Speciale
bevoegdheid
Sven Snijer
Wie
zichzelf als een jeugdbeschermer omschrijft, impliceert daarmee dat jeugdigen
gevaar lopen en dat ze daar niet op een natuurlijke manier tegen beschermd
worden. Zoals bijvoorbeeld de politie de burgers moet beschermen, omdat alleen
die bevoegd is geproportioneerd geweld toe te passen wanneer criminelen de rechtsorde bedreigen en
weerloze mensen slachtoffer worden.
Het verwijt dat mensen soms ‘eigen richting’ kiezen, omdat dat ondermijnend is voor een geloofwaardige rechtsstaat, benadrukt nog eens dat wij de rol van beschermer heel speciaal aan geselecteerde instanties hebben toebedeeld, waaronder het leger, de veiligheidsdienst of terrorismebestrijding. De jeugdbeschermer heeft ook speciale bevoegdheden, want de verbinding van Bureau Jeugdzorg met de Raad voor de Kinderbescherming, die valt onder het Ministerie van Justitie, kan kinderen uit huis laten plaatsen en ouders van hun gezag ontheffen. Maar de vergelijking gaat enigszins mank, want in tegenstelling tot de politie die een duidelijk profiel heeft van mensen die zich op verschillende manier aan criminele activiteiten schuldig maken en die daardoor ook op grond van een bewijslast mogen worden aangeduid als ‘crimineel’, ligt dat bij jeugdzorg anders.
Het verwijt dat mensen soms ‘eigen richting’ kiezen, omdat dat ondermijnend is voor een geloofwaardige rechtsstaat, benadrukt nog eens dat wij de rol van beschermer heel speciaal aan geselecteerde instanties hebben toebedeeld, waaronder het leger, de veiligheidsdienst of terrorismebestrijding. De jeugdbeschermer heeft ook speciale bevoegdheden, want de verbinding van Bureau Jeugdzorg met de Raad voor de Kinderbescherming, die valt onder het Ministerie van Justitie, kan kinderen uit huis laten plaatsen en ouders van hun gezag ontheffen. Maar de vergelijking gaat enigszins mank, want in tegenstelling tot de politie die een duidelijk profiel heeft van mensen die zich op verschillende manier aan criminele activiteiten schuldig maken en die daardoor ook op grond van een bewijslast mogen worden aangeduid als ‘crimineel’, ligt dat bij jeugdzorg anders.
Weliswaar
wordt in deze sector de ouder gezien als een potentiële bedreiger van de
veiligheid van het kind, maar er wordt geen poging ondernomen om dit met harde
bewijzen aan te tonen, noch wordt de verondersteld bedreigende ouder betiteld
als een crimineel. Toch kan hij net als een crimineel gestraft worden, maar dan
niet met vrijheidsberoving, maar door hem het gezag over zijn kinderen te
ontnemen. Dit is even pijnlijk, zo niet pijnlijker dan gevangenisstraf, maar de
ouder is anders dan in het strafrecht helemaal niet de persoon waar het de
jeugdbeschermers om gaat. De maatregel hoeft naar de ouder toe ook niet
leerzaam te zijn, niet opvoedend, niet een poging om de ouder in het vervolg op
een betere manier met het ouderschap
om te laten gaan, maar dient uitsluitend ter veiligstelling van het kind.
Schade voor de
maatschappij
Wat
de gevolgen zijn van de uithuisplaatsing voor de ouders en de omringende
familie is voor jeugdbeschermers geen onderwerp van studie en de
maatschappelijke schade die een onterechte uithuisplaatsing met zich mee brengt
in de vorm van relatieproblemen, ziekmeldingen, depressies en spanningen voor
de kinderen die nog wel thuis wonen, etc, wordt ook nooit berekend. Evenmin
wordt gekeken naar de kansen die een uit huis geplaatste jeugdige gemiddeld
heeft in de maatschappij, na een traject van pleeggezinnen en instellingen. Het
is allemaal korte termijn denken en reageren vanuit een eerste paniekmoment in
een bedreigende gezinssituatie of iets dat bedreigend overkomt. Daarbij komend
vaak de schaamte van een verkeerde beslissing aan de kant van de jeugdbeschermer
en dan maar dapper het eigen ongelijk blijven verdedigen, als enige manier om
de geloofwaardigheid van het instituut overeind te houden. Dat dit de kinderen
die beter thuis konden wonen schade doet, lijkt dan minder belangrijk.
