woensdag 16 oktober 2013

Interview in weekblad Vriendin met Ranada van Kralingen

http://www.vriendin.nl/weekblad/uit-het-blad/5680/vriendin-42-ranada-en-haar-man-werden-beschuldigd-van-verwaarlozing-van-hun-kinderen 

http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2012/04/als-horen-of-communiceren-niet.html


15.10.2013 –  

‘Het rapport van Jeugdzorg stond vol met leugens’ 

Omdat haar dochter Nina (nu 9) op haar vorige school werd mishandeld, vroeg Ranada (46) Jeugdzorg om hulp. Maar door een valse beschuldiging waren de rollen ineens omgedraaid. “Ze zeiden dat wij onze kinderen zouden verwaarlozen. Het was bizar hoe allerlei zaken werden verdraaid.” 

Het begon een paar weken nadat Nina, een meisje met autisme en een spraakachterstand, op haar zesde naar een zogenoemde cluster 2-school ging. Dat is een school voor dove en slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraak-/taal moeilijkheden en kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum waarbij de focus ligt op communicatie. Ranada en haar man Sven hadden er alle vertrouwen in.  

Ze hadden veel moeite gedaan om haar op deze school te krijgen. Ranada: “Na ongeveer een maand begon Nina enorm te veranderen. Ze werd thuis regelmatig agressief, terwijl ze dat voorheen niet was. Ze gebruikte scheldwoorden waar wij van schrokken en trok soms van boosheid zo hard aan mijn haar, dat ze de plukken in haar hand hield.” 

Lees het hele verhaal van Ranada in Vriendin 42 en praat mee op het forum.

Omdat haar zesjarige dochter Nina (nu 9) op haar vorige school werd mishandeld, vroeg Ranada (46) Jeugdzorg om hulp. Maar door een valse beschuldiging waren de rollen ineens omgedraaid. “Ze zeiden dat wij onze kinderen zouden verwaarlozen. Het was bizar hoe allerlei zaken werden verdraaid.” 

Het begon een paar weken nadat Nina, een meisje met autisme en een spraakachterstand, op haar zesde naar een zogenoemde cluster 2-school ging. Dat is een school voor dove en slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraak/taalmoeilijkheden en kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum waarbij de focus ligt op communicatie.  http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2012/04/als-horen-of-communiceren-niet.html

Ranada en haar man Sven hadden er alle vertrouwen in. Ze hadden veel moeite gedaan om haar op deze school te krijgen. Ranada: “Na ongeveer een maand begon Nina enorm te veranderen. Ze werd thuis regelmatig agressief, terwijl ze dat voorheen niet was. Ze gebruikte scheldwoorden waar wij van schrokken en trok soms van boosheid zo hard aan mijn haar, dat ze de plukken in haar hand hield.  ’s Morgens klaagde ze vaak over buikpijn en soms moest ze overgeven. Ze wilde niet naar school en was bang. Mijn man  en ik dachten dat ze door haar autisme moest wennen aan de veranderingen. Een nieuwe school, nieuwe juffen, andere kinderen…”
 
Totdat haar dochter op een dag vertelde waarom ze niet naar school wilde.  “Nina werd gepest. Kinderen scholden haar uit en schopten en sloegen haar. Ook vertelde ze dat ze seksuele handelingen moest ondergaan en verrichten bij andere kinderen. Bijvoorbeeld op het toilet en in de speelhuisjes op school. Ze was doodsbang. Mijn man en ik waren geschokt. We hebben Nina getroost en beloofd dat we haar zouden beschermen.”
 

Ranada en Sven gingen meteen naar Nina’s school, waar ze het verhaal aan een juf en de directrice vertelden. “Zij reageerden net zo geschokt als wij en de directrice beloofde maatregelen te nemen. Maar die maatregelen stelden uiteindelijk niet veel voor. Er werd in de klas verteld ‘dat je elkaar niet mag pesten en pijn doen’. En na heel lang aandringen kwam er een orthopedagoog een dagdeel in de klas om te kijken hoe de onderlinge sfeer was. Dat was  geen onafhankelijke orthopedagoog, maar één van de school zelf. Zij concludeerde dat het helemaal veilig was. En dat was dat.  

