vrijdag 16 augustus 2013

Het Rode Boekje van Gemeente Amsterdam

Kritiek op de Ouder-Kindadviseur in Amsterdam  

In dit eerste deel over de kritiek op de Ouder-Kindadviseur in Amsterdam gaat het over de opgedrongen Civil Society, ofwel de sociale dictatuur van de Civil Society als Staatsideologie.  

Suikerfeest en appelflappen 

De Civil Society, op zich een sympathiek idee in een tijd waar de individualiteit is doorgeslagen. Dat men meer oog krijgt voor elkaar en de samenleving daar zullen veel mensen mee instemmen. In ons trappenhuis gaan wij als buren goed met elkaar om. Als het Suikerfeest is trakteert onze vriendelijke Marokkaanse buurvrouw volop op zoete lekkernijen en soms staat ze voor de deur met een schaal vol warm eten. Met kerst bak ik de appelflappen en oliebollen. We lenen elkaar af en toe waspoeder, suiker, zonnebloemolie, etc. Ik hielp vroeger regelmatig bij het invullen van de belastingpapieren. Als het nodig was paste ze weleens op één van onze kinderen en als de nood aan de man was andersom ook. De beneden buurman  helpt soms technisch een handje (handige man), dus een kleine Civil Society in ons trappenhuis. 

Civil Society kan niet worden opgelegd (zo bewees al het communisme) 

Deze kleine Civil Society is geheel gebaseerd op vrijwilligheid en medemenselijkheid. Let op vrijwillig, organisch, niet gedwongen en van bovenaf opgelegd, vanuit een idee van hoe de samenleving eruit zou moeten zien volgens de zittende macht. Dat is naar mijn idee de basis en de filosofie van de Civil Society; het is organisch, niet semi-vrijwillig.  

Het onderliggende idee van wat Amsterdam wil met het Koersbesluit doet mij gruwen: op bladzijde 25 van het Koersbesluit Om het Kind staat het volgende: ‘Jeugdigen en ouders zullen meer zelf moeten ‘oplossen,’ zonder inzet van zorgprofessionals. Aan de andere kant organiseren we de zorg dichtbij, in de buurten en wijken, op de scholen. Meer ouders zullen te maken krijgen met de zorg, vooral de ouder-en kindteams, en de ouder- en kindadviseurs. Niet alleen ouders van ‘zorgkinderen,’maar alle ouders worden aangesproken op hun ‘opvoed- en zorgplicht voor eigen en andermans kinderen.” (dit is Staats-ideologie!) 

Als de buurt straks wordt betrokken bij een gezin, dan gaat deze zich bemoeien met uw gezin. Dat kan in het begin allemaal goed verlopen, maar wat als buurvrouw Truus opeens heel andere ideeën heeft over wat goed is voor uw kinderen? Wat als uw kind ADHD, autisme of anorexia heeft, dan helpt een goed advies van de aardige buurvrouw/man niet. Buurvrouw is immers geen opgeleid medicus. En wat als de buurvrouw/man zich boven u gaat stellen en er ontstaat wrijving. Verandert uw aardige buurvrouw dan ineens in een informant? Want in elk mensenleven ontstaat wel eens een conflict, tussen broer en zus, werkgever en werknemer. We zijn tenslotte allemaal mensen en geen robots. Verandert iemand dan van een hulpbron naar een informant voor het AMK/BJz tegen u? U bent tenslotte het ‘probleem’ gezin. 

Als de hulpvraag niet direct naar een professional gaat die universitair geschoold is (met bijbehorend tuchtrecht), maar in plaats daarvan uw problemen worden gedemocratiseerd, wordt in feite uw eigen netwerk een deel van het hulpverleningsapparaat. Uw vrienden en kennissen worden geconfisqueerd door de overheid. Opeens staan ze allemaal boven u, want u bent de sociaal zwakkere met een hulpvraag.  

Goede diagnostiek? 

'Het ouder- en kindteam kan hier zelf wat bieden, maar meer gespecialiseerde psychodiagnostiek dient snel, op afroep, ingevlogen te kunnen worden'. (blz.45 van het Koersbesluit).

Naar ons idee heeft het ouder- en kindteam heeft hier echter niets te bieden. HBO+ opgeleide mensen hebben geen kennis van psychiatrische stoornissen, psychopathologie, transgenerationele aspecten, hechting en de psyche van mensen (al wil men de suggestie wekken dat hierin een soort basisvaardigheid voor beginners bestaat) .    

