vrijdag 18 januari 2013

Kinderrechters kunnen onvoldoende tegenwicht bieden tegen de macht van Bureau Jeugdzorg





http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/32015_verbetering

Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming 

NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMISSIE VOOR VEILIGHEID EN JUSTITIE1  

Eerste Kamerleden

Gedeeltes uit de tekst:

Vastgesteld 23 oktober 2012

De leden van de SP-fractie hebben ook een vraag over de opmerking van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) dat het kunnen voorleggen van een geschil aan de kinderrechter over de uitvoering van een OTS «een sterk conflictoplossend vermogen van de kinderrechter vergt en grote deskundigheid op het gebied van de jeugdzorg, kinderbe-scherming en ontwikkelingspsychologie, hetgeen een verzwaring van de taak van de kinderrechter zou betekenen». 

1 Deze leden concluderen dat de NVvR er kennelijk van uit gaat dat kinderrechters die deskundigheid niet hebben en ook niet nodig hebben en dat er daarom geen geschillenregeling zou moeten komen. Deze leden constateren dat het helaas juist is dat de meeste kinderrechters onvoldoende deskundigheid bezitten om voldoende tegenwicht te kunnen bieden tegen de macht van Bureau Jeugdzorg.

Het rouleersysteem, de nog steeds bestaande scheiding tussen straf- en civielrecht en het minimale cursusaanbod zijn hier onder andere debet aan. De Raad van State stelt nadrukkelijk dat de versterking van de positie van Bureau Jeugdzorg het nodig en gewenst maakt dat ouders geschillen over de uitvoering van een OTS aan de kinderrechter kunnen voorleggen. Het logische gevolg is dat de kinderrechter dan ook de deskundigheid moet hebben om het geschil op een goede manier te kunnen beoordelen. Naast deskundigheid is ook tijd nodig om een zaak goed te kunnen behandelen.

Op vragen gesteld in de Tweede Kamer antwoordt de regering dat de Raad voor de Rechtspraak heeft laten weten dat kinderrechters voldoende tijd hadden. Dit is in duidelijke tegenspraak met geluiden die regelmatig in de media opduiken. Die geluiden houden allereerst in dat kinderrechters onvoldoende deskundig zijn om tegenwicht te bieden tegen de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg.  

Daarnaast wordt gehoord dat justitiabelen, maar ook kinderrechters zelf, vinden dat zij onder zware tijdsdruk moeten werken. Is de regering bekend met deze kritiek? Kent de regering het rapport van de Raad voor de Rechtspraak «De positionering van de jeugdrechter»? 

2 Is de regering bereid om dit rapport nog eens uit het stof te halen en met de Raad voor de Rechtspraak in overleg te gaan over de kwaliteit van de jeugdrechtspraak, met het oog op deskundigheid en beschikbare tijd? Volgens deze leden lijkt dit noodzakelijk om de geschillenbehandeling ook werkelijk tot een zinvolle praktijk te kunnen doen uitgroeien.  

Zij ontvangen graag een reactie van de regering op dit punt. De leden van de SP-fractie wijzen ook op de brief van 4 juli 2011 waarin de Raad voor de Rechtspraak met name naar aanleiding van de amendementen een aantal opmerkingen maakt en vragen stelt waarvan de beantwoording van belang is voor een goede toekomstige toepassing van de wet. 

3 Deze leden hebben nog geen antwoorden gezien op deze vragen en verzoeken de regering alsnog te reageren op de brief.  

De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat het voorlopig verslag met betrekking tot dit wetsvoorstel al op 31 mei 2011 was vastgesteld. De memorie van antwoord heeft meer dan een jaar op zich laten wachten. In de memorie van antwoord vermeldt de regering dat de reden voor deze vertraging is gelegen in het laten uitvoeren van een ex ante-onderzoek. De eindrapportage van dat onderzoek dateert van 31 januari 2012. Waarom heeft de memorie van antwoord daarna toch nog een half jaar op zich laten wachten?  

