woensdag 13 februari 2013

Uithuisplaatsing en hechting

Geachte Cora en Mariska,


 
Via de redactie van de site Jeugdzorg-darkhorse (http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/) vond ik de site http://www.jeugdkennis.nl/jgk/Ook-in-de-jeugdzorg-kan-een-kind-veilig-hechten

Het lijkt wel een uittreksel en aanvulling van het Research memorandum van Femmie Juffer.

Ik ben voornemens om onderstaande te publiceren, daar jullie niet bij het begin begonnen zijn. Het moge een aanvulling en nuancering zijn over wat jullie schreven en waarvan BJZ helaas gebruik zal maken. Ook het Research memorandum van Femmie wordt misbruikt door BJZ, in hun misleidende motivering, zonder diagnostieke basis. Leze maar het juristenmaandblad FJR, nummer 11 van 2012, artikel 95.

Jullie artikel geeft BJZ te veel ongegronde macht en allure.
Het kind heeft een belang dat het eerst gediagnosticeerd wordt voordat er met etiketten geplakt wordt, want voorbarige etiketten kunnen het kind schaden. De diagnost mag niet beperkt worden door gepolariseerde 'onderzoeksvragen' door BJZ, bureau jeugdzorg. De diagnost dient open en integraal te mogen onderzoeken, en vragen van de ouders en kind mee te nemen.

Wel halen jullie goede wetenschap aan, maar er zit iets tussen vermoeden, onderzoek of meningeninventarisatie, en uithuisplaatsingsmotivatie. Tussen de grond van het uithuisplaatsen en kindermishandeling en hechtingsstoornis en onveilige gehechtheid; het waarheidsgehalte van de grond om tot een kinderbeschermingsmaatregel te komen is te vaak dubieus.

Het artikel 254 lid 1 van het eerste Burgerlijk Wetboek spreekt over ernstige bedreiging (dus degelijk te onderzoeken, diagnostisch te motiveren), over middelen ter afwending (dus eerst diagnostisch inzetten op kwaliteitsvermeerdering bij ouders, temeer daar bij gehechtheidstherapieën de ouders een belangrijke rol hebben), en voor uithuisplaatsen is het nodig dat de ouders niet kúnnen opvoeden en verzorgen, wat dus diagnostisch bewezen dient te worden om geen slodderwetenschap te bedrijven zoals de bekend geworden 'onderzoeker' Stapel in het zuiden deed.

De jeugdzorgwerkers onder BJZ worden niet beëdigd op de rechtszittingen achter gesloten deuren van de familierechtelijke zitting; deze jeugdzorgwerkers zijn niet universitair opgeleid; werken te vaak met insinuaties, en daarom zijn er wetenschappers die zeggen: doek BJZ op. Zet zwaargewichten in de ingang (Prof.dr. RJ van der Gaag). Hef de schotten in de jeugdzorgfinanciering op opdat er geen belemmering meer is om degelijk door te verwijzen naar een deskundige, een specialist. 

Artikel 254 1BW - 1. Indien een minderjarige zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen, kan de kinderrechter hem onder toezicht stellen van een stichting als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg, ofwel BJZ.

Artikel 261 1BW - 1. Indien dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige of tot onderzoek van diens geestelijke of lichamelijke gesteldheid, kan de kinderrechter de stichting, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg (=BJZ) op haar verzoek machtigen de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen. De machtiging kan eveneens worden verleend op verzoek van de raad voor de kinderbescherming of van het openbaar ministerie.

Hier mijn tekst: (Het mag onder jullie artikel toegevoegd worden als aanvulling).
"Uithuisgeplaatste kinderen hebben vaak niet de kans gehad om zich veilig te hechten aan een stabiele opvoeder die zorg en bescherming biedt. Dat bedreigt hun sociaal-emotionele ontwikkeling" (zwart = citaat uit http://www.jeugdkennis.nl/jgk/Ook-in-de-jeugdzorg-kan-een-kind-veilig-hechten ). => 

Jonge uithuisgeplaatste kinderen, zonder diagnose van een specialist en binnen BJZ, en dan is het waar dat ze niet de kans hebben gehad. Zo maakt BJZ onthechte kinderen. Voor oudere kinderen is het wel een ‘scheren over één kam’, suggererende alsof uithuisgeplaatste kinderen vaak een (pathogene) hechtingsstoornis hebben, zonder daarin (ongenoemd!) zelfs maar te nuanceren dat er een schaal aan onveilige gehechtheid bestaat dat nog geen stoornis ís.

BJZ gebruikt te vaak naar de rechter "hechtingsstoornis" om te suggereren dat dit grond dient te zijn voor hun mandaat tot UHP, en dat zonder diagnostisch onderzoek, zonder bevestiging dat het gaat om het beweerde, kan veelal (72%) schadelijk zijn voor de verdere belangen (ook op termijn) van het kind.  

