donderdag 1 augustus 2013

Zin en onzin rond hechting in Jeugdhulp


1. Zin en Onzin rond Hechting in Jeugdhulp/zorg (Is juridiseren nodig?)

Naar wetenschappelijke inzichten beschouwen we…

Welke vormen van gehechtheid ?

Welke oorzaken van onveilige gehechtheid ?

Welke gevolgen van onveilige gehechtheid ?

Welke gevolgen van verkeerd handelen/

Wetenschap en wet…

2. Jeugdzorg of Diagnostiek?

We kijken bovenal naar het gebruik van kreten zoals "hechtingsstoornis" en dergelijke, als bewering door jeugdzorg en Raad, zodat het kind onder een dwangmaatregel (OTS/UHP) komt te staan, en in een pleegsetting zou belanden.  - We zien dat waar beweerd wordt dat een dwangmaatregel nodig is, eerst gediagnosticeerd moet worden ter beveiliging van het kind.  - Een kind moet ontzien worden. Niet belast met werkgelegenheid door jeugdzorg.   - Verderop komen we op een alternatief voor de a.s. zorginkoop van gemeenten met het oog op de Jeugdwet.

Gedragsproblemen  kunnen leiden tot hulpzoeken door de ouder(s), of  tot een ‘melding kindermishandeling’ door een ander (school, gezinsregisseur, ZAT-team, Consultatiebureau, buurtbewoners, SpoedEisendeHulp, etc.). Jeugdzorg of Raad komt dan in beeld.

Gedragsproblemen worden niet herkend door dit jeugdzorgniveau.

Daarom is het goed zelf kennis op te doen, onderbouwd te zijn. Zie de zorginkoop van uw gemeente…

We kijken voornamelijk naar de gehechtheid, een fundamenteel kindbelang  Ž
 
3. Vormen van gehechtheid:

Veilige gehechtheid:

Gelukkig ontwikkelen de meeste kinderen een basisvertrouwen door de respons van de ouders op de baby- of kind-signalen.

Het kind heeft daarop een zekere verwachting, basisvertrouwen, hechting, ontwikkelt ten aanzien van de beschikbaarheid van de ouder. http://mens-en-samenleving.infonu.nl/pedagogiek/29913-onveilige-hechting-en-veilige-gehechtheid-kindvolwassenen.html

Dit kind heeft geen voortdurende angst en alertheid, of apathie, nodig.

(Naar Mary Dozier)  

4. Deze vormen van gehechtheid hebben gevolgen op het verdere leven, en er bestaan therapieën voor! (http://www.hechtingsproblemen.nl/nl/behandelvormen):

Vermijdende gehechtheid:

Het kind baseert zijn verwachting om door de opvoeder afgewezen te worden: het kind toont zijn gevoel niet en anticipeert op teleurgesteld te worden. (OOK WEL: GEPREOCCUPEERD)

Afwerende gehechtheid:

Het kind ontwikkelt niet de verwachting dat de opvoeder consistent beschikbaar is; het kind raakt snel in paniek en is innerlijk boos, en blijft hangen aan de aanwezige opvoeder, zodat het niet tot spelen komt. (OOK WEL: GERESERVEERD)

Gedesorganiseerde gehechtheid:

Het kind is bang van diegene waar het juist geruststelling zoekt; het kind gedraagt zich vreemd inconsistent en onvoorspelbaar wanneer het bang of overstuur is.

 5. Georganiseerde en gedesorganiseerde gehechtheid

Veilige gehechtheid is optimaal, doch onveilig-vermijdende en onveilig-afwerende gehechtheid zijn ‘georganiseerd’ met oog op de beschikbaarheid van de opvoeder; hier kan therapie samen met de ouders goed werk doen.

Er is geen sprake van strategie bij gedesorganiseerd- ofwel gedesoriënteerd-onveilige gehechtheid.

Vroege gedesorganiseerde gehechtheid kan tot grote problemen later leiden, dus is juiste diagnostiek belangrijk.

Dissociatieve symptomen kunnen zich later openbaren.

Ook hier is passende therapie nodig, op basis van gespecialiseerde diagnostiek (met testen, liefst met EAS, Emotional Availability Scales) (prof.F.Juffer, Research memorandum 6,  2010,  pag. 29; link achteraan, en maandblad FJR 2012/95).

In Jeugdzorg wordt onveilige gehechtheid (of het beweren daarvan) al snel benoemd als “hechtingsstoornis”, en dat is eigenlijk de pathogene vorm, dus een uiterste, waar onveilige gehechtheid op een glijdende schaal ligt, en de mate diagnostisch bepaald dient te worden.

 6. Tussenconclusie:

Omdat er dus bij gedragsproblemen  (zoals hier onveilige gehechtheid) diverse varianten bestaan en verschillende mate van ernst, en vele gedragsproblemen niet herkend kunnen worden door het niveau jeugdzorg/gezinsregie, moet er gediagnosticeerd worden – voordat sprake is van dwangmaatregelen (OTS, UHP, Ontzegging) – om de juiste therapie er op los te laten.

7. Oorzaken van onveilige gehechtheid

Hier dient men op te letten:             

Er bestaat een éénrichtings-verband tussen verwaarlozing naar hechting; niet dat èlke onveilige gehechtheid als oorzaak verwaarlozing kent.

