vrijdag 19 april 2013

Haagse hersengymnastiek

http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/04/09/beantwoording-kamervragen-over-het-bericht-dat-jeugdzorg-steeds-meer-zelfstandige-ondernemers-krijgt/beantwoording-kamervragen-over-het-bericht-dat-jeugdzorg-steeds-meer-zelfstandige-ondernemers-krijgt.pdf     

Antwoorden staatssecretaris van Rijn op Kamervragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) 9 april 2013 

Op jeugdzorggebied is mijn woordenschat de laatste jaren toegenomen. Transitie, transformatie, NJI, Jeugdzorg, BJAA, Yunus, pleegouders, CJG, BJZ, UHP, OTS, commissie Samson enz. enz. Een recente woordvondst is Ouder-Kind-adviseur (O-K) dat wat mij betreft beter in KO-adviseur (knock out) veranderd kan worden, gezien het grote aantal lam- en murfgeslagen mensen na kennismaking met zo’n jeugdzorgwerker.
 
De taal die je moet leren spreken in de wondere wereld van jeugdzorg is nog niet zo eenvoudig.

De moeilijkheid is, veel woorden in jeugdzorgland klinken wel hetzelfde, maar hebben niet dezelfde betekenis als in de rest van het land. Een paar voorbeelden: feit, waarheid, professional, deskundigheid, zorg, medewerking enz. In jeugdzorgland is de betekenis ervan totaal anders. Onlangs leerde ik dat ‘uithuisplaatsing’ eigenlijk ‘inhuisplaatsing’ betekent.  Soms raak ik er nogal eens door in de war. Volgens mij ben ik niet de enige. Ook kamerleden vragen zo nu en dan aan staatssecretaris van Rijn ( het opperhoofd van jeugdzorgland) of ze iets goed begrepen hebben. Zoals Vera Bergkamp: 

Vera Bergkamp aan staatsecretaris van Rijn:
‘Begrijp ik uit uw beantwoording van eerdere vragen dat de Inspectie Jeugdzorg niet direct toezicht uitoefent op de particuliere zorgaanbieders, maar via de hoofdaannemer?’ 

Van Rijn:
Zoals aangegeven in antwoord op uw vorige vragen over particuliere onderaannemers in de jeugdzorg, is in het Protocol voorwaarden inzet particuliere zorgaanbieders in de jeugdzorg als onderaannemer afgesproken dat de provinciaal gesubsidieerde zorgaanbieder (de hoofdaannemer) er zorg voor draagt dat de Inspectie Jeugdzorg (hierna IJZ) via haar toezichttaak kan controleren of de particuliere onderaannemer verantwoorde zorg biedt aan de cliënt. De hoofdaannemer draagt er zorg voor dat de IJZ toegang heeft tot de particuliere onderaannemer waar de cliënt verblijft.

De IJZ voert dus rechtstreeks bij de onderaannemer toezicht uit.

In april publiceert de IJZ een rapport over onderaannemers in de jeugdzorg. Zoals gebruikelijk zal ik tegelijkertijd dit rapport, vergezeld van een beleidsreactie, aan uw Kamer aanbieden.  
 
Haagse hersengymnastiek? 
Ik lees en, omdat ik wat verwart raak door het lange antwoord van de staatsecretaris, lees ik het nog een keer. Ik denk te snappen wat er staat, maar ergens klopt er iets niet volgens mij. Kort samenvatten, kan misschien orde en rust brengen in de verwarde gedachten?


Nogmaals: 

Vera Bergkamp:
Ik begrijp dat de inspectie de onderaannemer niet rechtstreeks controleert?  

Van Rijn legt uit:
De hoofdaannemer is ervoor verantwoordelijk dat de inspectie de onderaannemer kan controleren.
De hoofdaannemer zorgt dat de inspectie toegang krijgt bij de onderaannemer.
De inspectie voert dus rechtstreeks bij de onderaannemer toezicht uit. 

Kijk, nu ben ik er. Mijn verwarring ontstaat bij de conclusie van de Staatssecretaris.

Op grond van wat de Staatsecretaris vooraf uitlegt, zou er volgens mij voor  het woord ‘rechtstreeks’ het woordje ‘niet’ moeten staan. Of heb ik het mis? ‘t Zou zomaar kunnen, ik beheers de jeugdzorgtaal en jeugdzorglogica nog niet zo. En Vera Bergkamp? 
 

YB
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten