zaterdag 23 maart 2013

Pieter geschokt en Mona geboeid

Mona Keijzer en Pieter Omzigt, beide van het CDA, hebben afgelopen week vragen gesteld aan staatssecretaris van Rijn (VWS) en minister Timmermans (Buitenlandse Zaken). De brief is van 22 maart.

Pieter Omzigt twittert de antwoorden vrij schokkend.

Mona Keijzer twittert het antwoord op vraag 4 boeiend te vinden.

Hierop ben ik op de site van de rijksoverheid de brief gaan lezen.
Wat mij opvalt bij de beantwoording van vraag 1 en 2 van de staatssecretaris is, dat hij spreekt over Het Haags Kinderbeschermingsverdrag van 1961, terwijl in 1996 inde plaats daarvan een nieuw Haags Kinderbeschermingsverdrag is verschenen.

Het nieuwe verdrag kent een veel gedetailleerdere regeling van de internationale kinderbescherming las ik op een site.


Wat mij schokt is het antwoord op vraag 9 en 10.

De Nederlandse regering blijft pal achter de ‘zorgvuldige’ werkwijze en afwegingen van jeugdzorg staan:

wij zijn bereid hen toe te lichten dat er zorgvuldige afwegingen worden gemaakt bij het plaatsen van kinderen in pleeggezinnen.

YB

De brief met antwoorden:

Datum 22 maart 2013

Betreft Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Keijzer (CDA) en Omtzigt (CDA) over Turkse pleegkinderen in Europa (2013Z04151 ).

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Volkgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. M.J. van Rijn

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Keijzer (CDA) en Omtzigt (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Turkse pleegkinderen in Europa .

(2013Z04151 )

1
Hoe beoordeelt u de uitspraak van de voorzitter van de Turkse parlementaire onderzoekscommissie voor de mensenrechten dat de Turkse regering zou overwegen Turkse kinderen die zijn ondergebracht bij christelijke en homoseksuele gezinnen in Europese landen terug te halen naar Turkije?

2
Hoe beoordeelt u de uitspraak van de voorzitter dat Turkije eventueel beroep zou kunnen doen op de Haagse Conventie uit 1961? Wat zou de betekenis van deze conventie in dit verband kunnen zijn?

Antwoord 1 en 2
Er kan geen sprake zijn van ‘terughalen’ van Turkse kinderen door de Turkse regering. Deze uitspraak vindt geen enkele steun in het Haags Kinderbeschermingsverdrag uit 1961.

3
Wat zijn de bezwaren van de Turkse regering tegen het pleeggezinnenbeleid in Nederland en andere Europese landen?

Antwoord 3
Voor zover er bij de Turkse regering bezwaren zouden leven tegen het pleeggezinnenbeleid, ben ik niet in de positie deze uiteen te zetten.

4
Klopt het dat de Turkse regering de Turkse ambassades in Europese landen heeft opgedragen aandacht te besteden aan de kwestie van de pleegzorg? Zo ja op welke wijze?

Antwoord 4
De Turkse autoriteiten hebben Nederland verzocht hen te informeren als een kind met de Turkse nationaliteit onder verantwoordelijkheid van Bureau Jeugdzorg komt te vallen en over gerechtelijke beslissingen over plaatsing van kinderen met de Turkse nationaliteit in pleeggezinnen. Op dit moment wordt bezien hoe hiermee moet worden omgegaan.

Vraag 5
Op hoeveel kinderen met een Turks paspoort in Nederland is een uithuisplaatsing van toepassing?

Vraag 6
Hoeveel van deze kinderen verblijven bij een gezin zonder Turkse wortels?

Antwoord 5 en 6

Ik beschik niet over deze informatie.

Vraag 7
Is er naar uw mening behoefte aan meer Turkse pleeggezinnen?

Antwoord 7
Ja. De culturele diversiteit van het pleegouderbestand is geen afspiegeling van de Nederlandse samenleving. Er is in de praktijk wel behoefte aan pleegouders met een andere culturele achtergrond. De regionale verschillen daarin zijn groot. Daarom wordt de werving van pleegouders vooral regionaal ingestoken, zowel wat betreft de algemene werving onder diverse doelgroepen, als ook de kindgerichte werving (op maat).

Vraag 8
Heeft Turkije bij zijn klachten ook aangeboden om de helft van de kosten van de noodzakelijk geachte jeugdzorg voor deze deels Turkse kinderen ten koste van Turkije te laten komen?

Antwoord 8
Nee.

Vraag 9
Bent u voornemens met de Turkse ambassadeur het gesprek aan te gaan om uit te leggen hoe het Nederlandse systeem van Jeugdzorg werkt?

Vraag 10
Wat gaat u verder ondernemen in deze kwestie?

Antwoord 9 en 10
Wanneer de Turkse overheid of de Turkse ambassade de Nederlandse regering benadert met vragen over de werkwijze in de Nederlandse pleegzorg, zijn wij bereid hen toe te lichten dat er zorgvuldige afwegingen worden gemaakt bij het plaatsen van kinderen in pleeggezinnen.

De Twitters van 23 maart:

Mona Keijzer @MonaKeijzer

Antwoord op vr 4 is boeiend. Zijn ze écht aan het overwegen meldingen te doen over NL kinderen in jeugdzorg?!