1. “Reactieve hechtingsstoornis”:   (of onveilige gehechtheid)

Slecht begeleide ouders kunnen oorzaak zijn van de Reactieve vorm.

2. “Autonome hechtingsstoornis”:

Door prenatale of geboorte-ervaringen of door een genetisch defect kan deze vorm ontstaan zijn.

3. “Adoptieve hechtingsstoornis”:

Door ervaringen voor en tijdens de adoptie kunnen ook een vorm van reactief-onveilige gehechtheid zijn ontstaan, onafhankelijk van adoptiefouders.  

4. “Beweerde hechtingsstoornis”:

Oorzaak: beweringen vanuit jeugdzorg en het uithuisplaatsen. (maandblad FJR 2012/95)

 8. Tussenopmerking:  

Raad voor de ‘Kinderbescherming’ en jeugdzorg nemen mede aan de hand van de oorzaak van een probleem een beslissing.

Dat kan zijn: een OnderToezichtStelling, een UitHuisPlaatsing en soms uiteindelijk een Ontzegging uit de ouderlijke macht.

Er is een diagnose nodig vòòraf aan zo’n beslissing, om ouders niet prematuur vals te beschuldigen, alsof zij de oorzaak van een ‘bedreiging’ zijn, zoals genoemd in de wet, het Burgerlijk Wetboek 1, artikel 254. ( Gewoon doorverwijzen naar een deskundige is passender.)
 
 Verkeerd handelen bij zo’n ingrijpende beslissing heeft schadelijke effecten op het kind.

 9. Thuiszorg of Pleegzorg?    1

Bij het (diagnostisch) constateren van een mate van onveilige gehechtheid of een hechtingsstoornis is het belangrijk om de juiste therapie toe te gaan passen. (www.hechtingsproblemen.nl)

Ouders zijn niet bij voorbaat de ‘bedreiger’ uit onderstaand wetsartikel:

BW1:254, lid 1: Indien een minderjarige zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen, kan de kinderrechter hem onder toezicht stellen van een stichting Bureau Jeugdzorg of Jeugdhulp.   (BW1 = Burgerlijk Wetboek 1; www.wetten.nl; Rv = Burgerlijke Rechtsvordering)

Vergelijk: Rv art. 800, lid 3: De beschikkingen tot voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige èn tot [spoed]machtiging [per telefoon of fax] van de stichting BJZ om een minderjarige uit huis te plaatsen … kunnen alleen dan aanstonds worden gegeven, indien de behandeling niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige. …

 10. Thuiszorg of Pleegzorg? 2

            De diagnose en de therapie dienen gericht te zijn op het oplossen van het gedragsprobleem als ‘bedreigend’. Hierbij moet de ouders betrokken worden. De therapeut werk ‘samen’. Pleegzorg zou een uiterste maatregel dienen te zijn, daar er o.a. representatie-risico’s  aan kleven.

Hechtingsstoornissen kunnen de draagkracht van de opvoeders (tijdelijk) ernstig aantasten. Werken aan goede gehechtheids-representatie is belangrijk. (Ouders/ opvoeders ‘leven’ het voorbeeld naar het ontvankelijke kind; diagnostische hulp is welkom).

De Gehechtheids-representatie van de opvoeder is de beste voorspeller van het type gehechtheid bij het kind. Gehechtheids-representatie is de manier waarop volwassenen ‘voorleven’ en omgaan met gehechtheidsgerelateerde gedachten, gevoelens en herinneringen. Dit beïnvloed hun reageren op het kind. Maar de voorspelling geldt enkel bij de reactieve vorm, en dit wordt veel vergeten in de kinderbescherming c.q. jeugdzorg.

11. Gehechtheidsrepresentatie van belang:

Gehechtheidsrepresentatie is te classificeren in:  (Gebruik dit niet als DSM-VI of V)

Autonoom: Spontaan juist voor een goedhechtend kind. (Coherent spreken, interesse in ontwikkelingspsychologie)

Gereserveerd. (Ontvluchten hechtingsgerelateerde herinneringen, idealiseren)

Gepreoccupeerd. (Ontvluchtend boos en defensief, afdwalend, dolend in gesprek)

Onverwerkt verlies of mishandeling/misbruik in volwassenen jeugdjaren, of soms bij adoptie. (Niet-gerelativeerde beweringen, wisselvallig idealiserend, niet consistent in ‘herinneringen’)    

Pathogene stoornis. (Gediagnosticeerd zoals borderline-gedragsstoornis)

Laat deze classificatie niet over aan een jeugdzorgwerker,  gezinsregisseur, AMK, Ouder-Kind-adviseur, jeugdzorg, ‘kinderbescherming’ of Raadsmedewerker. Vraag naar de academische beroepsregistratie van de ‘deskundige’.

12. Opvoedzorg hechtingsgerepresenteerd?
 
Vanuit jeugdzorg gedacht is er een correspondentie tussen gehechtheidsrepresentatie van opvoeder en gehechtheidsrelatie met het kind:

_________________________________________________________________________

Opvoeder
 
Gedrag (Representatie)
Gehechtheid kind
Autonoom
Responsief
Veelal veilig gehecht
Niet-autonoom:
Gereserveerd
Gepreoccupeerd
Onverwerkt
Pathogeen
Onresponsief:
Afwijzend
 Inconsistent
 Beangstigend
 ?
Mogelijk Onveilig:
 Vermijdend
Afwerend
 Gedesorganiseerd
 …
 
Relatie gehechtheids-representatie en gehechtheid van kind is 75% , k = 0,49 (IJzendoorn, 1995)

 13.  Tussenopmerking
 
Waar een Uithuisplaatsing naar pleegzorg – als uiterste – nodig is, moet de gezinsvoogdij de pleegouders buiten het netwerk  screenen op de hechtings­representatie van de pleegouders. (Netwerkpleegouders zijn reeds het kind bekend en zijn een betere tussenoplossing).

