http://www.nji.nl/smartsite.dws?id=140974&utm_medium=twitter&utm_source=twitterfeed
Defence for Children maakt zich zorgen over de gevolgen van de stelselwijziging van de jeugdzorg voor kinderen die hulp nodig hebben. Dat schreef de organisatie op 31 mei in een brief aan de Tweede Kamer.
De stelselwijziging biedt onvoldoende waarborgen voor de kwaliteit van de jeugdhulp en de veiligheid van kinderen, stelt Defence for Children. Dat komt doordat gemeenten hun kwaliteitseisen voor jeugdzorg vastleggen in beleidsplannen en verordeningen. Die hebben geen wettelijke status. Alleen voor niet-vrijwillige jeugdhulp komen er wettelijke kwaliteitseisen.
De plannen werken rechtsongelijkheid in de hand, stelt Defence for Children, omdat er tussen gemeenten grote verschillen kunnen ontstaan in de kwaliteit van de jeugdzorg en de wijze waarop de gemeente toezicht houdt.
De brief is een reactie op de voortgangsbrief over stelselwijziging die de staatssecretarissen van VWS en VenJ op 27 april naar de Tweede Kamer stuurden. De Kamer bespreekt de voortgangsbrief op 20 juni.
Bron: Defence for Children
6 juni 2012
Defence for Children maakt zich zorgen over de gevolgen van de stelselwijziging van de jeugdzorg voor kinderen die hulp nodig hebben. Dat schreef de organisatie op 31 mei in een brief aan de Tweede Kamer.
De stelselwijziging biedt onvoldoende waarborgen voor de kwaliteit van de jeugdhulp en de veiligheid van kinderen, stelt Defence for Children. Dat komt doordat gemeenten hun kwaliteitseisen voor jeugdzorg vastleggen in beleidsplannen en verordeningen. Die hebben geen wettelijke status. Alleen voor niet-vrijwillige jeugdhulp komen er wettelijke kwaliteitseisen.
De plannen werken rechtsongelijkheid in de hand, stelt Defence for Children, omdat er tussen gemeenten grote verschillen kunnen ontstaan in de kwaliteit van de jeugdzorg en de wijze waarop de gemeente toezicht houdt.
De brief is een reactie op de voortgangsbrief over stelselwijziging die de staatssecretarissen van VWS en VenJ op 27 april naar de Tweede Kamer stuurden. De Kamer bespreekt de voortgangsbrief op 20 juni.
Bron: Defence for Children
Ik kan de link niet delen op Facebook omdat deze onveilig zou zijn, hopelijk hebben anderen meer succes...
BeantwoordenVerwijderenDe huidige Wjz bevat al bepalingen m.b.t. de kwaliteit (art. 13 t/m 17 Wjz).
BeantwoordenVerwijderenHet probleem is dat de mentaliteit en werkwijze van Bjz cs van élke wet een lachertje maakt.
Typisch Nederlands is dat 'iedereen' (nog) met een wijs gezicht zit te babbelen, terwijl de zaak in de praktijk al gierend uit de hand is gelopen. Zoals in de Jz.
Op dit moment is de rechter de enige die op korte termijn iets zou kunnen doen, door kritischer te worden op hetgeen aan de rechter wordt voorgelegd, door vragen te stellen, en door deugdelijke onderbouwing te verlangen. Dat mocht natuurlijk toch al (lang) worden verwacht van de rechter ..).
Maar dan moet die rechter wel het lef hebben om tegen de actuele (ondeugdelijke) conventies onder professionals in te gaan, en dat is nogal wat in juridisch Nederland ..
32 296 Toekomstverkenning jeugdzorg
BeantwoordenVerwijderenNr. 2 VERSLAG VAN EEN RONDETAFELGESPREK
Vastgesteld 10 februari 2010
De algemene commissie voor Jeugd en Gezin1 heeft op maandag
8 februari 2010 gesprekken gevoerd over de toekomstverkenning
jeugdzorg:
De heer Puts: Ja, men wordt geacht om de functies die Bureau Jeugdzorg
vroeger had en die nu wegbezuinigd zijn, nu weer bij de Centra voor
Jeugd en Gezin ten uitvoer te brengen, terwijl er op dit moment nog niets
is. Dat moet nog ontwikkeld worden. Misschien is het een te grove opmerking,
maar eigenlijk is dit het rondpompen van geld en tijd. Wat er vroeger
was, bezuinig je weg en breng je op een andere manier weer terug. Het
gevaar daarbij is dat de gemeenten dit moeten uitvoeren. Maar, met alle
respect, die hebben daar geen ervaring mee. Zij moeten dus weer de
expertise vragen van Bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders. Mijn grote
zorg daarbij is dat alles daarmee nog meer door elkaar heen gaat lopen,
en het loopt al enorm door elkaar heen.
Mevrouw Langkamp (SP): Als ik uw stuk goed gelezen heb, zegt u: dat
zou eigenlijk landelijk aangestuurd moeten gaan worden. Kunt u dat
toelichten?
De heer Puts: Dat klopt. Om dat goed te kunnen doen, vind ik dat je kwalitatief
goede hulpverleners moet hebben. Ik maak een kort zijstapje. Bij het
voornemen om Centra voor Jeugd en Gezin op te richten, staat een heel
cruciaal punt vermeld, namelijk dat er gezinscoaches moeten zijn. Die zijn
er nu niet. Ik kom even terug op het punt van mevrouw Langkamp. Er is
geroepen dat er Centra voor Jeugd en Gezin moeten komen. Om het een
beetje oneerbiedig te zeggen: de gemeentes hebben een zak met geld
gekregen. Eigenlijk is gezegd: zoek het maar uit. Dat is veel te kort door de
bocht voor zo’n complex probleem. Ik had gehoopt en verwacht – en
misschien kan het nog – dat die Centra voor Jeugd en Gezin onder de
eindverantwoordelijkheid van het ministerie voor Jeugd en Gezin zouden
vallen en dat daarvoor een eenduidige methodiek zou zijn ontwikkeld,
zodat zij overal goed tot hun recht kunnen komen.
Één garantie dus, we schieten er niets, maar dan ook helemaal niets mee op. En als het daarbij blijft valt het nog mee!