Update van het artikel van 24 augustus:
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2012/08/islamitisch-kind-door-pleeggezin.html
Joke van Harten-Oudijk
Lid Raad van Bestuur
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2012/08/islamitisch-kind-door-pleeggezin.html
Op 24 augustus 2012 plaatste Jeugdzorg
Dark horse een artikel uit de Volkskrant van een jaar geleden, met de
opmerkelijke titel ‘Islamitisch kind door pleeggezin gedoopt tot
katholiek’.Wij hadden niet kunnen vermoeden hoe ongelofelijk veel
bezoekers we op dit artikel zouden krijgen. Dat de kwestie binnen de
islamitische gemeenschap in Limburg nog steeds erg leeft, blijkt uit
het feit dat het bericht binnen enkele dagen naar de eerste plaats
schoot van meest gelezen artikelen.
Het kind van de 37 jarige Latifa Odriss
uit Belfeld (gemeente Venlo) werd in 2004 uit huis geplaatst, omdat
zij door een slecht huwelijk en zware astma niet goed voor haar zoon
kon zorgen. Zes jaar later wordt de jongen door zijn pleegouders
katholiek gedoopt en zijn oorspronkelijke naam Y, wordt veranderd in
J… (Christelijke naam). De moeder die hier volgens Bureau Jeugdzorg
Limburg ‘vrijwillig’ mee heeft ingestemd, is in feite
gechanteerd, omdat dit voor haar de enige mogelijkheid was om haar
kind vaker te kunnen zien. De pleegouders hadden moeder beloofd dat
ze een ruimere bezoekregeling zou krijgen als ze met de doop akkoord
zou gaan. Volgens moeder was haar instemming hiermee een
‘wanhoopsdaad’.
De
woordvoerder van BJZ Limburg, verklaarde tegenover de journaliste van
de Volkskrant dat Jeugdzorg niet op de hoogte was van deze
afgedwongen overeenkomst en dat zonder hun toestemming de jongen ook
nooit gedoopt had mogen worden. Pas na publicatie in de krant is
Jeugdzorg er achter gekomen dat ze wel degelijk op de hoogte waren
geweest van het voornemen van de pleegouders om het kind te dopen.
Volgens de advocaat van moeder Naher Birrou
http://www.advocatenkantoorbirrou.nl/
vond Jeugdzorg het plan van de doop helemaal niet alarmerend, omdat
de jongen daarmee ‘niet langer een buitenbeentje’ zou zijn. De
Volkskrant beschikte over gegevens in een dossier waaruit
‘hoogoplopende spanningen’ naar voren kwamen.
Bijzonder commentaar
Op 27 augustus 2012, drie dagen na
plaatsing van het Volkskrant artikel, komt er een lezerscommentaar
binnen, dat ondertekend is door Joke van Harten-Oudijk, lid Raad van
Bestuur BJZ Limburg. Dit is de inhoud van het commentaar:
Het verhaal is onwaar. Het verhaal is
vorig jaar al onderzocht door Provinciale Staten van Limburg en door
de Tweede Kamer.
De feiten:
Moeder is ontheven van het ouderlijk
gezag. De jongen is geen islamitisch kind. Zijn ouders hadden een
verschillende religieuze achtergrond; het was een zogenaamd gemengd
huwelijk. Moeder en pleegouders hebben de doop van de jongen samen
geregeld. BJZ heeft van tevoren aangegeven het daarmee niet eens te
zijn.
Moeder was zelf aanwezig bij de doop
van de jongen en stemde daarmee in.
De jongen lijdt zeer onder de verhalen
van zijn moeder in de media, waarbij zijn naam wordt genoemd. BJZ
heeft moeder gesommeerd om daarmee op te houden. Een kind heeft er
recht op dat zijn moeder rekening houdt met zijn belangen.
In het verlengde daarvan zou het goed
als u zijn (voor)naam zou verwijderen. Beter zou het zijn om het hele
verhaal van uw site te halen.
