het mag vooral ook gewoon goed voelen. Ik kan als begeleider een idee hebben van wat er zou mogen gebeuren, maar de cliënt mag zich wel veilig voelen en vertrouwen hebben, anders houdt het op. Ik hanteer altijd de drie V’s: Veilig - Voelen - Vertrouwen. 

Dark horse: Ben je met je werk wel eens in aanraking gekomen met jeugdzorg?

Michael: Ja, ik had eens een cliënte die in een traject bij mij zat, waarin Jeugdzorg een belangrijke en vooral bepalende rol speelde. 

Dark horse: Was dat de eerste keer dat je met jeugdzorg te maken had? 

Michael: Nee, ik kende de werkwijze van jeugdzorg al langer, maar dit was de eerste cliënte waarbij we heel bewust aan dat stuk met elkaar gewerkt hebben.  

Dark horse: Hoe heb je met haar gewerkt en wat waren haar klachten? Ben je met haar mee geweest op gesprekken bij Jeugdzorg? 

Michael: Ik heb haar geholpen haar angst los te laten waardoor ze ruimte kreeg om meer in haar kracht te staan. De gespierde taal die jeugdzorg bezigt in documenten en brieven, daar kon zij niet mee omgaan. Ik ben met haar mee gegaan naar een aantal gesprekken bij jeugdzorg, die niet van harte gingen. Ik moest officieel als haar adviseur of vertrouwenspersoon aangemeld worden, anders had ik niet eens mee gemogen.   

Dark horse: Welk Bureau Jeugdzorg was dat en hoe verliepen die gesprekken? 

Michael: Dat was in het zuiden des lands. De medewerkers die ik gesproken heb, de gezinsvoogd, de teamleider en andere betrokken hulpverleners deden wel vriendelijk, maar ze waren niet blij dat moeder met een ‘pottenkijker’ binnen kwam. Zo werd dat door hen toch wel ervaren.

Dark horse: Merkte je dat aan hun houding of aan hun manier van spreken? 

Michael: Ja, ik heb nl. een opleiding gedaan in lichaamstaal en mimiek, waardoor ik hun signalen kon herkennen. 

Dark horse: En wat viel je op? 

Michael: De terughoudendheid, het niet over alles willen hebben, het op hun hoede zijn…  Vooral het heel goed in de gaten houden hoe ik reageerde op bepaalde dingen. Niet luisteren naar de moeder, maar blijven vasthouden aan punten die al genoemd waren, of opgeschreven waren. Ze kwamen er iedere keer weer op terug. 

Dark horse: Met welke bedoeling? Om er dieper op in te gaan; verder te graven? 

Michael: Nee, om hun eigen standpunt te verdedigen. Bijvoorbeeld waarom een OTS aangevraagd was, of een uithuisplaatsing, of waarom een schriftelijke aanwijzing. En met name in dit geval kon de cliënte aantonen dat de OTS behoorlijk had gefaald. Het kind was in een instelling geplaatst, omdat men bang was voor de invloed van loverboys. Dan is het toch wel erg  vreemd dat een begeleider met haar om 23.00 uur ’s avonds naar een biljart-café gaat en toestaat dat ze daar haar telefoonnummer aan vijf jongens geeft, van Noord-Afrikaanse afkomst! Dit meisje was toen vijftien jaar en zij en nog een aantal andere meiden in de instelling waren bovendien erg creatief. Ze hadden meestal twee telefoons en als ze hun telefoon moesten inleveren, dan haalden ze de simkaart eruit en stopten die dan vervolgens in hun andere telefoon. Er werd niet gecontroleerd bij de ingeleverde telefoons, of de simkaart er nog in zat. Dus werd er lustig doorge-smst of gebeld, terwijl het verboden was. 

Dark horse: Kwamen die loverboys ook in de instelling, dat jij weet? 

Michael: Nee, maar ze hingen wel constant rond voor de instelling. 

