zaterdag 17 augustus 2013

Wat het woord jeugdbeschermer oproept

Speciale bevoegdheid 

Wie zichzelf als een jeugdbeschermer omschrijft, impliceert daarmee dat jeugdigen gevaar lopen en dat ze daar niet op een natuurlijke manier tegen beschermd worden. Zoals bijvoorbeeld de politie de burgers moet beschermen, omdat alleen die bevoegd is geproportioneerd geweld toe te passen  wanneer criminelen de rechtsorde bedreigen en weerloze mensen slachtoffer worden.

Het verwijt dat mensen soms ‘eigen richting’ kiezen, omdat dat ondermijnend is voor een geloofwaardige rechtsstaat, benadrukt nog eens dat wij de rol van beschermer heel speciaal aan geselecteerde instanties hebben toebedeeld, waaronder het leger, de veiligheidsdienst of terrorismebestrijding. De jeugdbeschermer heeft ook speciale bevoegdheden, want de verbinding van Bureau Jeugdzorg met de Raad voor de Kinderbescherming, die valt onder het Ministerie van Justitie, kan kinderen uit huis laten plaatsen en ouders van hun gezag ontheffen. Maar de vergelijking gaat enigszins mank, want in tegenstelling tot de politie die een duidelijk profiel heeft van mensen die zich op verschillende manier aan criminele activiteiten schuldig maken en die daardoor ook op grond van een bewijslast mogen worden aangeduid als ‘crimineel’, ligt dat bij jeugdzorg anders.  

Weliswaar wordt in deze sector de ouder gezien als een potentiële bedreiger van de veiligheid van het kind, maar er wordt geen poging ondernomen om dit met harde bewijzen aan te tonen, noch wordt de verondersteld bedreigende ouder betiteld als een crimineel. Toch kan hij net als een crimineel gestraft worden, maar dan niet met vrijheidsberoving, maar door hem het gezag over zijn kinderen te ontnemen. Dit is even pijnlijk, zo niet pijnlijker dan gevangenisstraf, maar de ouder is anders dan in het strafrecht helemaal niet de persoon waar het de jeugdbeschermers om gaat. De maatregel hoeft naar de ouder toe ook niet leerzaam te zijn, niet opvoedend, niet een poging om de ouder in het vervolg op een betere manier met het ouderschap om te laten gaan, maar dient uitsluitend ter veiligstelling van het kind.  

Schade voor de maatschappij 

Wat de gevolgen zijn van de uithuisplaatsing voor de ouders en de omringende familie is voor jeugdbeschermers geen onderwerp van studie en de maatschappelijke schade die een onterechte uithuisplaatsing met zich mee brengt in de vorm van relatieproblemen, ziekmeldingen, depressies en spanningen voor de kinderen die nog wel thuis wonen, etc, wordt ook nooit berekend. Evenmin wordt gekeken naar de kansen die een uit huis geplaatste jeugdige gemiddeld heeft in de maatschappij, na een traject van pleeggezinnen en instellingen. Het is allemaal korte termijn denken en reageren vanuit een eerste paniekmoment in een bedreigende gezinssituatie of iets dat bedreigend overkomt. Daarbij komend vaak de schaamte van een verkeerde beslissing aan de kant van de jeugdbeschermer en dan maar dapper het eigen ongelijk blijven verdedigen, als enige manier om de geloofwaardigheid van het instituut overeind te houden. Dat dit de kinderen die beter thuis konden wonen schade doet, lijkt dan minder belangrijk. 

Het valt mij al enige jaren op dat wanneer aan lager wal geraakte, vaak criminele jongeren, wordt gevraagd hoe het toch allemaal zo gekomen is in hun leven, ze vaak antwoorden met een verklaring waarin steevast het woord ‘pleeggezinnen’ voorkomt. Altijd in meervoud. De meervoudsvorm lijkt mij op zichzelf eigenlijk al voldoende verklaring voor de deplorabele toestand waar zo’n jongmens zich in bevindt. Geen continuïteit tijdens het opgroeien. De hulpverleners hebben evenmin de stabiliteit en de continuïteit kunnen bieden, waar de ouders van beschuldigd werden toen het kind jaren terug bij hen werd weggehaald. Het lijkt vaak een schijnvertoning, het kinder-beschermen.  

Het lange termijn resultaat van jeugdzorg 

Naar mijn idee zouden we het belang van een kinderbeschermingsorganisatie niet moeten worden afgemeten aan de mate van bedreigingen waaraan de jeugd is blootgesteld binnen gezinssituaties, maar aan het gehele traject dat een kind doorloopt vanaf de eerste aanraking met Bureau Jeugdzorg of de Raad voor de Kinderbescherming, tot aan het volwassen worden. Het belang van jeugdbescherming zou gerelateerd moeten zijn aan het uiteindelijke resultaat. Wat voor soort jongeren worden afgeleverd aan de maatschappij na jaren van jeugd-‘zorg’.  De nationale hobby van steeds weer met nieuwe bedreigingen op de proppen komen, begint ziekelijk te worden en doet denken aan de tijd van de Koude oorlog. Een opeenstapeling van angsten zonder een echte oplossing. Succes is voor de mishandelingjagers een uitbreiding van het aantal verdachtmakingen, want je moet immers altijd ‘het zekere voor het onzekere nemen’. Ongeacht of dat op lange termijn meer schade doet dan goed. AMK-medewerkers en gezinsvoogden hebben toch geen idee wat er van zo’n kind terecht komt jaren later, nadat zij de uithuisplaatsing gerealiseerd hebben? Het verloop onder jeugdbeschermers is zo groot dat ze niet lang genoeg in dienst zijn om de vruchten te zien van hun arbeid, vooral niet bij de gevallen waar ze de grootste zorgen over hadden. 

