zaterdag 12 januari 2013

Wat is het houvast van de indiceerder?


In de schijnbare strijd tussen verstand en gevoel als bepalende factoren om een betere wereld te creëren, worden deskundigheid en menselijkheid wel eens onterecht tegenover elkaar gezet. Ook op Jeugdzorg Dark horse is een dynamiek gaande, tussen de voorstanders van een benadering vanuit een hoogwaardiger niveau van gezondheidszorg voor kinderen (onderzoek door een universitair geschoolde deskundige, tegenover de speculaties van een HBO-niveau BJz-medewerker) en de mensen die een denkwijze hanteren vanuit humanistisch psychologisch standpunt, vanuit het innerlijk van het kind (en de intrinsieke waarde van het ouderschap).
Met het recente artikel op deze blog ‘Keurig in het gareel’ is er weer een flinke duit in het zakje gedaan van deze discussie, vanuit het vertrekpunt van een meer menselijke benadering. Het kind bevrijden uit de terreur van cijfers en statistieken, waaraan het moet worden aangepast. Het met argusogen volgen van het kind (en verdacht maken van ouders) vanaf het consultatiebureau, langs alle verschillende scholen en hulpverlenende instanties tot aan het achttiende of misschien tot het drieëntwintigste jaar. Met de voortschrijdende afstemming van professionals op elkaar, in een straks perfect gesloten systeem, wordt het voor ouders (en dat is nu al zo) een strijd tegen een machtige machine, een monster, wanneer één hulpverlener iets opschrijft wat niet met de feiten in overeenstemming is en alle anderen dat gaan overnemen en het (vanuit die insteek) aanvullen, met hun gestuurde observaties.
Verstand en gevoel, wat hebben ze ons te zeggen? Zonder inzicht in een situatie, kunnen gevoelens (zelfs heel heftige) volkomen misplaatst zijn, wat ook de reden is dat er op hartverscheurende verhalen vaak niet gereageerd wordt door BJZ-professionals, of dat dezen als symptomen worden gezien van een aandoening bij degene die ze uit. Zonder gevoel kan er een systeem van hulpverlening worden gecreëerd, dat er op papier heel efficiënt en deskundig uitziet, terwijl het in de praktijk erbarmelijke resultaten laat zien, omdat de hulpverleners er niet in slagen een normale connectie tot stand te brengen met de cliënten, waardoor het hulpverlenen veranderd in afstraffen, door de verongelijkte hulpverlener die eist dan zijn/haar professionaliteit erkend wordt.
In het geval van jeugdzorg is het niet moeilijk te raden waar de bestraffende mentaliteit vandaan komt, als we nagaan wat gezinsvoogden zelf over hun werktevredenheids-niveau te melden hebben. Ze zijn bijna allemaal de mening toegedaan dat ze niet genoeg tijd hebben voor de cliënt, dat ze bedolven worden onder papierwerk en dat het management er geen begrip voor heeft als een bepaalde casus extra aandacht nodig heeft, vanwege de complexiteit. Er moet gewoon geproduceerd worden! Daarnaast speelt er naar mijn idee nog een ander probleem, dat samenhangt met de rol van BJz als indiceerder. Het woord indiceren impliceert dat BJz de indicaties stelt (kijkt welke hulp er nodig is) en het gezin vervolgens doorverwijst naar een hulpverlenende instantie, zoals bijvoorbeeld Altra, of Anacare. Ze verlenen zelf dus geen hulp en dat lijkt me lastig als je ooit met je opleiding begonnen bent, met het idee dat je mensen ging helpen.

Wat moet dat leeg voelen, als je er alleen maar bent om een inschatting van de situatie te maken, terwijl je het daadwerkelijke hulpverlenen moet overlaten aan anderen. Je krijgt niet de tijd om te controleren of je observaties juist waren, want dan moet je alweer naar het volgende gezin. Je hoeft de meningen die geuit worden tijdens een informantenonderzoek alleen maar in kaart te brengen en niet te controleren op juistheid, zodat je wellicht meewerkt aan een lastercampagne van één van hen. 

