zondag 17 juni 2012

Een voorstel...

Een goed voorstel aan de wets-ambtenaren van VWS en Justitie is het ‘onderzoek tot OTS’ en erger enkel over te laten aan de Raad voor de Kinderbescherming, met enkele voorwaarden:
De Raad dient vermeend onderzoek van AMK of BJZ of CJG met meer deskundigheid over te doen en de aan de Raad verstrekte gegevens te controleren op feitelijkheid en consequentie ten aanzien van het integrale ontwikkelingsbelang van het kind (gehechtheid, ‘kennen’ van genetische afkomst; voorkomen van verlatenheidssyndroom, loyaliteitsconflicten, minderwaardigheidscomplexen, PAS);
De Raad dient daarbij een hoogwaardig (beroepsgeregistreerd), toegesneden diagnost te betrekken (die werkt onder diens beroepsethiek, dus de cliënt ziet, en dus onder tuchtrecht ter correctie valt);
De Raad dient dit onderzoek onder normering en regelgeving te betrachten,
- opdat er zo nodig met tuchtrecht gewogen kan worden;
Ook de behandelend Raadsmedewerker dient onder dit tuchtrecht te vallen;
De Raadsvertegenwoordiger dient op een rechtszitting kennis te hebben van de onderliggende case, kunnen uitleggen, en onder ede de inzet van de Raad moeten onderbouwen;
De Raad en de rechter dienen ruimte te geven aan de gezinsleden om bij verzet hun inzicht te motiveren tegenover die van de Raad/indiceerder, waarbij er op diagnostisch rapport of getuige-deskundige (mogelijk de diagnost) een afweging gemaakt kan worden in het integraal diagnostisch belang van het kind, ook de lange-termijn-effecten van dit belang;
- hetwelk ‘diagnostische waarheidsvinding’ genoemd mag worden (IVRK 24) vanwege verderop genoemde reden.
Wanneer de Raad een extern deskundige inhuurt, moeten de onderzoeksvragen open zijn met het oog op integraal onderzoek, en de ouders moeten accoord gaan met de onderzoeks-vragen of aanvullende onderzoeksvragen mogen meegeven. Dit is nodig om niet door een sturende, beperkende vraagstelling van BJZ/CJG/RvdK een niet-valide diagnostisch rapport te verkrijgen; hetwelk nu wel gebezigd wordt bij BJZ/gezinsvoogdij.

Omdat bedreigen van een kind reeds in het strafrecht kan vallen, maakt dat een kinderbeschermingsmaatregel meer via het strafrecht zou moeten worden gewogen.
Het uithuisplaatsen van een bedreiger (want BW1:254, lid 1, noemt 'bedreiging' een reden tot OTS) ligt in de lijn.

De jeugdhulp-ingang die de gemeenten gaan organiseren is breed aan problematiek. Niet alle kennis kan in deze ingang voorhanden zijn. Brede kundigheid is geen toegesneden deskundigheid, geen specialisme....

Waar bij de ingang van het indiceertraject (veelal CJG) niet de nodige hogere kennis of deskundigheid bestaat tot het onderkennen van te vermoede gedragsproblemen of om deze uit te sluiten, moet deze ‘ingang’ kunnen doorverwijzen naar een (geregistreerd) diagnost of gespecialiseerd diagnostisch centrum.

Laat dat niet een BJZ zijn die met z'n sociaal werkers beweert dat zij specialist zijn.
Ouders: schrijf de politiek aan met onderbouwing van plannen tot verbeteren van het idee BJZ te laten bestaan!

            Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
C http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html

1 opmerking:

  1. Of liever (minder cynisch): OUDERS:
    Schrijf de politiek aan met onderbouwing van plannen tot verbetering waarin BJZ VERDWIJNT, wat een mooie bezuiniging zou zijn.

    Minder gevolg-schade door foute machtstrajecten!
    Doek BJZ op.
    BJZ is geen specialistische indiceerder. Helpt naar gedwongen kinderbeschermingsmaatregelen zonder diagnostisch bewijs.

    BeantwoordenVerwijderen