Een oma schrijft in een brief aan de William Schrikker Jeugdbescherming hoe vreselijk zij het vind haar kleinkinderen te moeten bezoeken in de instelling waar ze zijn geplaatst. Zij noemt het een ‘gevangenis’ (bij elk bezoek ‘bewaking’ door twee gezinsvoogden) en ze verwijt het WSJ dat de kinderen daar onterecht verblijven. Er was immers een observatie afgesproken van een half jaar en die termijn is ruim overschreden.
[Opmerkelijk hierbij, is dat de reden waarom ze daar ooit op vrijwillige basis werden geplaatst (seksueel misbruik) niet meer wordt genoemd in het behandelplan. De kinderen hebben hier ook nooit enige behandeling voor gekregen. Na overplaatsing van de eerste instelling naar de huidige, werd zonder opgaaf van redenen de bezoekregeling aanzienlijk beperkt]
De brief die deze oma terug kreeg (mei 2012) van het ‘regime’, word geopend met wat opmerkingen over dat de WSJ het belangrijk vindt dat kinderen contact hebben met hun familie en dat bezoekjes de bedoeling hebben om ‘gezellig’ te zijn voor het kind.
(Het is overigens heel apart om waar te nemen hoe mensen die voor het welzijn van kinderen moeten zorgen, niet kunnen begrijpen dat kinderen heel goed aanvoelen hoeveel onderhuidse spanningen er leven in zo’n kunstmatig sfeertje!)
Daarna komt men snel terzake. De waslijst aan verboden wordt oma nog eens uitgebreid voorgehouden:
Niet spreken over wanneer de kinderen weer naar huis mogen
Niet spreken over wanneer de kinderen op bezoek mogen bij oma, of bij andere familie
Geen negatieve uitlatingen over de instelling, de groepsleiding, de rechter, de psychiater (die zonder toestemming van moeder zware medicatie voorschreef), de WSJ, de gezinsvoogden of de ex. van moeder, in het bijzijn van de kinderen.
Het bovenstaande geldt eveneens voor telefoongesprekken.
“Kinderen kunnen weinig met opmerkingen hierover en raken er van in de war”
(Dan volgen er nog wat opmerkingen over hoe het schenden van deze regels er voor kan zorgen dat bezoekregeling wordt opgeschort of afgebroken en wordt oma gevraagd om antwoord te geven op wat zij van dit alles vindt)
Dat laatste is natuurlijk geen echte vraag. De WSJ wil weten of oma voldoende aan de leiband van de WSJ zal lopen om haar kleinkinderen te mogen bezoeken.
Onder een ‘gezellig bezoekje’ mag worden verstaan het verzwijgen van alles wat je als ouder of grootouder werkelijk tegen het kind wil zeggen, of wilt vragen. Als een kind op de vraag ‘hoe het gaat’ op een lauwe toon antwoord dat het ‘wel goed gaat’, zou je als betrokken moeder of oma willen weten wat daar achter schuil gaat. Je zou willen vragen:”Hoe gaat het echt met je? Wat zou je me willen vertellen als er geen ‘bewaking’ bij was die elk van onze woorden op een gouden schaaltje weegt, om te speuren of er geen sprake is van nog meer ‘kindermishandeling’ in de vorm van het informeren naar de werkelijke psychische gesteldheid van het kind.
Natuurlijk raken kinderen ‘in de war’ van het idee dat er familie is die ze graag weer thuis wil hebben. De WSJ heeft ze heel iets anders wijsgemaakt! Daarom is het belangrijk dat de kinderen niet ‘verontrust’ worden met authentieke emoties of ‘lastig gevallen’ worden met informatieve vragen. Het moet gewoon ‘leuk’ blijven. Dat je als ouder op die manier niet kunt weten of er werkelijk aan het welzijn van je kind wordt gewerkt, of dat het juist al slechter gaat door het langdurige isolement, daar kun je moeilijk achter komen. In ieder geval kun je het moeilijk aantonen, want met een ‘moederinstinct’ hoef je bij de rechter niet aan te komen! Het beste in dit soort situaties, is om je maar zo kunstmatig mogelijk te gedragen en te blijven lachen, ook al zou je als moeder de bij het bezoek aanwezige gezinsvoogd wel wat kunnen aandoen. Klachten kunnen het beste officieel worden ingediend en daarbij moet je als ouders altijd je zinnen formuleren gericht naar het ‘belang van het kind’.