'Goede, handelingsgerichte, diagnostiek is essentieel voor een effectief jeugdstelsel' (Koersbesluit). Dit kan alleen als er academisch gekwalificeerde professionals (zoals kinder- en jeugdpsychiaters, kinder- en jeugdpsychologen, orthopedagogen en 'orthopedagogen-generalist') aan de poort komen, waar ouders voldoende vertrouwen in hebben;

Deze academisch gekwalificeerde professionals dienen aan de voorkant gepositioneerd te worden, dus nog voor de ouder en kind adviseur überhaupt in beeld komt. Door aan de voorkant direct uit te sluiten welke problemen er spelen en of er sprake is van een diagnose erfelijke componenten, worden onnodige en dure hulp trajecten voorkomen. Men bespaart hiermee aanzienlijk op de kosten. En omdat ouders direct met de juiste zorg worden geholpen is de kans kleiner dat er zogenaamde hulpverleningsmoeheid optreed.

Maar dit kan alleen als de nieuwe Jeugdwet verbiedt dat gedragswetenschappers werken volgens de 'verlengde-armconstructie' (oordelen over kinderen en jongeren die ze zelf nog nooit gezien hebben), en zij zich te allen tijde kunnen en moeten houden aan de regels van de eigen beroepsgroep. Er moet duidelijkheid komen over de rechtspositie van ouders en kinderen, zodat zij weer vertrouwen kunnen hebben in het hele systeem van jeugdzorg;

In het Koersbesluit staat dat  men snel professionals moet kunnen inschakelen, maar op een andere bladzijde van het Koersbesluit staat vermeld dat je eerst vijf gesprekken moet hebben gevoerd met de Ouder en Kindadviseur, voordat je doorverwezen wordt naar een specialist. Dit schept onduidelijkheid en doet het ergste vermoeden als men bedenkt dat het een politiek streven is, ook landelijk, om het aantal diagnoses voor kinderen flink terug te dringen. Hoe groot is de kans dat uw kind straks nog echt professionele hulp krijgt?

Voetnoot op blz 45:  'Bekeken zal moeten worden welk deel van de Basis GGZ straks in de ouder- en kindteams en Samen Doen - teams een plek kan krijgen en wat daarbuiten'. 

'Een verwijzing naar het flexibele aanbod voor nadere diagnostiek betekent echter niet (automatisch) dat het ouder- en kindteam de hulp overdraagt. Het is in dit kader belangrijk om te wijzen op de vergelijkbare ontwikkeling in de GGZ van de invoering van de basis GGZ  in 2014. Belangrijkste overweging bij de invoering van de GGZ is de constatering dat de huisarts als poortwachter vaak buitenspel staat, 1) omdat de aanbieder waarnaar hij de cliënt verwijst voor diagnostiek, ook automatisch doorgaat met de behandeling,  2) omdat hij te snel doorverwijst naar specialistische GGZ, omdat hij te weinig GGZ-expertise (binnen de huisartsenpraktijk) heeft. Dit tweede knelpunt denken wij in het nieuwe jeugdstelsel te voorkomen door van de ouder- en kindadviseur ook een basisexpertise op het jeugd-GGZ terrein te vragen en de functie van de jeugdpsycholoog te verankeren in het ouder- en kindteam'.
 

Wat voor soort opleiding krijgen ze dan deze Ouder- Kindadviseurs?  (Een E-online cursus van 2 uur?)


De zwakheden van de Civil Society 

Onder druk van de bezuinigingen worden steeds meer taken van de overheid teruggegeven aan de burgers en wordt er meer verwacht van het zelfoplossend vermogen. Ook die zaken waar de overheid krachtens internationale verdragen zelf garant voor moet staan als onderdeel van de mensenrechten, worden nu verdeeld onder het volk op basis van semi-vrijwilligeheid. Recht op de hoogst mogelijke mate van gezondheidszorg, waar ieder kind recht op heeft, wordt overgelaten aan mensen die er niet voor zijn opgeleid, omdat zij de beslissing mogen nemen of een kind mag worden doorverwezen naar een specialist, in geval van psychische hulp/intensievere zorg. Blz 9 Koersbesluit Om het Kind:’In eerste instantie is dit aanbod ook vrij toegankelijk, alleen voor intensievere zorg (bijvoorbeeld langer dan vijf gesprekken) is een verwijzing van het Ouder-Kindteam of Samen Doen-team (of huisarts) nodig.’ De huisarts wordt dus vijf gesprekken lang ‘in de wachtkamer gezet’, ondergeschikt aan het oordeel van de HBO-geschoolde Ouder-Kindadviseur. (Dit in de hoop dat Jantje zijn autisme vanzelf over gaat door de kopjes kamillethee die tante Truus van twee hoog heeft  aangeraden, zodat het kind geen echte diagnose hoeft te krijgen.) Het kind uitleveren aan kwakzalvers, heet in het Koersbesluit met een mooi woord ‘ontzorgen’.  