3. Inwerkingtreding  

De leden van de VVD-fractie waren verrast dat de regering voornemens is het wetsvoorstel – als het wordt aangenomen door de Eerste Kamer – pas op 1 januari 2015 in werking te laten treden. Bepaalde onderdelen van het wetsvoorstel, waaronder de maatregel van opgroeiondersteuning, zullen zelfs pas in werking treden op het moment dat de stelselherziening 1 TK, 2008–2009, 32 015, nr. 4, blz. 12. 2 S. Verberk en K. Fuhler,″De positionering van de jeugdrechter, 2006. 3 F.W.H. van den Emster aan de staatssecretaris van veiligheid en Justitie inzake aanvullend advies wetsvoorstel herziening kinderbeschermingsmaatregelen, 4 juli 2012.


5. Artikelsgewijs  

Maatregel van opgroeiondersteuning (artikel 253z) De leden van de VVD-fractie zijn niet overtuigd dat een ondertoezichtstelling (OTS) zou moeten worden opgelegd op het moment dat er geen sprake is van vrijwillige medewerking aan een maatregel van opgroeiondersteuning. Zij pleiten er voor om in alle gevallen – dus ook als aan een maatregel van opgroeiondersteuning niet wordt meegewerkt – als voorwaarde voor het opleggen van een OTS te stellen dat er sprake moet zijn van een ernstige bedreiging in de ontwikkeling van de minderjarige. Dit is ook in lijn met het in de Tweede Kamer aangenomen amendement-Van der Burg en Bontes.1 Graag een reactie hierop van de regering.  

Gesteld wordt dat de maatregel van opgroeiondersteuning een beperking van het ouderlijk gezag inhoudt. De leden van de SP-fractie vragen of dat wel juist is. Het staat, zo merken zij op, namelijk nergens. Bij een OTS is de gezagsbeperking geformuleerd in de bepaling dat de ouders de aanwijzingen van de gezinsvoogd moeten opvolgen (artikel 263, nu artikel 258).

Een dergelijke bepaling kent de maatregel van opgroeiondersteuning niet. Moet de maatregel niet eerder gezien worden als een zogenaamde «drang»-maatregel waarbij de drang uitgaat van het feit dat er een OTS kan komen als ouders niet meewerken? Of is gezagsbeperking juist wel de bedoeling van de regering? Deze leden vragen de regering dit helder te formuleren.  

In 2008 constateerde dat de Raad voor de Kinderbescherming niet in staat was deze taak uit te voeren voornamelijk omdat Bureau Jeugdzorg verzuimde relevante documentatie naar de Raad te sturen. Na dit overduidelijke signaal van de inspectie bleek in 2010 geen verbetering te zijn opgetreden, hetgeen de inspecteur er toe bracht te adviseren beëindiging van een plaatsing altijd aan de kinderrechter voor te leggen. Waarom denkt de regering dat Bureau Jeugdzorg nu wel de discipline zal opbrengen de relevante documentatie tijdig naar de Raad te sturen?  

En hoe denkt de regering dat zulks goed gaat lopen als er een onoverzichtelijk aantal instellingen zal zijn die de gezinsvoogdij gaat uitvoeren? Deze leden ontvangen graag een antwoord dat verder gaat dan het constateren dat dit de verantwoordelijkheid van de gemeente zal zijn, gezien de rijksoverheid eindverantwoordelijke blijft. 

In reactie op de vraag van de leden van de CDA-fractie over afschaffing van het onderscheid tussen ontheffing en ontzetting uit het ouderlijk gezag door introductie van de maatregel tot beëindiging van het gezag, heeft de regering geantwoord dat niet de ouders, maar het kind centraal moet staan. Is het niet juist bij deze rechtsvormen dat ook de perceptie bij de ouders een grote impact kan hebben op het hele gezin en dus ook op het belang van het kind? Omdat het goed voorstelbaar is dat voor de betrokken ouders het wel een groot verschil maakt of men ontheven wordt of ontzet wordt uit het ouderlijk gezag, kan juist dit verschil positieve betekenis hebben. De voorgestelde «vereenvoudiging» doet dit teniet.


Uit ‘De positionering van Jeugdrechters’


Ook wordt door jeugdrechters regelmatig naar voren gebracht dat gezinsvoogden onvoldoende zijn toegerust voor hun taak. “De aard van de werkzaamheden van de huidige gezinsvoogd, voornamelijk casemanager, komt niet meer overeen met de opleiding van gezinsvoogden. Veel te veel gezinsvoogden zijn onvoldoende toegerust voor hun zware taken.” 

