dinsdag 21 augustus 2012

Beantwoording Kamervragen over automatisch verlengen indicatiebesluit

Beantwoording Kamervragen: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2012/08/20/beantwoording-kamervragen-over-automatisch-verlengen-van-indicatiebesluiten-door-bureaus-jeugdzorg.html

20 augustus 2012

http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2012/06/vvd-wil-af-van-auromatisch-verlengen.html

Vragen van het lid Van der Burg (VVD) aan de minister en staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat Bureaus Jeugdzorg en rechtbanken afspraken hebben gemaakt over automatisch verlengen van indicatiebesluiten (ingezonden 25 juni 2012)

1 Bent u bekend met de verschillende uitspraken van het Gerechtshof Arnhem 1) inzake het niet overleggen van een geldig indicatiebesluit bij verlenging machtiging uithuisplaatsing? Is het waar dat er afspraken zijn gemaakt tussen de provincie Overijssel, zorgaanbieders en rechtbanken in het ressort Arnhem dat de aanspraak op zorg automatisch wordt verlengd en dat er geen nieuw indicatiebesluit behoeft te worden genomen na het verstrijken van de geldigheidsdatum van het aanvankelijke indicatiebesluit?
 
2 Zo ja, is het u bekend waarom rechtbanken deze afspraken hebben gemaakt? Weet u welke rechtbanken het betreft?

3 Welke andere provincies hebben deze afspraak ook gemaakt? Zijn er landelijke afspraken gemaakt?

Antwoorden 1,2 en 3

Ik heb kennisgenomen van de uitspraken van het Gerechtshof Arnhem inzake het niet overleggen van een geldig indicatiebesluit bij verlenging machtiging uithuisplaatsing.
Eerdere brieven van de toenmalige Minister voor Jeugd en Gezin d.d. 26 maart 2010, de Provincie

Utrecht d.d. 25 oktober 2010, de Gedeputeerde Staten Utrecht d.d. 24 juni 2011 en van de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie d.d. 30 september 2011 hebben ertoe geleid dat Bureau Jeugdzorg de duur uit het indicatiebesluit heeft gelaten dan wel een duur heeft bepaald die de wettelijke termijn overschrijdt.
De toenmalige minister en ik hebben dit geaccepteerd gelet op de aangekondigde wetswijziging om de duur uit het indicatiebesluit te schrappen, teneinde de bureaucratie in te perken.

Het voorstel om de duur van de zorg uit het indicatiebesluit te schrappen is bij nota van wijziging van 6 mei 2010 opgenomen in het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het herstel van enige wetstechnische gebreken en andere wijzigingen van ondergeschikte aard (voorheen wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen) (31 977).
Dit wetsvoorstel is niet controversieel verklaard en is gereed voor plenaire behandeling in de Tweede Kamer.

Rechtbanken binnen het ressort Arnhem hebben in navolging hiervan en anticiperend op dit wetsvoorstel de indicatiebesluiten zonder geldige termijn geaccepteerd. De kinderrechters hebben de verzoeken tot verlenging uithuisplaatsing wel altijd op inhoudelijke gronden getoetst, namelijk of het voortduren van de uithuisplaatsing noodzakelijk was in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige of tot onderzoek van de geestelijk of lichamelijke gesteldheid van de minderjarige (zie ook bij antwoord 5).

Er zijn hierover geen landelijke afspraken gemaakt. Provincies hebben op verschillende wijze geanticipeerd op het in werking treden van het wetsvoorstel waarmee de duur van het indicatiebesluit komt te vervallen. Het is aan individuele kinderrechters hoe zij daarmee omgaan.

4 Zijn deze afspraken voor zowel het vrijwillige als het gedwongen kader gemaakt?
De zaken, verzoeken tot verlenging machtiging uithuisplaatsing, die bij de kinderrechter dienen, betreffen zaken in het gedwongen kader.

5 Bent u van mening dat het indicatiebesluit een puur formeel, “bureaucratisch” vereiste voor financiering van zorg is? Zo nee, hoe verklaart u de afspraak die rechtbanken in het ressort Arnhem zouden hebben gemaakt met provincie en zorgaanbieders dat er geen einddatum meer op de aanspraak voor zorg genoemd wordt in het indicatiebesluit, waarmee de wet buiten toepassing wordt gelaten?

Het voorstel om de duur te schrappen is niet gebaseerd op de gedachte dat dit een puur formeel vereiste zou zijn, maar op het volgende. De duur betreft het aantal weken of maanden van de voorziene zorg.
 
De zorgaanbieder waarbij een cliënt zijn aanspraak geldig maakt, is gehouden de in het indicatiebesluit aangegeven zorg te bieden. Zolang de in het indicatiebesluit opgenomen duur niet is verstreken of zolang geen besluit is genomen dat de aanspraak vervalt, is de provincie gehouden om de door bureau jeugdzorg vastgestelde en door de zorgaanbieder geleverde zorg volledig te financieren. Deze systematiek geeft onvoldoende prikkel tot een doelmatige, doeltreffende zorg op maat door de zorgaanbieders. Door het laten vervallen van de verplichting om in het indicatiebesluit de duur van de jeugdzorg op te nemen, kunnen deze problemen worden weggenomen.

Zoals aangegeven in het antwoord op de eerste drie vragen hebben de rechtbanken binnen het ressort Arnhem, anticiperend op het wetsvoorstel waarmee de duur van het indicatiebesluit komt te vervallen, de indicatiebesluiten zonder geldige termijn geaccepteerd.

6 Bent u met het Gerechtshof van mening dat hier sprake is van schending van artikel 8 van het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden, namelijk het recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven?