Er wordt niet geëist dat je voldoende psychologisch inzicht hebt, om de motieven van de informanten in te schatten en daarmee verval je tot de rol van notulist. Tot proces-verbaalschrijver in zaken van sociale overtredingen ‘Meneer, u heeft het aantal decibellen overschreden bij het adresseren van uw kinderen. Dat is strafbaar’. Is het een wonder dat ze zich als een vervelend politie-agentje in je gezin binnendringen, als ze je met de ‘bon’ kunnen achterlaten, zonder de verantwoordelijkheid te dragen voor de gevolgen in de rechtbank?
De gezinsvoogd en de AMK-onderzoeker zijn geen ambachtsmensen. Ze bouwen geen relatie met het gezin op en ze hebben daarom als ‘hulpverlener’ ook niet voldoende ruimte om die term invulling te geven. Er is geen grond onder hun voeten, geen houvast, omdat het eigenlijke werken met het gezin door anderen gebeurt. De BJz-medewerker wordt in feite niet gezien en dat frustreert. Hoe vaak worden gezinsvoogden niet de rapporten van alle voorgaande gezinsvoogden in de schoot geworpen, met het bevel van hogerhand om er een mooie OTS of UHP uit te slepen. Een gezinsvoogd presteerde het eens om voor de rechter ook de positieve zaken in het gezin te willen benoemen, maar binnen het ‘toetsingskader’ (MDO) werd haar dat voortijdig uit het hoofd gepraat. Dat was niet de bedoeling, want ze gingen toch niet voor niets naar de rechter?  
Als ik zo moest werken en met mensen omgaan, zou ik daar ook een beetje chagrijnig van worden. Het lijkt er sterk op, dat er bij een gestroomlijnde hulpverlening voor BJz weinig eer te behalen valt en dat haar belangrijkheid, juist door haar prestaties, enorm zou inkrimpen. Een BJz die goed doorverwijst, die zie je niet. Maar door de hulpverlening aan ouders voortdurend te juridiseren en de strijd aan te gaan, krijgt ze een gezicht en heeft ze schijnbaar bestaansrecht. BJz is onder de huidige voorwaarden van werken, goed bekend bij iedereen. Men haat ze, maar ze worden gezien!  Het is alsof ze met de jonge Julius Caesaer willen zeggen: ‘Ze hoeven  me niet aardig te vinden, als ze me maar vrezen.’
Wat de dynamiek betreft tussen verstand en gevoel, kan er van BJz geconcludeerd worden dat zij noch over de één, noch over de andere beschikken. Door hun onwil om hoogwaardige diagnostiek in te schakelen en in plaats daarvan liever te speculeren over het gedrag van het kind, verliezen ze het vertrouwen voor wat betreft hun deskundigheid. En door keer op keer met ouders de strijd aan te gaan, de eigen fouten en overtreding van protocollen te ontkennen en alles wat ouders doen in een kader van verdachtmaking te trekken (wat met een beetje goede wil ook anders uitgelegd had kunnen worden) geven ze met het ontbreken van de deskundigheid, gelijktijdig  blijk van een volkomen gebrek aan menselijkheid.

Sven Snijer

                        Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html

3 opmerkingen:

  1. Negatieve aandacht is ook aandacht ..

    Als opleiding voor gvn is MW/MWD de norm. En die weten echt niets van onderzoek/psychologie/recht/statistiek/stoornissen etc.

    Het is toch gewoon logisch dat het een puinhoop is en blijft als je ongeschikte imbecielen macht geeft en verantwoordelijk maakt?

    Pleiten voor verbetering heeft geen zin. Iemand die ongeschikt is of een ongeschikt systeem kan je nl niet 'verbeteren' ..

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Sven voert aan:

    'In de schijnbare strijd tussen verstand en gevoel als bepalende factoren om een betere wereld te creëren, worden deskundigheid en menselijkheid wel eens onterecht tegenover elkaar gezet.'

    Ik vraag mij af;' is de strijd tussen verstand en gevoel wel zo'n schijnbare?'
    Speelt deze strijd zich niet in realiteit af bij ieder mens? Waarbij hij steeds weer de keuze moet maken..'luister ik naar mijn verstand of naar mijn gevoel?'(voor zover nog aanwezig!)