Het
valt mij al enige jaren op dat wanneer aan lager wal geraakte, vaak criminele
jongeren, wordt gevraagd hoe het toch allemaal zo gekomen is in hun leven, ze
vaak antwoorden met een verklaring waarin steevast het woord ‘pleeggezinnen’ voorkomt.
Altijd in meervoud. De meervoudsvorm lijkt mij op zichzelf eigenlijk al
voldoende verklaring voor de deplorabele toestand waar zo’n jongmens zich in
bevindt. Geen continuïteit tijdens het opgroeien. De hulpverleners hebben evenmin
de stabiliteit en de continuïteit kunnen bieden, waar de ouders van beschuldigd
werden toen het kind jaren terug bij hen werd weggehaald. Het lijkt vaak een
schijnvertoning, het kinder-beschermen.
Het lange
termijn resultaat van jeugdzorg
Naar
mijn idee zouden we het belang van een kinderbeschermingsorganisatie niet
moeten worden afgemeten aan de mate van bedreigingen waaraan de jeugd is
blootgesteld binnen gezinssituaties, maar aan het gehele traject dat een kind
doorloopt vanaf de eerste aanraking met Bureau Jeugdzorg of de Raad voor de Kinderbescherming,
tot aan het volwassen worden. Het belang van jeugdbescherming zou gerelateerd
moeten zijn aan het uiteindelijke resultaat. Wat voor soort jongeren worden
afgeleverd aan de maatschappij na jaren van jeugd-‘zorg’. De nationale hobby van steeds weer met nieuwe
bedreigingen op de proppen komen, begint ziekelijk te worden en doet denken aan
de tijd van de Koude oorlog. Een opeenstapeling van angsten zonder een echte
oplossing. Succes is voor de mishandelingjagers een uitbreiding van het aantal
verdachtmakingen, want je moet immers altijd ‘het zekere voor het onzekere
nemen’. Ongeacht of dat op lange termijn meer schade doet dan goed. AMK-medewerkers
en gezinsvoogden hebben toch geen idee wat er van zo’n kind terecht komt jaren
later, nadat zij de uithuisplaatsing gerealiseerd hebben? Het verloop onder
jeugdbeschermers is zo groot dat ze niet lang genoeg in dienst zijn om de
vruchten te zien van hun arbeid, vooral niet bij de gevallen waar ze de
grootste zorgen over hadden.
Veilig zonder
jeugdzorg
Als
de jeugdzorgmedewerker zichzelf aan mij voorstelt als jeugdbeschermer, heb ik
de neiging om te denken ‘Jeugdbeschermer’? Dat ben ik ook, en daarom zal ik er
alles aan doen om jou zo snel mogelijk uit mijn leven en dat van mijn kinderen
te weren, want ik vindt het voor hun veilig opgroeien en hun gezondheid een
groot gevaar dat ze zorg zouden ontvangen van mensen die niet aan ‘feiten’ doen,
maar die zich liever baseren op beweringen, aannames, statistische discriminatie
en een ‘zorgelijke gevoel’. Dat beschouw ik als de grootste bedreiging voor hun
welzijn.
