maandag 30 september 2013

Het is allemaal niet pluis

Het feit dat veel gevallen van kindermishandeling niet worden gesignaleerd, blijkt uit de gegevens van de AD Ziekenhuis Top 100, die komende zaterdag verschijnt.  

Uit de data komt naar voren dat ziekenhuizen gemiddeld bij 1 op de 120 jonge patiënten een vermoeden van mishandeling hebben. Dat wordt gemeld bij een speciaal team. Een kwart van de ziekenhuizen haalt echter nog niet de helft van dit aantal. Enkele ziekenhuizen melden amper gevallen.  
 
 
Potdorie! Mijn vertrouwen in ziekenhuizen is de laatste tijd al gedaald, komt dit er ook nog eens bij. Ziekenhuizen  melden hun vermoedens niet! Niet te geloven! ‘Duizenden kinderen lopen de kans mis om gered te worden van verder onheil!’ aldus heilsprofeet Sprokkenreef van de Jeugdzorgkerk.  
 
Een lijvig rapport, vol cijfertjes en conclusies 

Ik vermoed, dus meld ik het hier maar, dat hij zijn geloof put uit een onderzoeksrapport van professor Lenneke Amelink. Dit onderzoek ‘De Tweede Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen’  werd gedaan in opdracht van het ministerie van VWS. Het verscheen in augustus 2011.  Een rapport van 199 bladzijden.
 
Hoewel niet universitair geschoold, waag ik het toch wat vraagtekens te plaatsen. Bijvoorbeeld de wijze waarop de professor en haar onderzoeksgroep via informanten bij instanties aan gegevens is gekomen:  

De AMK’s en Raad voor de Kinderbescherming

Politie en rechtbank

Huisartsen, consultatiebureaus, spoedeisende hulp en aandachtsfunctionarissen van ziekenhuizen.

Basisscholen, en scholen voor Voortgezet Onderwijs

Kinderdagverblijven, gastouderopvang, peuterspeelzalen en vrouwenopvang. 

Gemakkelijk 

Via Jeugdzorg Nederland vroeg de professor alle 15  AMK’s medewerking te verlenen om data te verzamelen. Gedurende een vol jaar verkreeg zij toegang tot de databestanden van deze instellingen. 

Moeizaam! Vrijwillig? 

De scholen werden uitgenodigd om mee te werken aan het onderzoek. Er werd een brief naar de directies gestuurd. De verwachte respons bleef uit, hierna zijn ze telefonisch benaderd. Vervolgens zijn reservescholen per brief uitgenodigd. Bij deze uitnodiging zat tevens een aanbevelingsbrief van het ministerie van Jeugd en Gezin. Vanwege de hoge tijdsdruk en onvoldoende respons hebben de onderzoekers besloten nog meer scholen aan te schrijven. Per basisschool is één leerkracht per groep (1 – 8 ) aangewezen voor deelname aan het onderzoek.

De uitnodiging vond ook nauwelijks respons bij de scholen voor voortgezet onderwijs. Er is toen besloten om één mentor uit elk leerjaar van de leerjaren aan te wijzen voor deelname aan het onderzoek. 

Medewerking? 

De onderzoekers stellen vast: In totaal hebben 461 organisaties medewerking toegezegd aan het onderzoek. Organisaties waar de medewerking (op directieniveau) minder goed was dan gehoopt waren het voortgezet onderwijs, de politie, Spoed Eisende Hulp en de Raden voor de Kinderbescherming. De redenen waarom na eerder toezeggingen uiteindelijk toch niet mee werd gewerkt? De informant had verlof, was ziek tijdens de onderzoekperiode, was van baan veranderd, of had te weinig tijd naast zij/haar reguliere werkzaamheden. Tsja, je zou ook kunnen concluderen dat ze het onderzoek niet zo zagen zitten? Misschien er wel kritisch tegenover stonden?  