Los van de ondeskundige manier waarop zorg voor het kind straks georganiseerd gaat worden door de gemeentelijke overheid, is het de vraag of de Civil Society wel zo’n goed model is om bezuinigingen vorm te geven. Zijn vrijwilligers wel een betrouwbaar alternatief voor professionele zorg, aangenomen dat die goed functioneert, wat in het geval van Bureau Jeugdzorg al niet gezegd kan worden. Wordt nu een geldverslindende instantie die gezinnen uit elkaar rukt, vervangen door een nieuw rampenplan, waarin iedereen het een beetje fout doet? Gedemocratiseerd amateurisme, dat ook weer niet echt democratisch is, maar opgedrongen? 

Over de nadelen van de Civil Society is veel geschreven.  

De Civil Socitey is geen betrouwbaar meetinstrument, omdat over een succesvol traject of de benodigdheden in een traject de meningen kunnen verschillen. Als hulpverlening niet op wetenschappelijke basis gestoeld is kan het al gauw een kwestie van smaak worden of politieke richting. De Civil Society is per definitie al een links idee en een troetelkindje van PvdA wethouder Pieter Hilhorst. Hoe meten we het resultaat; door consensus?  

De Civil Society is kwetsbaar Hoe betrokken en zelf gemotiveerd blijft de burger als zijn hulp aan zijn medeburgers gebeurt binnen hetzelfde netwerk waar ook betaalde professional deel van uit maken? Een goed voorbeeld hiervan was een man met een eigen bedrijfje die zwerfjongeren van straat haalde, om ze wat te leren, tot het moment dat deze jongeren werden weggekaapt door een zwaar gesubsidieerde jeugdhulpverleningsinstantie. Toen ging voor deze man de lol er vanaf.   

De Civil Society heeft geen kwaliteitskeurmerk In de studie van de Onderwijsraad ‘Rondom Onderwijs’ in 2002 wordt over de morele waarde van de Civil Society gezegd: 

De civil society is niet per se een moreel hoogstaande samenleving, stelt Etzioni in The Monochrome Society (2001). Groeperingen binnen de Civil society kunnen ook in zichzelfgekeerde, gesloten gemeenschappen zijn met minder morele doelstellingen. wie bepaalt uiteindelijk de hogere geldende moraliteit? De staat? 

Om de viervoudige bijdrage, die de actieve burger kenmerkt, aan de actieve civil society te leveren, is voortdurend inzet nodig, en in zekere zin ook moed,. Degene die deelnemen aan de civil society geven in bepaalde opzichten meer dan zij nemen. Het meerdere vloeit in de gemeenschap, en binnen de gemeenschap naar hen aan wie het in de perceptie van de gemeenschap dient te worden gegund. 

De Civil Society vraagt teveel Wat gebeurt er als het hoge ideaal in de praktijk niet blijkt te werken? Als mensen moe worden en ontmoedigd raken van hun bijdragen aan de Civil Society, omdat sommigen alleen maar geven en anderen blijven nemen. Als het door teveel mensen als vanzelfsprekend wordt gezien dat steeds dezelfde personen de kar trekken en er van waardering of dankbaarheid weinig sprake is. Of als de geboden hulp wordt ervaren als bemoeizucht of als niet deskundig genoeg? Wat gebeurt er met de jeugdigen als de Civil Society in de praktijk vast loopt, omdat het begaan zijn met anderen bij de gemiddelde moderne burger, meestal niet langer duurt dan de televisieactie voor de slachtoffers van een Tsunami, ergens ver weg, terwijl de problemen van je buren eerder het karakter van een soapserie hebben. Nooit eindigend. En hoe verhoudt dit zich tot de sores in je eigen leven?   

