maandag 2 september 2013

Hoe vrijwillig is de Amsterdamse Ouder- en Kind adviseur?

Hoe vrijwillig is de Ouder- en Kindadviseur? 

Het woord adviseur impliceert vrijwilligheid, maar geheel daarmee in strijd is de drangbevoegdheid, waarmee de OKA ouders kan verplichten tot een hulpverleningstraject. De OKA wordt opgedrongen aan ouders en scholen omdat het wordt aangeboden als een allesomvattend generalistisch systeem, die door het totalitaire karakter ervan weinig ruimte overlaat voor vrijwilligheid. Men kan zich voorstellen dat ouders die niet vrijwillig in zee gaan met de OKA (vanaf zes weken na de geboorte van je kind; huisbezoek) zich daar per definitie al verdacht mee maken in de ogen van de jeugdbeschermers. Want dat is wat de OKA’s voor het merendeel zullen zijn, ex-jeugdzorgmedewerkers. Jeugdzorg is een instantie die onder ouders een zéér slechte naam heeft en niemand zit er dan ook op te wachten om jeugdzorg verkleed als OKA in de school aan te treffen. 

Bezuinigen op kwaliteit van zorg 
 

Met alle onduidelijkheden en nog niet ingevulde gezagsverhoudingen tussen OKA en school/schoolmaatsch.werk, waarbij de vraag naar concretisering van de plannen door de gemeente voortdurend wordt afgewimpeld met het 'voorlopigheidsexcuus' dat niets anders is dan een gebrek aan realistische visie, is er één ding waar de gemeente wel duidelijk in is en dat is de financiële motivatie voor het hele plan van de OKA. 

Er moet bezuinigd worden op jeugdhulpverlening en de gemeente Amsterdam is van mening dat de winst vooral gehaald kan worden bij het aan banden leggen van specialistische hulp. 

Ten onrechte wordt door veel mensen gedacht dat specialistische hulp duur is, omdat ze niet naar de lange termijn kijken waaruit blijkt dat een evidence-based hulptraject met diagnostiek op universitair niveau veel effectiever is en korter duurt dan bijvoorbeeld een jeugdzorgtraject waar slechts op HBO-niveau wordt gewerkt en door foutieve probleemduiding de hulp vaak niet werkt, het hulptraject veel te lang duurt en leidt tot conflicten met ouders en daardoor tot juridisering van het hulpverleningstraject. Dit brengt behalve onnoemlijk veel leed voor ouders en kinderen (onnodige uithuisplaatsingen) ook extreem hoge kosten met zich mee. Een UHP kost per jaar €80.000 voor de belastingbetaler.  


Eigen Kracht
  
Het veel geroemde Eigen Kracht-verhaal dat in theorie (een deel van) de regie aan de ouders terug zou moeten geven, waardoor zij niet geheel aan dwangmaatregelen van instanties zijn overgeleverd, begint steeds meer de betekenis van 'Eigen' te verliezen. In toenemende mate wordt de EK toegeëigend door Jeugdzorg en ingezet als drangmiddel, gewoon nog steeds onder dreiging van gedwongen maatregelen. Het politieke streven om het aantal OTS en UHP’s terug te dringen onder druk van decennia lang klachten over het functioneren van jeugdzorg, houdt in de praktijk in dat veel meer gezinnen onvrijwillig (onder dwang) vrijwillige hulp moeten accepteren zonder dat er sprake is van een rechterlijke toetsing, zoals bij een Onder Toezicht Stelling (OTS). Gevolg is dat het vaste budget voor Jeugdzorg aanzienlijk zal stijgen (omdat voor iedere drang een vast bedrag geïncasseerd wordt door Jeugdzorg).  

De huisarts omzeilen 


In het Koersbesluit  ‘Om het Kind’ wordt uitdrukkelijk vermeld dat huisartsen te vaak doorverwijzen naar een specialist, wat een vreemd standpunt is om te worden ingenomen door politici. Met het oog op het gemeentelijk budget kan eruit opgemaakt worden dat men het niet wenselijk vindt dat ieder kind recht heeft op specialistisch onderzoek en daarom wordt huisartsen in Amsterdam aangeraden om liever door te verwijzen naar de OKA, die met de misleidende term ‘generalist’ wordt aangeduid.  