Uithuisplaatsen is een overplaatsing vanuit een (voor het kind vertrouwde[re]) omgeving en dient vermeden te worden. Liever de ouders helpen met hun opvoedkwaliteiten!

 14.  Is Uithuisplaatsen verstandig?

Het staat dus niet vast dat de opvoeder de mate van gehechtheid (of een ander gedragsprobleem) bepaalt.

Bij Uithuisplaatsen is een valide diagnose vooraf noodzakelijk als nulmeting. (Geen beweringen vanuit jeugdzorg mogen leidend zijn).

In onderzoek naar respons van baby’s in pleegsetting:  kinderen kunnen veilig gedrag gaan vertonen, maar dat kan schijngedrag blijken, zeker bij pleegplaatsing na hun eerste jaar. Opvoeders kunnen met ‘gelijke munt reageren op het kind’ wanneer het pleegkind onveilige gehechtheid gaat vertonen, en dit is een groot risico. (In de identiteitsfase heeft het kind het kennen van z’n afkomst nodig! Bij nodige pleegplaatsing is vanaf begin openheid daarover noodzaak.) (o.a. Mary Dozier)

Opvoeders, dus ook ouders, blijken bij opkomende onveilige gehechtheid ondersteuning en hulp nodig te hebben. Lerend de herinterpretatie van kind-signalen.

15.  Statistiek Gehechtheids-respons kind van pleegouders tegenover ouders:

Uitsplitsing van gehechtheidclassificatie bij pleegkinderen en kinderen van ouders uit de meta-analyse van Van IJzendoorn, 1995:

________________________________________________________­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­__________________________________

Steekproef
Gehechtheid van kind
Pleegzorg
Ouders uit meta-analyse
Veilige  gehechtheid
56% (n = 28)
52% (n = 287)
Vermijdende      ,,
  6% (n = 3)
21% (n = 116)
Afwerende           ,,
  6% (n = 3)
  5% (n = 28)
Gedesorganiseerde ,,
32% (n = 16)
21% (n = 117)
Totaal pleegkinderen:
n = 50
Totaal kinderen bij ouders:      n = 548
% gedesorganiseerd:
16 op 50 = 32% pleeg
117 op 548 = 21% bij ouders

16. Statistiek Gedesorganiseerde gehechtheid Thuis tegenover Uithuisplaatsingen: 
 
















Uit onderzoek van Linda van den Dries en Femmie Juffer, Wereldkinderen 2011-1, blijkt dat gedesorganiseerde gehechtheid bij pleegkinderen op 36% te liggen tegenover 15% bij ouders, en bij geïnstitutionaliseerde kinderen (uithuisgeplaatst) ligt dit op zelfs 72%. (Pleegzorg is geen optimale oplossing.)

Het is dus belangrijk eerst therapeutisch te werken in de thuissituatie, na een diagnose uiteraard.

17. Tussenconclusie:

Bij pleegsetting is het risico op hechtingsrepresentatie en ontregeling van gehechtheid groter dan thuis bij ouders, evt. met hulp  (http://www.basictrust.com/).

In pleegsetting komt meer disregulatie en secundaire, gedesorganiseerd-onveilige gehechtheid voor. 

18. Risico van pleegzorg, van uithuisplaatsen:
 
Bij niet-autonome gehechtheids-representatie van pleegouders blijken slechts ca. 30% der pleegkinderen georganiseerde gehecht te zijn, tegenover ca. 83% bij autonome gehechtheids-representatie van de opvoeder.

Aspirant-pleegouders dienen dus vooraf onderzocht te worden op hun gehechtheids-representatie!

Uithuisplaatsen kent dus risico’s. Een zeer frequente bezoekregeling van de ouders is aanbevolen.















Autonome resp. non-autonome representatie
zwart= kind Georganiseerd gehecht
wit = kind Gedesorganiseerd gehecht  
 
Dit bij het 4-stavendiagram
 
19. Zijn de pleegkinderen ‘veilig’?

Natuurlijk kunnen pleegkinderen gehechtheidsgedrag organiseren rondom hun nieuwe opvoeders, maar ze blijken gedisreguleerd te blijven. (Alicia Lieberman)
 
De Disregulatie is te onderkennen op

Gedragsniveau,
Emotioneel niveau,
Fysiologisch niveau (bijv. neuro-endocrine disregulatie; neurotransmitters, stresshormonen)

Er vindt divergentie (uiteenlopen) op tussen gedragsmatig en fysiologisch functioneren:
Van hun moeders gescheiden baby-aapjes die hun moeder wel konden zien, schreeuwden en vertoonden verhoogde neuro-endocrine activiteit; gescheiden aapjes die hun moeder niet konden zien, schreeuwden steeds minder, maar de neuro-endocrine activiteit bleef toenemen (Levine).

Slechts afgaand op gedrag is niet te zien dat deze babyaapjes bang en overstuur waren. Er is dus divergentie tussen de genoemde punten. 