Joke van Harten-Oudijk
Lid Raad van Bestuur
BJZ Limburg
Opvallend
Het eerste wat hierbij opvalt, is dat
een lid van de Raad van Bestuur van Jeugdzorg, zich uitlaat over een
individuele casus, wat op zich al vrij ongewoon is. Daarbij doet het
verzoek van mevrouw Van Harten-Oudijk om het gehele artikel van de
site te halen, bij ons de nodige vraagtekens rijzen. Als eerste was
het voor ons van belang te weten of zij wel echt de afzender is van
het commentaar (wat bij navraag zo blijkt te zijn) en daarnaast
wilden wij graag nader geïnformeerd worden over de door haar
genoemde onderzoeken door Provinciale Staten en de Tweede Kamer. Een
email met verzoek om verdere gegevens over deze onderzoeken werd niet
beantwoord en bij navraag bij de advocaat van moeder blijken deze ook
niet te bestaan. Als raadsheer had hij deze onderzoeken namelijk in
zijn bezit moeten hebben.
Reactie advocaat van moeder
Wij hebben het commentaar voor onze
blog van BJZ-Limburg aan de advocaat van moeder laten lezen en meneer
Birrou geeft daarop schriftelijk de volgende reactie:
Geachte heer Snijer,
Hierbij mijn reactie.
1. Het
kind is geboren uit een islamitisch huwelijk. De vader van het kind
heeft zich voor het huwelijk bekeerd tot de islam. Van een gemengd
huwelijk was dus geen sprake. Moeder heeft de Islamitische
huwelijksakte in bezit.
2. Moeder
heeft niet met het pleeggezin samengewerkt om de doping te regelen.
Moeder heeft –begrijpelijkerwijs- aangegeven er mee in te stemmen
omdat zij dan van het pleeggezin haar kind vaker (een weekend per
maand) mocht zien.
Vergeet niet dat moeder haar kind 6 jaar lang slechts 2 uur per maand mocht zien. Moeder had in feite geen keus... Ieder ouder zou ermee hebben ingestemd. Van een samenwerking was absoluut geen sprake. Sterker nog, het heeft haar veel verdriet gedaan, reden waarom zij zich tot mij heeft gewend.
Vergeet niet dat moeder haar kind 6 jaar lang slechts 2 uur per maand mocht zien. Moeder had in feite geen keus... Ieder ouder zou ermee hebben ingestemd. Van een samenwerking was absoluut geen sprake. Sterker nog, het heeft haar veel verdriet gedaan, reden waarom zij zich tot mij heeft gewend.
3. ´BJZ
heeft van tevoren aangegeven het daarmee niet eens te zijn´.
Het voormelde impliceert dat bjz weldegelijk op de hoogte was van de
doping. Dit terwijl de stichting in de kranten meldt niet op de
hoogte was van het voornemen. Waarom heeft bjz niets ondernomen om
–toen zij op de hoogte waren van het voornemen- om de doping te
voorkomen?
4.Waarom heeft bjz de naamwijzing
toegestaan? (christelijke versie)
Gr,
Mr.
N. Birrou
Gesprek met mevrouw Van
Harten-Oudijk – (BJZ Limburg)
Wij besluiten contact op te nemen met
BJZ Limburg en in een telefoongesprek met mevrouw Van Harten-Oudijk
wordt al meteen duidelijk dat zij het heel ‘opvallend’ vindt dat
haar commentaar niet zonder meer geplaatst is. Het valt haar
bijzonder tegen, omdat volgens haar mening Jeugdzorg Dark horse over
het algemeen een goed geïnformeerde site is die zijn best doet om
informatie te achterhalen. Maar blijkbaar heeft zij zich vergist.
Verder stelt zij dat het haar niet gaat om een welles/nietes-spel,
maar om een verzoek dat zij aan alle pers gedaan heeft om niet de
naam van de jongen te noemen. Bij de Volkskrant is dat verzoek pas
later gedaan en die hebben ook toegegeven dat ze de naam nooit hadden
moeten publiceren*, want de naam is nogal navolgbaar.
