maandag 24 september 2012

De Nationale Ombudsman en Waarheidsvinding


Uit een drietal uitspraken van de Nationale ombudsman uit 2011 blijkt onloochenbaar dat BJZ, en de Raad en het AMK weten dat zij niet aan waarheidsvinding doen. Een problematische situatie omdat de kinderrechters die verzoeken van de Raad ten behoeve van BJZ te behandelen krijgen de zaken in enkelvoudige kamers achter gesloten deuren behandelen en daarbij géén onderzoeksrechter zijn zoals een rechter commissaris of een rechter in strafzaken. Kinderrechters zijn relatief lijdelijk en vertrouwen in grote mate op de adviezen en rapportages van de Raad, BJZ en het AMK. De Raad is immers de Raad van bescherming en niet de Raad van gebrek aan waarheidsvinding.

Gezien de wettelijke taak van de Raad bevreemd het dat de Raad deze problematiek niet ambtshalve aan de orde stelt en hoog op de politieke agenda zet en ondanks de afwezigheid van waarheidsvinding bij de eigen organisatie, uit huis plaatsingen en onder toezicht stellingen blijft aanvragen bij kinderrechters. Methoden en middelen die door BJZ en de Raad en het AMK worden ingezet zijn vergelijkbaar met strafrechtelijke methoden en middelen. Niet zelden wordt de sterke arm ingezet om jeugdigen met veel machtsvertoon bij ouders weg te halen en in handen van BJZ te plaatsen.

Wanneer een verdachte van strafbare feiten iets dergelijks overkomt terwijl politie en justitie niet aan waarheidsvinding doen is het huis te klein, bij BJZ en de Raad en het AMK is deze inbreuk op de rechten van mensen voor advocaten niet standaard aanleiding om schande te spreken. De volgende drie rapporten van de Nationale ombudsman horen ‘by default’ opgenomen te zijn in het repertoire wat advocaten tot de beschikking hebben bij en tijdens het behartigen van de belangen van jeugdigen en ouders indien zij geconfronteerd worden met enige bemoeienis van BJZ, de Raad of het AMK met het gezin:

Rapportnummer: 2011/015 van 17 januari 2011:

In overweging 1 staat:


Van Bureau Jeugdzorg kan immers niet worden verwacht dat er aan waarheidsvinding wordt gedaan, aldus de directie

In overweging 5 met de zienswijze va BJZ staat:

Bovendien doet de Raad niet aan waarheidsvinding.

In de aanbeveling van de Nationale ombudsman staat:


De stelling van de Raad voor de Kinderbescherming of van Bureau Jeugdzorg dat er niet aan waarheidsvinding wordt gedaan, is geen vrijbrief om de mening van één van de strijdende partijen zonder verifiëring in de rapportages op te nemen.


Rapport: 2011/126 van 12 april 2011:

In overweging 7 staat:

Het AMK doet volgens haar niet aan waarheidsvinding.


In overweging 15 staat:

De toenmalige directeur benadrukte dat het AMK niet aan waarheidsvinding doet.


In overweging 25 staat:

De stelling van de directeur dat BJZ niet aan waarheidsvinding doet is geen vrijbrief om een verklaring van één van de ouders zonder verifiëring als feit in een rapportage op te nemen.


Rapport: 2011/128 van 21 april 2011 (2011/128):

In overweging 5 als visie van de Raad voor de Kinderbescherming:

De Raad doet niet aan waarheidsvinding

In overweging 7 staat:

De Raad daarentegen heeft laten weten dat zij zelf niet aan waarheidsvinding doen

In overweging 8 staat:


De Nationale ombudsman heeft ook in eerdere rapporten (waaronder rapport 2011/015: Nationale ombudsman) voorop gesteld dat de stelling van onder andere de Raad, dat er niet aan waarheidsvinding wordt gedaan, geen vrijbrief is om de mening van één van de strijdende partijen zonder verifiëring in de rapportages op te nemen.