“Er is bij Bureau Jeugdzorg weinig tijd voor daadwerkelijke hulpverlening en er is een groot verloop van medewerkers, waardoor ook “groentjes” vol ingeschakeld worden, met niet altijd het gewenste resultaat. Jeugdzorg kan daar naar mijn mening

ook niet veel aan doen: het is dweilen met de kraan open. De mensen worden slecht betaald en staan onder grote druk in hun functioneren, ook vanuit de maatschappij.”

Aan dergelijke opmerkingen wordt, tijdens de casestudies en in de open antwoorden op het enquêteformulier, wel toegevoegd dat de spreekwoordelijke uitzondering de regel bevestigt: “De kwaliteit van de gezinsvoogdij is in het algemeen onvoldoende, maar er zijn wel gezinsvoogden die het uitstekend doen.” 

Het gebruik van aanwijzingen 

De schriftelijke aanwijzing is één van de ‘instrumenten’ die de gezinsvoogd ten behoeve van zijn taakinvulling ter beschikking staan. Het betreft de opdracht van de gezinsvoogd aan de minderjarige of aan de ouder die het gezag heeft, om iets te doen of juist te laten. Uit de enquêteresultaten blijkt dat slechts 14 procent

van de (civiele) rechters vindt dat de gezinsvoogden van deze mogelijkheid doorgaans een juist gebruik maken. “Het ligt namelijk vooral aan de gezinsvoogd of hij ertoe overgaat om tot een aanwijzing te besluiten: het is extra werk en hij maakt zichzelf kwetsbaar. 

Veelal verzandt de zaak in doorpraten en doormodderen. En als er dan al een aanwijzing wordt gegeven, zijn de ouders verbaasd dat zij voor bezwaar bij de gezinsvoogdij-instelling terecht moeten in plaats van bij de kinderrechter. De procedure is in verband met de oplossing van de zich voordoende pedagogische problemen ook te omslachtig.” Daarbij speelt mee dat een gezinsvoogd vaak niet goed weet hoe een aanwijzing juridisch vorm moet worden gegeven en aan welke eisen moet worden voldaan. Bovendien is de sanctievoor het niet-naleven van een aanwijzing het ontheffen van het gezag en dit wordt vaak als een te vergaande en daardoor niet-adequate reactie gezien. 

Gebrek aan controle 

De jeugdrechters vinden de tekortkomingen in de regie door de gezinsvoogden extra bezwaarlijk wegens het gebrek aan controle op de uitvoering van taken door het Bureau Jeugdzorg. “Het primaat van de beslissingen rondom een minderjarige ligt bij BJZ. Er is nauwelijks controle op de uitoefening van de taken. De Raad voor de Kinderbescherming speelt nauwelijks een rol, ook wanneer hij een adviserende taak heeft. De rechter heeft geen mogelijkheden tot beïnvloeding van de werkwijze van BJZ, anders dan een verzochte maatregel af of toe te wijzen. Het evenwicht tussen uitvoering en controle daarop is volledig zoek. Daarnaast is BJZ nog niet de professionele organisatie waar in de wet van wordt uitgegaan.” Kortom, er is volgens de jeugdrechters sinds de wetswijziging van 1995 een vacuüm ontstaan:

de regie in de keten van de jeugdbescherming die eerst bij de rechter lag, is naar hun mening onvoldoende overgenomen door het Bureau Jeugdzorg. 

NB

Dit zijn klachten uit 2000 en 2006!

Is er iets verbeterd?



                   Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

14 opmerkingen:

  1. Inmiddels wordt de papieren werkelijkheid van de regering ingehaald door de FEITEN uit de praktijk.

    De rechters hebben nog steeds niet door dat als je kinderen en ouders geen rechtszekerheid en rechtsbescherming biedt, dit bijna een garantie is voor nieuwe problemen en escalatie.

    Het min of meer blind volgen van adviezen en BEWERINGEN van instanties die zelf aangeven niet aan waarheidsvinding te doen is een garantie dat je als rechter niet meer serieus wordt genomen.