Wij vonden dat de school er veel te gemakkelijk mee om ging. We wilden dat de ouders van de  kinderen uit de klas van Nina op de hoogte waren.  Zij hadden toch ook het recht om te weten wat er speelde? En we wilden een onafhankelijk onderzoek. Daarnaast leek het ons ook belangrijk dat er door een deskundige gesproken werd met de twee zusjes die volgens Nina de aanstichters waren. Misschien waren zij zelf wel slachtoffer van mishandeling. Wij hadden we geen contact met de ouders, want bijna alle kinderen kwamen met een busje naar school. Wij brachten Nina zelf met de fiets.”

Tot rust komen 

Omdat de school geen onafhankelijk onderzoek wilde instellen, besloten Ranada en Sven om Nina thuis te houden. Maar volgens de schoolleiding  was er niets aan de hand, dus ze wilden dat Nina weer naar school kwam. Maar zij begon thuis net tot rust te komen.  

Ze had al een paar keer gezegd: ‘Mammie, hoef ik alsjeblieft niet meer naar die school?’ Moest ik nu zeggen: ‘Je gaat weer naar je klas en je hoeft niet bang te zijn, want het is veilig?’ 

Ik had inmiddels zelf al contact gezocht met de leerplichtambtenaar. Zij had er alle begrip voor dat we Nina niet terug lieten gaan totdat ik een nieuwe school voor haar gevonden had. Als je kind naar een speciale school gaat, heeft dat nogal wat voeten in de aarde. Je moet een indicatie krijgen en dat kost tijd. Ik heb er heel veel energie in gestoken en gelukkig kon Nina na twee maanden naar een nieuwe school. Ze was natuurlijk zenuwachtig, maar al snel ging ze er met plezier naartoe. Ze zat zingend achterop als we erheen fietsten. Ze was nooit meer misselijk of bang en er waren geen verhalen meer over misbruik, pesten en geweld op school.” 

Hulp gezocht 

Ranada belde wel met het Advies Meldpunt Kindermishandeling, dat onder Jeugdzorg valt. “Ik maakte me zorgen over de leerlingen in haar oude klas. Misschien gingen de mishandelingen gewoon door bij andere kinderen... De meneer die opnam, zei dat hij mij niet kon helpen;  ik moest bij de school zijn. Hij zou mijn verhaal wel rapporteren. 

Toen heb ik hulp gezocht bij de zedenpolitie. Zij namen mijn verhaal heel serieus. Maar na een gesprek met de school en een inspectie van de wc’s en het schoolplein was hun conclusie dat ‘de school een veilige en betrouwbare indruk maakte’. Er werd wéér niet met de kinderen gepraat. Niemand geloofde dus het verhaal van Nina. Niemand wilde met haar praten of haar onderzoeken.  

En toen belde Jeugdzorg: ze wilden langskomen. Ik was opgelucht, eindelijk zou iemand actie ondernemen.  Ik dacht dat ze belden naar aanleiding van mijn eigen telefoontje, maar nee: Nina’s oude school had een melding bij het AMK gedaan. Daarin suggereerden zij dat Nina wellicht thuis door haar twaalfjarige broer Thomas mishandeld werd, die ‘immers PDD-NOS heeft’, een stoornis in het autismespectrum. 

Ongelofelijk, dit leek op een tegenaanval van de school. Thomas is een rustige jongen die erom bekendstaat dat hij nooit agressief is. Het deed ontzettend pijn dat ze mijn zoon onterecht beschuldigden. Het was bizar hoe allerlei zaken werden verdraaid. Wij zouden geen aandacht hebben voor het welzijn van onze dochter en er alleen op uit zijn om de daders van het vermeende misbruik van Nina bestraft te krijgen. Ook zouden we Nina pedagogisch verwaarlozen door haar thuis van school te houden.” 

Meer leugens 

“Er volgde een onderzoek door het AMK en er kwam een rapport met nog  meer leugens. We zouden onze kinderen pedagogisch, fysiek én emotioneel verwaarlozen. De beweringen waren nergens op gestoeld, behalve op de mening van de medewerksters van het AMK zelf en de beschuldigingen van Nina’s oude school. Zoveel onrechtvaardigheid, we begrepen er niets van. Jeugdzorg hechtte duidelijk meer waarde aan de woorden van de school dan van ons als ouders.” 