Veilig zonder jeugdzorg 

Als de jeugdzorgmedewerker zichzelf aan mij voorstelt als jeugdbeschermer, heb ik de neiging om te denken ‘Jeugdbeschermer’? Dat ben ik ook, en daarom zal ik er alles aan doen om jou zo snel mogelijk uit mijn leven en dat van mijn kinderen te weren, want ik vindt het voor hun veilig opgroeien en hun gezondheid een groot gevaar dat ze zorg zouden ontvangen van mensen die niet aan ‘feiten’ doen, maar die zich liever baseren op beweringen, aannames, statistische discriminatie en een ‘zorgelijke gevoel’. Dat beschouw ik als de grootste bedreiging voor hun welzijn. 

En dat onderscheidt mij als ouder van de jeugdbeschermer: Ik bescherm mijn kinderen niet alleen, ik help ze ook in hun ontwikkeling. Ik koester ze, stimuleer ze hun dromen na te jagen en leer ze hun problemen op te lossen. Ik wil ze niet alleen veilig stellen, maar ze ook met het oog op hun hele verdere leven dingen bijbrengen die pas jaren later hun nut zullen bewijzen. Hoe gevaarlijk ik ben voor mijn kinderen, is dezelfde vraag als hoe gevaarlijk het is om de straat over te steken. Aan alles in het leven zijn risico’s verbonden, maar dat wil niet zeggen dat we de straat of de auto’s op de weg dan maar moeten diskwalificeren als  een onveilige omgeving waarin geen mensen kunnen leven. We maken kinderen erop attent waar ze voor uit moeten kijken en vertrouwen erop dat ze later zelf de gevaren kunnen inschatten. En zo is het ook met ouders en opvoedingsvragen. 

Volmaakte ouders bestaan niet 

Kinderen zullen altijd voor een bepaald percentage opgroeien bij ouders die onder druk van het maatschappelijk leven, kinderen in min of meerdere mate van hun eigen problemen de dupe laten worden. Er bestaan helaas weinig ouders die alles volmaakt doen en er zijn ook nagenoeg geen volmaakte pleeggezinnen. Een kind uit het eigen gezin weghalen om het vervolgens in een pleeggezin misbruikt te zien worden, laat zien dat kinderen beschermen en het afschrijven van de biologische ouders twee totaal verschillende dingen zijn. Pleegouders die opeens ‘geen zin meer’ hebben in een pleegkind dat toch meer getraumatiseerd was dan het aan de oppervlakte leek, laten zien dat er meer voor nodig is om een goede ouder te zijn dan een gesubsidieerd zakje goede bedoelingen. Biologische ouders voelen ondanks problemen, vaak een sterke natuurlijke verbondenheid met hun eigen kind. Kinderen die opgroeien in moeilijke gezinnen, verkiezen hun eigen onvolmaakte ouders toch boven vreemden, tenzij de situatie echt dramatisch is.  

In de provincie Zeeland is er door goede hulp aan ouders in de thuissituatie een vermindering van 50% gerealiseerd van gedwongen maatregelen. Jeugdzorg is hier dus met haar ‘zorgen’ zoveel mogelijk buiten de deur gehouden. Het is onbegrijpelijk dat deze methode in de rest van Nederland nog niet wordt nagevolgd, want met het oog op wortels/identiteit, zijn kinderen indien het maar enigszins mogelijk is, beter af bij hun eigen ouders, dan in een pleeggezin of instelling. Misschien zou het helpen om het woord jeugdbeschermer te veranderen in jeugdbegeleider, zodat er niet meteen een houding van aversie is naar de ‘gevaarlijke ouders’, maar er in samenwerking met ouders kan worden gewerkt aan het vooruit helpen van de jeugdige en er niet gemakzuchtig kan worden volstaan met het kind ‘ergens weg halen’. Alsof daar het welzijn van het kind op de langere termijn mee gediend is, dat wel een hele industrie aan het werk heeft gehouden met zijn of haar opgroeien, zonder dat er aantoonbaar een goed en evenwichtig leven uit is voortgekomen.

 
Sven Snijer 
 

2 opmerkingen:

  1. Ja bijzonder. Scholen hebben een leerlingvolgsysteem. Zoiets zou de jeugdzorg ook moeten hebben.

    Overigens vind ik ook, dat een "jeugdbeschermer" persoonlijk verantwoordelijk gesteld moet worden voor zijn/haar miskleunen (om niet te zeggen onprofessioneel (al of niet opzettelijk) gedrag.

    Een politieman die iemand doodschiet wordt daarvoor ook ter verantwoording geroepen. Dus waarom een 'jeugdbeschermer' niet als hij/zij het leven van complete families naar de bliksem helpt?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. http://www.vpro.nl/speel.VPWON_1245757.html

    BeantwoordenVerwijderen