Dit lijkt een brede deskundigheid aan te duiden, maar betekent in de praktijk ‘van alles wat’ op HBO-niveau, zonder universitaire bevoegdheid. De generalist probeert zoveel mogelijk zelf op te lossen, zonder de deskundigheid te bezitten om te herkennen of een probleem deskundig onderzoek vereist.





Dit betekent in de praktijk dat ouders die bijvoorbeeld een autistisch kind hebben en vragen om een doorverwijzing naar een deskundige, eerst een aantal gesprekjes met de OKA moeten voeren om te kijken op het toch niet aan hun eigen gebrek aan pedagogische vaardigheden ligt. Op die manier heb je als ouders behalve een kind dat zeer veel aandacht vraagt, ook om te gaan met de ‘hulpverlener’ die er een schuldvraag van maakt.   


Zo kan goede hulp voor het kind lang op zich laten wachten, of indien de relatie tussen ouders en OKA niet wil boteren, wordt er doorverwezen naar het Samen Doen-team waar jeugdzorg mee verbonden is en in het verlengde daarvan de Raad voor de Kinderbescherming, waardoor het kind misschien wel nooit de hulp krijgt die het nodig heeft, omdat er een mishandelingsvraagstuk van wordt gemaakt, zoals we dat nu ook veelvuldig bij Bureau Jeugdzorg aantreffen. 


De OKA komt naar je toe 


De OKA is geen vrijblijvende hulpverlener, maar ook een persoon die alarmerende kindsignalen zelf kan opvangen en daarover met de ouders in gesprek kan gaan. Dezelfde situaties zoals met jeugdzorg gaan zich voordoen (insinuaties, vermoedens, geen waarheidsvinding, uitsluiting door BJz van bevindingen door van jeugdzorg onafhankelijke instanties naar de kinderrechter toe), maar nu in de school, zodat iedere ouder permanent aan mishandelingbeschuldiging bloot staat (‘pedagogische verwaarlozing valt ook onder mishandeling! Lees: ‘Kind heeft te weinig vriendjes’- wat bij autisten een vrij normaal verschijnsel is) wat in feite zonder de OKA ook al het geval was, met de recente invoering van de Meldcode.

Het verschil is echter, dat een zorgmelding bij het AMK/BJz door bijvoorbeeld een leerkracht, niet meer is dan een signaal van een zorgprofessional, maar een OKA heeft zelf de drangbevoegdheid, waardoor de overgang van vrijwillig hulp naar onder druk gezet worden met drang/dwang veel sneller zal gaan. Vooral in situaties waar het probleem verkeerd wordt ingeschat, zal de weigering om het kind specialistisch te laten onderzoeken (op grond van ‘probleemontkenning door ouders’) om als gemeente geld uit te sparen, gewoon blijven leiden tot jeugdzorgtoestanden. Het wordt enkel in een nieuw jasje gestoken en het gevaar om van pedagogische verwaarlozing beschuldigd te worden is niet langer afhankelijk van een melding.  

Het kan zomaar op ieder moment gebeuren. En wat daarbij extra kwalijk is en wat niemand zich realiseert, is dat juist de opgebouwde vertrouwensband tussen ouders en OKA, zich op dat moment zich volkomen tegen de ouders zal keren. Het AMK moet bij vermoeden van kindermishandeling nog toestemming vragen aan ouders voor Informantenonderzoek, maar de OKA heeft dat helemaal niet nodig. Die heeft vanaf het begin een dossier bijgehouden, waardoor ouders meteen doorgestuurd kunnen worden naar de Raad voor de Kinderbescherming. Ouders steken vrijwillig hun nek in de strop, omdat ze er te laat achter zullen komen wat ‘drangbevoegdheid’ in feite inhoudt.   

