Er
was eens een minister, die op een dag bezig was een wet te maken. Hij pakte een
blad papier en legde het op zijn werktafel. Het bleek een heel raar stuk papier
te zijn, want toen de minister wilde gaan schrijven begon het te kreunen. De
minister schrok en besloot dat stuk papier niet meer te gebruiken. Hij gaf het
aan zijn staatssecretaris, die op het stuk papier een pop wilde tekenen.
Hij nam het papier mee naar huis en bedacht onderweg een naam voor de pop:
"Ik noem hem Jeugdzorg," zei hij tegen zichzelf. "Dat is een
mooie naam." Thuisgekomen, ging de Staatssecretaris met zijn tekening aan
de slag. Plotseling hoorde hij een stem die jammerend riep: "Au! Au! Dat
deed pijn!" Tot zijn stomme verbazing zag de Staatssecretaris dat het vel
papier leefde. Opgewonden tekende hij het hoofd en het haar. Toen hij de ogen
klaar had, keken ze hem onmiddellijk strak aan.
Maar op het moment dat de
staatssecretaris de neus tekende, werd die langer en hoe vaak de
Staatssecretaris hem ook uitgumde en opnieuw op maat tekende, het bleef gewoon
een hele lange neus. De pas getekende mond begon te lachen en toen de
staatssecretaris boos werd, stak Jeugdzorg zelfs zijn tong tegen hem uit. Dat
was allemaal nog niet zo erg, maar... zodra de staatssecretaris de handen
getekend had, trok Jeugdzorg daarmee hard aan het haar van de arme
Staatssecretaris en met zijn pas getekende voeten gaf Jeugdzorg hem een
gevoelige schop onder de gordel.
Met tranen in zijn ogen riep de
Staatssecretaris tegen Jeugdzorg: "Vervelend ventje! Je bent nog niet eens
klaar en nu al heb je geen eerbied meer voor je Staatssecretaris!" Daarna
zette hij Jeugdzorg overeind en wilde hem voorzichtig leren lopen. Maar zodra
Jeugdzorg rechtop stond, ging hij op de loop met de Staatssecretaris op zijn
hielen. Hij rende het hele land door op zoek naar kinderen in gezinnen, op
scholen en pleinen. Nu kon Jeugdzorg harder rennen dan de staatsecretaris en
hoewel de arme staatssecretaris schreeuwde: "Kom hier! Kom terug!"
stak niemand van de omstanders een vinger uit, omdat ze het hele tafereel veel
te grappig vonden. Gelukkig zagen sommigen de ernst van de situatie in. Vlug
renden zij naar Jeugdzorg toe, grepen hem beet en gaven hem terug aan de
Staatssecretaris. "Je krijgt een flinke draai om je oren," riep de
Staatssecretaris buiten adem, maar op hetzelfde moment zag hij dat dit niet
kon, want in zijn haast had hij vergeten de oren aan het hoofd te tekenen.
Thuisgekomen tekende de Staatssecretaris snel de oren aan het hoofd van
Jeugdzorg. En verder tekende hij enkele attributen die Jeugdzorg goed zou
kunnen gebruiken, zoals boeken, pennen en schriften. Jeugdzorg vloog de
Staatssecretaris om de hals. "Ik wil graag naar school!" riep hij.
"Dan word ik heel knap en krijg ik vrienden en dan kan ik u
meehelpen!" Toen de Staatssecretaris Jeugdzorg dat hoorde zeggen, werden
zijn ogen vochtig van ontroering. "Dat vind ik lief van je," zei hij,
"maar we hebben niet genoeg geld om al jouw wensen te vervullen."
Toen de Staatssecretaris Jeugdzorgs teleurgestelde gezichtje zag, sprong hij
op, en rende naar de Tweede Kamer. Een poosje later keerde hij terug met het
geld. Jeugdzorg omhelsde zijn Staatssecretaris en kuste hem op beide wangen.
Vol goede voornemens en met veel
beloftes ging Jeugdzorg zitten nadenken over een goede opleiding en nog meer
geld. Plotseling werden zijn dagdromen onderbroken door een rondtrekkend
circus. Vlug liep Jeugdzorg naar buiten, het drukke plein op waar de muziek vandaan
kwam. Hij zag een heleboel mensen die zich voor de ingang van een felgekleurde
tent verdrongen. "Wat is hier te doen?" vroeg hij aan een
toeschouwer. "Kun je niet lezen? Dit is de Grote Marionetten-show."
"Wat is daar allemaal te zien?" "Papieren tijgers, geldwolven,
struisvogels, ezels en natuurlijk marionetten." "Mag ik ook
meedoen?" riep Jeugdzorg even later aan de leider van het circus.
Nauwelijks was Jeugdzorg in de tent of
hij werd gezien door een van de marionetten op het toneel. "Daar heb je
Jeugdzorg!" schreeuwde de marionet. "Kijk, daar is Jeugdzorg! Kom
hierheen! Kom bij ons! Laat zien wat je kan! Een hoeraatje voor onze vriend
Jeugdzorg!" riepen de marionetten door elkaar. Het publiek begon te
juichen, toen Jeugdzorg op het toneel verscheen om zijn trucje te laten zien.
