maandag 1 april 2013

Schijnhechting bij uithuisgeplaatste kinderen


Juist heeft de jeugdzorgwerker of gezinsvoogd (BJZ) het vaak over hechtingsproblemen en niet over een mate van onveilige gehechtheid, waarschijnlijk omdat de jeugdzorgwerker schuw is voor deskundiger mensen; het moest haast wel dat ze allergisch zijn om direct door te verwijzen naar een passend diagnost, een specialist.
 

Dossieronderzoek wijst uit dat te vaak de jeugdzorg en de gezinsvoogdij schemeren bij de rechter alsof het kind een 'hechtingsstoornis' zou hebben als reden voor ingrijpen, terwijl er geen diagnostisch rapport geleverd wordt van een daartoe gespecialiseerd diagnost. Een individuele diagnose over de mogelijke mate van onveilige gehechtheid (wat BJZ frequent "hechtingsstoornis" noemt, wat veel meer pathogeen is) kan met de EAS-test.


De EAS is een testmethode 'Emotional Availability Scales' waar zowel met het kind als met de ouders in totaal 4 gedragsobservatieschalen moeten worden ingevuld door een speciaal daartoe opgeleide deskundige. Hierover is meer te vinden op: 
 
http://www.rechtspraak.nl/organisatie/publicaties-en-brochures/researchmemoranda/documents/researchmemorandum20106_beslissingen-over-kinderen-in-problematische-opvoedingssituaties.pdf 
een Research Memorandum van prof. F. Juffer van 2010/6, pagina 29. Het artikel gaat beperkend over de reactieve vorm.

Meer over diverse vormen van onveilige gehechtheid in juridisch verband, en BJZ is juridisch, is te lezen in het maandblad FJR 2012, nr. 11, /95, pagina's 291-293. Vaak ziet het kind in jeugdzòrg geen diagnost, of een te algemene psycholoog die vanuit BJZ te beperkende onderzoeksvragen heeft gekregen. (Daarom zou rechter ook de onderzoeksvragen van de ouders en hun deskundige moeten meenemen in zijn afweging).  
 
Een indicatie behoort betrouwbaar te zijn, maar is met de zeer zware bewering over hechtingsstoornis veeleer een beschuldiging alsof ouders fout zouden opvoeden. Wanneer echt er een vermoeden over de hechting is, is verwijzen naar de specialist uiterste noodzakelijkheid.

Het mogelijke gedragsprobleem kan ook een andere zijn, en hiervoor is eveneens een echte diagnose nodig -- in het belang van het kind. 
De kreet die jeugdzorg naar rechters gebruikt, is zonder diagnose zonder passend specialist dan ook slechts bespelende speculatie, zonder degelijk onderzoek.

Daarom is BJZ of de aanstaande Jeugdhulp of gezinsregisseur geen effectieve indicator voor gedragsproblematiek en andere psycho-medische gezondheidszorg:

BJZ maakt van bijna alle binnenkomende zaken er een sociaal pedagogisch probleem van, dat dus bij de ouders zou moeten liggen, want dat is de eis van BW1:254 lid 1, als dat cliché maar gebezigd wordt door de RvdK onder invloed van BJZ/AMK, dan gelooft de rechter het. Als een dommekracht.

Aspirant-adoptieouders (die moeten betalen voor de adoptie en de verplichte VIAcursus) leren op hun verplichte cursus over hechting. Ook moeten ze na aankomst in Nederland screenen bij een kinderarts.

Pleegkinderen worden als 'therapie' uithuisgeplaatst in een vreemde omgeving gezet, en BJZ hoeft maar te zeggen: "daar is het kind veilig" en de rechter gelooft dat. Onzin natuurlijk: Een beschermingsmaatregel is geen therapie. Vaker vervreemdend. Elke invoelende ouder weet dat een kind zich daar onveilig voelt, zo onbekend en weg van (veelal leerbare) ouders. Schijnhechting is een beschermingsgedrag bij kinderen die in zo'n situatie geplaatst worden.

Er is specialisme nodig om dat goed te begeleiden.

Pleegkinderen blijken uit onderzoek net iets vaker kans te maken op crimineel gedrag, drugsgebruik en schooluitval dan geadopteerden, gemeten met gedesorganiseerd onveilige gehechtheid. ( Staafdiagram uit:  artikel “Een nieuwe start: gehechtheid van adoptiekinderen” door Linda van den Dries & Femmie Juffer en is verschenen in blad Wereldkinderen, nr. 1, 2011 








Geïnstitutionaliseerde kinderen maken nog opvallend vaker kans op deze 'onthechting'.)                

Er wordt ook gezegd door kinderpsychiaters dat het uithuisgeplaatst-zijn schadelijke aspecten kent voor een kind. Loyaliteitsproblemen en minderwaardig zelfbeeld, etc.... het UHP is echt een zeer uiterste maatregel.