    Hoe stom en ongeschoold moet je zijn om dat zelf niet te doorzien?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Maar meneer Plasterk heeft de oplossing! Speelt BJZ ook nog eens in de kaart!
    WIJ moeten onze kinderen beter opvoeden!!
    Ondertussen is al gebleken (wederom vanmorgen op het nieuws!!)dat OMDAT volgens BJZ de ouders dat al heeeeeeel lang niet kunnen, onze kinderen worden verkwanseld en misbruikt!!
    Binnen instellingen, pleeggezinnen maar ook door "deskundigen"(Orthopedagoog in Haarlem?}
    WIJ moeten de kinderen volgens meneer Plasterk wat meer respect en gezag bijbrengen voor mensen die werken in publieke functies. WIJ moeten daarin het voorbeeld geven!! De ouders zijn de eerst verantwoordelijken!
    Nou meneer Plasterk, als ik zie wat er allemaal aan de hand is binnen publieke organen.(Scholen, ziekenhuizen, zorginstellingen, Jeugdzorg,politie, justitie) HOE zij te werk gaan maar ook HOE de volksvertegenwoordiging omgaat met klachten en hulpvragen uit de samenleving!! Hoe zij mogen liegen, bedriegen maar ook bedreigen en zich mogen en kunnen verschuilen achter commissies, onderzoeken maar in feite de verantwoordelijkheid ver van/voor zich afschuiven, kan ik alleen maar zeggen dat ik als ouder en burger het uitermate moeilijk vind respect voor deze publieke instanties op te brengen!
    Volgens mij werd er gisteren nog een debat gevoerd over de "immuniteit" van de mensen binnen publieke organisaties, hulpverleners en dergelijke producten.
    WIE kan aangesproken worden(!!??)

    Er is inderdaad een hoop mis binnen in onze samenleving meneer Plasterk!! Maar als wij als ouders gesommeerd worden in de spiegel te kijken verwacht ik dat toch zeker van de volksvertegenwoordiging die het "goede" voorbeeld zou moeten geven!!

    Jullie maken er een potje van!! WALGELIJK!!! Elke keer opnieuw krijg ik het gevoel dat mijn stem, mijn inbreng, van nul en generlei waarde is.
    Ik heb mijn kinderen geleerd respect te hebben voor IEDEREEN!
    Zij zijn inmiddels volwassen, eigen gezin, goede baan. Niks aan de hand dus zou je zeggen....
    Meneer Plasterk, als zij de kans zouden krijgen vertrokken ze vandaag nog uit Nederland. Ver weg van de bureaucratie en hypocrisie!!

    U kent vast de uitdrukking wel van "de splinter en de balk"

    Oma.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Niets verbeterd dus!!
    Chaos en ondeskundigheid wordt "bestreden" of "versnipperd" door chaos en ondeskundigheid!
    Gerechtvaardigd door wollige rapporten met dure woorden en onzinnige adviezen die de verwarring en chaos nog groter maken!
    Taal! Het dodelijkste wapen!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Toch mag het als verheugend worden opgemerkt dat, als we de Eeste Kamer tenminste serieus mogen nemen, daar de kritische geluiden uit de samenleving via de media tenminste nog wel doordringen en zo te zien serieus genomen worden.

    De politici van de Tweede Kamer, als ze het al lezen, zien of horen, negeren het en doen het af als onzin.

    Maar of er ook iets uit komt moet nog bezien worden; de Eerste Kamer is nu eenmaal een college met beperkte macht in het politieke circus.

    Ik vrees als de veranderingen via de politiek moeten komen we erg veel geduld zullen moeten hebben. De beste bondgenoot in de strijd tegen deze instanties, die parasiteren op de belastingbetaler is een forse economische neergang, zodat er minder geld voor de maffiose-praktijken beschikbaar is.

    Opa

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Er zijn ook ouders die de EK enige informatie hebben gezonden .. :-)

      Verwijderen
    2. Je moet hun zwakke plek weten te raken, en die hebben ze allemaal.

      Je zou toch haast denken dat ze in het dagelijkse leven ook maar gewone mensen zijn die ook op een kussen slapen zonder spijkers (voor de meeste kinderen en ouders hebben hun kussens helaas wel spijkers, en dat slaapt verdomd pijnlijk iedere dag weer omdat rechters niet hebben durven te beslissen in het voordeel van het kind en ouder(s) omdat de regering en jeugdzorg hen onder druk zet)

      Verwijderen
  5. Oma..18 januari 14.10

    'Ondertussen is al gebleken (wederom vanmorgen op het nieuws!!)dat OMDAT volgens BJZ de ouders dat al héééél lang niet kunnen, onze kinderen worden verkwanseld en misbruikt!!'