20. Disregulatie op hormonaal niveau:

De HPA-regulatie weerspiegelt de regulatie door het lichaam van stress;
 
H = Hypothalamus, die reageert op stress, en stuurt neuraal en endocrien bericht naar de pituitaire klier;

P = Pituitaire klier,, die endocrien bericht stuurt naar de bijnierschors (‘adrenal gland’);
A = Bijnierschors, dat Cortisol produceert, dat ook terecht komt in speeksel.

2 functies van dit systeem:

Respons op stress-toename, gevolgd door afname

Regelen van diürnaal ritme, afname tijdens waaktijd.

Cortisolgehalte is te meten bij pleeg- en onveilig gehechte kinderen en vergelijken met een niet-uithuisgeplaatste controlegroep…… (

21. Cortisol-gehalte door de dag heen:



































Normaal daalt de waarde Cortisol door de dag.
 
Normale waarden: ‘s ochtends boven de 0,3, ‘s middags boven de 0,2, en afname van ochtend naar middag naar bedtijd;

Laag: ‘s ochtends onder de 0,3, en/of ‘s middags onder de 0,2;

Hoog: minstens 3 standaarddeviaties boven gemiddeld;

Onregelmatig: geen afname van ochtend naar middag naar avond.

Zwart in grafieken geeft Cortisol-gehalte bij pleegkinderen weer: duidelijk anders dan normaal! Ongezond.                      

 22. Cortisol-gehalte kan Opgroeien schaden
















Baby’s die verbreking van kind-ouder-relatie hebben meegemaakt, laten vaak het normale diürnale ritme van cortisol-productie niet zien.

Deze disregulatie van een basaal systeem in de hersenen maakt deze (pleeg)kinderen hoogst-waarschijnlijk kwetsbaar voor stressoren, en leidt tot risico op PTSD (Post-Traumatic Stress-Disorder).

Net zoals bij adoptie (tot 6 jaar naar wet, Wobka) kunnen kinderen gehechtheidsgedrag organiseren rondom de beschikbaarheid van een nieuwe  opvoeder.
 
Dat neemt niet weg dat verbreking van relaties en/of vroege inadequate opvoeding hinderlijk kunnen zijn voor het kindvermogen gevoelens, gedachten, gedrag en fysiologie te reguleren, jaren nadat de verbreking hebben plaatsgevonden. Kennis van historie en afkomst kan daarbij zwaar wegen/drukken.

Opvoeders moeten kinderen helpen zelf-regulerende vermogens te ontwikkelen met de nodige deskundigen/therapeuten.               (Mary Dozier, 2002) 

 23. Tussenopmerkingen

Er kleven veel risico’s aan (dwang)uithuisplaatsen.
 
De gevolgen van uithuisplaatsen zijn divers, van mogelijke verminderde gehechtheid, disregulatie, tot grotere kans op nadelige gevolgen van ‘eigen ouders niet (durend) kennen’, slecht zelfbeeld, verslaving, tienerouderschap, crimineel gedrag, PAS, etc.

24. Financieel (Jeugdzorg versus jeugd-Gezondheidszorg)

Jeugdzorg:

Jeugdzorg kent diverse taken, waaronder: indiceren en gezinsvoogdij.

Voor ‘etiketten’ en gezinsvoogdij-vormen bestaat subsidie aan Jeugdzorg (Regeling Normbedragen Jeugdzorg keert niet uit op effectiviteit).

Er bestaat belang van werkgelegenheid.

Dwang levert werkgelegenheid (‘Kind in eigen beheer houden’).
 
Jeugdzorg-zittingsvertegenwoordigers (op de rechtszaken) zijn niet beëdigd.

Jeugd-Gezondheidszorg:

Doorverwijzing door diagnosten levert geen financieel belang op. Academisch gevormde diagnosten werken onder beroepscode en de wet WGBO (BW7:446 e.v.).

De huisarts als ingang heeft geen belang bij ‘in eigen beheer houden’, en heeft het druk genoeg. De ideale doorverwijzer! (

 25.  Bedragen

“Een misverstand is dat kinderpsychiatrie duur is. Kinderpsychiatrie is specialistisch zorg en ‘specialistische zorg is duur’, is de redenering. Feitelijk kost een kind een jaar in zorg in de jeugd-GGZ gemiddeld € 4.000 (inclusief de heel dure zorgvormen), terwijl een kind wat één jaar in de jeugdzorg in zorg is, € 24.000 kost.” (Accare)

Een gemiddeld hulptraject onder jeugd-GGZ duurt minder dan 2 jaar (460 dagen), dus zijn daar de totale kosten (incl. huisarts als doorverwijzer): ca. €  6.000,~-.

Daar tegenover staat dat een gemiddeld Jeugdzorg-traject ruim 4 jaar duurt, zodat daar de gemiddelde kosten ca. € 100.000,~ bedragen (excl. gevolgen).

De zorginkoop (vanaf 2015) kan de gemeentelijke lasten verzwaren indien er jeugdzorg wordt ingekocht: Waar jeugdzorg werkt met dwang via de rechter, heeft de gemeente geen sturing maar mag wel betalen (a.s. Jeugdwet per 2015). Daar tegenover: Met diagnosten betalen blijft deze zorg goedkoper. (Gemeentelijk aanpassen van structuur zorginkoop)

 26. Conclusie

Zowel uit de behoefte aan ‘het kind niet  beschadigen’ wegens gebrek aan jeugdzorg-inzicht, dat vòòr een interventie vergeet aan diagnostiek te doen, als qua financiële structuur, is zorg aan jeugd verstrekken via de huisarts voordelig.

