zondag 31 maart 2013

Al in 1990.....

Niet uithuis plaatsen



Al in 1990 is verschenen van professor van Acker: “Ouders en kinderen in conflict, theorie en praktijk van de hulpverlening aan gezinnen”. Dit boek is de vrucht van zeven jaar gezinsproject.

Dit project had als doel hulp te verlenen aan problematische gezinnen, waar uithuisplaatsing van de kinderen dreigde. Een methodiek werd ontwikkeld om de problemen te behandelen waar ze zijn ontstaan. (voorwoord)


Alhoewel sommige kinderen beschermd moeten worden tegen de onmacht of het wangedrag van hun ouders, zijn de effecten van een plaatsing buiten het natuurlijk milieu vaak nog veel nadeliger… De prognose is zeer ongunstig als de hulpverlening niet leidt tot een herstel of verbetering van stabiele affectieve relaties met diegenen die een natuurlijke band met het kind hebben, en als er geen re-integratie van het kind in een milieu waar het zich thuis voelt tot stand komt.” (pagina 163)  

Opmerking N.M.: merkwaardig dat BJZ er juist alles aan doet om de banden met echte ouders te verbreken en kinderen te behandelen voor 'hechtingsstoornissen' als deze niet direct goed functioneren in pleeggezinnen of instellingen en juist daardoor NIET terug mogen naar ouders! Zie hoofdstuk 4 over 'hechting'!  

In dit verband zijn de conclusies van mevrouw Junger-Tas over de residentiële behandeling in Nederland gewoonweg verbijsterend te noemen. Deze onderzoekster in dienst van het Ministerie van Justitie publiceerde in 1983 een rapport onder de titel ‘Uithuisplaatsing van kinderen’. Ik citeer hier enkele conclusies:

1. Er werd geen verband gevonden tussen de problematiek van de jongere en de plaats waar hij terecht kwam.

2. Er blijken meer kinderen in het systeem te blijven hangen dan noodzakelijk lijkt.

3. Uithuisplaatsing is niet gegrond op een duidelijke indicatiestelling: de criteria zijn vaag, subjectief gekleurd. De plaatsingskeuze wordt in grote mate bepaald door de individuele hulpverlener (pagina 167).  

Met de verpleegprijs van de tehuizen en ZIB-internaten zouden 3 tot 5 maatschappelijk werkers full-time per gezin kunnen worden aangesteld. (pagina 168) Sindsdien zijn de mogelijkheden die de hulpverlening biedt onveranderd: subjectieve criteria voor uithuisplaatsing met twijfelachtige resultaten.  

Tijdens een gesprek van Vedivo met het bestuur van het Platform SCJF op 25 november 1998 is geconstateerd, dat ook Vedivo van mening is, dat de beslissing of een kind al dan niet uit huis geplaatst wordt, afhangt van de toevallige opinie van de toevallige maatschappelijk werker.  

E.S.P. Oudejans, directeur van stichting Jeugd en gezin Noord-Holland, wond er op de themadag ‘Hulpverlenen of straffen?’ in oktober 1998 geen doekjes om. Hij zei: “Met enkele duizenden guldens per jaar per cliënt zou naar onze oprechte overtuiging een groot deel van de uithuis geplaatste jongeren thuis kunnen blijven en zouden wij in staat zijn echt iets voor die jongeren en hun gezinnen te doen. Wij leven met de werkelijkheid dat veel jeugdigen om economische redenen uit huis worden geplaatst omdat we nu eenmaal geacht worden iets te doen.”  

We geven het geld verkeerd uit. Er moet niet meer geld beschikbaar komen, het voor jeugdzorg beschikbare geld moet anders verdeeld worden.

Opmerking N.M.: zie mijn betoog over MINDER geld voor jeugdzorg, realiseer u dat BJZ méér dan 7500 € per jaar voor een OTS krijgt en een UHP ca. 123 € PER DAG aan 'omzet' genereert (aldus Tweede Kamerlid J. Voordewind, nov 2009) en méér investeren in 'goedkope, eenvoudige hulp', die ouders vragen en nodig hebben, verderop in dit document.

 

                                                         einde citaat

Nico Mul

2 opmerkingen:

  1. En dan te bedenken dat met "de individuele hulpverlener" een jeugdzorgwerker op sociaal werkersniveau de dienst uitmaakt. Zelden wordt uithuisgeplaatst op diagnostisch vastgestelde noodzaak, laat staan dat het UHP-traject therapeutisch werkt voor een kind.

    Een kind dat zich in een vreemde setting eenzaam voelt en geneigd is de schuld bij zichzelf te zoeken, met te kort en weinig contact met zijn ouders, die vaak niet open mogen zijn tijdens het bezoek onder toezicht, niet van een deskundig orthopedagoog, maar van een niet-academisch gezinsvoogd (dat eigenbelang beschermt: werk).

    De grootse onderzoeken van Joseph Doyle, 2007, MIT's Sloan School of Management, Economieprof., en S.L. Smith, 2010, 'Keeping the Promise', Adoption Institute, wijzen er weer eens op dat de reguliere jeugdzorg/jeugdhulp niet de nodige kennis bij het gezin brengt.
    Er is specialistischer niveau nodig in de ingang (die de cliënt ziet en onderzoekt), conform prof. RJ van der Gaag eerder stelde: "zwaargewichten in de ingang".

    De basis voor financiering van jeugdzorg/jeugdhulp is op basis van OTS en UHP-aantallen, beslapen bedden, en niet op effectiviteit (dat op minder dan 28% ligt - W.Slot et al). Dus brengt dat geen diagnost of therapeut bij het kind of gezin. Dat is dus geen ZORG.
    In strijd met IVRK art. 24.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Inkomsten Bjz 2013

    OTS eerste jaar 8.452
    OTS volgend jaar 7.145
    Voogdij 4,832
    Jeugdreclassering 5.836
    GBM begeleiding 5.744
    Centrale overhead 300

    Dit alles per kind per jaar.
    (GBM = gedragsbeïnvloedende maatregel voor jeugdige veelplegers)

    Gemiddeld betekent dat per kind per jaar (justitietaken)
    (Jb: ots/voogdij/Jr/ netwerk- en trajectberaad) ~ 7.500

    UHP zorgaanbieders (per kind per jaar, cijfers Parlan* Drenthe)
    (branchevereniging Jeugdzorg Nederland, voorheen MO-Groep)

    Pleegzorg residentieel (basistarief) ~ 45.500
    Pleegzorg (basistarief) ~ 10.000

    Dagbehandeling 'basis' ~ 25.700
    Dagbehandeling 'plus' ~ 34.150

    (= ~ per kind per jaar, cijfers idem Leger des hells* Drenthe)

    Als UHP. OTS en Jr/voogdij samenlopen kan dat gemakkelijk ~ 20.000 per kind per jaar zijn (Bjz als pleegzorgaanbieder met pleeggezin + OTS/JR/voogdij), dus Bjz heeft helemaal geen belang om resultaat te boeken of echte diagnosten in te zetten.

    Zou dit de cynische verklaring zijn voor het feit dat Bjz wel maatregelen vraagt (en krijgt toegewezen), maar daarna vaak weinig of niets doet VOOR DE KINDEREN?

    Misschien moeten we vrouwe justitia voor straf voor een paar jaar haar blinddoek afnemen, en 3 maanden verplicht vroeg naar bed, om helder zicht en een heldere geest te verkrijgen?

    Voor de vergoedingen aan pleegouders zie elders hier ..

    * zorgaanbieder waarvan de belangrijkste tarieven hier als basis zijn gebruikt.

    BeantwoordenVerwijderen