    Dus is het al zover dat ze dit(hun verborgen agenda?) zo duidelijk in de media bekend maken. Hoe mateloos arrogant moet je dan wel niet zijn.
    De onderliggende boodschap is uiteraard Staatszorg- en Staatsopvoeding van alle kinderen. Een nog veel strakker regiem dan door de Katholieke kerk in het verleden, waarbij de kinderen als kerkelijk bezit werden beschouwd.

    Beste ouder...u mag uw kinderen straks inleveren bij BJZ enz...als u geluk heeft krijgt u hopelijk nog een bewijs van levering. Bij meerdere ingeleverde kinderen krijgt u mogelijk een lintje en gaat de burgermeester u met een bezoekje vereren.

    Opa

    BeantwoordenVerwijderen
  6. De verantwoordelijkheid die het kabinet neemt is typisch een gevalletje van ‘management by speech’. Leiding of verantwoordelijkheid nemen door veel te praten. Met veel omhaal van woorden de bestaande misstanden bij jeugdzorg verdoezelen in plaats van beslissingen te nemen die er een einde aan maken. Ouders kunnen niet eindeloos worden beschuldigd of gediskwalificeerd door jeugdzorg. De grens van een toelaatbare werkwijze van jeugdzorg en de druk die zij op ouders legt is al lang bereikt. Door op arglistige wijze een onjuiste voorstelling van zaken weer te geven bij de rechter en zodoende de ouder(s) machteloos te maken zal zeker gaan leiden tot ongeregeldheden.
    Minister Plasterk sprak deze week uit dat over verbaal geweld vaak te gemakkelijk wordt gedaan. ‘Maar ook dat hebben we niet te pikken,’ zei meneer Plasterk. Zeker, het verbale geweld, verpakt in de keurig nette bewoordingen van jeugdzorg en de beleidsmakers, zullen door ouders niet meer gepikt worden. Plasterk vervolgt: ‘De basis van je gedrag ligt bij wat je van huis uit meekrijgt.’ Helemaal mee eens. Van thuis uit kreeg ik o.a. mee: werken aan een rechtvaardige samenleving, zonder geweld en zonder bedrog. Voor mij betekent dat op dit moment: een einde maken aan de hufterigheid van jeugdzorg en beleidsmakers in het publieke domein.

    Y.B.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Het is een spraakverwarring als je met mensen spreekt. Ook zo'n minister Plasterk heeft geen idee. Net als Pieter van Vollenhoven met zijn rapport. En uiteindelijke net als de kinderbescherming zelf. Als je daar mee in aanraking komt dan denk je nog dat zij het wel weten. Zij onderzoeken eerlijk wat er aan de hand is, hebben het beste voor met kinderen en zijn er om je te helpen. Echt, dat denk je zelf ook als je niet het weet en dat nog nooit hebt meegemaakt.
    Daarna denk je: wat een immorele bende, en wiens belang wordt hier gediend? Niet die van je kind en jouzelf.
    Het is toch van de gekke dat je als ouder als dader beschuldigt wordt van alles wat beweegt? Totaal imaginaire zaken? Gewoon omdat je hulp vraagt? Wat voor hulp is dat? Immoreel.
    Maar natuurlijk als je dat in je omgeving verteld zijn er de gebruikelijke reacties: luister nou maar eens naar die mensen, die hebben ervaring en jij niet(?) of toevallig was er bij jou niets aan kindermishandeling aan de hand maar voor hetzelfde geval was dat wel zo dus dat moet je dan maar accepteren (?) Die reacties wijzen er op dat men niet naar jou luistert en geen idee heeft hoe dat toegaat met de firma roddels en geruchten. En wat daarvan de consequenties zijn. Ook voor kinderen die echt mishandelt worden. Zo'n onderzoek heeft een hoog onrealistisch gehalte beide kanten uit. Dus dat mag van mij weg. Te schadelijk voor gewone kindertjes en voor mishandelde kindertjes. En ja, het eerste gebod is toch zeker: doe geen schade. Daar moeten consequenties uit getrokken worden.
    Hoe krijg je zo'n Plasterk, toch een intelligente man, zo ver dat hij snapt dat de kinderbescherming een foute industrie is die veel slachtoffers maakt en haar missie niet KAN waarmaken? En zo'n Pieter van Vollenhove, hoe komt zo'n man nou zo naast de realiteit? Hoe kun je dat over het voetlicht krijgen?
    Ik zie dat ik daar steeds slechter tegen kan. Iedereen die nu nog naief praat over de kindermishandelingshype- en industrie neem ik niet meer serieus. Ik heb dan ook op de 50+ partij gestemd die er weinig over meldde in het partijprogramma. De anderen deden gewoon braaf mee met die onzinretoriek die mooi klinkt maar slecht uitpakt.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. De 'macht' van Bjz is natuurlijk ook een gevolg van de ONMACHT van de rechterlijke macht m.b.t. behoorlijke taakvervulling.