[*Navraag bij de Volkskrant maakt
duidelijk, dat er vanuit BJZ met de journaliste geen contact meer is
geweest na de publicatie. ]
Het gaat BJZ echt om het belang van het
kind en de naam van de blog verwijderd te zien, is hier de ‘grote
boodschap’. Over de inhoud van haar opmerkingen bij het artikel,
wil zij wel uitleggen waar, zij dat op baseert, maar zij wil niet
horen wat de advocaat van moeder hierop gezegd heeft (wij willen haar
zijn commentaar telefonisch voorlezen), omdat BJZ ‘bij
voortduring gevraagd heeft om met de advocaat in gesprek te gaan,
maar dat wil hij niet’.
Verder wordt in het gesprek duidelijk,
dat er geen onafhankelijke onderzoeken zijn geweest vanuit de
Provinciale Staten en de Tweede Kamer, maar dat er door hen vragen
zijn gesteld, die BJZ Limburg zelf mocht beantwoorden.
Dat gebeurt dan dus…
Ook heeft BJZ volgens haar zeggen zodra
zij op de hoogte kwam van de overeenkomst over het dopen,
schriftelijk laten weten dat zij het hier niet mee eens was. “Dat
die doop dan heeft plaats gevonden, dat gebeurt dan dus…” Zij
kan niet uitleggen waarom BJZ dan niet heeft ingegrepen, of het
ongedaan heeft gemaakt. Jeugdzorg kan een kind makkelijk bij een
pleeggezin weg halen en het in een ander pleeggezin plaatsen. Dat
doen ze met veel kinderen, bijvoorbeeld als pleegouders commentaar
leveren en kritisch zijn richting Jeugdzorg. Dat dit hier niet is
gebeurd, houdt dus een impliciete toestemming in van Jeugdzorg bij
deze handelswijze. En we praten hier over niets minder dan schending
van vrijheid van godsdienst.
Op verdere vragen van Jeugdzorg Dark
horse kan het bestuurslid geen antwoord geven, in verband met de
privacy van de jongen. Zij maakt duidelijk dat zij wel heel veel
begrip heeft voor de wens van ouders om hun kind terug geplaatst te
krijgen, maar daarover beslist de rechter en ze kan niet op de
details van een zaak ingaan. In zijn algemeenheid wil zij wel eens de
discussie voeren over hoe dat nu gaat met langdurige pleegzorg, maar
van ‘signs of safety’ met betrekking tot deze specifieke moeder,
die thans een stabiel leven leidt met een gezonde relatie, wil zij
niet weten.
Waarom zij dan op deze specifieke casus
gereageerd heeft, met inhoudelijke argumenten en het advies om het
artikel van de blog te verwijderen, wordt niet helemaal duidelijk.
Volgens mevrouw Van Harten-Oudijk ging het vooral om de naam, want de
jongen zou ‘erg onder de berichtgevingen lijden’. Zij doelt
daarmee onder andere op het beschreven gedrag van de jongen, dat van
een andere internetsite aan het krantenbericht is toegevoegd, op de
blog van Jeugdzorg Dark horse. Moeder verklaart daar, dat haar zoon
tijdens bezoekuurtjes haar hoofddoek probeert af te rukken en daarbij
roept ‘Vrouwen met een hoofddoek zijn als monkeys’. Het is
natuurlijk pijnlijk voor Jeugdzorg, om niet alleen te hebben
toegestaan dat een jongen van moslimachtergrond tot katholiek wordt
gedoopt, maar dat ook nog eens blijkt dat hij zich onder invloed van
het pleeggezin negatief uitlaat over moslims. Gaat de bezorgdheid van
BJZ wel echt over het welzijn en de privacy van de jongen, of is het
toch weer het belang van Jeugdzorg, dat te lijden heeft onder de
publiciteit?
Wij hebben meneer Birrou nogmaals om
een reactie gevraagd, ditmaal naar aanleiding van het telefoongesprek
met mevrouw Van Harten-Oudijk. Dat BJZ Limburg beweert dat zij
herhaaldelijk zonder succes met de advocaat in contact heeft proberen
te komen, omdat hij dit zou afhouden, vindt hij merkwaardig. “Ik
ben heel makkelijk bereikbaar; u heeft toch ook contact met mij? Ik
heb juist keer op keer geprobeerd met ze in gesprek te komen, om de
ontheffing van moeder van het ouderlijk ongedaan te krijgen. Maar
alle verzoeken zijn tot nu toe afgewezen.”