Dat “bedreigt” niet "hun sociaal-emotionele" veiligheidsbeleven en vaardigheden (ontwikkeling), maar is het al! Bij een onveilige hechting is er een gat in het vertrouwen kunnen stellen in een ander.
Hier diende Cora en Mariska (NJI) al te stoppen met schrijven, en niet in de denkfout verder te gaan.

Een etiket is geen feit. Het ‘vermoede probleem’ moet eerst door een specialist gediagnosticeerd zijn! Het begin ligt niet in de uithuisplaatsing, maar in een vermoeden, een hulpvraag, waarop het onderzoek diagnostisch dient te geschieden; kijk maar: 

Uithuisgeplaatst-zijn is schadelijk voor een kind (Jeugdpsychiater dr. W. Janssen-Breederveld, Mobiel, juli 2008, e.a.). De dames gaan uit van de juistheid van gronden voor een UHP-mandaat aan BJZ. Er moet gekeken worden op specialistisch niveau (dus niet door een jeugdzorgwerker) hoe echt de beweerde problematiek zich voordoet en hoe het dan wel ontstaan is: autonoom (oorspronkelijk-pathogeen) of door wie; en of er een cursus gegeven kan worden aan de opvoeder, en begeleiding gegeven kan door een onafhankelijk maar deskundig BasicTrust(.com), dit enkel op basis van diagnostiek door een bevoegd arts. 

Nu zijn de verdere beweringen van Cora en Mariska ongefundeerde onzin op de wetenschap op zich daargelaten. Men mag geen kind belasten op basis van een ondeskundig gevormd etiket.  

Zo is hun zin: “Daarom moet een kind bij voorkeur geplaatst worden in een pleeggezin of gezinshuis” een groot gevaar voor kinderen, daar er een behoefte bestaat (een kind-belang) om de eigen ouders te kennen, en dus liefst opgevoed dienen te worden door hun ouders, al dan niet met begeleiding door een deskundige, buiten BJZ, maar dat is slechts vast te stellen met onafhankelijke en gespecialiseerde diagnostiek.

Het verwijzen naar pleegsituaties lijkt dus op reclame voor uithuisplaatsing. Liefst zonder deskundig onderzoek door een specialist. Bouwen op suggesties. Wetende dat BJZ nogal eens beknibbelt de bezoeken van de ouders aan het uithuisgeplaatste kind, de minimalistische frequentie en de tijdsduur van de bezoeken, zodat loyaliteitsconflicten, minderwaardigheidsgevoelens en PAS (oudervervreemding) dubbel kunnen ontstaan.  

“Hechting is een interactieproces tussen een kind en zijn belangrijkste opvoeders, waardoor een duurzame affectieve relatie ontstaat. Kinderen verzekeren zich ervan dat een volwassene hen beschermt en verzorgt door ‘gehechtheidsgedrag’” nee toch... Kinderen verzekeren zich niet, maar hechting is een - door ervaring van effectieve respons op hun zendende signalen - 'vertrouwen leren stellen' en zo een affectieve bescherming ervaren, een wederkerigheid ontstaat, wat eerst ontstaat door minimaal een hechtingsfiguur ìn het gezin. Daar is geen pleeggezin voor nodig.  

Een pleegsituatie kan zelfs hechting belemmeren en vertragen. Men moet dan eerder denken aan 5 jaar verblijven in één pleeggezin dan aan minder, en dan direct aanvullend aan begeleiding door een specialistisch therapeut.*  

Bouwen aan een veilige gehechtheid kan door vaak te ‘benoemen’, wat wat anders is dan complimentjes geven, neutraal positief laten weten dat het gezien wordt wat het doet of wil.

“Wanneer de opvoeder niet of inconsequent reageert op de signalen van een kind ontstaat een onveilige hechtingsrelatie.”- Dat hoeft niet, als er maar een hechtingsfiguur (regelmatig) aanwezig is, en de ouders zo nodig (diagnostisch gezien) begeleiding en cursus krijgen. Elke opvoeder kent inconsequent reageren, dus is dat geen maatstaf.  

Juist is: “Kinderen hebben continuïteit nodig in de gehechtheidsrelatie”; daarom is het wegplaatsen van eigen ouders niet de meest geëigende maatregel. Er bestaat een arsenaal aan alternatieven voordat een zware kinderbeschermingsmaatregel nodig zou kunnen zijn. Laat het maar een gespecialiseerd diagnost bepalen op eigen onderzoek en tests zoals de EAS.  

Onder het kopje Uithuisplaatsing en hechting gaan de dames uit van een dogma. “Uithuisgeplaatste kinderen kunnen om twee redenen problemen met gehechtheidsrelaties ontwikkelen. Ze komen vaak uit een problematische opvoedingssituatie” is zo’n dogma.  