 27. Hierna volgen bijlagen met gegevens

Hoogleraar C. Schuengel heeft eens (2008) gezegd:

            “Wanneer u kinderen een warm hart toedraagt, koester dan de ouders”.

            Dit is een mooi advies aan allen die geacht worden een gezin hulp te bieden.

 28. Wet en wetenschap  1

Rapport ‘909 zorgen’, N.W. Slot et al, 2002: “Met 28 procent van de jongeren die onder toezicht zijn gesteld, gaat het na twee jaar beter, maar met 33 procent slechter; voor de resterende 38 procent is de situatie beter noch slechter geworden.”  Dus 72% verbetert niet door jeugdzorg’s OTS (+UHP).

FJR 2010, nr. 10, no.92: Raadsheer Van Teeffelen: We vroegen ons af of er ook geen lessen uit het verleden te trekken vallen. …

            Het wordt lastig, indien adequate beantwoording [van BJZ op diens verantwoordingsplicht] uitblijft en het wordt dubbel lastig, indien het hof niet kan instemmen met de lijn, die het bureau in het verleden heeft uitgezet, omdat het hof die bij een afweging van alle belangen niet voldoende redelijk vindt. In de praktijk is het dan voor het hof niet eenvoudig om het beleid van Bureau Jeugdzorg een beetje bij (c.q. om) te buigen, laat staan dat dit voor cliënten in een rechtstreeks contact met Bureau Jeugdzorg een gemakkelijk haalbare zaak is. …

            Om te beginnen met het eerste knelpunt, kinderen worden met een machtiging uit huis geplaatst en vervolgens gebeurt er bij de ouders lange tijd niets. Ouders stellen de vraag wat zij moeten doen om de kinderen weer terug thuis te krijgen en krijgen daarop geen antwoord of worden min of meer met een kluitje in het riet gestuurd.

            Als ouders via derden zelf hulpverlening organiseren [als daaraan al wordt meegewerkt], duurt het erg lang voordat Bureau Jeugdzorg een beslissing tot terugplaatsing overweegt, laat staan voordat die genomen is. Zeker als het kind 'goed zit', is er weinig animo tot terugplaatsing.

            Uiteraard krijgen we als hof regelmatig die situatie ter beoordeling en een fatsoenlijk antwoord op de vraag naar de inspanningen die worden gedaan om het kind terug te plaatsen bij de ouders krijgen we lang niet altijd. Toch is het met name bij jonge kinderen de bedoeling van de wetgever dat terugkeer naar huis binnen het kader van de ondertoezichtstelling echt serieus genomen wordt. In deze situatie (dus niet voor, maar na de uithuisplaatsing) merken we weinig van het effect van de landelijk ingevoerde Delta-methode.   (Citaten) {Ouders zien hun inbreng niet terug in Plan van Aanpak of Indicatiebesluit van Jeugdzorg.}

29. Wet en wetenschap       2

BW1:257, lid 1.De stichting BJz, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg, houdt toezicht op de minderjarige en zorgt dat aan de minderjarige en de met het gezag belaste ouder hulp en steun worden geboden teneinde de bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid van de minderjarige af te wenden.  2. Deze hulp en steun zijn erop gericht de met het gezag belaste ouder de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding zoveel mogelijk te doen behouden. …  4. De stichting Bureau jeugdzorg… bevordert de gezinsband tussen de met het gezag belaste ouder en de minderjarige.   

In de Herziening van de maatregelen van kinderbescherming (Wetsvoorstel 32 015) staat de parallelle concepttekst BW1: “Artikel 262, lid 1. De stichting houdt toezicht op de minderjarige en zorgt dat aan de minderjarige en de met het gezag belaste ouders of ouder hulp en steun worden geboden opdat de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige, bedoeld in artikel 255concept, vijfde lid, binnen de duur van de ondertoezichtstelling worden weggenomen. De inspanningen van de stichting zijn erop gericht de ouders of de ouder zoveel mogelijk de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen te laten dragen. 3. De stichting bevordert de gezinsband tussen de met het gezag belaste ouders of ouder en de minderjarige.” http://www.peterprinsen.nl/HERZIENINGOTS.htm (rechter kolom).     

Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK), moreel artikel 24: Het kind heeft recht op de hoogst mogelijke mate van gezondheid en daarbij horende gezondheidszorg. Waar wetenschappers adviseren om tot zwaargewichten of specialisten in de ingang te komen, en bevonden dat de reguliere jeugdzorg de kennis niet matcht bij de case, is jeugdzorg in de ingang te laag. 

30. Wet en wetenschap       3

Bezoekregelingen zijn regelmatig te kort om hechting in stand te houden en de biologische ouders te blijven ‘kennen’. Uitspraak rechter: “De kinderrechter overweegt dat kinderen ook kunnen worden beschadigd indien sprake is van een zeer beperkte omgangsregeling met hun ouder(s).”  Op:   http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI%3ANL%3ARBAMS%3A2013%3ACA3239&keyword=LJN   met Zaaknummer 13/557-539088 d.d. 14-06-2013.

