zondag 3 juni 2012

Samenvatting oratie prof. dr. Ido Weijers 2012

Parens patriae en prudentie

Grondslagen van jeugdbescherming

In deze oratie worden drie stellingen verdedigd.

1. Uitgangspunt van kinderbescherming is het schadebeginsel


Tijgermoeders tegenover wollensokkenvaders, presteren of genieten? We
kennen grote verschillen van inzicht op het gebied van de opvoeding. De vraag
vanuit de kinderbescherming is hoe met deze pluriformiteit om te gaan? Onze
wetgeving maakt duidelijk waarvoor in ons land is gekozen: voor een prudente
overheid, die zich terughoudend opstelt waar het gaat om pedagogische waardeoordelen,
maar die tegelijkertijd een heldere grondslag kent voor ingrijpen in de
opvoeding, namelijk waar het aantoonbaar ernstig mis dreigt te gaan.

2. Een prudente overheid hoedt zich voor perfectionisme

Als de ouders voldoen aan hun wettelijke verplichting tot verzorging en
opvoeding heeft de overheid hier geen enkele rol. Als de overheid zou kiezen
voor inhoudelijke eisen betreffende de opvoeding, zou zij zich schuldig maken
aan perfectionisme, dat wil zeggen dat zij het recht zou gebruiken om een
specifieke opvatting van goede opvoeding aan ouders op te leggen.

3. Een prudente overheid hoedt zich voor preventionisme= doorschietende preventie

In de achterliggende eeuw is langzaam erkenning ontstaan dat er rekening moest
worden gehouden met het gezinsleven van het kind. Dit aspect van prudentie
lijkt aan het begin van de 21e eeuw tegen de achtergrond van schokkende
gezinsdrama’s weer op de achtergrond te raken. Deze trend gaat gelijk op met
een zeer uitgesproken en omvattend streven naar preventie in termen van het
absoluut willen uitsluiten van risico’s. Dit resulteert in een enorme toename van
het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen. De nieuwe ‘maatregel
van opgroei-ondersteuning’ past eveneens in deze trend. En tenslotte past daarin
de aanleg van een amper nog te volgen aantal digitale kinddossiers.
Ido Weijers pleit in zijn oratie voor een welbewuste terugkeer naar een prudente
kinderbescherming. Hij laat zien dat het met de jeugd en met de opvoeding in
ons land uitstekend is gesteld. Tegen die achtergrond raadt hij
kinderbeschermers aan net als artsen vooral een terughoudend beleid te voeren
en om alle energie en middelen te richten op de ernstige gevallen.


                   Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
C http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html

1 opmerking:

  1. Terughoudendheid is inderdaad nodig bij 'jeugdzorg'.

    Waar is de normering tot 'perfectie' bij de stichtingen BJZ te vinden?
    Gezinsvoogden en teamleiders e.d. zijn niet beëdigd op rechtszittingen; er is geen normering op niveau BIG om zo nodig tuchtrechtelijk af te wegen; er is geen beroepsethiek in BJZ.
    Met alle kritiek met onderbouwing tegen het schadend doordrammen van BJZ is werken bij BJZ veeleer oneer.

    Zelfs zo er een gedragswetenschapper (UvbWjz art. 1 met normering/registratie) werd ingeschakeld in BJZ, dan overtrad deze zijn beroepsethiek wanneer deze de cliënt niet zag en onderzocht maar wel een gevolg-hebbend besluit beïnvloedde.
    Art. 35 UvbWjz is geen dwingende wet waaraan juridisch gemeten kan worden.

    De meeste UHP (uithuisplaatsingen) zijn ongemotiveerd (Awb3:46), zonder valide diagnostisch bewijs, en derhalve onnodig, maar veelal ook schadelijk, een bedreiging, voor het kind. Dat zeggen jeugdpsychiaters en wetenschappers. Doch rechters die 'beslissen' doen dat op geloof (in BJZ). Ondeskundig, dus schadend. Oneervol.

    Let op:
    "Opgroei-ondersteunig" moet men kennen leren: http://www.peterprinsen.nl/HERZIENINGOTS.OPENBRIEFEERSTEKAMER.htm : preventief belangrijk voor ouders en derden, tegenover hun verantwoordelijkheid naar kinderen.

    Voorstellen:
    Het zou een stukje schelen wanneer enkel de RvdK onderzoek mocht doen onder wettelijke normering èn met een diagnost om tot zo nodig 'kinderbeschermingsmaatregelen' te komen; waar dus geen BJZ meer bij te pas mag komen, om PAS (oudervervreemding) te voorkomen en andere schade aan het kind minimaal te laten, door zo min mogelijk OTS of UHP te verzoeken.

    De mogelijk nodige gezinsbegeleiding of (echte) voogdij kan men via de gemeenten overlaten aan echte deskundigen (hoger dan sociaal werk zoals in BJZ).
    Pleegzorg en gesloten instellingen worden niet als 'veilig' ervaren door het kind, dus het ontwikkelt zich daar minder goed dan met een thuisgevoel, genetisch. Gezinnen begeleiden met VIB e.d. is beter.

    Wanneer er deskundigen-centra nodig zijn boven de CJG's dan centra met diagnosten die beëdigd zijn en tuchtrecht-normering kennen! BJZ solliciteert helaas hiernaar in de a.s. Wet zorg voor jeugd https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/29515/kst-31839-195.html .
    BJZ is op z'n laag niveau geen echte deskundige, is geen diagnost, en is derhalve af te raden en ongewenst door ouders. Vermijdt dit laag sociaal-werk-niveau!

    De gedragswetenschappers in BJZ zijn te algemeen opgeleid en geen specialisten voor een doelgroep toegesneden.

    Maak doelgroep-kennis-centra per doelgroep, met diagnostisch specialisme.
    Dit zijn voorstellen voor beleidsmakers!
    Maar ouders kunnen helpen deze voorstellen aan politici te geven.

    BeantwoordenVerwijderen