Op grond van bovenstaande feiten waarbij uit eigen verklaringen van BJZ en de Raad en het AMK blijkt dat zij zich bewust zijn dat zij niet aan waarheidsvinding doen, is de redelijke conclusie gerechtvaardigd dat de wijze waarop deze organisaties zich in de samenleving manifesteren onwetmatig en derhalve ter ene male onwenselijk is. Duizenden jeugdigen en ouders hebben maatregelen opgelegd gekregen waarvan door het ontbreken van waarheidsvinding niet gezegd kan worden dat deze maatregelen terecht zijn opgelegd of uitgevoerd. De ervaring met BJZ en de Raad en het AMK is dat deze organisaties zich niks aantrekken van het eigen gebrek aan waarheidsvinding en op basis van horen zeggen verklaringen jeugdigen en ouders voortgaand in problemen brengen, om daar zelf van te profiteren.

Er gaan miljarden om in de jeugdzorg waarbij op basis van het gebrek aan waarheidsvinding bij BJZ en de Raad en het AMK met zekerheid vast te stellen is dat elke euro besteed wordt aan een corrupt systeem waar jeugdigen in het algemeen géén belang bij hebben. De jeugd is de toekomst. Door het gebrek aan waarheidsvinding bij BJZ en de Raad en het AMK is elke euro aan deze organisaties besteedt een investering in een onzekere toekomst met jong volwassenen die op enigerlei wijze getraumatiseerd zijn door hun ervaringen met BJZ, de Raad of het AMK.

                       Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

 

6 opmerkingen:

  1. Ik geloof dat er nog steeds een misverstand bestaat ten aanzien van het begrip “waarheidsvinding”
    Het lijkt mij niet de bedoeling dat de rechter gaat uitzoeken welk verhaal klopt. Van de ene ouder of van de andere ouder. Dat hij/zij zich bezig houdt met de welles-nietes spelletjes van ouders die zich niet goed verstaan met elkaar.

    Waar het om zou moeten gaan is dat de rechter simpelweg de uitspraken en conclusies van de RvdK/AMK/ gezinsvoogd verifieert.

    En het meest simpele wat een kinderrechter dan kan doen is het Plan van Aanpak of het Evaluatierapport van een gezinsvoogd eens rustig en aandachtig te lezen en aan de gezinsvoogd of BJZ medewerker de volgende vragen te stellen:

    - Hoe komt u aan die uitspraken?
    - Met wie heeft u gesproken?
    - Waar is het verslag van dat gesprek en WIE hebben het verslag van dit gesprek ondertekend?
    - Heeft u gesproken met de ouders/kinderen zelf?
    - Hoe vaak?
    - Waar is het verslag van dit gesprek en wie hebben dat verslag ondertekend?
    - Welk ONAFHANKELIJK diagnostisch instrument heeft u ingezet?
    - WELKE onafhankelijke professionals, geregistreerd (dus vallend onder tuchtrecht zoals elke geregistreerde professional), zijn geraadpleegd ?
    - Werkt u transparant? Hebben de ouders inzage gekregen in uw activiteiten?
    Met andere woorden: Het werk van de gezinsvoogd of BJZ werker moet controleerbaar zijn op feiten!!
    Hoe vaak lees je niet in het dossier:
    - De gezinsvoogd is van mening dat……
    - Bij de gezinsvoogd bestaat de indruk………….
    - Het zou beter zijn volgens de gezinsvoogd………
    - De gezinsvoogd vindt…….
    Een goede en onpartijdige rechter baseert zijn oordeel/ uitspraak op feiten.
    Niet op conclusies of uitspraken gebaseerd op meningen van een gezinsvoogd.
    Hij/zij zou de gezinsvoogd terug moeten sturen met de opdracht:
    Ga maar weg mevrouw/meneer! Dien het verzoek opnieuw in, maar dan ondersteund door CONTROLEERBARE FEITEN!! Ik doe geen uitspraak op grond van uw mening!!
    Verhalen kan iedereen ophangen!!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Er is wel een belang van het kind. Bij echtscheidingszaken is het voor beide ouders te hopen op een lijn te zitten, ter bescherming tegen BJZ. Bij andere BJZ-bemoeien ook.
      BJZ schermt zich af op een artikeltje van het IVRK (bijv. 3), waar bijvoorbeeld artikel 24 meer inzicht geeft in de belangen van het kind:
      duidelijke diagnostiek voor een prejudicerend optreden van deze 'jeugdzorg', wat een overheidstaak, niet van een stichting, dient te zijn.