Het is te vaak zo dat de gronden om tot uithuisplaatsing te komen niet diagnostisch zijn vastgesteld, en eerder berusten op beweringen (en zelfs insinuaties) van de jeugdzorgwerker, die niet bevoegd is om een pathogene gedragsstoornis vast te stellen. Er meteen een wetenschappelijk feit over mishandelen aan te koppelen staat leuk, maar hoe vaak gebeurt het niet dat BJZ slechts beweerde dat een kind mishandeld werd zonder uit te leggen hoe dan wel.

De twee redenen zijn er vier: a = reactief, door een verkeerd opvoedklimaat, waar de jeugdzorgwerker ook debet aan kan zijn d.m.v. een verkeerde bemoeizuchtige OTS; b = autonoom, vaak prenataal of nataal(uitgelegd in FJR 2012, 95); c = adoptief door ervaringen in het land van herkomst en mogelijk de adoptie-overgang; d = door het ondeskundig en onjuist handelen van jeugdzorg, het zonder diagnostisch-vastgestelde reden traumatiseren van de hechtingsband. Dit zijn oorzaken tot zowel een stoornis als een mate van onveilige gehechtheid. BJZ hanteert graag enkel het begrip hechtingsstoornis (zonder dat er gediagnosticeerd is).

Bovendien is de uithuisplaatsing op zich een breuk met de belangrijkste hechtingsfiguren: de ouders, hoe onveilig de situatie thuis ook was. Zeker voor jonge kinderen is een uithuisplaatsing een verlies van hun enige bron van veiligheid en bescherming (Schuengel en anderen, 2009).”  

Schuengel sprak (in 2008) de woorden:“Wie een kind een warm hart toedraagt, koestert ouders.” Dit verlies zou de jeugdzorgwerker niet op zijn geweten moeten nemen; niet zonder een echte onafhankelijke diagnose. Vaak zijn die ouders wel leerzaam. En er zijn trajecten voor! Uithuisplaatsen is dan een te zwaar rechtsmiddel. Zeker geen ‘therapie’. Bij uithuisplaatsen ligt een gevaarlijke schijnaanpassing op de loer, waarvoor BJZ veelal geen specialist inzet. Cora en Mariska noemen juiste wetenschappelijke inzichten maar laten gaten tussen die inzichten en de dogma’s van jeugdzorg, zodat er verbanden ontbreken en niet opgaan.  

Wanneer BJZ aan een betere indicatieve selectie gaat doen met integrale, open diagnostiek, dan is Soms is plaatsing in een pleeggezin of gezinshuis niet mogelijk, bijvoorbeeld omdat er geen geschikt gezin beschikbaar is” niet van toepassing, want dan zullen er vele aspirant-pleegouders overblijven die nog plaats over hebben. Er hoeft niet gezocht te worden naar nog meer pleegplaatsen, bij een betere, diagnostischer selectie.  

De dames zijn dus dogmatisch uitgegaan van het gegeven dat alle uithuisplaatsingen juist gegrond zijn; wat in de praktijk niet het geval bleek. Eerst dient men te onderzoeken of een gemeld probleem juist is, diagnostisch! En de diagnost kan beter dan een sociaal werker in BJZ een vervolgtraject aanwijzen en begeleiden. Vele uithuisplaatsingen zijn onterecht. Vele OTS-sen zijn niet effectief, en wel 72%! Na 2 jaar OTS is 33% van de kindproblemen zelfs verslechtert (‘909 zorgen”, prof. W. Slot, drs. A. Theunissen, drs. F.J. Esmeijer en drs. Y. Duivenvoorden).

Wetenschappers zelf (werkend buiten de voorgeselecteerde of polariserende, beperkende gegevens vanuit BJZ) concludeerden dat BJZ de kennis niet bij de case bracht. Er werd door meerderen voorgesteld om gespecialiseerde doelgroepingangen in het leven te roepen omdat BJZ niet kàn werken met een valide maatstaf.  

Er dienen “zwaargewichten” in de ingang te worden aangesteld om de deskundigheid bij het kind te laten komen, en er dienen geen financiële schotten (budgettering) te bestaan om een doorverwijzen naar een deskundige -zonder beschermingsmaatregel- te beletten, zoals de praktijk wordt ervaren door onderzoekers en advocaten. Ook raadsheer Van Teeffelen* schreef over zijn twijfels over de mate van onderzoeksdeskundigheid van BJZ. “Is het bureau jeugdzorg er voor de cliënt of is de cliënt er voor het bureau?”. “Waarom zien we zoveel knip- en plakwerk in indicatiebesluiten jaar op jaar? Waarom wordt er zo zelden uitleg gegeven hoe de gevraagde maatregel werkt in de psychische ontwikkeling van het kind?”