Dark horse: Dit was dus de eerste cliënte die je hielp in verband met jeugdzorg. Hoe ervaarde zij het, dat jij mee ging met gesprekken?

Michael: Zij voelde zich gesterkt en vooral gehoord. Veel ouders / gezinnen die bij jeugdzorg terecht komen zijn toch vaak gebroken gezinnen. Haar ex bijvoorbeeld, wilde nergens aan meewerken, dus moeder mocht het allemaal alleen opknappen. En ze werd toch ook wel aardig geïntimideerd door  jeugdzorg. 

Dark horse: Als je het hebt over intimidatie, bedoel je dan het taalgebruik dat in de brieven staat? 

Michael: Dat ten eerste en ik heb het ook over de handelswijze van jeugdzorg. Een opmerking  van vader wordt door jeugdzorg niet geverifieerd bij moeder, want die is niet te bereiken omdat zij  op dat moment op haar werk is. Het is één dag voor Kerst en jeugdzorg gaat op dat moment per telefoon een schriftelijke aanwijzing uitvaardigen, omdat de gezinsvoogd met kerstverlof ging en daardoor moeder niet meer kon bereiken. Dat klopt dus niet ! Dat is heel erg intimiderend. De communicatievorm van jeugdzorg is vaak: ”Als u niet dit doet, dan doen wij dat.”  

Ik heb toen dat hele dossier doorgespit. Op een gegeven moment moest moeder zich in de rechtbank, voor zes door jeugdzorg opgestelde punten verantwoorden. Ik had de mappen met de hele communicatie en correspondentie doorgenomen en toen vielen mij een aantal dingen op. Daar heb ik toen een rapport met een analyse over geschreven en een aantal aanbevelingen gedaan en mevrouw de rechter zei toen letterlijk: “Als het klopt wat hier in staat, dan ben ik vandaag heel snel klaar.” Alle zes punten van jeugdzorg zijn toen afgewezen.

Dark horse: Wat was jou opgevallen in het dossier? 

Michael: Er waren bijvoorbeeld data die niet klopten. Zo was er een verslag van een gesprek op de 10e van een maand dat pas een aantal dagen later plaats vond.  

Dark horse: Dat stond letterlijk op papier?

Michael: Ja, en wat mij verder opviel was dat er teveel mensen op papier met het kind bezig waren, die het kind niet eens in het echt hadden gezien. Er bestaat namelijk voorgedrukt papier, met voorgedrukte handtekeningen. 

Dark horse: Heb je ook contact gezocht met die mensen die alleen op papier met het kind ‘in contact’ stonden. Heb je ook uit hun mond verklaringen gekregen dat zij het kind nooit hadden gezien?   

Michael: Nee, daar heb ik nooit contact mee kunnen krijgen, omdat die mensen nooit aanwezig waren en vaak niet eens in de instelling waren. Gedragswetenschappers, om maar een groep te noemen, die vaak overkoepelend werken, regionaal. Ze werken niet alleen voor één bureau. Alleen de naam van die gedragswetenschapper staat al op papier en de handtekening ook. Wat ik kon aantonen bij de rechter, was dat die gedragswetenschapper het hele kind nooit gezien had, en toen werd het verhaal van jeugdzorg onhoudbaar, omdat het gewoon een stuk papier was. Het was alleen de gezinsvoogd die meende iets gezien te hebben en samen met de teamleider heeft zij het papier gebruikt met de handtekening van de gedragswetenschapper.  

Dark horse: Maar alle zes punten werden dus door de rechter afgewezen. 

Michael: Ja, en de advocaat van jeugdzorg maakte de opmerking, dat hij zich schaamde voor zijn cliënt. Ik mocht als vertrouwenspersoon niet mee de rechtszaal in, maar moeder voelde zich dusdanig gesterkt dat zij het aan kon. Jeugdzorg kon er ook weinig tegen inbrengen, omdat het gewoon klopte.  

Dark horse: De OTS werd dus opgeheven. 