“Ik ga een spelletje met jullie spelen,”
zei Jeugdzorg. “Jullie vragen en ik geef antwoord. Ik heb een heel speciale
neus. Een waarheidsneus. Als ik naar mijn waarheid antwoord, groeit mijn neus.
Jullie mogen mij van alles vragen.”
“Dus, als je neus kort blijft lieg je?”
“Slimme vraag! Nee, dan rust mijn neus.
Mijn neus blijft kort als er geen vragen gesteld worden.”
Tot groot vermaak van het publiek werd
Jeugdzorgs neus prompt ietsje langer.
“Een rechter kan dus aan jou zien of je
eerlijk antwoord geeft?”
“Ja, dat ziet hij aan mijn neus!”
“Je liegt dus nooit?”
“Nee, op vragen antwoord ik naar mijn
waarheid!”
Jeugdzorgs neus was inmiddels zo lang
geworden, dat enkele marionetten aan kwamen snellen om zijn neus te ondersteunen.
Eén van hen riep dat er nog tijd was voor een laatste vraag.
“Jeugdzorg, is het niet vreselijk
vermoeiend om op elke vraag een antwoord te geven?”
“Jazeker, daarom beantwoord ik niet alle
vragen, dat kan ik niet tillen. Ik ga daar selectief mee om!”
Nu smeekten de marionetten Jeugdzorg om het hierbij te laten. De neus was dermate gegroeid dat hij niet meer te tillen was. Totaal uitgeput deelde Jeugdzorg mee het bij deze demonstratie te laten. Nadat Jeugdzorg beloofde binnenkort weer een voorstelling te geven verliet hij onder luid applaus het toneel.
Achter de coulissen werd hij enthousiast
onthaald door de papieren tijgers, de geldwolven, de struisvogels en de ezels.
Te midden van hen stond de Staatssecretaris. Vol ontzag, bewondering en trots
keek hij naar zijn maaksel Jeugdzorg.
“Jeugdzorg,” sprak hij met een bewogen
stem, “jij hebt je bestemming gevonden. Jij hebt geen opleiding meer nodig.
Jouw kwaliteiten komen goed van pas in dit hele circus.
Met een gerust hart
laat ik jou het land doortrekken!”.
En zo werd de waarheidsneus van
Jeugdzorg een graadmeter voor de waarheid in het hele land.
YB
Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
Bezuinigen, bezuinigen.
BeantwoordenVerwijderenOp zorg, op thuishulp, op onderwijs...
Niet op snelle en flinke beperking van hypotheekrenteteruggave voor grootverdieners d.m.v. afknotten.
Niet op Jeugdzorg, waar er al jeugd-gezondheidszorg bestaat dat effectiever is...
Bezuinigen, bezuinigen...
Maar niet op het liegende circus Jeugdzorg.
"Mijn waarheid", jaja... met de lange neus van Pinokkio.
Die Staatssecretaris Justitie met zijn vriendje van VWS verdienen te goed. Zekijken niet naar de gegeven signalen, de gegeven adviezen en voorstellen van onafhankelijken, van wetenschappers buiten de BJZ-gegevens om, de jeugdbeschermende advocaten, de ouderondersteuners, de goed-opgeleide en betrokken ouders die het fout zien gaan...
Neen, deze vrienden grootverdieners beschermen grootverdieners met fijn-grote belastingteruggaven van jewelste en hun vriendjes in het circus.
Kinderen mogen in de marionetten hangen, ook al bleek dat niet goed te zijn. Het zijn maar objecten die niet terug kunnen praten in de tijd dat deze vrienden nog graaien.
Voor de schijn financieren deze vrienden (van VWS en Jus) mooie onderzoeken die wetenschappelijk heten maar op basis 'onderzoeken' met de gegevens vanuit de gezinsvoogdij zelf.
Ach, het gezegde "de slager die zijn eigen vlees keurt" is in deze vriendenkringen nog onbekend.
Onbekend of genegeerd???
Wel moet er een nieuwe naam gegeven worden aan hun marionettenbespelers BJZ, WSG, LdH en SGJ.
Kinderen worden ouder.
De schade gaat opvallen.
De ouders vernemen van elkaar dat BJZ enz. vals speelt. Wetenschappers buiten BJZ tonen de schade van het liegen met die groeiende neus aan. Advocaten tonen aan dat BJZ loog. En waardoor dat kon.
Ouderondersteuners trokken aan de bel en maakten andere ouders wegwijs.
Dossiers bewezen wat "mijn waarheid" van BJZ betekende voor die geschaadde marionetkinderen...
Adviezen en echt-kind-beschermende voorstellen aan deze vrienden Jus en WVS hielpen niet. Werden genegeerd, decennia lang al.
Maar het schemert... Het lijkt erop dat het licht gaat vallen op de waarheid ˋover dit circus.
"Ach, dan geven we toch de portemonnee uit handen van de provincies naar de gemeenten.
Die lokale ambtenaren weten toch niet wat ze inkopen...", zei het vriendje van VWS tegen Justitie. "Die manier zorgt ervoor dat ouders nog minder landelijk kunnen klagen en openbaar maken hoe we het 'goed' doen met ons circus. $$$! Als we nog maar even kunnen graaien."
"Ja joh, de laagverdieners mogen afgeroomd worden, en zijn door ons circus al vaak monddood gemaakt. $$$ is zo fijn voor ons. Het kan nog."