Informant 

De aangewezen informanten werd gevraagd een formulier in te vullen over kind(eren) waarvan zij het vermoeden hadden dat het met enige vorm van mishandeling te maken had. In de toelichtingsbrief op het registratieformulier (blz. 171) staat onder het kopje Gebruik van de formulieren een zeer opvallend zinnetje ter ondersteuning van de informant:

‘Het kind dat (mogelijk) met mishandeling te maken heeft, staat centraal in het formulier. Daarbij gaat het om uw eigen ‘niet pluis-gevoel’. Iedereen heeft zijn eigen normen en waarden. Stel uw eigen normen en waarden voorop. Als u het gevoel heeft dat de situatie niet pluis is, maar uw collega’s denken daar wellicht anders over, vragen wij u toch uw eigen gevoel hierin te volgen en een formulier in te vullen. Het geeft niet als dit betekent dat u wellicht eerder een formulier invult dan uw collega.’ 

Ter geruststelling 

Het in te vullen formulier Deel E. De informant:

Hier wordt naam en telefoonnummer van de informant gevraagd door de onderzoekers om indien daar aanleiding toe is contact met hem/haar op te nemen. Met grote letters de zin: 

DEZE PAGINA ZAL WORDEN VERWIJDERD EN VERNIETIGD BINNEN 10 DAGEN NA ONTVANGST. 

Elk kind dat mishandeld wordt is er een teveel, laat dat duidelijk zijn.

Maar in de begeleidende brief aan de informanten staan zoveel vormen van verwaarlozing en mishandeling, dat je denkt dat geen enkele ouder het goed kan doen. Alle ouders moeten aan de verplichte opvoedondersteuning. De meester- of juf informant moet wel haast het gevoel krijgen, zelf een kindermishandelaar/verwaarlozer te zijn. Dagelijks ontsnappen er wel kinderen aan haar/zijn aandacht.    

'We weten dat jaarlijks meer dan honderdduizend kinderen slachtoffer zijn van mishandeling. Via ziekenhuizen en huisartsen zijn nog vele gevallen op te sporen,' roept dhr. Sprokkenreef.  

De inspectie zegt: 'Ziekenhuizen die weinig melding maken van een verdenking van kindermishandeling, worden daar door de inspectie op aangesproken. Ziekenhuizen moeten een protocol volgen om het aantal meldingen van mogelijke kindermishandeling te vergroten.’  

Is dit het zoveelste staaltje van de aandacht van je eigen falen afleiden naar een ander?

Jeugdzorg die regelmatig afspraken met de inspectie niet nakomt en protocollen negeert.

Jeugdzorg die fout op fout maakt in verslagen naar de kinderrechter en het presteert rechterlijke uitspraken naast zich neer te leggen.  Jeugdzorg die zich niet laat controleren, corrigeren door wie dan ook.  

Artsen, psychiaters, psychologen, ziekenhuizen, maatschappelijk werkers, scholen weten al lang, en politici zouden kunnen weten hoe ouders en kinderen in de wurggreep van Jeugdzorg zitten.

Zij weten dat jaar in jaar uit duizenden ouders en kinderen slachtoffer worden van Jeugdzorg.
 
Komt daar ook een Meldcode voor? Of wordt daar over 25 jaar een onderzoek naar gedaan à la commissie Samson? ‘Duizenden ouders/kinderen lopen de kans mis, om gered te worden van verder onheil door Jeugdzorg!’ met dank aan dhr. Sprokkenreef.
 