Netwerkpleegouders kennen het gezin en het kind, zodat er minder kindschade te verwachten is; en dat bleek ook uit Vlaamse studie: via CBCL werden minder inter- en externatiserende gedragsproblemen gemeld. Verklaarbaar mogelijk door bekende culturele en religieuze achtergronden. In ‘vreemde’ gezinsvoogdij-pleegplaatsingen wordt het kind beschadigd door vaker (87%) doorgeplaatst te worden. In België is minder gezinsvoogdij-‘bemoeien’. Netwerkpleegouders hebben wel vaker een lager inkomen, en aangeraden werd dezen te ondersteunen. Goede begeleiding geeft minder opvoedingsstress.(Orthopedagogiek:O&P jg.51, nr.10, 432-445)

Doorplaatsen bij pleegzorg geeft schade aan het kind. Het uithuisgeplaatst-zijn kent al schadelijk aspecten. In Nederland wordt deze schade door wegplaatsen niet meegewogen tegenover de door jeugdzorg geïndiceerde beweerde bedreiging (UHP). 

31. Wet en wetenschap        4

 Rond diagnostiek en het ‘terugplaats-beleid’ van BJZ herkent raadsheer mr. P. A. J. Th. van Teeffelen van het Hof te ’s Hertogen­bosch (juristenblad FJR, 10, 2010, no.92 p. 248) knelpunten. Hij somt 3 knelpunten op in de BJZ-inzet, die door de opbouw der stukken voor een rechtsgeleerde al een waar zoekplaatje oplevert, laat staan voor ouders:

            …Het tweede knelpunt heeft betrekking op de uit te brengen rapportage. Aan het hof en uiteraard ook aan ouders dient te worden gerapporteerd. Rapportage van het Bureau Jeugdzorg is in het algemeen niet eenvoudig te lezen. Voor de jaarlijks uit te brengen rapportage schijnt ‘protocol’ te zijn, dat grote  delen van het rapport van de raad letterlijk worden overgenomen en daarvoor, daartussen of daarachter worden de eigen bevindingen van het Bureau Jeugdzorg opgenomen. Het indicatiebesluit en het plan van aanpak zijn in de praktijk grotendeels gelijkluidend en het is soms heel moeilijk te lezen of bepaalde doeleinden nog behaald moeten worden of inmiddels al zijn gerealiseerd. Het komt verder nogal eens voor, dat de rapportage van Bureau Jeugdzorg soms tientallen pagina's lang is en een waar zoekplaatje. Een behoorlijk geschreven verweerschrift van Bureau Jeugdzorg is dan noodzakelijk om een goed beeld te krijgen van de situatie.

            Bepaalde bevindingen van raad of bureau, die in het verleden door cliënten met succes zijn aangevochten, blijven regelmatig in de volgende rapportage weer terugkomen.… Ouders stellen de vraag wat zij moeten doen om de kinderen weer terug thuis te krijgen en krijgen daarop geen antwoord of worden min of meer met een kluitje in het riet gestuurd. … Onwillekeurig rijst dan de vraag nogal eens: ‘is het bureau er voor de cliënten of zijn de cliënten er voor het bureau?’… (Citaten). 

 32. Zo blijkt open diagnostisch onderzoek belangrijk - zonder sturende, beperkende onderzoeksvragen vanuit kinderbescherming, jeugdzorg of gezinsregisseur.

Gevolgen van òngediagnosticerde UitHuisPlaatsing kunnen zeer nadelig zijn voor het opgroeien van het kind.

De signalen die tijdens het opgroeien in een pleegsetting tot het kind komen, kunnen onthechtend zijn, tot ouder-vervreemdingssyndroom leiden, tot minderwaardigheids-zelfbeeld, en zo voort…  (

33. Kans op gevolg van pleegplaatsen:

Verhoogde kans op Seksueel misbruik ‘onder toezicht’ van gezinsvoogdij, op

Verslaving (alcohol, drugs, roken),

Vroegtijdig schoolverlaten,

Criminaliteit en verlaagd geweten,

Tienerouderschap,

In de WAjong belanden,

Psychische problematiek… een leven lang

Al met al, pleegplaatsen dient uiterst diagnostisch te geschieden zonder jeugdzorgbemoeien, en dient als uiterste hulpmiddel. 
 
34. Links naar therapie en wetenschap:
 

http://www.hechtingsproblemen.nl/nl/behandelvormen , site van drs. Anniek Thoomes-Vreugdenhil met meer informatie (BIG-geregistreerd).

http://research.fss.uu.nl/nietgen/adoptie_uni.htm  met boeken n.a.v. adoptiewetenschappen en  niet-genetisch ouderschap en -zorg.

http://www.hechting.eu/index.php?pagina=artikel.txt , site van dr. Ger de Lange.     Adoptie:  http://www.logadoptie.nl/   of   http://www.adoptie.org/ . http://www.basictrust.com/  voor thuisbegeleiding met video-interactie. 





http://www.rechtspraak.nl/organisatie/publicaties-en-brochures/researchmemoranda/documents/researchmemorandum20106_beslissingen-over-kinderen-in-problematische-opvoedingssituaties.pdf  over in feite Reactieve vorm van onveilige gehechtheid en juridisch handelen, alsmede, beter, in maandblad FJR 2012, nr. 11, no. 95, blz. 291—293 (Bieb.).   

