zondag 8 september 2013

Vechtscheidingen


sitestat


Wat betreft vechtscheidingen, al komt er dan een oplossing van een bijzonder curator, dan komt er een volgend probleem, zoals omgangsregelingen saboteren. Of meldingen van de ene ouder over de andere willekeurig gebruiken voor drang en dwang. Als de ombudsman zoiets een goed idee vindt, betekent nog niet dat ouders dat over moeten nemen. Want wie zegt dat dat werkt? Dat hoopt de Ombudsman dus dat mag hij verdedigen .

Geen basisvertrouwen in de regering 

De achterban wil constante aandacht voor wat er mis gaat in de jeugdzorg, en geen discussies over beleid, diagnoses, behandelingen, verbeteringen, wetswijzigingen etc. Want dan is er een basisvertrouwen nodig in de overheid en dat is weg bij jeugdzorgouders, die willen maar een ding: weg met jeugdzorg. 

Ook deskundigen denken dat, dit komt nooit meer goed. Als een cultuur zoals jeugdzorg zo verrot is dan rest er maar een ding: opheffen van de organisatie en van de grond af opnieuw beginnen.  

Dus daarom is het volgens mij onverstandig om je als ouders te laten leiden door hoe het wél zou moeten en wat mensen daarover zeggen. Het lijkt mij veel verstandiger om continu de aandacht bij de klachten en het disfunctioneren te houden, telkens weer.  

Verbeteringen helpen echt niet, alles is al geprobeerd in het verleden. En theorie waarvan men hoopt dat het zal helpen, helpt in de praktijk nooit (zoals een bijzonder curator). Dus als je dat gaat steunen en het helpt wéér niet zoals niets helpt al decennialang, dan ben je daar nog mede verantwoordelijk voor ook. En dat zal de achterban splitsen. Vandaar dat mijn advies steeds weer is: hou het bij zaken waar de achterban het over eens is. Dat zijn de klachten en het disfunctioneren.  

Rechteloosheid 

Het doet er niet toe wat klopt of niet klopt, hoe het beleid allemaal is en wie gelijk heeft. Het gaat erom de achterban te vertegenwoordigen, die interesseert dat niet. Die gilt alleen maar om aandacht voor hun verdriet, het gemis van de kinderen, de zorgen om de kinderen, de leugens van jeugdzorg, de rechteloosheid en wil daar aandacht voor. Geen aandacht voor oplossingen, maar aandacht voor hun problemen.  

Ik vind dat ouders niet met advocaten mee moeten denken, want die denken op de millimeter en in oplossingen. Maar het gaat niet om oplossingen, het gaat om heel hard lawaai maken als ouders omdat er vreselijk veel ouders ontoudert worden, BJZ standaard partij kiest. En dat moeten advocaten zeggen. 

Curatoren, oplossingen, wetswijzigingen uit 1998 mag de sector zelf doen. Curatoren mag de Ombudsman voor pleiten, oplossingen mogen juristen voor pleiten en wetswijzigingen van 1998 zijn anno 2013 volstrekt niet interessant meer.  

Lawaai maken 

Het zijn verhalen uit andere hoeken dan die van de ouders, met partijen die daar aan verdienen. Het is niet in het belang van ouders om met die partijen mee te praten en om ‘oplossingen te bedenken’

Het gaat erom lawaai te maken en van advocaten te verwachten dat die mee gaan doen, het gaat immers om hun clientèle. 

Ik zie het als een groot gevaar als ouders zich laten leiden door mensen die denken in ‘oplossingen’ of die denken dat het allemaal fout is gegaan door een ding of door een wetwijziging.

Dat is onzin, er is niet een oorzaak en er zijn geen oplossingen. Jeugdzorg is een verrot systeem. 

Ouders zijn daar ook niet mee gebaat, het gaat hen niet helpen. Ik kan niet vaak genoeg daarom adviseren: blijf weg bij verhalen over oplossingen en wat er zogenaamd fout is gegaan. Dat is niet relevant en valt allemaal in het niet bij de enorme problemen van ouders en kinderen, zoals het onrecht rondom scheidingen en het vreselijke disfunctioneren ook van jeugdzorg op dit gebied.