    Als er ergens een plek is waar de 'verstandelijken' en de 'emotie-ers' elkaar tegenkomen, is dat wel het geval bij de confrontatie tussen
    de overwegend verstandelijke 'hulpverleners' en degenen waarvan de hulpverleners vinden dat zij vaak hun hulp nodig hebben in het familierecht.
    De hulpverleners worden hulpopdringers en aan de andere kant roept de opgedrongen hulp alleen maar meer verzet op.

    Het zal logisch zijn, dat in een wereld waar sterk de nadruk op het cognitieve ligt, het gevoel in de verdrukking komt.
    Feit is dat de wereld...tenminste de Westerse...
    steeds cognitiever wordt, maar tegelijkertijd ook steeds angstiger, waar dan weer vaak zonder resultaat met allerlei medicijnen en z.g. 'deskundigen' iets aan gedaan moet worden.
    Zou deze overdaad aan cognitie te maken hebben met de toename van de angsten voor van alles en nog wat?.. Het is heden ten dage vreemd, als je niet één of andere fobie hebt; dat is gewoon een voorwaarde om er bij te horen.

    Wat opvalt is dat medewerkers van een club als Jeugdzorg over buitengewoon veel macht en middelen beschikken en aan de andere kant toch erg bang zijn...in gesprekken met hun 'klandizie' dragen ze vaak alarmeringsmogelijkheden bij zich, waarmee zij de hulp van beveiligers in kunnen roepen.
    Als de 'klandizie' met enige stemverheffing spreekt, voelt men zich al bedreigd en wenst hier niet mee geconfronteerd te worden; wordt hier door de 'klandizie' geen gehoor aan gegeven, dan wordt de beveiliging ingeschakeld en staat de 'klandizie' voortaan te boek als buitengewoon agressief overkomend en loopt zij de kans in één of ander psychiatrisch traject terecht te komen, want in deze sector is de beleving hetzelfde als het feit.

    De met macht beladen hulpverleners, die het cognitieve heilig verklaard hebben en dat afmeten met zaken als een I.Q. zijn in wezen emotioneel gehandicapt en zouden eigenlijk daarvoor in behandeling moeten...Alleen de vraag is bij wie?

    opa

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik ben het helemaal met deze analyse eens! Alleen denk ik dat we de term cognitie, de verstandelijke benadering, niet te snel op jeugdbeschermers van toepassing moeten achten. Ze hebben een schijn van verstandelijkheid, want als ze echt zouden nadenken, hadden ze ook het vermogen om de weerstand die ze bij mensen oproepen beter te kunnen uitleggen.Dan zouden ze vaker twijfelen aan hun eigen handelswijze.

      Dat ze dit zelden doen, is volgens mij een teken dat ze én geen empathie hebben én geen inzicht. Het woord 'deskundigheid' wordt door BJz gebruikt om haar macht te doen gelden, niet om goed onderzoek te plegen. Als je macht wilt uitoefenen, in deze overwegend cognitief ingestelde maatschappij, is het zaak om te doen alsof je deskundig bent en veel nadenkt over verbetering van je methodiek. Maar BJz en de Raad hoeven niet na te denken, omdat de rechters hen geen kritische vragen stellen en de politici evenmin.

      Ik denk ook dat de eenzijdige nadruk op cognitie angsten oproept bij mensen, die ze vervolgens gaan bestrijden met dwang. 'Ik moet.., jij moet..Wij moeten...' Veel mensen zijn de rust in zichzelf een beetje kwijt, en iedereen maakt elkaar gek. Toch is het denk ik bij het bestrijden van de misstanden bij BJz, goed om juist de rationele weg te volgen en te stellen dat BJz helemaal niet deskundig is en niet over de juiste kennis beschikt.

      Dat geeft ze een 'ongemakkelijk gevoel' en maakt ze nog krampachtiger en dwingender, maar uiteindelijk zullen ze onder de druk bezwijken. Dat lijkt mij de beste oplossing, want een normale gesprekspartner zijn ze gewoon niet. Niet met het hele rechtssysteem aan hun zijde en marionetten van politici.

      Verwijderen