De wettelijke status van de OKA 

Het is in Nederland verboden mensen hulp te laten accepteren zonder dat er een rechter aan te pas is gekomen. De drangbevoegdheid van de sociale wijkteams in steden als Rotterdam en Amsterdam is dan ook niet legaal, maar wordt door de overheid gedoogd (zoals coffeeshops).  


De Ouder – en Kind Adviseur heeft geen bevoegdheid tenzij met schriftelijke toestemming van de gezagdragende ouder(s) om informatie op te vragen of bij een schoolbespreking over een leerling aanwezig te zijn (Wbp). (BW1:240 geeft juist daarvoor enkel de Raad voor de Kinderbescherming toestemming om zonder toestemming info in te winnen, opdat er niet diverse onderzoekstromen ongecontroleerd op gang komen.  
Immers de Ouder en Kind adviseur is mede een toegang tot dwangzorg (OpvoedOndersteuning en juridiserende OTS-ingang). 

-
De OKA kan dus alleen mèt (schriftelijke) toestemming van ouders zich inmengen in andere disciplines zoals scholen.
De wettelijke basis die voor dranghulp ontbreekt en die leidt tot een gedooghouding van de overheid naar de lokale overheden die werken met Sociale Wijkteams, betekent in de praktijk een verlaging van de kwaliteit van zorg en een verlies van autonomie en keuzevrijheid van burgers. Er is geen rechtstreekse toegang tot de ‘hoogste mate van gezondheidszorg’  (IVRK24), omdat het eigen netwerk van ouders dat nu ingeschakeld wordt door de OKA in de plaats komt van diagnostische deskundigheid, of zelfs maar een interventie door ALTRA (jeugdhulp). Dit wordt hulpverlening op een nóg lager niveau dan die van Bureau Jeugdzorg (die ook toegang tot specialistische hulp vaak weigert ten faveure van de eigen speculaties, omdat zij behalve jeugdbeschermers ook beheerders zijn van de voogdij). 
Artikel 35, UvB.WJz 
De huidige discriminatie van kinderen bij het recht op hoogwaardige gezondheidszorg ten opzichte van volwassenen (die wel rechtstreeks naar een psycholoog of psychiater mogen) zoals we dat nu in de Jeugdzorg kennen, zal in het systeem van de OKA gewoon worden vervolgd. Waar bij Jeugdzorg de vermoedens en speculaties van de gezinsvoogd (samen met info verkregen uit informantenonderzoek) leidend zijn en niet het oordeel van de gedragswetenschapper, die tegen de eigen beroepscode in mag handelen, door een handtekening te zetten onder een rapportage van de AMK medewerker/gezinsvoogd, zonder zelf het kind te hebben onderzocht. Dit is mogelijk gemaakt door de alternatiefstelling van art.35 UvB.WJz en gedoogt dus een onwetenschappelijke handelswijze door Bureau Jeugdzorg.  
Schending beroepsgeheim artsen 
Evenzo betekent de verplichting die aan artsen werd opgelegd door het Ministerie van VWS om bij vermoeden van kindermishandeling te melden aan het AMK (Waar de KNMG op tegen was, maar zelfs hun ‘tussenvorm’ werd niet geaccepteerd als alternatief) een verlaging van de zorgkwaliteit en een signaal dat men op een repressieve koers ligt, waar iedere vorm van privacy of ouderschapsintegriteit moet wijken voor de preventiezucht zonder grenzen. Een huisarts kan beter zelf inschatten wat er aan de hand is met een gezin of met een kind, vanuit de vertrouwensband tussen arts en cliënt. Bovendien is deze in staat om kindeigen problematiek te herkennen of een medische aandoening, wat een jeugdbeschermer niet kan. Tot wat voor juridische ellende dit kan leiden, is ondertussen wijd en zijd bekend. 
Samenvattend:
-         De OKA is jeugdzorg in een nieuwe jas, met dezelfde ondoorzichtige doorschakeling van vrijwillige hulp naar dwanghulp (verzachtend aangeduid met drang).
-         De OKA is jeugdzorg in de school. Wat geen enkele ouder wenselijk zal vinden die wordt uitgelegd wat ‘drang’ inhoudt.
-         De OKA biedt lage kwaliteit zorg aan jeugdigen, vanwege bezuinigingsmotieven die zorgen voor versperring van toegang tot specialistische hulp voor jeugdigen en in plaats daarvan hulp vanuit het eigen netwerk aan ouders op te dringen.
-         De OKA draagt de misleidende titel ‘generalist’ die geen enkele deskundigheid waarborgt vergelijkbaar met universitair niveau van de huisarts of specialist.
-         De OKA betekent een schuldvraag inbouwen in de hulpverlening, omdat mishandelingsignalering ‘in de mode’ is en er wordt veel geld verdiend door talloze bureautjes aan cursussen signaleren met de nieuwe Meldcode.
-         De OKA heeft geen wettelijke basis, maar wordt gedoogd door de regering, vanuit het idee dat voor preventiedoeleinden bij kindermishandeling recht op privacy en keuzevrijheid (zelfbeschikking) overboord mag worden gezet.
-         De OKA is een utopisch ideaal dat meer politiek/economisch van karakter is dan wetenschappelijk/medisch betrouwbaar is.
-         De OKA garandeert niets voor ouders met de mogelijkheid om gespecialiseerde hulp ‘in te vliegen’ zoals het Koersbesluit vermeldt, aangezien ouders hierover niet mogen beslissen, maar de OKA of de ambtenaar van de gemeente, die een cursus heeft gevolgd Inleiding tot psychiatrie.
-         De OKA zal de huisarts buitenspel zetten, bij opvoedingsvragen, kindeigen problematiek (of ziektebeeld als reden voor moeilijk gedrag).
-         De OKA drukt de OpvoedPoli weg (waar ouders wel tevreden over zijn), om de ex-jeugdzorgwerkers aan het werk te houden die ze moeten gaan ontslaan in hun huidige functie.
-         Het OKA-syteem bevordert geen concurrentie (tussen zorgaanbieders), wat wel de bedoeling was van de nieuwe jeugdwet die nu opnieuw aan de Eerste Kamer zal worden voorgelegd. 
In het geding zijn: Het recht van het kind op hoogst mogelijke gezondheidszorg (IVRK24), keuzevrijheid van ouders en privacy.
Gevaar dat dreigt: Goedkoop is duurkoop.
Sven Snijer
Ranada van Kralingen