Wetenschappers vroegen om een gespecialiseerde ingang voor pleeg- en adoptiekinderen, naar het recht volgens het Haags Adoptieverdrag of IVRK artikel 24; en wat is er door BJZ van terecht gekomen?... Er is kennis rond therapieën voor gehechtheid: http://www.hechtingsproblemen.nl/nl/behandelvormen. Daar zijn de eigen ouders veelal bij nodig. Het wordt door BJZ genegeerd.  

Het is een gemiste kans om niet eerst aan de ouders te denken, waar hulp vermoed wordt nodig te zijn: “De kans op overplaatsingen is te verkleinen door zowel kinderen als pleegouders te helpen met:...” . Mosterd na de maaltijd is zeker voor kinderen niet goed; het zijn geen experimentobjecten en geen juridische objecten; ze leven en ondervinden; ze hebben latere belangen (identiteitsfase) waar zorgvuldigheid aan en vanaf het werkelijke begin voor van node is.

Het is jammer dat de dames niet bij het begin begonnen zijn.  

Het Jeugdbeschermingsplan van de SSF geeft een beter filter tegen valse kinderbeschermingsmaatregelen, en het is nog goedkoper ook. De kinderslager zou zijn eigen werkgelegenheidsvlees niet meer mogen keuren. Het kan veiliger en zuiniger. ( https://dl.dropbox.com/u/2479159/2012%20Jeugd-beschermingsplan%20Meldingen%20-SSF.pdf pag. 18, 11, 8, etc.) 

Er is bij een vermoede problematiek eerst diagnostische inzet nodig, om niet op speculatieve gronden te werken, met vele vooroordelen die dan als vals etiket geplakt zit op het veroordeelde kind in de jeugdzorg. Het belang van het kind vraagt om beëdigde deskundigen, niet om sputterende amateurs op sociaal-werk-niveau. De jongleur-gezinsvoogd gaat nogal eens over de schreef, zoals uit een van de publicaties van stichting KOG* te lezen valt.

De kern is: het kind heeft recht op jeugdgezondheidszorg, dus is diagnostische waarheidsvinding van belang om elk kind te ontzien belast te worden door jeugdzorgwerkers en mogelijk onnodige, betuttelende zware maatregelen. - - -

 Tj.W. Strubbe
Afdelingscoördinator Adoptiezaken SSF

*:
http://www.hechtingsproblemen.nl/voor therapeuten en informatie .


http://www.peterprinsen.nl/WAARHEIDSVINDING.htm > Diagnostische waarheidsvinding;


http://www.adoptioninstitute.org/research/2010_10_promises.php als groots onderzoek met aanbevelingen, het IBAP-voorstel bevestigend.

Op het Research memorandum 2010, nr.6, van F. Juffer is een belangrijke aanvulling geschreven in maandblad voor juristen en rechters FJR 2012, nr.11, artikel 95.

FJR is via de bieb op te vragen.

Een tabel van ‘909 zorgen’:



                 Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.htm
      ______________________________________________________________________________

15 opmerkingen:

  1. Ach..eigenlijk is dit de gebruikelijke ouwe koek met als doel de kinderopvang in pleeggezinnen en tehuizen goed te praten.

    Deze beide juffies zijn er als het ware voor aangenomen om af en toe een mooi verhaaltje te schrijven en het product pleeggezin en tehuis, wat publicitair nogal onder vuur ligt, aan te bevelen... pure marketing dus.

    Mij maken deze verstandstrutjes, om ze zo maar eens te noemen, niet wijs dat er sowieso hechting plaats vindt van kinderen, die bij de natuurlijke ouders zijn weggehaald, aan de 9-6 kunstmoeders en vaders.

    In het gunstigste geval ontstaat er een werkbare relatie, waarbij het machteloze kind zich dan maar bij de situatie neerlegt met de hoop op betere tijden.

    Er wordt door hen totaal aan voorbij gegaan dat hechten een bijna dierlijk en natuurlijk oerproces is, waarbij het gevoel een hele grote rol speelt.

    Dat zijn de gevoelens die gepaard gaan met de hartslag van de moeder als het kind nog in de baarmoeder zit, evenals het meebewegen en daarna de gevoelens van het nest, de bekende woonomgeving, de geuren en geluiden van het huis, de loop van vader en moeder, hun stemgeluiden en zelfs de karakteristieke reuk die in het ouderlijk huis hangt.

    Dat alles is totaal onvervangbaar en compleet het tegendeel van de vaak kille en steriele omgeving van een tehuis.

    En zoiets als gevoel is kennellijk iets wat niet bestaat in de belevingswereld van de verstandstrutjes. Die kennen slechts protocollen en zijn beoefenaars van kwakzalverachtige slodderwetenschappen

    Opa

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. En niet alleen de directe gevoelens,
      maar ook de gevolgen op latere ontwikkelingen in de psyche van de opgroeiende.
      Men leert zo weinig uit de adoptiewetenschap omdat, mogelijk, men denkt dat adoptie bij het adoptieproces tot naar en in Nederland het ophoudt.