De Civil Society is een gevaarlijk experiment Is er nog een weg terug als er allerlei professionele zorgtaken van de overheid zijn overgeheveld naar de burger en het professionele netwerk voor een belangrijk deel is ontmanteld? Als de ont-zorging is doorgeslagen, als de burgers er geen zin meer in hebben en we terug willen naar echte professionaliteit, kan dat dan nog?  


Comunitarisme of Etatisme? 


Pieter Hilhorst en Michiel Zonneveld – De gewoonste zaak van de wereld. Radicaal kiezen voor de pedagogische civil society 

Een belangrijk punt van kritiek op het Koersbesluit ‘Om het kind’ is de argumentatie tegen het valselijk gebruik van het woord Communitarisme in dit koersbesluit, om het te onderscheiden van Etatisme (staatsideologie). Men wil bij de gemeente Amsterdam vermijden dat de indruk ontstaat dat de burgers iets wordt opgedrongen, dus wordt het aangeboden pakket van bemoeizorg - waarbij en passant ook de school van uw kind wordt geïnfiltreerd, zodat u nergens nog een onafhankelijk persoon tegen komt die u echt in vertrouwen durft te nemen – gepresenteerd alsof het iets van de burgers zelf is, terwijl er geen enkele burger is die hier het initiatief voor genomen heeft. Geen burgerbelangengroepen, geen ouderorganisaties, of wie dan ook, los van de overheid.
De Civil Society die men voor ogen heeft, is een bedenksel van bestuurders, wordt vanwege bezuinigingen van bovenaf opgelegd en is niet vanzelf organisch gegroeid en mist daarom ook ecologie. Er wordt een dwang uitgeoefend richting ouders die geen probleemkind hebben, door de Ouder-kindadviseurs om zich te bemoeien met andere gezinnen. Hier is van solidariteit of naastenliefde volstrekt geen sprake. Staatsopvoeders geven hier aan wat van burgers verwacht mag worden, al staat nergens in de wet, dat de staat burgers mag verplichten zich met de opvoeding van andere ouders te bemoeien. En al helemaal niet dat jeugdigen mogen worden opgezadeld met de zware verantwoordelijkheid van de zorg voor een leeftijdgenoot/klasgenoot in hun eigen kwetsbare leeftijdsfase. 

Citizenship Education (WRR-rapport) 

Een andere wijze voor het onderwijs om bij te dragen aan een civiele samenleving is de verworvenheden, oorzaken, procedures en problemen van het moderne burgerschap zelf tot onderwerp van het verplichte curriculum te maken. Kan en moet het onderwijs zo’n bijdrage leveren?  

In het WRR-rapport ‘Burgerschap in Praktijken’ (1992) wordt hier krachtig stelling tegen genomen. “De vraag of een curriculum voor burgerschap, met name staatsburgerschap kan worden geformuleerd kan in eerste instantie het beste met een krachtige ontkenning worden beantwoord” aldus dit WRR-rapport (p.277).  

Het  geeft een beeld van ‘etatistische indoctrinatie’ (p.277).  

Wat is etatisme? 

Het Amsterdamse transitieplan wordt gepropageerd als communitarisme en zou zich onderscheiden van het veel negatievere etatisme. Dat is in mijn optiek niet zo, het is puur etatisme.

Etatisme (van Frans état, staat) of etatisme is de opvatting dat een overheid de samenleving moet sturen in de door haar gewenste richting. Het wordt gebruikt om te beschrijven:

Specifieke gevallen van staatsbemoeienis met persoonlijke, sociale of economische aangelegenheden; een vorm van bestuur of economisch systeem waarbij staatsinterventie in de persoonlijke, sociale of economische aangelegenheden een belangrijke rol vormt. En dat is wat Amsterdam in haar Koersbesluit tot uitdrukking brengt.

Socialisme wordt vaak omschreven als etatistisch (bijvoorbeeld in Friedrich Hayek - The Road to Serfdom en Ludwig Von Mises - Omnipotent government). Het is ook als zodanig beschreven door Karl Marx in het Het Communistisch Manifest.