35  Kinderen hebben belangen, waarvan zorg er één is die stevig ingrijpt.

Waarom komt OTS en Uithuisplaatsen zo veel vaker voor in Nederland t.o.v. Europese landen?  Het blijkt duur.

Hoogleraar C. Schuengel heeft eens (2008) gezegd: “Wanneer u kinderen een warm hart toedraagt, koester dan de ouders”. = Dit is een mooi advies aan allen die geacht worden een gezin hulp te bieden.  

TS

8 opmerkingen:

  1. 15. Onveilige gehechtheid kan al in erg lichte mate voorkomen. (TGV-onderzoek elders op deze site; begin jaren '90).
    Enige mate van lichte onveilige gehechtheid is dus geen signaal, maar het is een tip om bij vermoeden door de ouders (spreek met d ouders dat dit zou kunnen) deze tips, waaronder het pedagogische 'benoemen' (BasicTrust.com) op te vragen. Dat is veilig.

    Deze signalen zijn NIET-meldingswaardig! (Dit gezien de hype alles te melden aan een ondeskundig niveau in AMK-BJZ).

    Dat bij pleegouders veel vaker een verkeerde representatie is gemeten, moge bewijs zijn dat pleegplaatsen weer een gevaarspunt erbij heeft!
    Niet uithuisplaatsen waar het kan met gezondheidszorg (goedkoper dan jeugdzorg) is veiliger!

    Er komen telkens meer bewijspunten vanuit de onafhankelijke wetenschap dat pleegzorg aan het kind gevaarlijker is dan Jeugdzorg beweert.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. 23. Adoptie (Buitenlandse ~) is een tertiaire kinderbeschermingsmaatregel.
    Dat houdt in dat een kind recht heeft op gezinsplaatsing, indien het psychologisch gezinsplaatsbaar is.

    Adoptieouders leren (verplicht) te letten op de aandachtspunten die komen kijken bij de psychologische kant van adoptie voor het kind.
    Dat, die ervaring voor het kind, is sterk vergelijkbaar met pleegplaatsen, waar deze zorg door jeugdzorg NIET gegeven wordt.

    Aspirant-adoptieouders leren ook dat het vanaf het begin goed is te weten dat het geadopteerd is, en dat men met respect kijkt naar de eerste ouders,
    en dat het goed is als deze eersteb ouders bekend zijn, en er zo mogelijk (schriftelijk vanwege de afstand in het buitenland) contacten onderhouden worden.

    Bij adoptie moeten de adoptieouders zelfs verplicht het land van herkomst informeren (met foto's erbij) hoe het gaat met het adoptiekind).

    De pleegzorg in Nederland kan nog heel wat leren.
    Het is niet voor niks dat prof. R. Hoksbergen reeds in 2000 de overheid voorstelde om tot een IBAP te komen (voor Integraal Behandelingsonderzoek en begeleiding voor Adoptie- en Pleegkinderen, i.p.v. deze bestaande jeugdzorgingang, die veel te algemeen en onderskundig is, en niet eens diagnostisch werkt!).

    De overheid is dus anno 2013 laks gebleken.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. 25. Waar dus de gemeente Jeugdzorgniveau inkoopt (niet-wetend dat BJZ±RvdK wel gedragsdeskundige in dienst heeft maar dat die de client niet ziet of onderzoekt) zal de gemeete van deze jeugdzorg' te horen krijgen: "De rechter heeft beslist; het kind moest uithuisgeplaatst, dus betalen maar".

    Hierdoor zullen de WOZ-heffingen e.d. sterk omhoog kunnen gaan om het gat te dichten in d ebegroting.

    Daarentegen:
    De gemeente kan dus ook als zorginkoop de structuur aanleggen door de diagnosten (voor jeugd) declarabel te maken.
    Zie de brief of mailing elders op deze site (juli)!!!


    Ouders en ambtenaren: laat dit uw gemeente weten:
    Diagnostiek is veiliger en goedkoper voor uw kind en uw gemeente.

    De mooipraat en verkooptruckjes van de zijde van jeugdzorg drijven de gemeeten in een fuik.
    Zoals ook kinderen als werkgelegenheidsobjecten.

    Te veel kinderen raken belast door het niveau van 'jeugdzorg'.
    De huisarts als ingang is gezonder, waar BJZ dan zal verdwijnen omdat deze geen zorg verleent (BJZ is indiceerder en gezinsvoogdij, maar geen zorgverlener, maar inhuurder daarvan, maar te beperkt).

    BeantwoordenVerwijderen
  4. 30. De lieve Belgen hielden daarbij geen rekening dat de Nederlandse pleegzorg via Bureau Jeugdzorg een dwangzorg is, een betutteling, een ouders afhouden met het negeren van vonnissen en wetgeving (zoals BW1:257).
    Het Vlaams onderzoek moet dus nog sterker bewijs zijn dat pleegzorg niet een 'veilige' oplossing is bij verdachtmakingen.
    Pleegzorg schaadt veelal.

    Als er al diagnostisch gezien (middels een diagnostisch rapport en niet via een zgn. expertiserapport van BJZ) een (korttijdelijke) ontlasstende uithuisplaatsing dient te gecshieden, moet veel meer gezocht worden in goed begeleide netwerk-pleegouders die het kind (wederzijds) al kennen, en het bezoekcontact moet frequent en vaak geregeld worden; duidelijk met afspraken en (tijdelijke) verantwoordelijkheidsgrenzen.