Maar Nederland loopt voorop met uithuisplaatsen door sociaal werkers; niet door diagnosten.

BJZ leidt kinderen te snel en dus niet-effectief weg uit hun vertrouwde omgeving.
In Zeeland bleek dat 50% tot waarschijnlijk ~75% beter effectiever via thuis behandeld kon worden (prof. Jo Hermanns).

Een uithuisplaatsing heeft een af te wegen groot risico op extra problematiek, wat we bijna nooit afgewogen zien in indicatiebesluiten van jeugdzorg! Iets wat kinderrechters toch zouden moeten weten en willen afwegen. (Waar BJZ reeds heeft getoond dat deze tegen de zorg of een rechterlijk besluit ingaat of deze vertraagt, zou de rechter zelf een deskundige moeten aanstellen, die buiten de gegevens vanuit BJZ om tot een diagnose komt, met kind en met ouders. Het voordeel is temeer dat ouders zich beter leerzaam tonen waar -op niveau- deskundig wordt uitgelegd hoe dit kind specifieke opvoedingssignalen nodig heeft. Een bron is:

http://www.hechtingsproblemen.nl/nl/therapeuten. BJZ kan een weerstandige juridische tégenpartij zijn bóven het belang van het kind-oudersysteem).

Het kind heeft daarnaast dus ook (in latere ontwikkelingsfase) de noodzaak zijn genetische afkomst te kennen, en niet smoeshalve van een fotootje of een uurtje bezoek per kwartaal onder beschermende ogen van een ondeskundig maar bemoeizuchtig gezinsvoogd, maar te kennen door frequente omgang.

Hechting aan eigen ouders gaat dus verder dan plotsklaps pleegouders, die vreemde verhalen vertellen over het waarom van de verwijderde ouders, dankzij gepolariseerde informatie van de gezinsvoogd over de ouders, of over de reden van UHP, die vaak niet diagnostisch verantwoord zijn.

Vaak zijn ouders wel leerbaar, waar er een specialist de ouders uitleg en begeleiding geeft. Deze hulptrajecten zijn voornamelijk goedkoper en effectiever dan die van jeugdzorg. (€ 8.000 Gz, tegenover € 100.000 Jz - per case; http://www.accare.eu/qontex/online/veelgehoorde_misverstanden.asp).

UHP is dus gevaarlijker dan BJZ doet voorkomen.

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI%3ANL%3ARBAMS%3A2013%3ACA3239&keyword=LJN
 

TS

10 opmerkingen:

  1. Uit het onderzoek van J.Doyle blijkt dat pleegkinderen veel grotere kans hebben op latere gedragsproblemen, dus is pleegplaatsen door niet-diagnosten gevaarlijk voor de opgroeienden.
    Niet voor niks zeggen wetenschappers:- Doek BJz op!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Naast de reactieve vorm van hechtingsstoornis (oorzaak: verkeerde opvoedrepresentatie)
    kan het kind ook autonoom hechtingsgestoord zijn, met oorzaak in genetisch defect of prenathaal.
    Een andere oorzaak kan adoptie zijn, de adoptieve variant.
    Een vierde oorzaak is het verkeerd en nadelig handelen door jeugdzorg, waardoor een kind vervreemd van zijn vertrouwde ouderlijke omgeving.

    Een echt gediagnosticeerde hechtingsstoornis is nogal pathogeen, en heeft een passende therapie nodig, intensief en langdurig. De gezinsvoogdij heeft er een handje van om ook een lichte mate van onveilige gehechtheid al als pathogene hechtingsstoornis voor te doen naar de rechter, en dat zonder diagnostsisch bewijs, ondeskundig.

    Een diagnose hierover is voorbehouden aan een specialist (buiten BJZ).

    Door het niet stabiel kunnen vertrouwen op de opvoeders (bij bijv. behoefte aan troost), dus zeker bij een ongeleidelijke verwisseling van opvoeders, kan een mate van onveilige gehechtheid ontstaan, dus zoals door uithuisplaatsen.

    Derhalve is uithuisplaatsen nog maar een half verhaal, en dient jeugdzorg vervangen te worden door een diagnostiek-therapeutisch traject waar er echt sprake is van onveilige gehechtheid.

    Ook bij andere gedragsstoornissen moet er een diagnosisch rapport liggen en een passende therapie verstrekt te worden.
    Het schemeren over ˊveiligheidˊ is sslechts een deel van de behoeften van een kind, dat zich het veiligst thuis in z'n vertrouwde omgeving voelt.
    Ouders kunnen onder leiding van een echte deskundige zeker wel leerzaam zijn, al doet de gezinsvoogd van niet.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. In der daad,
      kinderen lijken het soms wel aardig te doen in pleegsituaties, maar dat blijken vaak schijnaanpassingen, en na jaren kan blijken dat het kind beschadigd is geraakt door deze pseudo-hulpverlening van jeugdzorg. Daar schemert (mooi gezegd) BJZ mee, als mooipraat.
      Heeft BJZ ooit niet-vertroebelende uitleg gegeven, wat door een pedagoog buiten BJZ niet lekgeprikt is geworden??