7 Kunt u aangeven wat dit betekent voor de rechtspositie van ouders?

8 Kunt u aangeven wat dit betekent voor het vertrouwen van ouders in de rechterlijke macht en in de jeugdzorg?

Antwoord 6, 7 en 8

Het is niet aan mij om te treden in een uitspraak van de rechter.
In algemene zin ga ik in op het belang van toetsing aan internationale verplichtingen, waaronder die aan artikel 8 EVRM, dat ziet op het recht op respect voor het gezinsleven en privéleven. Toetsing aan dit artikel voorafgaand aan besluitvorming over uithuisplaatsing is een belangrijke waarborg voor de rechtspositie van de ouders.

Zowel het kind als de ouders moeten er op kunnen rekenen dat besluitvorming over ingrijpende beslissingen, zoals een uithuisplaatsing, zorgvuldig tot stand komt. Immers, dat ouders en kinderen in elkaars gezelschap kunnen verkeren is een fundamenteel onderdeel van het uitoefenen van het familieleven.

Een uithuisplaatsing vormt een inmenging in dit recht, maar kan na een zorgvuldige afweging van alle concrete omstandigheden gerechtvaardigd zijn voor het veilig en onbedreigd opgroeien van het kind. Bij besluitvorming over uithuisplaatsing moet er dan ook sprake zijn van krachtige en zware overwegingen in het belang van het kind, die een uithuisplaatsing onder de omstandigheden noodzakelijk maakt.

9 Kunt u aangeven wat dit betekent voor de zorgconsumptie en het motiveren van ouders en kinderen om het beter te doen?

De afspraak om geen omvang en geen duur meer in het indicatiebesluit op te nemen is overeenkomstig voorgestaan rijksbeleid. Dat moet ervoor zorgen dat de zorg beter op de behoefte van de cliënt afgestemd kan worden. De zorgaanbieder moet de concrete duur van de zorg immers in onderling overleg en na instemming van de cliënt en in overleg met bureau jeugdzorg bepalen. De verwachting is dat dit ook ouders en kinderen motiveert.

10 Is het u bekend of de bovengenoemde afspraken inmiddels zijn beëindigd? Bent u voornemens maatregelen te nemen?

Naar aanleiding van de uitspraken van het Gerechtshof Arnhem accepteren de gerechten niet langer indicatiebesluiten waarin geen duur is bepaald of waarin een duur is bepaald die de wettelijke termijn overschrijdt.

Ik ben voornemens om met het IPO in overleg te treden om tot een pragmatische oplossing te komen. Hierbij zal ik het voorstel van de provincie Overijssel betrekken om in geval van een “machtiging uithuisplaatsing” de duur van de indicatiestelling hieraan gelijk te stellen.

Hoogachtend,

de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

bron: Rijksoverheid Kamerstukken

Commentaar:

"De zorgaanbieder waarbij een cliënt zijn aanspraak geldig maakt, is gehouden de in het indicatiebesluit aangegeven zorg te bieden. Zolang de in het indicatiebesluit opgenomen duur niet is verstreken of zolang geen besluit is genomen dat de aanspraak vervalt, is de provincie gehouden om de door bureau jeugdzorg vastgestelde en door de zorgaanbieder geleverde zorg volledig te financieren. Deze systematiek geeft onvoldoende prikkel tot een doelmatige, doeltreffende zorg op maat door de zorgaanbieders. Door het laten vervallen van de verplichting om in het indicatiebesluit de duur van de jeugdzorg op te nemen, kunnen deze problemen worden weggenomen."

Logisch redeneren is een kunst.

Als het indicatiebesluit zonder einddatum is kan jeugdzorg er nog beter mee weg komen dat er in de periode van de OTS of UHP geen dan wel niet passende hulp is verleend. Ze kunnen dan eindeloos de kans krijgen zaken nog meer in het honderd te laten lopen. Het is een drogreden. Een rechter dient te beoordelen of jeugdzorg aan haar verplichtingen voldoet. Voor de verleende zorg maakt dat niet wezenlijk uit. Blijft jeugdzorg in gebreke dan wordt de OTS/UHP inhoudsloos en kan gestopt. Wordt er goede zorg gegeven die verlenging behoeft dan kan dat geregeld worden. Overigens zijn de meeste ouders heel goed te motiveren voor goede zorg zonder OTS of UHP. Het vrijwillig kader wordt voortdurend onderbenut. Een OTS of UHP moet maskeren dat er geen of te weinig passende hulp bestaat. En suggereren dat OTS danwel UHP het passende hulpaanbod is. Nogmaals, blijft jeugdzorg in gebreke om de zorg binnen de termijn te leveren dan hoort de OTS of UHP te stoppen. Dat is geen hulp maar machtsmisbruik.

Anoniem

                      Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
C http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html

1 opmerking:

  1. Indicatiebesluiten van BJZ kunnen vals gebaseerd zijn:
    Er moet dus vaker en diagnostischer gewerkt worden.
    Een indicatie moet eigenlijk een verwijzing naar een specialist of diagnost zijn.

    Naar EVRM art. 6 en vervolgens IVRK art. 24 e.d. zou het kind recht moeten hebben op de mogelijkheid zich jaarlijks te verzetten tegen slechte indicaties die waarschijnlijk niet hebben geleid tot diagnostiek, en dat terwijl het kind recht heeft op hoogwaardiger gezondheidszorg dan sociaal werk dat BJZ levert.

    De staatssecretaris van V&Justitie is dus in overtreding met zijn beantwoording, of te ondeskundig?!
    Zal religieus geloof in de mooipraat van de BJZ-lobby meespelen?
    Ik dacht dat er scheiding van staat en religie zou bestaan in de Nederlandse wetgeving?!!

    BeantwoordenVerwijderen