Het is niet aan te bevelen om te zeggen dat je als ouder of grootouder je kind ‘mist’, want dat is ‘egoïstisch’. Beter is het om te zeggen: Het kind mist zijn of haar familie… Het kind ondervindt schade in de ontwikkeling, als er niet voldoende frequentie is in het contact met zijn ouders… Het kind geeft aan de ouders te missen… Je zegt daarmee precies hetzelfde als wanneer je zou zeggen “Ik wil gdvd mijn kinderen terug!!”, maar het past beter bij de denkwijze en voorgekookte formuleringen van de hulpverlener. Je bestrijdt ze dan met hun eigen wapens. Zij staan voor het ‘belang van het kind’ en jij als ouder ook. Bovendien is het belang van het kind ook een goed vertrekpunt om vragen op te werpen over de behandeling die het kind krijgt, want in veel gevallen is er helemaal geen behandeling. Het verblijf in een instelling vindt men al een soort behandeling op zich. Algemene opmerkingen over ‘tot rust komen’ en ‘structuur aanbieden’ zijn dan de dooddoeners, waarbij ze vaak niet kunnen aantonen waarom er niet met hulp in de thuissituatie ‘rust en structuur’ zou kunnen worden gecreëerd.
Het vragen naar het doel van de behandeling en het meten van de voortgang van de behandeling (behandelingresultaten), kan voorkomen dat kinderen langer dan nodig in een instelling moeten verblijven. Zeker als dit soort kritische vragen helder en duidelijk op schrift worden gesteld. (En enige malen worden herhaald) De zogenaamde zorg voor de ‘veiligheid’ van het kind, kan het beste bestreden worden met vragen over het geestelijke en lichamelijk welzijn van het kind. Op dat punt schiet de jeugdhulpverlening namelijk voortdurend tekort, omdat haar zwaartepunt (door politieke druk) ligt bij veiligheid en preventie en niet bij gespecialiseerde behandeling
Sven Snijer
Goed gedaan Sven, volledig herkenbaar, duidelijk en correct!
BeantwoordenVerwijderenDat kinderen juist dank zij de kunstmatige setting in ernstige mate voor het leven beschadigd worden, wordt voor het gemak even vergeten, want daar doen ze toch geen onderzoek naar en wetenschappelijke rapporten die de schade van hun handelen wél bevestigen, worden voor het gemak genegeerd....
(Ik noem nogmaals Junger-Tas 1983 / N.W. Slot '909 zorgen' uit 2002 en proefschrift B. Goudard 2008....)
Nico Mul
We worden toch voortdurend geconfronteerd bij Jeugdzorg met deze peda ”goochelaars”!
BeantwoordenVerwijderenVolgens mij zijn ZIJ het die behandeld moeten worden! In een instelling opgeborgen moeten worden. En dan vervolgens NIET tegen hen vertellen waarom zij daar verblijven. En dan duidelijk zeggen dat WIJ ze niet missen hoor!
Dit illustreert nu het verhaal van de heer Gerritsen met zijn apen, olifanten en adelaars!
Eigenlijk heeft dit niets meer te maken met “systemen” meneer Gerritsen, maar heeft het te maken met het moedwillig onthechten van kinderen door “deskundigen”, met kinderen in meedogenloze onzekerheid laten verkeren! Kafka is dit, je reinste Kafka!
Ziekelijk!!
Als een kind in een ziekenhuis wordt opgenomen omdat het een behandeling nodig heeft, praten we niet over wat er aan de hand is,(?!) waarom zij in het ziekenhuis verblijven,(?!) wat er gaat gebeuren(?!) en wij vertellen hen vooral niet dat wij hen missen(??!!) Vragen ook niet naar HUN welbevinden(!!??) Dat zou te traumatisch zijn??
Als het goed is krijgen wij van de specialisten in het ziekenhuis uitgebreide informatie over het verloop van de behandeling van je kind, wat het doel is van deze behandeling. Bovendien krijg je te horen op welke termijn de behandeling gestaakt wordt en wat de nazorg inhoudt!
Kinderen lopen trauma’s omdat zij GEEN antwoorden krijgen op hun vragen, omdat zij GEEN broodnodige liefde en warmte mogen ontvangen van diegene die bij hen op bezoek mag komen. Gewone normale menselijke warmte en begrip!
Kinderen zijn niet gek hoor.
Deze pedagoochelaars ONTKENNEN het intuïtief vermogen van kinderen!!!.
Ontkennen dat zij zelf ooit eens kind zijn geweest!
Stelletje sadistische egoïsten zijn het!!!
Neeeeee maar het gaat goed met de jeugdzorg. Van kritiek moeten we leren, sure.
BeantwoordenVerwijderenJeugdzorg is een gezwel waar je niet vanaf komt.
Jeugdzorg moet je zien als een instantie waar je naar toe gaat als je kiespijn hebt en je er vervolgens kreupel en lam weer vandaan komt, uiteraard zonder eigenwaarde en helemaal gedesorienteerd.