Dat werd ook duidelijk toen de huisarts van Ranada meteen na het eerste thuisbezoek van het AMK langskwam. “Hij zei: ‘Ik weet dat het onzinnig is, maar ik moet controleren of jullie Thomas gedrogeerd hebben.’ Tijdens het bezoek van het AMK lag onze zoon te slapen omdat hij griep had. Ze geloofden dat niet en waarschuwden later onze huisarts, die wettelijk verplicht was om te komen. Die constateerde natuurlijk  dat Thomas  niet gedrogeerd was. Hij drukte ons op het hart dat wij goede ouders zijn en dat hij dat ook aan Jeugdzorg had laten weten. Hij kende ons al zo lang.  

Wij waren helemaal van slag. We begrepen niet hoe iemand ooit kon denken dat wij onze kinderen zouden drogeren. Jeugdzorg werd trouwens boos op onze huisarts omdat hij eerlijk had verteld dat zij hem hadden gestuurd en waarom. Dat hadden wij namelijk niet mogen weten…” 

 Helpen verwerken 

“Iets anders dat ik niet begrijp is dat Jeugdzorg ons verbood om Nina te laten behandelen door een traumapsycholoog. Die had nota bene samengewerkt met de zedenpolitie, Jeugdzorg en AMK. Hij is verbonden aan een ambulante GGZ-organisatie die een jaar eerder de diagnose autisme bij Nina had gesteld. We waren ontzettend blij dat er een professional was die Nina wel serieus nam en haar wilde helpen bij het verwerken van wat haar overkomen was.

Maar Jeugdzorg heeft de traumapsycholoog geadviseerd Nina niet te behandelen. Hij heeft er geen gehoor aan gegeven en zei later in een brief hoe onbegrijpelijk hij deze actie van Jeugdzorg vindt.  

De traumapsycholoog stelde vast dat Nina haar verhaal niet had verzonnen en dat het ook niet door ons als ouders was aangepraat. Hij stelde vast dat zij aan het posttraumatisch stress syndroom leed en heeft haar met EMDR-sessies ( Eye Movement Desensitization and Reprocessing) geholpen. Daarbij werd ze met subtiele aanrakingen teruggebracht naar pijnlijke situaties, waardoor ze die kon verwerken zonder dat ze er uitgebreid over hoefde te praten. 

Ik ben bij een van die sessies geweest en hoorde wat Nina heeft moeten meemaken. Het was zo afschuwelijk. Ik kon het gewoon niet aanhoren. In de sessies daarna is mijn man daarom meegegaan. Na de sessies werd Nina vrolijker en ging de negatieve lading van de herinneringen af.” 

Ontzettend bang 

Pas na negen maanden werden Ranada en Sven van alle blaam gezuiverd werden. “Jeugdzorg vond dat we een hulpverleningstraject in moesten. Dat heet Families First. Je wordt als gezin heel intensief begeleid. Nogal onzinnig, omdat we geen probleemgezin zijn en het rapport over ons gezin niet klopte. Maar als we niet meewerkten, zou er een onder toezichtstelling volgen. We móesten dus wel meedoen.  

We waren ondertussen ontzettend bang. Bang omdat we zomaar  als probleemgezin bestempeld werden. Bang omdat er een rapport met leugens lag en dat dus kennelijk zo maar kan in Nederland. Bang omdat we niet wisten hoe ver dit zou gaan. Misschien zou Jeugdzorg onze kinderen uiteindelijk wel uit huis laten plaatsen… “ 

Prima rapport 

“Omdat we zo’n ‘zwaar geval’ waren, kregen we een dame van Families First over de vloer die dat werk al heel lang deed. Een zwaargewicht, want ze verwachtten grote problemen. Tijdens het eerste gesprek zei ze al dat we totaal niet voldeden aan het beeld dat Jeugdzorg van ons had geschetst.  