Teamlid JDH
 
 

Mr Ir P.J.A. Prinsen
Renbaanstraat 45
2586 EX Den Haag
btwnr: NL.0407.23.240.B.01
 
PRINSEN
advies
LEGAL OPINION
Telefoon (070)-406.32.21
Telefax 084-733.50.78
 
 
   Den Haag,  1 september 2013
   Kenmerk: 
Onderwerp:  Bijzonder curator?
Beste lezers,
Bewaar ons voor de bijzonder curator.
De ervaring leert dat de bijzonder curator juist met BJZ gaat samenwerken. In elk geval stelt hij zich maar al te vaak op “onafhankelijk van” (lees: “tegen”) de ouders, geleid door het verwerpelijke dogma: “Ouders praten vanuit hun eigenbelang, BJZ vanuit het belang van het kind”.
Er is geen enkele garantie dat de B.C. de beginselen volgt waarvan ouders zelf zich niet eens bewust zijn. Ouders begrijpen alsmaar niet dat de autoriteiten, gedreven door het dogmatische “belang van het kind”, hun splijtzwam zijn. De autoriteiten begrijpen dat evenmin.
Waarom weer een nieuwe schijf tussenvoegen, er zijn al zoveel bemoeials.
Met vriendelijke groet,
P.J.A. Prinsen

6 opmerkingen:

  1. Overigens zijn alle vormen van formele mediation en interventie net zo schadelijk als de curator, gebaseerd op eigen belang (facturen en uren). Een heel erg waar artikel. Petje af!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het belang van het kind en het belang van de ouders zijn congruent.

      Verwijderen
  2. De praktijk is dat de wet gebruikt wordt als ˊt de jeugdzorg goed uitkomt. Zo is BW1:257 een wetsartikel dat juist genegeerd wordt door jeugdzorg.

    Maar met de a.s. wet komen er gevaren bij voor gezinnen. En rechten gaan verloren. Helpt lawaai maken of is het toch een idee om de gemeenten te laten weten dat ouders dat recht op diagnostiek en behandelingen onder de WGBO (geneeskunde) niet willen laten varen d.m.v. het declarabel maken van de regionale huisartsen, psychiaters en orthopedagogen t.a.v. het kind??!

    Lawaai is m.i. toch niet zo creatief en opbouwend en concretiserend naar de juiste richting. De wet komt er, bij de landelijke overheid; nu de invulling bij de gemeenten.
    Kwakzalvers zonder beëdigde diagnostiek, of toch maar de deskundigen, die voor enige dwang of drang juist werk verrichten en eerder aan hulp geven denken??!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dus.... waar dwang voorkomen kan worden door betere diagnostisch verantwoorde wegen.
      Dat is meer in het belang van het kind dan zorg zonder zorg met jeugdzorg.

      Diagnosten in de ingang:
      - goedkoper dan jeugdzorg:
      - effectiever dan jeugdzorg:
      - minder kind-belastend dan jeugdzorg:
      - minder gevolg-ko$ten dan jeugdzorg:
      - echte therapie dat helpt.

      Verwijderen
  3. Maar als er nu Curator is toegewezen en ik wil eens met haar praten?
    Van mevrouw Serreans te Middelburg krijg ik als antwoord dat mijn dochter nooit meer iets met haar vader te maken wil hebben.

    Er is op een tijdstip geschreven antwoord van mijn kind, die op dat moment op school zat en dit nooit gedaan heeft.

    Ook wil de curator mij niet te woord staan, maar schrijft: ik kom alleen naar de rechtbank en kom voor je dochter op, maar ze spreekt wel met de moeder van mijn kind?

    Zo is nu mijn kind afgenomen door deze behendigheid van advocaat die moeder alles influistert en ik steeds meer verwijderd word terwijl moeder lijdt aan Borderline syndroom.

    Dit is door een psychiater vast gesteld!
    Duidelijk is dat de antwoorden van moeder komen.

    Het maakt mij erg ziek omdat ik nog nooit één woord van ongenoegen van mijn kind heb gehad. Je staat machteloos.

    Ik ben nu in Hoger Beroep, maar heb geen vertrouwen meer in alles. Niemand luistert en ze beschadigen mijn kind met leugens en bedrog van moeder.