      Ook adopteren is een uiterste maatregel, maar is soms echt nodig; vandaar het Haags Adoptieverdrag.
      Maar aspirant-adoptieouders moeten een cursus volgen en zijn veelal erg geïnteresseerd in de psychologische aspecten van ontwikkeling en opvoeden, echter
      zien we dat terug bij pleegouders, die het voor geld doen, en dan liefst met onbeschadigde kinderen?

      Pleegouders kunnen een niet-leuk kind weer wegdoen, en de kinderen die bevallen houden: verkapte adoptie met geld toe.

      Zich op jeugdzorg-gegevens (verzameld door de jeugdzorgwerker, de werkgelegeheidsbeschermer) baseren zonder diagnostiek onderzoek en zonder bij het begin te beginnen, thuis, is erg slordig, slodderig, flodderwetenschappelijk.

      Vergelijk:
      https://www.youtube.com/watch?v=1vAi8mc7oI0
      met
      https://www.youtube.com/watch?v=ymwV2AqLBBE .

      Uitgaan van cliché's en mooipraat vanuit BJZ is niet gewetensvol, niet ten dienste aan kinderen, die
      zo min mogelijk belast dienen te worden met te laag geschoolde machthebbers met dwangmaatregelen, die tot ontzegging uit ouderlijke macht kunnen leiden en schade aan de psyche van het kind. -

      Wel zijn er gevallen bekend waar uithuisplaatsen noodzakelijk is, maar die zijn zeldzaam. Jeugdzorg is niet gericht op zo laag mogelijke hulp-inzet, maar op in eigen beheer nemen door middel van OTS, UHP en erger; hun mandaat behoudend voor geld. -

      Te zelden wordt gedacht aan de bedreigen weg-plaatsen van het kind, en het kind in zijn eigen omgeving laten, de opvoeders niet belastend met ongezonde dreiging dat een ontvankelijk kind aanvoelt en er onder lijdt.
      We hebben als vertrouwenspersonen meegemaakt dat de gezinsvoogden weigerden een cursus (Thomas Gordon of andere opvoedcursus) aan de ouders aan te bieden om de beweerde bedreiging over opvoeden weg te nemen; die pseudobedreiging wil BJZ in stand houden wegens het in eigen behoor houden.
      Daarom wordt een onafhankelijk diagnost zelden gezien in de cases.

      BJZ werkt liever met misleidende 'expertiserapporten' die ze zelf laten maken zonder dat een echte deskundige de cliënt zag en onderzocht: het in eigen beheer houden bevestigend, maar de rechter misleidend en bespelend.

      Het uithuisgeplaatst-zijn wordt door het kind, en de latere opgegroeide, gevoeld als:
      https://www.youtube.com/watch?v=7KMmluGjbu0 .
      Je vader en moeder zijn je zekerheid als kind, je houvast.
      En dan durft bJZ te beweren dat hechten binnen een paar jaar in een pleeggezin makkelijk gaat, waarbij we zien dat er geen adoptiedeskundige begeleiding wordt gegeven door een bevoegd opgeleide therapeut.

      Uithuisplaatsen is wel het laatste wat men een kind toewenst. Het dient vermeden te worden met veel grotere inzet dan BJZ doet, met hun "in eigen beheer houden" d.m.v. OTS en erger.
      Doorverwijzen naar een diagnost ontlast het kind heel veel vaker beter.
      Sociaal werk is te laag voor de meeste kinderen die bij BJZ stranden, gegrond of ongegrond.
      BJZ vormt een bedreiging naar het kindbelang.

      Verwijderen
  2. Wat je mist bij jeugdzorg is: wijsheid, liefde, inzicht, bewustzijn.
    Wat er wel is: Angst, wantrouwen, controle.

    Kinderen en ouders zijn door DNA aan elkaar verbonden. Ouders herkennen zichzelf in hun kinderen en kinderen herkennen zichzelf in hun ouders. Ze spiegelen zich aan elkaar.
    Deze band is onlosmakelijk. Ouders en kinderen horen dan ook bij elkaar en kunnen juist samen leren en samen opgroeien.
    Jeugdzorg heeft te weinig besef van deze band en negeert de kracht hiervan. Door de gigantische hoeveelheid OTS-en en UHP-s wordt deze band steeds meer beschadigd, bij steeds meer ouders en kinderen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. ''Wat er wel is: Angst, wantrouwen, controle.''....

      En dat zijn de ingredienten voor machtswellust,dat uiteindelijk de vorm van totalitair bestuur aan gaat nemen.

      opa

      Verwijderen
    2. Marjolein je hebt helemaal gelijk. Je slaat de spijker op zijn kop! BJZ weet niet wat liefde is, BJZ heeft geen gevoel. Ik zou als normaal mens absoluut niet bij BJZ kunnen werken. Het idee alleen al om ouders en hun kinderen te scheiden, de rillingen lopen me over het lijf. Het is me overkomen en die pijn die je daarna krijgt is met geen pen te beschrijven.