.@PieterOmtzigt:Vrij schokkende antwoorden op vragen @MonaKeijzeren mij over Turkije en de Nederlandse pleegzorg: rijksoverheid.nl/ministeries/vw…

 

7 opmerkingen:

  1. Ik begrijp niet direct waarom de Nederlandse overheid Turkije geen informatie zou mogen verstrekken over pleegplaatsingen van Turkse kinderen. Gerechtelijke uitspraken zijn immers openbaar. En waarom moeilijk doen over de achtergrond van uithuisgeplaatste kinderen? Het gaat hier toch niet om staatsgeheimen? Of zou men iets te verbergen hebben? Maar als de Nederlandse overheid niet bereid is deze informatie te verstrekken zullen anderen dat wel doen. Elk Turks gezin waarvan de kinderen uit huis geplaatst (dreigen te) worden, weet nu wat ze te doen staat. Direct contact opnemen met de Turkse ambassade.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het antwoord op vraag 3 vind ik trouwens interessanter. Waarom zou de Staatssecretaris niet willen zeggen wat de Turkse kritiek op het Nederlandse pleeggezinnenbeleid is? Heeft hij iets te verbergen?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Vraag 5: Op hoeveel kinderen met een Turks paspoort in Nederland is een uithuisplaatsing van toepassing?
    Vraag 6: Hoeveel van deze kinderen verblijven bij een gezin zonder Turkse wortels?

    Staatssecretaris antwoordt op beide :
    Ik beschik niet over deze informatie.

    Vreemd, waarschijnlijk weer een gevalletje ‘ zorgvuldig achterhouden of wegmoffelen van informatie’ door de instanties Jeugdzorg/RVDK?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mona;" Antwoord op vr 4 is boeiend"

    Dit is zeker het geval. Voor een GEDWONGEN plaatsing in een pleeggezin of
    instelling enz, is een MACHTIGING UHP nodig.
    Deze machtiging geeft de rechter. In de praktijk komt dit neer op het volgende.
    Iets of iemand zegt; "Mijnheer de rechter wij vinden dat het met dit kind thuis niet goed gaat en dat het uit huis geplaatst moet worden"
    De rechter zegt dan,nadat hij alle onzin in de rapporten gelezen heeft -of niet-;"Ik ben het helemaal met jullie eens, doe maar."
    Dit betekent niet dat het kind dan uit huis geplaatst MOET worden.
    Of dit ook daadwerkelijk gebeurt,BESLIST DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING.
    Ook als er een machtiging UHP ligt, kan de RvdK een kind weer thuis plaatsen, zonder dat er een rechter aan te pas komt.
    In de praktijk komt dit haast nooit voor. De ouders willen dit vaak wel, maar verder niemand. Dan komt er dus wel een rechter bij kijken.
    Kijken, en de RvdK gelijk geven,is het enige wat een rechter dan doet.
    De functie van de rechter bestaat alleen uit het rechter zijn.
    Dan kan onze regering op TV zeggen,"In Nederland worden kinderen niet zomaar uit huis geplaatst. Daar komt zelfs de rechter bij kijken."
    BESLISSEN, doet hij echter NIKS.
    Deze reactie is anoniem. Ik heb namelijk een dochter.



    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Juist:
      - De rechter beslist of BJZ een mandaat krijgt om het kind in beheer te houden.
      - Het BJZ beslist uiteindelijk (vaak met smoesjes) of het mandaat moet worden uitgevoerd.
      BJZ beslist over het uitvoeren van een uithuisplaatsing, het kind beschadigend.

      Verwijderen
  5. Telegraaf:
    CDA: onverstandig dat Van Rijn ruimte laat DEN HAAG - Het CDA vindt het onverstandig dat staatssecretaris Martin van Rijn niet uitsluit dat Turkije op de hoogte wordt gebracht als een kind met de Turkse nationaliteit in een pleeggezin wordt geplaatst.

    Waarschijnlijk is gebleken dat de Turken beter weten hoe de Nederlandse jeugdzorg werkt dan de regering had gedacht.

    En dan valt het gebruikelijke kletsverhaal over zorgvuldigheid en de rechter die er zogenaamd naar kijkt niet zo goed, stel ik mij voor.

    Oooooops ..

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Deze heer Robert Bleeker verdient een lintje voor zijn reactie op BB!

    Door Robert Bleeker (Geëngageerd burger en dito ouder.!) op 24 maart 2013 00:13
    1. (mede) Onder verwijzing naar een sterk, analytisch en beschouwend artikel (*) in de NRC van 22 maart jl door NRC-ombudsman Sjoerd de Jong, over dit onderwerp en de wijze waarop dit onderwerp recentelijk in en door de NL-se media, in de tijd bezien, is vormgegeven, doe ik bij dezen een tweede, zeer dringend verzoek aan de redactie van Binnenlands Bestuur, om per ommegaand een uitgebreide rectificerende aanvulling op haar beide eerdere (sterk eenzijdige en subjectieve) artikelen te plaatsen.

    2. Laat de redactie dit na en/of wacht zij hier te lang mee, dan zal de redactie daarmee de reeds bij velen bestaande, ernstige verdenking bevestigen, dat de redactie van BB in dezen als een willig verlengstuk lijkt fungeren van dat segment binnen de gevestigde belangen van het bevoegd gezag rond Jeugdzorg en de Raad voor Kinderbescherming en de pleegouders van Yunus, dat zich in deze casus (en aanpalende casussen van de beide biologische broers van Yunus) aan ernstig, meervoudig en langdurig machtsmisbruik lijkt te hebben schuldig-gemaakt.

    3. Deze vaststelling zou tevens de inleiding kunnen zijn van een klacht bij de Raad voor Journalistiek, en voor de direct belanghebbenden (in casus de biologische ouders van Yunus) aanleiding kunnen zijn, tot het onverwijld doen van aangifte bij Justitie wegens smaad en laster jegens hen en hun kinderen door BB.

    (*) "De zaak-Yunus : eerst de context, dan pas de feiten" door Sjoerd de Jong / NRC / 22 maart 2013.

    BeantwoordenVerwijderen