Michael: Geen OTS, geen UHP. Tegen de schriftelijke aanwijzing hebben we nog een klacht ingediend. Daarvoor zijn we bij een klachtencommissie geweest, maar dat was een grote poppenkast. De commissie bestond uit zo’n vijf a zes personen en daar werden de gezinsvoogd en de teamleider ook gehoord. Ik vroeg aan de voorzitster in hoeverre de commissie onafhankelijk was. Ze zei geheel onafhankelijk, maar ik had van te voren al onderzoek gedaan en ontdekt dat de klachtencommissie ook weer gekoppeld is aan jeugdzorg, via een andere instantie. De klacht werd afgewezen. Men zei wel ‘zo had het niet gemoeten’, maar de teamleider heeft geen excuses gemaakt. Hij zei wel dat hij het anders had kunnen aanpakken, maar hij heeft geen ‘sorry’ gezegd.
 
Michael Regelmann is een coach en communicator, die zowel individuele - als  groepstrainingen verzorgt. Hij houdt praktijk in Hoofddorp en Amsterdam gedurende 3 dagen per week. In sommige situaties werkt hij ook op locatie.

 

 
 
 
 
Over zijn werk en andere bezigheden: 

“Na 27 jaar in de commercie wereldwijd werkzaam te zijn geweest, opende ik eind 2007 mijn eigen praktijk coaching & communicatie. In de sector waarin ik werkzaam was kwamen steeds meer mensen, steeds sneller in een Burn Out terecht, of ze ontwikkelden andere mentale klachten en lichamelijke klachten. Mensen kunnen bij mij terecht voor advies in relaties, persoonlijke vragen, stress-gerelateerde klachten, en hulp op allerlei levensgebieden. Voor de relatie tussen lichaam en geest werk ik onder andere met de spiertestmethode (Kinesiologie), om diverse allergieën, lichamelijke klachten en mentale blokkades op te sporen.”  

Zijn vrije tijd brengt Michael vaak door met mensen uit zijn (grote) vriendenkring en hij houdt van acteren, film en tv. Zo was er recentelijk een filmpremière in Tuschinski, van een film van Paul Verhoeven, waar hij als acteur aan heeft meegewerkt, getiteld ‘Steekspel’.

 

“Via The Entertainment Experience, kregen amateuracteurs ( waartoe ik mezelf ook reken) de kans om aan dat project mee te werken. Een mooie en leerzame ervaring. Ik vind acteren heerlijk om te doen en ik had meteen de wens om iets op tv te doen, waar ik ook een deel van mijn werk in kwijt kan. En zo kreeg ik de kans om auditie te doen voor een nieuw tv programma ‘Ik kan het niet alleen’, dat in feb. 2013 uitgezonden wordt op RTL4. Het zijn 6 afleveringen en in elke aflevering wordt een andere situatie van een persoon behandeld.” 

Het programma-format is als volgt: 1 persoon heeft een uitdaging of dilemma. Deze persoon wordt gevolgd door een groep van 35 willekeurige mensen, allemaal met een andere achtergrond. Door vragen te stellen brengt de groep, waar ik ook deel van uitmaak het dilemma in kaart, maakt de groep een analyse en brengt een advies uit. 

“De eerste aflevering hebben wij zojuist opgenomen en het laat zien hoe complex levens en levenssituaties kunnen zijn.” 
 
mregelmann@hotmail.com
@mregelmann

06-295 48 180
 

Ranada van Kralingen & Sven Snijer 

               Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

5 opmerkingen:

  1. Ik ken een zaak, wel gedocumenteerd, waar de puberdochter met loverboy-problematiek en lager IQ van de rechter in een gesloten inrichting moest ter bescherming (gesloten UHP).
    Diagnose werd door de adolescent-gezinsvoogdes stopgezet, en de puberdochter mocht in de gesloten instelling wel bezoek krijgen (stiekem) van die loverboy, en de ouders werden weggehouden.
    De jonge gezinsvoogd vond dochter zo lief dat zij naar de mond werd gepraat. Ouders mochten niets meer inbrengen over diagnostiek.
    En dat mag van het bestuur van de WSG.
    Dat heet goed werk door de gezinsvoogdij.
    Klagen helpt dan niet: 2 jaar klachtbrieven genegeerd!
    Ondanks de uitspraak van de Nat.Ombudsman. 241