4 opmerkingen:

  1. http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1363661
    Gideon Levy: Iedereen gaat het voelen.
    De wethouder ziet het helemaal zitten. Kinderen hebben hulp van de gemeente nodig op het gebied van school, opvoeding en begeleiding. De jeugd ggz biedt dat niet. Dat kan de gemeente beter.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Gemeente zal hier ook gelden in zien...Het is toch een grote geldmassa aan geldwolven

    BeantwoordenVerwijderen
  3. De OKA is jeugdzorg in de school.

    Jeugdzorg is nu ook al in de school.
    1: De schoolmaatschappelijk werker is in de meeste gevallen verbonden aan een ketenpartner van jeugdzorg.
    2: Bij zorgen over een kind, schakelt de school het zat(zorg advies team)team in. In dit team zit een vertegenwoordiger van jeugdzorg.
    Mocht men het nodig vinden, dan komt het zit(zorg indicatie team)team om de hoek kijken. Nee, dit is geen grap.
    Niemand hoeft zich zorgen te maken over de OKA.
    Het is dezelfde smeerlapperij, maar onder een andere naam.

    Ik zou graag eens een gedetailleerd verslag zien, van ouders die tevreden zijn over de Opvoedpoli.
    Ik heb ervaring met deze club. Heb hier echter niks positiefs over te melden.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Anoniem ivm OKA.
    Ook wij hebben enkel ellende gehad dankzij deze club.
    Als je het hebt over Gestapo praktijken, zij weten precies hoe dat moet.
    Hou je maar eens staande t.o deze terreur.
    En idem, het is enkel negatief wat zij presteren.

    BeantwoordenVerwijderen