YB

5 opmerkingen:

  1. En waar een kind dat mishandelt wordt ze op een presenteerblaadje wordt aangeboden komen ze niet tot actie.
    http://www.hartvannederland.nl/nederland/utrecht/2013/oma-van-3-jarige-nouafel-blijft-strijden/
    Richard Korver behartigt de belangen van de grootmoeder die aangifte heeft gedaan tegen bureau jeugdzorg waar ze een aantal keren de blauwe plekken van haar kleinzoon gemeld heeft.
    Bureau Jeugdzorg houdt zich liever bezig met hulpvragende ouders. Die werken makkelijker mee. Die kun je makkelijker plukken.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Helaas, ja, vaak is het antwoord op een spoedhulpvraag: Zie het nog een half jaar aan.
      Het lijkt er op dat ze de makkelijke objecten binnen willen halen.
      Waarom zou je aanders geen diagnost zetten op die hulpvraag waar spoed gevraagd wordt???
      Dit zien we veel. Het is geen "incidentje" of tien!

      Verwijderen
  2. Puntje voor het AD. Als ik het goed begrijp hebben we a.s. zaterdag een lijst met ziekenhuizen die veel en die weinig melden. Dat wil ik graag weten. Om te voorkomen dat je als ouder hulp vraagt en er dan nog eens een veel groter probleem bij cadeau krijgt.
    Wie wil dat nu? Wie is daar nu mee geholpen?
    Ben zeer benieuwd. Er zouden meer van dat soort lijstjes moeten komen. Veel veiliger voor ouders en kinderen als je weet waar je wel en niet moet zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het rapport:
    Ik heb ook even getracht het rapport te doorgronden. Opvallend is inderdaad het commentaar hier en daar dat scholen en instellingen zo weinig respons geven.
    Ook valt me op dat er een aantal keren gesproken wordt over het grootste deel dat 'verwaarlozing' zou betreffen.
    Er wordt hier en daar ook wel wat gerelativeerd.
    Lastig bij dit soort vragenlijsten is dat de 'ernst' van gerapporteerde 'feiten' ook niet aangetoond wordt. Een ruzie tussen ouders waarbij wat stemverheffing is opgetreden kan al gescoord worden als 'huiselijk geweld'. Waarbij je je dan afvraagt wat de overheid daarmee zou moeten?
    Verder kun je natuurlijk niet veel zeggen over zo'n rapport.
    En het zou al helemaal geen aanleiding moeten zijn om meer meldingen op te wekken. Melden helpt namelijk niet tegen wat voor kindermishandeling dan ook. Integendeel zelfs. Kinderen lopen het risico om hun gezin kwijt te raken en in pleeggezinnen, internaten en dergelijke rondgepompt te worden waarbij ze meer kans lopen op mishandeling, geweld en sexueel misbruik en het foutlopen van hun schoolcarriere.
    Opgroeien in een gezin zal ongetwijfeld hier en daar tot ongewenste situaties leiden. Of dat ernstig genoeg is dat op zo grote schaal kinderen gemeld moeten worden waarna er geen of niet gepaste hulp is lijkt me niet.
    Hier en daar zie je wel wat positief advies: scholing en werk door de overheid bevorderen omdat een lage opleiding en werkeloosheid risicofactoren zijn kun je nog zien als een positieve bijdrage. Een opvoedingscursus voor jonge ouders lijkt me weer veel minder geschikt. Alsof de overheid kan voorschrijven hoe je met kinderen om moet gaan.
    Het probleem is natuurlijk niet het aanbod om nou eens even met mensen die er voor doorgeleerd hebben te bespreken wat je zoal tegen kunt komen en hoe je daarmee om kunt gaan. Het probleem is de arrogantie dat hulpverleners jou komen vertellen wat je moet doen om buiten het zicht van de grijpgrage handen van diezelfde overheid te blijven. Dus als je je niet in de kijker wil spelen ga dan vooral ook niet naar zo'n cursus.
    Voor je het weet kom je voor in een risicolijst. Dat leert niet zo lekker.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Een opmerking die ik laatst hoorde van een dame die door haar medeleven met een gezin wat al jaren lang lijdt onder de terreur van BJZ, goed op de hoogte is met het handelen van genoemde instantie: "Als Bureau Jeugdzorg boven de wet staat, dan is er toch geen wet?"
    Denk daar maar eens over na.

    BeantwoordenVerwijderen