      Vandaar het gegeven Jeugdbeschermingsplan dat in bijv.
      http://www.jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2012/09/jeugdzorg-russische-roulette.html gelinkt staat.

      Verwijderen
  2. Gedragscode van de rechtspraak (versie geldend vanaf 1 mei 2012):

    Professionaliteit
    9. Medewerkers van de Rechtspraak gedragen zich in de uitoefening van hun functie onpartijdig, respectvol en professioneel. ( .. )

    Gezien de feitelijke gang van zaken in het 'jeugdrecht' komt daar bar weinig van terecht!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. LJN BD1113 wordt genegeerd door ondermaatse rechters achter gesloten deuren. Zzzzzzzz zzzzzzz zzzzzzzzzzzzz...

      Verwijderen
  3. De NVVR rechters code (versie d.d. 26 november 2011):

    "1.1 De rechterlijke macht vormt één van de pijlers van onze democratische rechtsstaat. De rechtspraak draagt bij aan de instandhouding van de rechtsstaat en het vertrouwen van de burger
    in het recht.

    Daarvoor is essentieel dat rechters blijvend vertrouwen en gezag genieten in de samenleving. De maatschappelijke rol die rechters vervullen, de daarvoor aan hun toevertrouwde taken met de daarbij aan hun gegeven ingrijpende bevoegdheden en de daarbij behorende eigen verantwoordelijkheid maken dat zij aan hoge standaarden moeten voldoen.

    Beslechting van geschillen door een onpartijdige en onafhankelijke rechter is onontbeerlijk voor het vertrouwen van de burger in rechtvaardigheid, veiligheid en gerechtigheid in de samenleving.
    Dit voorkomt eveneens dat burgers het recht in eigen hand gaan nemen.

    De rechterlijke toetsing heeft onder meer tot doel om erop toe te zien dat wetten worden nageleefd, dat er geen sprake is
    van willekeur, dat de overheid zich in haar handelen aan de wet houdt en dat burgers rechtsbescherming krijgen.

    Rechters hebben tot taak om op basis van alle feiten en omstandigheden in een individuele zaak een rechtvaardige beslissing te nemen. Zij moeten zich rekenschap geven van alles wat nodig is om die taak te vervullen en er voor zorgen dat zij daarover in voldoende mate beschikken."

    (Nou, niet dus ..)

    Verder worden in het jeugdrecht nog zo veel elementen van deze rechters code geschonden dat e.e.a. het maximum aantal tekens voor een potentiële bijdrage ruimschoots overschrijdt.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Om bovenstaande redenen adviseer ik daarom altijd aan ouders om als daar de tijd voor is eerst een uitgebreid bezwaar op een indicatiebesluit of plan van aanpak te schrijven. En die in te brengen bij de rechter (uiterlijk 3 dagen voor de zitting/ ook aan de tegenpartijen sturen) en dit soortvragen te benoemen in een pleitnotitie (dat is hetgeen u gaat ZEGGEN bij de rechter. Ik raad altijd aan dit uit te schrijven, zodat u alles kort en zakelijk benoemd / in viervoud meenemen en vragen het voor te lezen. Als u het woord krijgt en daarbij niets anders zeggen/ maximaal ca. 2 A4-tjes!).

    Hierbij mijn advies om dan ook de uitspraak LJN BF2737 aan te halen, daarin staat letterlijk: 'een indicatiebesluit dient te voldoen aan de kwaliteistmaatstaven die de AwB vereist'!!

    Er zijn advocaten die het presteren om geen enkele jurisprudentie aan te halen en ook geen pleitnotitie te maken, daar om mijn advies: doe het dan zélf als ouder!

    Zie verder mijn 'Nico Mul's link'
    (https://dl.dropbox.com/u/3224280/Videos%20%2B%20media%20links%20jeugdzorg.pdf)

    Nico Mul

    BeantwoordenVerwijderen