vrijdag 4 oktober 2013

De borderline maatschappij




In deze discussie wordt duidelijk waar we met zijn allen aan zijn gaan lijden in de welvaartsmaatschappij en waar naar mijn idee ook de doorgeslagen definitie van kindermishandeling gezocht moet worden. We mogen geen imperfecties meer hebben en moeten de gehele tijd ‘succes’ projecteren.  

Wie op de radar is gekomen van de jeugdbeschermers en moet bewijzen een goede vader of moeder te zijn, kan daar haast met geen mogelijkheid in slagen, omdat het mode is geworden om overal een tekortkoming te zien en dat afschuwelijk uit te vergroten.  

Aan deze tafel wordt met name bij jonge mensen gesignaleerd dat ze nogal worstelen met hun keuzes en met de zingeving van het leven, speciaal bij tegenslagen. Dat onderstreept nog eens voor mij hoe schadelijk het is dat gezinsvoogden vaak zo jong zijn en niet of nauwelijks levenservaring hebben opgedaan, wat het vermogen zou geven om dingen te relativeren en niet onmiddellijk iets tot bovennatuurlijke proporties op te blazen.  

Want los van wat ze menen te observeren in een gezin, is er nog de krampachtige poging pedagogisch deskundig over te komen, en de angst om door de mand te vallen tegenover ouders die het klappen van de zweep wel hebben leren kennen. 

Mogen mensen alstublieft af en toe een beetje imperfect of anders zijn en kan het toegestaan worden dat niet iedere opvoeding synchroon loopt met de methoden en de curven in het opvoedingsboekje?  

Of kost dat jeugdzorg teveel geld, zoveel coulance?
 

Sven Snijer


1 opmerking:

  1. Omdat de psyche geen liniaal is, zijn alle psychische probleempjes op een elastische glijdende schaal te leggen. Het is meten met een stukje uitgekauwd en uitgerekt kauwgom; geen stevige, meetbare hardware. Er ligt geen lat met meetstreepjes.
    Daar maakt jeugdzorg/jeugdhulp graag overdrijvend gebruik van naar de rechter, over de ouders of over het kind.

    Als de ouders geen borderline (zonder diagnose) hebben, dan
    hebben de kinderen ADHD, om maar iets te hebben waardoor het uithuisgeplaatst kan worden voor het inkomen van jeugdzorg (Regeling Normbedragen Jeugdzorg, hoofdstuk 2; niet metend op effectieve hulpverlening maar op plak-etiketten).

    Ook over ADHD staan als onzin-etiket de bedenkingen op:
    http://jeugdzorg-darkhorse-plus.blogspot.nl/2013/08/adhd-wat-u-niet-verteld-wordt.html .

    De mens leeft niet op één lijn van welbevinden, op één lijn van stabiliteit. De mens is geen hardware. Dat wel beweren, zoals jeugdzorg dat graag doet als afwijkend daarvan, is als een rad voor de ogen draaien, misleiding;
    en rechters slapen gelovend goed genoeg om daar nog steeds te vaak in te trappen.

    Echter.... ouders zien wèl al langer, dat dit gebeurt, dat de kinderrechters dus aan onrecht doen.
    Kinderrechters worden met de dag ongeloofwaardiger als ze jeugdzorg, zoet gelovend, niet als tegenpartij zien en niet om bewijs gaan vragen, zwart op wit, inclusief de door ouders ondertekende onderzoeksvragen en diagnostische rapporten van beëdigde deskundigen. Die stukken moeten de ouders uiteraard ook weken van te voren hebben verkregen van jeugdzorg (dat gebeurt nu vaak niet: geen of selectieve inzage aan ouders na inzagevraag)...

    Rechters: let op:
    Een "onderzoeks-OTS" hoeft niet langer te duren dan 3 maanden.
    De OTS en de UHP hoeven dus nooit langer te duren en machtigingen daartoe gegeven dan 3 maanden, bij uitzondering 5 à 6 maanden.... En dan kijken of jeugdzorg binnen weer 3 maanden echt therapie daarop verstrekken gaat.
    Dat schort nogal vaak eraan.

    OTS of UHP van langer dan 6 maanden is derhalve (al mag het nog van de ondeskundige politiek) onzinnig (ofwel een gebrek aan onderzoeksinspanning, waarna er een gebrek aan passende behandelingsinspanning ontstaat).
    Jo Hermanns heeft bewezen, naast andere wetenschappers, dat hulp toch echt veel meer dan nu toch thuis gegeven kan worden.
    Ouders zijn tòch leerbaar (BW1:254 lid 1 c.q. Rv 800 lid 3).

    Ook zijn er wetenschappelijke aanwijzingen dat pleegzorg schadelijk is voor een kind, en dus meegewogen dient te worden tegen een UHP-verzoek. Wetenschappelijke aanwijzingen zijn meer dan een 'mening' van een sociaal werkster, diagnostische uitgangspunten, als feiten:
    kinderen uit pleegzorg lijden vaker aan verslaving, hebben grote kans op seksueel misbruik, vroegtijdig schoolverlaten, tienerouderschap, minderwaardigheidscomplexen, oudervervreemdingssyndromen,
    DUS dient UHP zo goed als afgeschaft te worden, als uiterste maatregel, dat op een niveau van minder dan 10% van het aantal van NU moet komen.
    Dus bureaus jeugdzorg (zoals BJAA, WSJ, LdH-Jb) hoeven niet schijnbaar trots te pronken (in hun misleidende p.r. naar de gemeenten) met "wel 17% vermindering van UHP bereikt" in de laatste jaren toen bekend werd dat er aan p.r. gedacht moest worden, wegens de zorginkoop der gemeenten onder de a.s. jeugdwet. Het kan naar 50% tot 75% met de hulp die nu reeds via thuis geboden kan worden.
    Met meer evidence-based nieuwe trajecten via thuis kan het uitgroeien tot 90% via thuis, met de stand (UHP-aantallen) van 2012.

    BeantwoordenVerwijderen