Sven Snijer
Research: Ranada van Kralingen
Vragen van de leden Dijsselbloem en
Arib (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de opvang van een pleegkind met een
islamitische achtergrond in een christelijk pleeggezin (ingezonden
9 september 2011).
Antwoord van staatssecretaris
Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport),
mede namens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen
18 oktober 2011).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht over de
opvang van een pleegkind met een islamitische achtergrond in een
christelijk pleeggezin?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4
Wat vindt u van, en hoe beoordeelt u de
passieve houding van Bureau Jeugdzorg Limburg dat niets heeft
ondernomen om de doop van een pleegkind met een islamitische
achtergrond (over wie het bureau gezag heeft) in een christelijk
pleeggezin tegen te houden, terwijl het bureau op de hoogte was van
het feit dat de biologische moeder niet met de doop zou instemmen?
Heeft u Bureau Jeugdzorg Limburg,
dat een grote verantwoordelijkheid draagt om in het belang van het
kind te handelen en om gezinnen vooral na een uithuisplaatsing zo min
mogelijk te ontwrichten, aangesproken op deze grove nalatigheid?
Welke afspraken zijn er gemaakt, en wat is er uit dat gesprek/contact
voortgekomen?
Deelt u de mening dat Bureaus Jeugdzorg
het gezag over een kind moeten voeren met in achtneming van de
religie en de levensbeschouwing in het gezin, omdat een
ondertoezichtstelling, of een uithuisplaatsing, in veel gevallen
slechts een tijdelijke maatregel is? Waarom wel/niet?
Antwoord 2, 3, 4
Als staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ben ik verantwoordelijk voor het
landelijke beleid voor jeugdzorg. Ik treed niet in de beoordeling van
individuele zaken. Dat neemt niet weg dat ik hierover zo nodig wordt
geïnformeerd en mocht een situatie daar aanleiding voor geven
uiteraard de verantwoordelijke partijen aanspreek.
In meer algemene zin kan ik uw vraag
als volgt beantwoorden. Voor de uitoefening van de taken van
Bureau Jeugdzorg is in de wet (artikel 15 Wet op de jeugdzorg)
bepaald dat de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en
culturele achtergrond van de cliënt het uitgangspunt vormen.
Deze eis betekent dat Bureau Jeugdzorg bij de uitoefening van zijn
taken, van zowel de ondertoezichtstelling als de voogdij, geen
beslissingen neemt die hier niet mee te verenigen zijn. Ook voor
de pleegzorgaanbieder geldt dat de religieuze en levensbeschouwelijke
achtergrond van het kind en de biologische ouders de leidraad vormen
bij hun handelen. Deze basisregel wordt kenbaar gemaakt aan de
pleegouders.
Als het relevant is, worden hierover zaken opgenomen in het hulpverleningsplan van het kind. Het kan zijn dat pleegouders en/of ouders zich niet aan de afspraken houden. Bureau Jeugdzorg en de pleegzorgaanbieder gaan dan hierover in gesprek. Gevolg kan zijn dat er nadere afspraken worden gemaakt over het naleven van beslissingen. In het uiterste geval kan Bureau Jeugdzorg consequenties verbinden aan het niet nakomen van afspraken door bijvoorbeeld het kind over te plaatsen naar een ander pleeggezin. Bij een dergelijke ingrijpende beslissing is het belang van het pleegkind leidend.
Als het relevant is, worden hierover zaken opgenomen in het hulpverleningsplan van het kind. Het kan zijn dat pleegouders en/of ouders zich niet aan de afspraken houden. Bureau Jeugdzorg en de pleegzorgaanbieder gaan dan hierover in gesprek. Gevolg kan zijn dat er nadere afspraken worden gemaakt over het naleven van beslissingen. In het uiterste geval kan Bureau Jeugdzorg consequenties verbinden aan het niet nakomen van afspraken door bijvoorbeeld het kind over te plaatsen naar een ander pleeggezin. Bij een dergelijke ingrijpende beslissing is het belang van het pleegkind leidend.