En
dat onderscheidt mij als ouder van de jeugdbeschermer: Ik bescherm mijn
kinderen niet alleen, ik help ze ook in hun ontwikkeling. Ik koester ze, stimuleer
ze hun dromen na te jagen en leer ze hun problemen op te lossen. Ik wil ze niet
alleen veilig stellen, maar ze ook met het oog op hun hele verdere leven dingen
bijbrengen die pas jaren later hun nut zullen bewijzen. Hoe gevaarlijk ik ben
voor mijn kinderen, is dezelfde vraag als hoe gevaarlijk het is om de straat
over te steken. Aan alles in het leven zijn risico’s verbonden, maar dat wil
niet zeggen dat we de straat of de auto’s op de weg dan maar moeten diskwalificeren
als een onveilige omgeving waarin geen
mensen kunnen leven. We maken kinderen erop attent waar ze voor uit moeten
kijken en vertrouwen erop dat ze later zelf de gevaren kunnen inschatten. En zo
is het ook met ouders en opvoedingsvragen.
Volmaakte ouders
bestaan niet
Kinderen
zullen altijd voor een bepaald percentage opgroeien bij ouders die onder druk
van het maatschappelijk leven, kinderen in min of meerdere mate van hun eigen
problemen de dupe laten worden. Er bestaan helaas weinig ouders die alles
volmaakt doen en er zijn ook nagenoeg geen volmaakte pleeggezinnen. Een kind
uit het eigen gezin weghalen om het vervolgens in een pleeggezin misbruikt te
zien worden, laat zien dat kinderen beschermen en het afschrijven van de
biologische ouders twee totaal verschillende dingen zijn. Pleegouders die
opeens ‘geen zin meer’ hebben in een pleegkind dat toch meer getraumatiseerd
was dan het aan de oppervlakte leek, laten zien dat er meer voor nodig is om
een goede ouder te zijn dan een gesubsidieerd zakje goede bedoelingen. Biologische
ouders voelen ondanks problemen, vaak een sterke natuurlijke verbondenheid met
hun eigen kind. Kinderen die opgroeien in moeilijke gezinnen, verkiezen hun
eigen onvolmaakte ouders toch boven vreemden, tenzij de situatie echt
dramatisch is.
In
de provincie Zeeland is er door goede hulp aan ouders in de thuissituatie een
vermindering van 50% gerealiseerd van gedwongen maatregelen. Jeugdzorg is hier
dus met haar ‘zorgen’ zoveel mogelijk buiten de deur gehouden. Het is
onbegrijpelijk dat deze methode in de rest van Nederland nog niet wordt
nagevolgd, want met het oog op wortels/identiteit, zijn kinderen indien het
maar enigszins mogelijk is, beter af bij hun eigen ouders, dan in een
pleeggezin of instelling. Misschien zou het helpen om het woord jeugdbeschermer
te veranderen in jeugdbegeleider, zodat er niet meteen een houding van aversie
is naar de ‘gevaarlijke ouders’, maar er in samenwerking met ouders kan worden
gewerkt aan het vooruit helpen van de jeugdige en er niet gemakzuchtig kan
worden volstaan met het kind ‘ergens weg halen’. Alsof daar het welzijn van het
kind op de langere termijn mee gediend is, dat wel een hele industrie aan het
werk heeft gehouden met zijn of haar opgroeien, zonder dat er aantoonbaar een
goed en evenwichtig leven uit is voortgekomen.
Ja bijzonder. Scholen hebben een leerlingvolgsysteem. Zoiets zou de jeugdzorg ook moeten hebben.
BeantwoordenVerwijderenOverigens vind ik ook, dat een "jeugdbeschermer" persoonlijk verantwoordelijk gesteld moet worden voor zijn/haar miskleunen (om niet te zeggen onprofessioneel (al of niet opzettelijk) gedrag.
Een politieman die iemand doodschiet wordt daarvoor ook ter verantwoording geroepen. Dus waarom een 'jeugdbeschermer' niet als hij/zij het leven van complete families naar de bliksem helpt?
http://www.vpro.nl/speel.VPWON_1245757.html
BeantwoordenVerwijderen