De term communitarisme of communautarisme (Latijn: communio, "gemeenschap") staat voor een stroming in de politieke en sociale filosofie, die kritisch staat tegenover het moderne kapitalisme en liberalisme en die omstreeks 1980 ging reageren op de politieke filosofie van John Rawls. Belangrijke vertegenwoordigers zijn Alasdair MacIntyre, Michael Walzer, Benjamin Barber, Charles Taylor en Amitai Etzioni.
Ranada van Kralingen 
Sven Snijer

Update 16 juli 2015: 

http://www.socialevraagstukken.nl/site/2015/07/04/we-leven-in-on-sociologische-tijden/


Literatuur:


4 opmerkingen:

  1. Eén ding is zeker, en nu al van toepassing, vanwege het Elektronisch Kinddossier dat Verwijzingsindex heet (Wjz, hoofdstuk 1A):

    Als u via jeugdzorg doorverwezen bent naar een 'specialist', vraag dan als eerste
    1. of hij onder de WGBO werkt voor uw gezin en u als enige informeert (en u dat evt. doorgeeft aan de gezinsregisseur of OK-adviseur),
    2. of dat hij werkt voor die OK-adviseur of gezinsregisseur.

    Bij antwoord 2 meteen vragen welke de onderzoeksvragen zijn (zwart op wit, copie!), en nagaan of die sturend en beperkend, of integraal en open zijn. Wantrouw informatie vanuit jeugdzorg of gezinsregie, zoals BJZ.
    Spreek met de beroepsgeregistreerde specialist (u hebt uiteraard vooraf zijn beroepsregistratie nagegaan, want u gaat niet als een zot naar een jeugdzorgwerker zonder kundigheid) af dat u als gezaghebbende ouder als enige de informatie wenst te ontvangen en u zelf bepaalt of u het geeft aan derden zoals die jeugdzorgwerker (heeft u daarvoor zwart op wit een briefje preventief bij u?!).

    Als de 'deskundige' dit niet wil bevestigen, dan moet u op de dag zelf voor een andere specialist gaan! Niet verder praten met een 'deskundige' die zich niet wil houden aan de WGBO, de wet in BW7:446 en verder. Die niet de onderzoeksvragen wil laten inzien.
    Dan is er nattigheid aan de knikker.

    Diagnostiek is beter en moet aan beter eisen voldoen dan jeugdzorgniveau en indiceren, verwijzen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jeugd- en gezinsgeneralisten.
    http://jgz.captise.nl/Actueel/Nieuws/Nieuwsdetails/tabid/241/ArticleID/698/View/Details/Src/Org/Default.aspx#.UhILftKeP-U
    Blijkbaar vinden gemeenten de ouder- en kindadviseur, voorheen sociale huisarts, van de gemeente Amsterdam een briljante gedachte om nog wat euro's stuk te slaan. Ze gaan ze dan ook overal invoeren als jeugd- en gezinsgeneralisten.
    Gemeenten zouden moeten begrijpen dat dat opsporingsambtenaren zijn die niet de noodzakelijke hulp aan ouders en kinderen verzorgen maar ouders en kinderen doorgeleiden naar justitie, OTS en UHP, geldvretende juridische dwangsystemen waar nu al veel te veel klachten over zijn en waar niemand beter van wordt. Integendeel.
    Steek je geld als gemeente liever in echte hulp waar iedereen wat aan heeft. Jeugd ggz en goed maatschappelijk werk en gezinszorg als ondersteuning, niet als opsporing.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Staatsopvoeding vorm gegeven door de Verenigde Naties.
    De VN heeft tijdens Conferentie van de Verenigde Naties inzake Milieu en Ontwikkeling Rio de Janeiro, juni 1992 De Agenda 21 vastgesteld.
    http://www.indicators.be/sites/default/files/a21_n.pdf

    Lees het document eens en gebruik als zoekwoord "gezin".

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Beste Sven, Ik neem aan dat de Amsterdamse bestuurdertjes (een deel is aangetoond corrupt!) bezig zijn met een uit de hand gelopen Aprilgrap. Vanuit het 'veilige' Drenthe zit ik vaak te lachen om de onzindelijke bagger die zowel door het gemeentebestuur maar vooral in de deelgemeenten bedacht wordt. Je praat over een stadje van amper 800.000 inwoners waarvan de bestuurdertjes de grote bek van een stad als New York, proberen te geven. Graag hoor ik de geruststellende bevestiging van je dat het horrorboekje waaruit je citeert gemaakt is om simpele zielen angst aan te jagen volgens het geproefde Sinterklaas en zijn authentieke zwarte Pieten principe. Dit kan gewoon geen staand beleid worden.
    De micro Civil Society, zoals je die aan het begin van je verhaal beschrijft ken ik. Zo proberen wij hier ook gezamenlijk en opbouwend, onze uit meerdere culturen samengestelde, leefwereld in te richten.

    van Frans Deiman

    BeantwoordenVerwijderen