    De rechter heeft op basis van de wet de bevoegdheid om een bewijsopdracht aan Bjz te geven, om een contra-expertise te gelasten, om overlegging van documenten te vorderen, om een opname ter plaatse te (laten) doen, om valide onderzoek te eisen etc.

    Gezien de bekende kritiek (intussen decennia) vraag je je werkelijk af wat er in VREDESNAAM nodig is om deze ongeschikte snurkers te wekken.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Misschien heeft het dan toch wel zin om een goed opgestelde brief te maken, die te publiceren op Dark Horse(bijvoorbeeld) en deze te laten ondertekenen door alle ouders, volwassen kinderen, familieleden, vrienden en kennissen. Iedereen die direct of zijdelings te maken hebben met Jeugdzorg/WSG en die in te dienen bij?.... Of een oproep via de media deze brief te ondertekenen?

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Van alle kanten, vooral vanuit de BJZ-lobby JN, komen adviezen en bemoeiens om de kamerleden het te laten duizelen.
    Zouden kamerleden daarom niets meer begrijpen van signalen van ouders en adviezen van onafhankelijke wetenschappers?
    Zouden kamerleden daarom als makke lammetjes zich gedragen en 'ja toemaar' roepen op elk BJZ-adviesje om werkgelegenheid te vormen aan sociaal werksters?
    Het op deze site te vinden Jeugdbeschermingsplan is in ieder geval goedkoper en een betere scheiding tussen zorgindicatie en beschermingsdwangmaatregelen, aangevraagd niet door ondeskundigen, zoals nu wel.

    BeantwoordenVerwijderen
  11. oud advocaat jan van ruth21 januari 2013 om 08:37

    " De rechter heeft geen mogelijkheden tot beïnvloeding van de werkwijze van BJZ, anders dan een verzochte maatregel af of toe te wijzen."

    Op zich moge dat juist zijn( of niet?).

    Zulks neemt echter niet weg dat de mogelijkheid die er wel is, het stelselmatig afwijzen van een verzoek dat niet naar behoren is onderbouwd, er toe zal leiden dat er minder (slecht onderbouwde) verzoeken bij de rechter zullen komen.

    Het afwijzen van verzoeken is juist het meest effectieve middel van gedragsbeinvloeding van BJZ dat de rechter ten dienste staat.

    Maar je moet het natuurlijk wel willen.

    En het is natuurlijk voor de kinderrechter een enorm dilemma..
    Want hoe verkoop je het dat je dezelfde verzoeken welke eerst zonder slag of stoot werden toegewezen nu ineens af zou wijzen??

    Laat ik de rechterlijke macht eens helpen..
    Als je als kinderrechter een verlengingsverzoek ots te beoordelen krijgt is het heel wel te verkopen om dat verzoek af te wijzen omdat BJZ nalatig is geweest in de uitvoering van de opgedragen taak en dat niet te verwachten is dat daar op korte termijn verbetering in komt.

    Heel eenvoudig te constateren die situatie.
    Immers het plan van aanpak van het van de begin ots leggen naast de evaluatie ervan en het vervolg plan van aanpak is meestal al wel voldoende.

    Zo, de weg is aangegeven.
    Nu alleen nog wachten op de kinderrechter die genoeg inzicht (en lef) heeft om hem ook daadwerkelijk te bewandelen.








    BeantwoordenVerwijderen
  12. Waarom doen alle kinderrechter hun uitspraak achter gesloten deuren?
    Dankzij de kinderrechters is mijn kind misbruikt, terwijl de gevaren bij hen bekend waren.
    Een vader krijgt pas zijn kind toegewezen wanneer het helemaal gesloopt is!

    BeantwoordenVerwijderen