En na zes weken begeleiding kregen we een prima rapport van Families First, waarin stond dat we goede en betrokken ouders zijn. Maar de nachtmerrie was nog niet voorbij. Jeugdzorg vroeg de Raad voor de Kinderbescherming evengoed om een onder toezichtstelling. Want als er nu geen problemen waren, dan zouden we die komende jaren wel krijgen, stelden zij. Met onze zoon, omdat hij PDD-NOS heeft…   

Gelukkig besloot de Raad voor de Kinderbescherming anders. we werden van alle blaam gezuiverd en kregen dat ook op papier. Dat was even moeilijk om te geloven. Door het handelen van Nina's vorige school en Jeugdzorg waren we ons vertrouwen in officiële instanties namelijk helemaal kwijtgeraakt.” 

Inmiddels zijn Ranada en haar man Sven een blog begonnen die door tienduizenden mensen wordt bezocht: http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/. Daarin stellen ze de werkwijze van Jeugdzorg aan de kaak en geven informatie en voorlichting aan ouders die te maken krijgen met het gebrek aan waarheidsvinding door Jeugdzorg. 

Rillingen

“Met Nina gaat het hartstikke goed. Ze is vrolijk en gaat graag naar school. En ook Thomas, die nu op zijn vijftiende zogenaamd een probleemgeval zou moeten zijn, is gewoon een leuke jongen.
 

De hele toestand heeft bij ons een wond nagelaten die moeilijk heelt.  Een tijdje geleden zat ik in het ziekenhuis en zag daar folders liggen van het AMK, met als opschrift: ‘Het was een ongelukje’. De rillingen liepen over mijn rug. Want je zou daar maar zitten als ouder met een kind dat net echt een ongelukje heeft gehad en daarbij een arm brak. Er hoeft maar één iemand een valse melding over je te doen en je leven verandert in een nachtmerrie.’ 

Om privacy redenen zijn de namen van de kinderen in het verhaal gefingeerd

5 opmerkingen:

  1. in de afgelopen 30 jaar is jeugdzorg nog even slecht.
    het draait puur om geld.
    eerst het budget en dan het kind

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Veel in rapporten en onderzoeken lezend, kwam ik dit tegen....ik ben een mens van woorden. Quote: In een tijdschrift van de Raad van de Kinderbescherming lees ik: De oogst
    2012: de oogst
    ◆ 20.000 beschermingsonderzoeken
    ◆ 30.000 strafonderzoeken
    ◆ 15.000 taakstraffen coördineren
    ◆ 2500 adoptie, afstand, afstamming......(Blz 45) Dat zijn kinderen dus....een OOGST. Bron: http://www.rvdk.jaarbericht2012.nl/pdf/jaarbericht_totaal2012.pdf

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heel herkenbaar...door een valse melding van mijn ex leef ik al ruim een jaar in een hel!!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Het is niet te begrijpen dat een kind onder de ogen van leerkachten zo mishandeld kan worden. Ik ben zelf leerkracht geweest op een school voor slechthorende kinderen, een mytylschool en een openbare school. Op een slechthorende school zitten vaak kinderen met enorme ontwikkelings en andere stoornissen, omdat zij te vroeg zijn geboren en die ook nog eens de wereld soms niet goed kunnen interpreteren, omdat zij veel informatie missen of verkeerd interpreteren. Zij kunnen dan ook weleens erg agressief en vreemd gedrag vertonen, maar dat je dat als leerkracht niet opmerkt lijkt me bijna onbegrijpelijk. Je moet als leerkracht van minuut tot minuut ogen van voren en van achteren hebben en voortdurend situaties controleren.
    Men heeft dus z'n werk niet goed gedaan!
    Als je leerkrachten aanvalt omdat ze hun werk niet goed hebben gedaan, slaan ze hard terug omdat ze zich voelen bedreigd in hun inkomen, in de eer van de school. De school mag geen slechte naam krijgen, want een slechte naam betekent geen leerlingen meer. Ook al is het oneerlijk dat andere kinderen het slachtoffer worden van dit beleid, het is wel een realiteit die denkelijk moeilijk te veranderen is, ook al is het zeer oneerlijk.
    Op zo'n school waar kinderen met de bus worden gebracht heb je ook nauwelijks kans om met andere ouders te spreken.

    BeantwoordenVerwijderen