    De gezinsvoogdij mag niet overheersend zijn en moet duidelijk kunnen uitleggen hoe het een en ander pedagogisch werkt; dus niet met woorden zoals: "Ouders, u moet luisteren, wij doen het goed; met uw bedenkingen werkt u ons tegen; met uw bedenkingen bent u een gevaar voor uw kind en moeten we de omgangsregeling beknotten."

    Pleegbegeleeiding dient pedagogisch ondersteunend te zijn, met deskundigheid; niet onderdrukkend en de rechter erbij halend als dreigement.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Gemeenten kunnen geloven in hun sturingsmogelijkheden, maar ze moeten letten op de overgang tot dwang:

    Vroegtijdige hulp, prima, zonder bemoeizucht en dreigen door de gezins-regisseuze. Vriendelijk, uitleggend; niet-doorroddelend, niet-verdraaiend in een team.
    Niet meteen verbeteren zoals de niet-academisch opgeleide het wil; het is haar gezin niet!
    Ze moet goed kunnen uitleggen aan de ouders hoe de gegeven tips psychologisch en pedagogisch werken in de interactie van de gezins-dyade. Ze moet alternatieven kunnen geven. Of evt. kunnen doorverwijzen naar een deskundige zoals BasicTrust.
    Het moet veilig blijven voor de sfeer waarin het kind best voelt hoe de ouders de hulp ondervinden.
    Ouders moeten in vrijheid kunnen experimenteren en hun eigen passende representatie aannemen.

    Jeugdzorgtrajecten kosten gemiddeld per cliënt € 100.000 en via diagnostiek de jeugd-GZ-trajecten slechts € 6.000. Dat scheelt! (Dat zagen we)!

    Het zijn juist de gezinsvoogden van BJZ (jeugdbeschermers, gezinscoaches, jeugdzorgwerkers met straks vele nieuwe namen) die de dure medicalisering en pseudo-ontzorging (vaak via de rechter) in de hand werkten en straks gáán werken als uw gemeente hen inkoopt...
    Het declarabel maken van uw artsen (voor jeugd) is goedkoper, én u heeft dan wel sturing.

    Ouders, ambtenaren, advocaten:
    Geef uw gemeente de concrete keuze voordat alles vast ligt in besluiten. (Voor september'13).
    Het gaat om uw portemonnee.
    Miljarden €€€,€€ op maar 1 tiental-miljoen inwoners!

    Diagnosten kunnen genuanceerd aan preventie werken, niet het niveau sociaal werk dat is opgeleid om met kinderbeschermende ogen te kijken en overal wat "ernstigs"(BW1:254) in zien.
    Dat leidt tot OTS en UHP via de rechter.
    Waar jeugdzorg kan zeggen: "De rechter heeft beslist", en waar de rechter geen diagnsot is, heeft de gemeente GEEN sturing. (De scheiding tussen rechterlijke macht en de staat).
    Beter: De huisarts als ingang en declarabel! (De wet gaat dat anders schrappen!)

    Het gaat dus om de overgang tot dwang te bewaken voordat de gezinsregie naar de rechter stapt. De overgang tot (te onderzoeken en mogelijke) dwang kunt u beter overlaten aan uw diagnosten.
    € 6.000 of 100.000 per zaak, een keuze.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. 15. Men kan schrikken van het aantal min of meer (iets) onveilig gehechte kinderen. Uit het TGV-onderzoek (1994) bleek dat veelal kon worden volstaan met tips en aandachtspunten.

    Belangrijk in het schema is de gedesorganiseerde onveilige gehechtheid: die is niet 'georganiseerd' naar de hechtingsfiguren.
    Al met al, ja, verdient het kind leuke, onbelaste diagnostiek van een specialist daarvoor. Jeugdzorg met speculeren kan het kind ernstig schaden, alsmede de gezinsleden.
    De dwang en verkeerde opmerkingen van Jeugdzorg en gezinsregie kan de sfeer in het gezin behoorlijk verpesten.

    Dozier bracht de aandacht op de twijfels over pleegplaatsen, t.a.v. de pleegouders en hun representatie. Het kind kent de pleegzorgers niet als de bekende hechtings- of opvoed-figuren en zal lang moeten wennen, vaak wel meer dan 5 jaar. En dat is een behoorlijk deel van 0 t/m 18 !

    Onveilige gehechtheid en de kreet 'hechtingsstoornis' (en andere speciale gedragsstoornissen) mogen geen aanleiding zijn om zonder diagnostiek vooraf het kind naar her en der te plaatsen. Dat is geen zorg!

    BeantwoordenVerwijderen
  7. 10. Het moge duidelijk zijn dat bij gedragsproblemen veelal de ouders niet de 'oorzaak' zijn, en dan nog... Ouders kunnen vaak veel leren onder diagnostiek-therapeutisch niveau, wat een belang van het kind is.
    De wetenschap uit dit artikel bewijst juist dat ten onrechte veel kinderen uithuisgeplaatst worden, zonder deze deskundige zorg, zonder het gezondheidszorg-niveau!

    Het blijkt uit de wetenschap dat juist pleegzorg (UHP) vele gevaren opleveren voor het kind.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Er is een nieuwe stichting in de ontwikeling die met de twede kamer wil samenwerken om uithuisplaatsingen terug te brengen naar een minimaal cijfer www . stichtingfamilypower.nl

    BeantwoordenVerwijderen