Meestal start pleegzorg met kortdurend
verblijf in een pleeggezin in de zogenaamde hulpverleningsvariant.
Uitgangspunt van pleegzorg (jeugdzorg) is namelijk dat een kind
indien mogelijk weer bij de eigen ouders gaat wonen. In het belang
van de ontwikkeling van het kind wordt binnen gestelde termijnen een
beslissing genomen of «terug naar huis» een reële optie is.
Ook bij een pleegzorgplaatsing voor
langere tijd, de zogenaamde opvoedingsvariant, is het uitgangspunt
dat waar mogelijk contact met de ouders van het pleegkind kind blijft
bestaan. Respect voor de levensbeschouwing en achtergrond zijn
daarbij essentieel.
Vraag 5
Wat vindt u van en hoe beoordeelt u de
nalatigheid van het pleegzorgbureau dat een pleegkind met een
islamitische achtergrond in een gezin heeft geplaatst dat geen
rekening houdt met de religieuze achtergrond van het pleegkind, en
dat de eigen religieuze gebruiken opdringt aan het pleegkind?
Antwoord 5
Bureau Jeugdzorg en de
pleegzorgaanbieder maken afspraken met het pleeggezin over de wijze
waarop de levensbeschouwelijke en religieuze achtergrond van het
pleegkind kan worden gerespecteerd. Als een pleeggezin de eigen
opvattingen opdringt aan het pleegkind, hoort de pleegzorgbegeleider
te interveniëren en af te dwingen dat dit niet meer gebeurt.
Vraag 6
Deelt u de mening dat zowel Bureaus
Jeugdzorg en pleegzorgbureaus erop moeten toezien dat pleegkinderen
worden geplaatst in pleeggezinnen waar de religieuze en
levensbeschouwelijke achtergrond van een pleegkind wordt
gerespecteerd, op zekere hoogte wordt nageleefd (zoals spijswetten)
en waar de religie en levensbeschouwing van een pleeggezin niet wordt
opgedrongen? Waarom wel/niet?
Antwoord 6
In de voorbereiding en screening van
aspirant pleegouders wordt hier nadrukkelijk aandacht aan besteed.
Open en eerlijke communicatie en samenwerking met de diverse
betrokkenen (zowel met ouders als met de verschillende professionals
van Bureau Jeugdzorg en de pleegzorgaanbieder) zijn twee van de zes
selectiecriteria voor aspirant pleegouders.
Ook binnen de pleegzorgbegeleiding is
dit een aandachtspunt.
Vraag 7
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat
Bureaus Jeugdzorg en pleegzorgbureaus sneller en beter gaan ingrijpen
wanneer pleegouders hun religieuze opvattingen gaan opdringen aan het
pleegkind? Zo niet, waarom?
Antwoord 7
In het systeem van de jeugd- en
pleegzorg zijn in beginsel voldoende waarborgen opgenomen om te
zorgen dat pleegouders hun religieuze en levensbeschouwelijke
opvattingen niet opdringen aan het pleegkind. De pleegzorgaanbieder
die verantwoordelijk is voor de begeleiding van het pleeggezin staat
hiervoor ook garant. Zoals ook is aangegeven in het antwoord op de
vragen 2, 3 en 4 is de pleegzorgbegeleider alert op dergelijke
signalen en zal deze in gesprek gaan met het pleeggezin als zij zich
niet aan de afspraak houden. Concrete afspraken hierover kunnen ook
in het hulpverleningsplan worden opgenomen. Als pleegouders zich
niet houden aan de afspraken kan een pleegzorgaanbieder in het
uiterste geval overwegen om het kind naar een ander pleeggezin over
te plaatsen. Bij deze vergaande beslissing staat altijd het
belang van het kind centraal.
