12 september 2013 door Ariëlle de Ruijter
De socioloog Frank Furedi, altijd goed voor een pakkend citaat, schrijft:
“Sinds het begin van de twintigste eeuw zijn beleidsmakers steeds meer geneigd
om op kinderen te rekenen als een instrument voor verbetering van de
maatschappij”. Ook in Groot-Brittannië hebben alle grote politieke partijen
zich achter het heilsidee geschaard van ‘vroege interventie’ in het leven van
een kind. Ik vraag me af wie er überhaupt een ‘interventie’ wenst in zijn leven
of in zijn gezin?
De term is afkomstig uit de militaire wereld, een ‘militaire interventie’,
een ‘ingreep’ zoals Syrië boven het hoofd hing. Geen idioom dat past bij het
leven van kinderen en hun gezinsleven. ‘Het moederschap bemoederd’ luidde de
titel van mijn scriptie tijdens mijn kandidaatsonderwijs en ik maak me nog
steeds zorgen over dit paternaliseren van alle paters en maters die in
overgrote meerderheid wel degelijk verantwoordelijk zijn en heel goed zonder
‘militaire’ ingreep uit de voeten kunnen.
Gij zult leren
vertrouwen
In de memorie van toelichting bij de nieuwe jeugdwet lees ik: “Ouders en
jeugdigen moeten leren op eigen vaardigheden te vertrouwen zodat zij zelf in
hun verbanden verder kunnen.” Alweer: ze móeten leren. En dat moet dan door
vroegtijdige ondersteuning en door de experts in kinderopvang en school en een
uitdagende woonomgeving en door vrijwilligers en buurtgenoten. We krijgen
eerder en vaker een steeds indringender en verdergaande betrokkenheid van de
staat, de gemeente, de beroepsopvoeders bij de opvoeding.
Zal dat de opvoedingsvragen verminderen? Nee. Ik vertrouw eerlijk gezegd
meer op spontane initiatieven ‘van onderaf’: ouders en scholen die samen
oplossingen bedenken. Buren en buurten die zelf initiatieven nemen –
kleinschalig en in de directe omgeving van de gezinnen. Een recent rapport
van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR, 2012) is getiteld
‘Vertrouwen in burgers‘.
Mijn eerste gedachte was: kan er in 2014 ook een WRR-rapport komen over vertrouwen
in ouders? Nou ja, er was al een CDA-studie met die naam (Wetenschappelijk Instituut voor het
CDA, 2010) met als een van de motto’s: “Steun het moderne familie-
en gezinsnetwerk.”
Lees verder:
http://blogs.kenniscentrum-kjp.nl/arielle-de-ruijter/2013/09/12/jeugdwet-heilloze-hang-naar-heilsidee/#comment-192
Modern jeugdbeleid versus traditioneel jeugdbeleid
René Clarijs
vergelijkt het ‘moderne jeugdbeleid’ in de nieuwe wet met ‘traditioneel
jeugdbeleid’ in zijn analyse ‘De dreigende beleidsklucht van de transitie jeugdzorg‘
(‘Jeugdbeleid’, nummer 3, 2012). Hij merkt op dat het moderne jeugdbeleid als
doel heeft “goed burgerschap in de samenleving”, terwijl het traditionele
jeugdbeleid gericht is op het beheersen van problemen. Verwar die twee
niet. De nieuwe jeugdwet doet dat wel. Als de jager met hagel schiet,
raakt hij ook de gezonde vogels. In artikel 2.3 staat: ‘Voor een jeugdige of
ouder die opvoedhulp nodig heeft treft het college een voorziening (..)’. Een
jeugdige die opvoedhulp nodig heeft? Hulp dus bij het gezond en veilig
opgroeien. Te groeien naar zelfstandigheid. Voldoende zelfredzaam te worden om
maatschappelijk te kunnen participeren. Rekening houdend met zijn leeftijd en
ontwikkelingsniveau. Maak kennis met de toekomstige generatie in de ogen van
onze Haagse leiders: de gezonde en brave burgers volgens het heilsperspectief
anno 2013. Zo maakbaar hebben we het nog niet meegemaakt.
Generatie Einstein
Volwassenen
hebben zich altijd zorgen gemaakt of zij het gedrag van jongeren wel kunnen
beheersen. En steeds ontdekten ze – na eerst in de fout te gaan met te heftige
‘interventies’ – dat diezelfde jonge mensen er gewoon zelf goed uitkwamen.
Hippies waren langharig werkschuw tuig, beatmuziek-popmuziek-punk-rap was
verwerpelijke herrie, met het internet zouden alle remmen los gaan; ze groeiden
allemaal op voor galg en rad. En let nu eens op de jongeren uit de jaren
zestig-zeventig, de lost generation: zij beheersen nu alle
sleutelposities, en we zijn helemaal niet verloren. De jongere lichting idem
dito: de generatie Einstein is eindeloos goed in netwerken, reizen,
internationaliseren, samenwerken, creatieve oplossingen bedenken Ook met hen
zijn we allesbehalve verloren.
Ouders erkennen
Als we nou
eens op alle fronten ouders zouden erkennen als capabel, verantwoordelijk,
betrokken. Als intuïtieve, goede opvoeders, en ze hun eigen wegen laten
gaan. Laten we ophouden met ouders te bemoederen. Dat is al te lang bezig
– meer dan een eeuw. Ook door experts, pedagogen en andere professionals. Zoals
politici en beleidsmakers, die hebben er een handje van om ouders moreel ter
verantwoording te roepen. Daarmee ondermijnen ze het vertrouwen van ouders, wat
de overheid nu juist wil bevorderen met een wet. Beter zou zijn ouders te laten
zien dat zij niet de enige zijn met vragen en dat zij niet zelf de oorzaak zijn
van hun gevoel van falen of twijfel. Politici en pedagogen zijn zelf toch ook
ouders? Of zijn het alleen de ánderen die ‘verantwoordelijkheid moeten nemen’
en doen alleen zijzelf dat al lang en adequaat?
Opvoeding verandert mee
Een
ingewikkelde maatschappij vraagt om een lange opvoeding. Geen twee mensen, ook
niet twee ouders, voeden gelijk op. En geen twee kinderen reageren gelijk op
opvoeding. Opvoeden is een onzeker avontuur. De maatschappij vernieuwt zich
steeds en dus ook de directe omgeving van ieder kind: internet,
echtscheidingen, relatievormen, woonvormen, werk en werkloosheid, crisis.
Kinderen én ouders experimenteren in die context. Laten wij ze die ruimte volop
geven, en alleen helpen als er hulp nodig is.
http://blogs.kenniscentrum-kjp.nl/arielle-de-ruijter/2013/09/12/jeugdwet-heilloze-hang-naar-heilsidee/#comment-192
"If government services were valuable and the market wanted them, they wouldn't be provided on a compulsory basis" by Marc Stevens
BeantwoordenVerwijderen