    Mijn kind lijd al aan het Passyndroom. Ze gaat nu citaten van moeder plaatsen op internet en ze praat nu ook op dezelfde manier als moeder.

    Wat moet ik hier nu mee? Ik dacht de bijzonder curator iets voor me zou doen, zodat ik weer met mijn kind kan gaan paardrijden en werkstukken maken en leuke vakanties, maar alles is uit wraak teniet gedaan en niemand wil luisteren of een gesprek met mij aangaan.

    Hans Breetveld

    BeantwoordenVerwijderen
  4. N.a.v. het artikel van Mr Ir P.J.A. Prinsen met als onderwerp “bijzonder curator?” waarin hij
    beschrijft dat er geen enkele garantie is dat de bijzonder curator de beginselen volgt waarvan de ouders zelf zich niet eens bewust zijn, schrijf ik ter illustratie hierbij het navolgende:

    Mevrouw A.M.Weterings, orthopedagoge aan de Universiteit van Leiden en het boegbeeld van BJZ met betrekking tot uithuisplaatsing en uithuishouding van kinderen, interpreteert alle emotionele reacties van de ten gevolge van UHP getraumatiseerde kinderen zoals ’s nachts gillend wakker worden, bedplassen, van slag zijn na bezoek van de (zo gemiste) ouder(s), als zijnde reacties op verwaarlozing/mishandeling/geweld door de ouders (de drie etiketten waarvan BJZ zich bedient) en derhalve als redenen om de kinderen niet weer thuis te plaatsen en daaraan het desastreuze advies koppelt om bij die symptomen ouders en kinderen na UHP van elkaar gescheiden te houden.

    In rapportages van BJZ aan de rechtbanken en ook op het “Congres Zorg om de Jeugdzorg”,
    gehouden op 24 april 2009, (n.a.v. brandbrief 12 advocaten d.d. december 2008) wordt zij naar voren geschoven als zijnde deskundig m.b.t. UHP en uithuishouding. Zij geeft ook lezingen voor de Raad voor de Kinderbescherming.

    Zo heeft zij op 16 december 2005 een voordracht gehouden inzake ONTHEFFING voor de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg den Haag, aan de Universiteit Leiden FSW afd. “orthopedagogiek”.

    In 2004 stelde zij, samen met een collega, op internet in haar “Perspectief in pleegzorg, Hoofdlijnen van de Beleidsvisie Kind in de pleegzorg”: “ ALS EEN KIND REEDS IN OF ROND ZIJN EERSTE LEVENSJAAR BIJ PLEEGOUDERS IS GEPLAATST, HEEFT HIJ GEEN ENKELE EMOTIONELE BINDING MET ZIJN OUDERS KUNNEN ONTWIKKELEN”.

    Hierdoor laat zij zien dat zij niet geschoold is in kennis m.b.t. de aanvang en de ontwikkeling van de symbiotische band tussen moeder en kind (symbiose = volledige eenheid) vanaf het eerste moment na de geboorte in het eerste levensjaar, welke band vanuit het ontstaan van de mens volgens de natuurwet is ingebouwd als een noodzakelijke voorwaarde voor de biologische, emotionele en intellectuele ontwikkeling van het kind.

    In een verweerschrift aan de Rechtbank d.d. xxx stellen de pleegouders van kind X voor om, wanneer er een onderzoek plaatsvindt teneinde vast te stellen wat in het belang van X is, een bijzonder curator over hem te benoemen die op grond van zijn/haar specifieke, (ortho)pedagogische deskundigheid in staat is te onderzoeken wat de belangen van X zijn. Men heeft zelfs al een pedagogisch deskundige in gedachten: Dr. A.M. Weterings: “Wellicht kan deze pedagogisch deskundige zowel tot bijzonder curator worden benoemd alsmede een deskundigenonderzoek verrichten naar de belangen van X” (pagina x door pleegouders ingediend verweerschrift ). Voorts:

    “De pleegouders zijn ermee bekend dat deze rechtbank reeds eerder een orthopedagogisch deskundige heeft benoemd, dr. A.M. Weterings, voor een deskundigen rapportage.”
    In dit geval wees de rechtbank het verzoek tot een benoeming van een bijzonder curator voor X af.

    J.A.M. Keyser, maatschappelijk werkster, 09.09.2013

    BeantwoordenVerwijderen