Vraag 8
Is het waar dat weinig mensen met een
islamitische achtergrond zich aanmelden voor pleegzorg omdat de
drempel voor deze doelgroep te hoog ligt en de aanmeldingsroutes te
ingewikkeld zijn? Zo ja, bent u bereid deze doelgroep actief en
gericht te informeren over en te werven voor pleegzorg? Zo nee, waar
blijkt dat uit?
Antwoord 8
Ik kan het eerste deel van de vraag
niet beantwoorden, want ik heb geen inzicht in het aantal
aanmeldingen van mensen met een islamitische achtergrond. Om meer
pleegouders te werven en de diversiteit van het pleegouderbestand te
vergroten loopt op dit moment de campagne «Ontdek de pleegouder in
jezelf». De allochtone doelgroep is één van de campagnedoelgroepen
waarvoor speciale campagne-uitingen zijn gemaakt. Dit betreft
allochtonen in algemene zin, dus niet alleen de islamitische
doelgroep. Er zijn diverse campagnemiddelen voor regionaal gebruik
(posters, advertenties, radiospotjes, banners). De ervaring leert dat
massamediaal (landelijk) werven onder allochtone doelgroepen weinig
effectief is. Vandaar dat de campagnemiddelen voor de allochtone
doelgroepen regionaal worden ingezet.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op
eerdere vragen terzake van het lid Kooiman (SP), ingezonden
9 september 2011 (vraagnummer 2011Z17355)
Reactie Jeugdzorg Dark horse:
Bij de beantwoording van de Kamervragen 2, 3, 4 alsook vraag 7 wordt
door de staatssecretaris gesproken over de mogelijkheid een kind naar
een ander pleeggezin over te plaatsen, indien de pleegouders zich
niet houden aan het hulpverleningsplan en handelen in strijd met de
levensbeschouwelijke achtergrond van het kind. Opvallend is dat er
bij die overplaatsing wordt gesproken van een 'ingrijpende
beslissing' en een 'vergaande beslissing' met daarbij de welbekende
'BJZ-disclaimer': Bij die beslissing staat altijd het belang van
het kind centraal. Met andere woorden, als het in het belang van
het kind wordt geacht, mag de levensbeschouwelijke overtuiging van de
ouders geweld worden aangedaan en kan men de chantagepraktijken van
een pleeggezin om een christelijke doop af te dwingen, gewoon
onbestraft laten.
In het BW boek 1 art 254 staat: Indien een minderjarige zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen, kan de kinderrechter hem onder toezicht stellen van een gezinsvoogdijinstelling als bedoeld in attikel 60 van de Wet op de jeugdhulpverlening (Stb. 1989, 360).
BeantwoordenVerwijderenIn lid 3 van dezelfde wet staat:
Bij de toepassing van het eerst lid let de kinderrechter op de godsdienstige gezindheid en de levensovertuiging van de mindeerjarige en van het gezin waartoe deze behoort.
Ik vraag me nog steeds af waarom zoveel kinderen uit gezinnen zonder levensovertuiging en godsdienstige gezindheid worden geplaatst in gereformeerde gezinnen.
Was het niet Minister Rouvoet zelf, die dominees opriep om van de kansel te prediken dat meer ouders zich moesten opgeven om pleegouder te worden?
Bravo! Uitstekend journalistiek werk.
BeantwoordenVerwijderenMaar wat vindt de Volkskrant er van dat Bureau Jeugdzorg Zuid Limburg tegen hen heeft gelogen?
Dat liegen tegen media begint een gewoonte te worden bij de jeugdzorg. Onlangs hadden we de gemeente Amsterdam die loog tegen Elsevier die het verhaal uitzocht van de eigenaren van deze site die zich beklaagden over Bureau Jeugdzorg Amsterdam. Daarop verspreidde Bartho Boer het verhaal dat deze mensen zelf niet deugen. Een verhaal dat niet alleen niet klopte maar ook nog eens vol zat met privacygevoelige informatie.