      Als ik op straat ouders met hun kinderen zie lopen dan denk ik bij mezelf, wat als je hen moet scheiden, dat is toch onmenselijk? Ik denk dat vele met mij het er over eens zijn dat we het hier niet over mensen hebben, want een kind is het mooiste wat je kan overkomen. Het geeft je zoveel geluk, dat is onbeschrijvelijk en deze tirannen stormen je huis binnen en nemen je mooiste bezit mee.

      BJZ/RvdK weet ook dat een kind het mooiste is wat een ouder kan bezitten en gaan hier dan ook massaal mee aan de haal. Het ontwrichten van gezinnen, het roven van kinderen neemt zoals we kunnen zien toe. En dat komt niet doordat er zogenaamd meer mishandelingen zijn, het komt doordat zij WETEN dat een kind het mooiste geschenk is voor een ouder.

      Eén melding die op niks gebaseerd is, is voor BJZ/RvdK genoeg om dikke dossiers op te bouwen. Door een kind mee te nemen doen ze ouders waarvan hun kind is afgenomen leed verdriet en pijn aan en dat weten ze allemaal heel goed. Ik dacht altijd dat er ECHT iets aan de hand moest zijn willen ze een kind van je afpakken, omdat een kind het dan bij een ander gezin beter heeft. Maar nu ik er zelf in zit weet ik dat er NIKS aan de hand hoeft te zijn, willen ze je kind meenemen en er eigendom van maken.

      Ik ben echt gigantisch wakker geschud. Mijn dochter wordt al vele maanden ongegrond bij me vandaan gehouden. Er is op agenten die bij een UHP assisteren ingepraat en er is verteld dat het kind in groot gevaar is. Waar dit gevaar dan uit bestaat, wordt niet verteld en dit wordt niet onderbouwd. Alle ouders moeten zich verenigen, want er zijn 1000en ouders die onterecht te maken hebben met BJZ/RvdK. Dit moet stoppen!

      Verwijderen
    3. Ja, help mee en stuur relevante artikelen naar een gerecht, net zolang tot ze misselijk worden van zichzelf en hun nalaten.

      In een rechtstaat (kuch) horen rechterlijke beslissingen op feiten te zijn gebaseerd ..

      Wie toetst eigenlijk die RAIO-opleidingen?

      Verwijderen
    4. Ben het met iedereen eens!!
      Wij zitten hier in hetzelfde schuitje.
      Onze dochter heeft een bindingsstoornis.
      En bjz heeft een verzoek naar de rechter gestuurd, om ons kind uit huis te plaatsen...
      Het woord zegt het al: bindingsstoornis..
      Is het dan handig om ze bij de ouders weg te halen??
      Niet dus.

      Verwijderen
  3. Nog een vraag voor bv de gerechtsbesturen:

    Het blijkt dat kinderrechters zich baseren op beweringen, leugens en verzinsels van maatschappelijk werkers van RvdK en Bjz. Daarom verzoek ik u mij te laten weten wie de RAIO-opleidingen toetst, en op welke wijze hieraan in de RAIO-opleidingen aandacht wordt besteed.

    Lachen. De tenen beginnen al weer pijn te doen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik zou wel eens in percentages uitgedrukt willen zien hoeveel verslaafde ouders opgevoed zijn door jeugdzorg zelf....in internaten, pleeggezinnen etc. En hoeveel van deze mensen van jongs af aan geleerd heeft, dat hun "opvoeders" in deze voorzieningen niet te vertrouwen waren.

    Annette

    BeantwoordenVerwijderen
  5. BMC marktanalyse jeugdzorg p. 19:

    Er zal na de transitie op gemeentelijk
    niveau behoefte blijven bestaan aan bepaalde specialistische voorzieningen. Het gaat hierbij veelal om kostbare voorzieningen (één capaciteitsplaats jeugdzorgPlus kost bijvoorbeeld op jaarbasis circa (125.000,—).

    Duidelijk is dat het hier voor vele gemeenten op jaarbasis gaat om relatief kleine aantallen (bijvoorbeeld minder dan tien gevallen op jaarbasis).

    Door deze kleine aantallen hebben fluctuaties een relatief grote impact en vormen deze een beperking om op deze schaal goed onderbouwd
    inkoopbeleid te voeren.

    Jeugdzorgplus is blijkbaar samen met UHP de grote omzetmotor in deze 'markt'.

    De perverse prikkel is dat het laten ontsporen van een situatie kansen biedt voor Bjz op 'het grote geld'.

    Als het per gemeente gaat om >10 gevallen * 400+ gemeenten is dat .. $$$$$!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Volgens mij wordt het EVRM geschonden door de wijze waarop machtigingen tot uithuisplaatsing worden uitgesproken, ten uitvoer gelegd en getoetst.