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Opvallend is dat van BJZ de vertrouwenspersoon, die de ouder steun geeft (dus in de zin van BW1:257 is) de toegang tot de zitting verbiedt.
    Dat heet zorg bij BJZ!
    Dat is geen zorg!

    O geweten....

    De politiek kan wat doen als ze niet slapen en de wil hebben:

    Geef enkel ouders het recht een familierechtszitting onder artikel 803 Rv gedeeltelijk of geheel openbaar te laten zijn, daar zij tegen evt. insinuaties vanuit AMK/BJZ/CJG/gi het recht moeten hebben een getuige, vertrouwendspersoon, of deskundige mee te laten komen.
    Dit is een controlemechanisme tegen de beweringen vanuit de jeugdzorg/jeugdhulp.
    - Dit is nodig waar het klachtrecht niet werkt (een kind kan gestraft worden met minder omgang als ouders klagen, hoe gegrond ook), het klachtrecht duurt te lang (soms 3 maanden), en de inspectie doet slechts aan meta-analyse en behandelt geen individuele zaken, naar eigen zeggen.

    Wat een zorg,
    wat een kwaliteit!
    Geen!
    En dat moet het belang van kinderen bewaken?!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Zal straks een BJZ een gi gaan heten? Een gecertificeerde instelling die van een opper-gecertificeerde instelling z'n droomcertificaat krijgt?

    De GI is zo fijn, ze heten specialist te zijn.

    Specialist in liegen en bedriegen, zonder te liegen.
    Bedreigen en insinueren, als de criminele heren.

    O kwam Sint maar eerder, hen de roe te geven meer en meerder.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Vaak hebben de zogemaade professionele hulpverleners het kind niet eens gezien, of maar één keer, maanden daarvoor.
    Daarop baseren zij hun mening.
    Samen met dat team, roddelen ze er hele vreemde verhalen bij.
    Het deed mij denken aan mensen die niets te doen hebben en achter de geraniums zitten en maar wat verzinnen om de dag door te komen.
    Dit soort mensen zijn niet capabel om voor kinderen op te komen, mocht dit noodzakelijk zijn.
    Maar ook niet om op hun mening omtrend een kind af te gaan, als men bedenkt dat zij juist de kinderen beschadigen met hun nare opmerkingen.
    Waar jij je kinderen nog een nette fatsoenlijke opvoeding geeft, maken zij dit terstond stuk met die opmerkingen.
    Nog afgezien van het vreemde formulier dat jongeren krijgen op de middelbare school.
    Met vragen waar je de haren van te berge rijzen.
    Laten we wel zijn: Snij jij wel eens in jezelf?
    Denk je wel eens aan zelfmoord?
    Raak jij je geslachtsdeel wel eens aan?
    Het liefst telde men nog de schaamharen op de basisschool aan het einde van de dag.
    En dat wordt allemaal in dat zogenaamde kinddossier gestopt met allerlei aannames.
    Men denkt bijvoorbeeld dat mensen die weinig verdienen geen goede opvoeding kunnen bieden, of alleenstaande ouders; zeer zwak punt, die kunnen nooit alleen opvoeden.
    Dat kan toch niet?
    Het lijken wel op die kerkgangers met hun zwaar gereformeerde gedachtengangen.
    Maar meegaan met de tijd is hen onbekend.
    Strak en stram staan zij daar, met een vermanende vingertje.
    Als gij niet doet, wat wij wenselijk achten,...dan!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wat een mooi artikel!

    Dank Sven en Ranada (smile).

    BeantwoordenVerwijderen