      In het woord jeugdzorg zit zorg, maar BJZ levert geen zorg, maar behoort door te verwijzen als er wat aan de hand lijkt.
      Laat de diagnost maar bekijken of er een beschermingsmaatregel nodig is of een ander kwalitatief juist hulptraject!
      Passende hulp is effectiever, ja.

      Verwijderen
  3. Bovenstaand artikel geldt natuurlijk ook voor verlengingsverzoeken.
    Voor rechters belangrijk te weten:

    - Een diagnose kan binnen 3 maanden, zodat de smoes van BJZ dat de diagnose na een jaar nog niet is afgerond, een zeer verdacht argument is om een OTS of UHP te verlengen.

    Zal daarbij de vermoedde allergie voor diagnosten meespelen? ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Kinderrechter vindt 1 uur per maand omgang schadelijk! Lees uitspraak...

    http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI%3ANL%3ARBAMS%3A2013%3ACA3239&keyword=LJN

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Er worden 2 bedragen genoemd.
    De berekening:
    --Gz: gemiddeld duurt een diagnostisch verantwoord GZ-traject 460 dagen, dus nog geen 2 jaar. 2 jaar x 4.000 = 8.000 per case gemiddeld.
    --Jz: gemiddeld duurt een Jeugdzorgtraject ruim 4 jaar. Ruim 4 x 24.000 = 100.000 per case.
    Daarmee zijn de 8 en 100 duizend te verklaren.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Toen ik in het kindertehuis woonde, heb ik om lief gevonden te worden, altijd maar gedaan wat nu eenmaal moest.

    En altijd verteld wat ik dacht wat ze wilde horen.
    Met het ouder worden werd dit een gewoonte.
    Dit betaal ik nu met mijn gezondheid. Ik heb aanvallen die op epilepsie lijken.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Precies, je doet alles zoals men je wijsmaakt. Je bent toch nog te beïnvloeden en te vormen want je bent een baby of nog een kind. Maar altijd met de blijde verwachting dat er ergens aan het onbekende einde toch een stel liefdevolle ouders op je zit te wachten.

      Of in ieder geval dat je niet meer 'anders' bent dan de 'gewone' kinderen op school. Dat iemand je komt redden van al die vreemde ogen die altijd maar op je gericht zijn.

      En soms van die vreemde handen die maar aan je willen zitten In de blijde verwachting om je nooit meer alleen of eenzaam te hoeven voelen tussen zovelen .....Ouderlijke liefde is onvoorwaardelijk, de liefde van jeugdzorg is puur zakelijk en tijdelijk. Werkverschaffing, door eindeloze impasses van beoordeling en categorisatie en selectie.

      Er is weer geen 'plek' voor je,dat zie je in de wanhoop in hun ogen ...Ze weten echt niet wat ze met je moeten dus je voelt je nooit meer goed genoeg....Ben ik niet goed genoeg voor mijn ouders om van me te houden ? Ben ik niet goed genoeg om van mijn eigen ouders te houden? Ben ik niet goed genoeg om geadopteerd te worden?

      Dertig jaar later begrijp je het nog steeds niet, al ken je de feiten, de geschiedenis. Maar ....dan schrik je, ze hadden toch....En al helemaal niet te begrijpen als volwassene.

      Had het drama niet kunnen worden voorkomen, als,als,als.....

      Verwijderen
  7. Mijn uit huis geplaatste kind zou volgens BJz juist té gehecht zijn aan mij. Waardoor ze hem op hun manier zoveel mogelijk probeerde te onthechten.

    Met als resultaat, dat hij als kwetsbaar kind helemaal doordraaide en allerlei crimineel gedrag is gaan vertonen,waardoor hij in strafinrichtingen terecht is gekomen. Uiteraard ligt de schuld bij mij als ouder. Hierdoor mocht ik hem nog minder zien.



    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bij ons werd iets soortgelijks beweerd door een ondeskundige leerkracht, totdat een psychologe daar korte metten mee maakte en de gezinssituatie onder de loupe nam. Conclusie: kind voelt zich juist goed, veilig en goed begrepen in het gezin maar daarbuiten gaat het mis... Dit sloot gelukkig naadloos aan bij de conclusie van een orthopedagoog en begeleider van begaafde dropouts, die meteen herkenden dat de onveiligheid had gezeten en zat in de wijze waarop hij benaderd en totaal niet gezien en erkend was op de basisschool... Hij

      Verwijderen