    Als een machtiging wordt uitgesproken moet dat getoetst worden door een rechter. Dat gebeurt niet. Vaak wordt die machtiging mondeling verzocht en afgegeven.

    Maar een machtiging heeft eerst rechtskracht en kan pas rechtsgevolgen hebben indien deze machtiging aan de belanghebbende is kenbaar gemaakt. Maar als de beschikking tenuitvoer moet worden gelegd dan moet dat vooraf worden gegaan door een betekening ingevolge art 430.lid 3.

    Dat betekent dat een deurwaarde eerst langs moet gaan om de beschikking te betekenen en de tenuitvoerlegging aankondigen, mocht er niet vrijwillig worden meegewerkt dan kan desnodig de sterke arm worden ingeschakeld. 812 Rv.

    Dat is gewoon de wet en al die wetten worden al jaren overtreden.het optreden van de politie voordat gebleken is dat er geen medewerking wordt gegeven kan alleen als er sprake is van een strafbaar feit.

    Ik stel mij op het standpunt dat bij vrijheidsberoving zie art 5 EVRM en de uitspraak van het EHRM van 9 juni 2011 en op basis van de Broganzaak (verdachte die van hun vrijheid worden beroofd moeten binnen 3 dagen voor de rechter worden geleid, die de zaak vol toetst aan de wettelijke criteria.)

    Dit laatste gebeurt ook nooit. Er vindt door de rechter geen toetsing plaats en als die wel plaatsvindt dan is het een uiterst marginale. De hele gang van zaken is onrechtmatig en kan absoluut niet door de beugel van art 47 van het handvest van de grondrechten. Vergelijk Bopz machtigingen. Daar moet vantevoren min of meer vaststaan door dokterverklaringen dat iemand een gevaar is voor anderen en of voor zich zelf

    De machtiging uhp is alleen maar een bevoegdheid. Wordt slechts marginaal op basis van een verhaal van jeugdzorg afgegeven. Maar een bevoegdheid hebben betekent ook als je tot tenuitvoerlegging overgaat.

    Dan moet de beschikking bij deurwaarders exploit betekend worden. Dat betekent ook dat er altijd sprake moet zijn van een schriftelijke machtiging en niet volstaan kan worden met een mondeling uitspraak. (zie art 45 RVe.v.)

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Geachte Tj. W.S,

    Ik ben het geheel met je eens dat als men wil gaan praten over 'hechtingsstoornis' dat dit éérst gediagnostiseerd had moeten worden door een echte deskundige en niet zoals nu veelal gebruik is: éérst kinderen UHP naar een 'crisisplaats', vervolgens 'onderzoek', misschien 'perspectief zoekende plaatsing' en als het kind dan ontspoort en niet meer weet bij wie die hoort gaan spreken over 'reactieve hechtingsstoornis'.

    Hetzelfde gebeurt dan juist om, juist als er nimmer sprake was van 'hechtingsstoornis' bij UHP om een kind dan juist NIET terug te plaatsen bij de echte ouders, om vervolgens het kind middels allerlei therapieën, overplaatsingen enz enz. voor het leven te beschadigen en het kind zijn heil zoekt bij verslavingen, drugs of andere uitlaatkleppen.

    Opvallend zijn juist de aannamen in het begin van het betoog: ONZIN dat een UHP juist gebeurt door 'onveilige hechting'.

    'Onveilige hechting' wordt dus 'veilig' als een kind UHP wordt en zoveel keer wordt overgeplaatst en de 'veilige hechting' is altijd bij een ander dan de echte ouders....

    Dit beeld 'onveilige hechting' kan ook ontstaan bij kinderen die (zeer)slecht zien en als baby alles wat verzorging betreft als 'bedreiging' zien... juist de ouders worden dan schijnbaar afgeweerd... BJZ zal dan ongetwijfeld zeggen 'onveilige hechting... UHP' dat is dan weer zo'n slodder-diagnose...

    Opvallend is ook dat in het artikel van Cora en Mariska de onzin-wetenschap van het duo v.d. Bergh en Weterings doorklinkt, deze 2 mensen hebben een eigen 'wetenschap' ontwikkeld over hoe goed het is in pleegzorg, sterker nog, mw. dr. Weterings durft te beweren (24-4-2009): 'Alleen verzorgers hebben recht op een hechtingsrelatie met een kind, en dat zijn niet per sé de biologische ouders'...

    Mw. Weterings heeft zelf geen kinderen en heeft haar 'wetenschap' daar op gebaseerd: ze is namelijk altijd zéér BJZ welgevallig, er van uit gegaan dat ALLE UHP kinderen komen uit situaties van 'ernstige verwaarlozing en liefdeloze omgeving' en bij een pleeggezin ervaren kinderen weer liefde, aandacht en goede zorg... (zie rapport Samson!)