Dat leidde tot het oprichten van deze site. Maar het leidde nog altijd niet tot adequaat optreden van Lodewijk Asscher, die niets van zich laat horen aan slachtoffers van BJAA. Kennelijk veel te druk met mooi weer spelen in de PvdA-verkiezingscampagne en Alexander Pechtold brieven schrijven over hoe goed onderwijs en jeugdzorg in Amsterdam zogenaamd geregeld zijn....
Dat is wel lef hebben met een failliet Amarantis, ROCVA dat ook al jaren bijna failliet is en in precies dezelfde problemen verkeert. Speciaal onderwijs dat ouders beschuldigt van seksueel misbruik om te verhullen dat er seksueel misbruik op hun school heeft plaatsgevonden. En een BJAA met een volslagen gecorrumpeerde bestuursvoorzitter die alleen maar bezig is met geld ipv kinderen. En waarvan vast staat dat het geld dat hij binnen haalt met zielige verhalen over kinderen, niet besteed wordt aan die kinderen. Zie de Amsterdamse rekenkamer. Daarnaast kloppen de verhalen niet over dat Eigen Kracht zo'n wondermiddel is, zoals Amsterdam graag wil doen geloven als men opschept koploper daar in te zijn. Asscher zou om al die redenen zich beter kunnen bezig houden met orde op zaken stellen in Amsterdam dan op basis van onware verhalen campagne voeren voor de PvdA.
Terug naar de leugens tegen de media. Wat vinden Elsevier en de Volkskrant ervan dat er tegen hen wordt gelogen door autoriteiten als zij verhalen willen maken over de misstanden in de jeugdzorg? Wat is het standpunt van hun hoofdredacties hierin? En hoe gaan zij daar in de toekomst mee om? En gaan zij ook terugkomen op de verhalen waarin ze zijn voorgelogen waardoor ze van de ware toedracht van het verhaal zijn afgehouden?
Dat zijn de volgende vragen. Uitzoekwerk als bovenstaand verhaal is daarom uitmuntend. Dat is nodig om de spindoctorspraktijken bij de communnicatieafdelingen van jeugdzorgorganisaties een halt toe te roepen. Liegen mag namelijk niet, dat zouden media niet moeten accepteren van organisaties die leven van belastinggeld en zeggen pal te staan voor maatschappelijke belangen.
Daar hoort ook verantwoording afleggen bij aan de maatschappij die die activiteiten betaalt en vertrouwen schenkt. Het is niet normaal om de media te manipuleren zoals nu vanuit sommige jeugdzorgorganisaties gebeurt: met leugens en achterklap.
Update Islamitische jongen:
BeantwoordenVerwijderenBesturen die niet weten hoe de werkvloer werkt.
Besturen die denken dat met insinuaties de gezinsvoogdij goed onderzoek heeft verricht.
Politiek idem dito. ("Het is toch 'professioneel' bij BJZ?").
Maar al te vaak heeft het kind met slechts 2 uurtjes per maand of kwartaal niet voldoende en vrij contact met de biologische ouder(s) om hechting op stand te houden, en PAS, oudervervreemdingssyndroom, te voorkomen. Schadend.
Wat is BJZ toch weer heerlijk bezig: UHP naar (ongespecialiseerde) pleegzorg als opgedrongen 'therapie' omdat moeder geen hulp kreeg van jeugdzorg, astma had, alleenstaand werd; allemaal goede insinuatieve redenen om het kind met UHP te beschadigen, waar een ander traject beter mogelijk was. Gezinsvoogden liegen vaak, zien we. Macht!
Het chanteren van ouders komt maar al te vaak voor.
Dat wordt als straf ervaren door een ontvankelijk kind, dat gepest wordt vanwege zijn UHP. -------------------
"Waarom wil mijn moeder -zo denkt een kind- mij niet meer hebben?" Het geeft net zo een AFGESTAAN-gevoel als bij geadopteerden.
Het is een extra verwerkingspakket dat BJZ het kind schadend meegeeft. Dat drukt de ontwikkeling, genoemd in BW1:254 lid 1, dat te vaak als ononderzocht cliché wordt gehanteerd door BJZ.
Zonder oog voor de lange-termijn-behoeften van een kind voor z'n genetische afkomst kennen.