    Ze schroomt er ook niet voor om de standaardzin van BJZ en pleegzorg: 'het kind bloede weer op...' te gebruiken als BEWIJS dat het bij ouders zo slecht is!(Zie verder hoofdstuk 4 van mijn link in de rechter marge van deze blog.)

    Pleegzorg en BJZ gebruiken juist graag de stukken van v.d. Bergh en Weterings om UHP te onderbouwen... hoe 'goed' dat is zien we wekelijks in programma's als 'Vermist' en 'Spoorloos'...

    De schade op de lange duur aan kinderen wordt gemakshalve 'vergeten' en juist omwille van de 'hechting met pleeggezin' moeten kinderen leren dat het is alsof hun echte ouders alleen maar slecht zijn en niet bestaan...

    Zie 'een geval van goede pleegzorg' in mijn link en bedenk dat die moeder in kwestie haar zoon van nu 9 jaar geheel NIET meer te zien krijgt (jongen wilde ook niet meer, na 4 jaar geheel hersenspoelen door pleegouders, hij is zelfs BANG voor zijn moeder geworden...) en haar dochter van nu 2 jaar, gewoon bij de zelfde moeder en vader mag blijven...

    Hoe is dat als die jongen 18 is en door pleegzorg op straat gezet wordt en er achter komt dat zijn zus wél bij die 'bedreigende ouders' had mogen blijven, zonder OTS zelfs?

    Het bedroeft mij dat men nog steeds doorgaat met de onzin-aannamen en drogredenen van UHP, opgesteld zónder enig gedegen onderzoek VOORAF!.

    Nico Mul

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Een hoop onzin voor een hoop ellende en bloedgeld.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Het is weer meer van hetzelfde.

    Dat rapport maakt van jeugdrechters pseudodeskundigen (geen psychologie gestudeerd natuurlijk).

    Voorzitter van de werkgroep jeugdrechters is Jolande Calkoen-Nauta, en Jolande kennen we al: 'die ernstige bedreiging moet in het verzoek staan'.

    Of het een feit is of een bewering, daarover bekreunt Jolande zich niet.

    En een indicatiebesluit heeft zij ook niets mee van doen (maar wel heus), want bij 'hulp' waarvoor rechterlijke machtiging is vereist dient de jeugdrechter het indicatiebesluit als voorvraag te toetsen.

    Maar ja, dan wordt het blijkbaar al veel te ingewikkeld voor Jolande, dus fluks wordt een rapport geproduceerd waarin allerlei beweringen staan die natuurlijk voor ELKE zaak WEL, of juist NIET van toepassing zijn.

    En wie kan daar antwoord op geven? De erkend psycholoog die zelden of nooit wordt geraadpleegd. Nog daargelaten het FEIT dat psychologen er ook nog wel eens naast zitten.

    Met zo'n rapport hoeven onze jeugdzorgamateurs alleen maar wat te brabbelen in de sfeer van onveilige hechting etc. en onze 'briljante' jeugdrechters denken al snel: 'ja daar heb ik meen ik eens iets over gelezen'.

    Pseudo-onderbouwing voor geknoei dat het papier waarop wordt afgedrukt niet waard is.

    Wanhopige pogingen om het falen van alle betrokkenen te bedekken en de actuele werkwijze te 'legitimeren' ..

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. BJZ wordt als volwaardig deskundige gewaarborgd door rechters terwijl BJZ- gezinsvoogden in gesprekken zelf aangeven dat ze weinig tot geen deskundigheid bezitten.

      Dat er zoveel OTS- verleningen worden toegewezen is te danken aan de overhandiging daarvan aan de gemeentes, binnenhalen zolang het kan.

      Over mr. Calkoen - Nauta gesproken, in Rechtbank Westbrabant/Zeeland (Breda) verlengde zij begin feb. jl. onze OTS met een jaar wegens onderwijs en de daarbij behorende ontwikkeling die overigens door BJZ Tilburg al twee jaar geboycot werd, maar daar had zij geen oren naar. Ik heb na 11 hoorzittingen rechterskennis opgedaan; ze spreken hun beschikking al uit door een zeer negatief oordeel met een ondertonerig toontje, te uiten over je kind. Dan moeten ze toch nog formeel de standaard vragen stellen aan de ouder(s) en advocaat wat niets voorstelt. Het is walgelijk. Ik heb ook gemerkt dat kinderrechteres bang zijn voor de rechters van het Hof als het Hof de beschikkingen van de Rechtbank vernietigen, ze willen graag met hen wedijveren en toch nog met een bepaalde arrogantie boven het Hof staan.

      Ben benieuwd welke gevogelte ze vrijwaard tijdens de winterse feestdagen, het zal zeker geen vrije vogel genaamd 'kind of gezin' zijn.

      Verwijderen