dinsdag 12 november 2013

Weldaden en wandaden

http://player.vimeo.com/video/79119700?title=0&byline=0&portrait=0


Het RMO-debat
6 november 2013
De Balie, Amsterdam
 
Bijgewerkte voordracht van:
Mr. Ir. Peter Prinsen, oud-advocaat
Prinsen – Advies – Legal Opinion
Den Haag
 

 “Het onbehagen voorbij”?

In deze voordracht ga ik u de gevoelens van ouders in de Jeugdzorg vertolken. Dat doe ik in het kader van een “debat over de toon van het debat” over Jeugdzorg, georganiseerd door de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling[1] (RMO).
In februari 2013 publiceerde de RMO onder de hierboven geciteerde titel een advies aan de Regering over het onbehagen als dominante toon van het publieke debat in het algemeen. De ondertitel van dat advies:  “wenkend perspectief op onvrede en onmacht”.
Dit najaar organiseert de RMO een reeks van drie debatten over dat thema. Het debat van vanavond gaat specifiek over onbehagen en de onvrede over jeugdzorg.
Het woord Jeugdzorg komt niet voor in het RMO-advies van februari. Waarom dan toch een debat over dit thema? Kijken we naar de samenstelling van de Raad dan zien wij daarin de naam van de bestuursvoorzitter van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) als kroonlid. Wij zijn op onze hoede.
Terecht. Van de vijf sprekers van vanavond maken er vier zich expliciet dan wel impliciet druk om het imago van Jeugdzorg. Dat is namelijk zorgelijk.
De vijfde spreker zou zijn de redactie van Jeugdzorg Dark Horse (JDH). Toen de redactie het gevoel kreeg dat het hier kennelijk zou gaan over het imago van Jeugdzorg met JDH als zondebok hebben zij gisteren besloten mij af te vaardigen.
Het imago is de buitenkant; ik ga het hebben over de binnenkant.
1.    Weldaden en wandaden
Ik ga u de gevoelens van ouders in de Jeugdzorg vertolken. Onverbloemd.
Er zijn ouders die weldenkende mensen de wenkbrauwen doen fronsen. Er zijn ontaarde ouders die soms zelfs de reactie ontlokken “Hier moet ingegrepen worden”. Ingrijpen kan dan een weldaad zijn.
Die ontaarde ouders zijn favoriet in de televisiedocumentaires over Jeugdzorg als redder van “kinderen in de knel”, toevallig steeds kort nadat Jeugdzorg in de media is aangesproken op een calamiteit die onder de ogen van Jeugdzorg heeft plaatsgevonden.
Over die ouders ga ik het niet hebben.
Niet de weldaden, maar de wandaden van Jeugdzorg ga ik belichten.
Weldaden of wandaden, niemand kan zeggen welke van de twee de overhand heeft, want de Jeugdzorgbureaucratie “doet niet aan waarheidsvinding”.
Toetst de kinderrechter dan niet? Nee, die toetst niet inhoudelijk maar “marginaal” zoals dat in het recht heet (“voldoen de feiten die Jeugdzorg stelt, gegeven de juistheid ervan, aan de wettelijke criteria voor een maatregel”). En áls een rechterlijke uitspraak wel eens niet bevalt dan acht Jeugdzorg zich daar niet aan gebonden want een rechterlijke uitspraak is ook maar “een mening van een rechter die niet alles weet wat Jeugdzorg weet”.
Compliance is Jeugdzorg vreemd. Jeugdzorg gedraagt zich als een staat in de Staat.
2.    Rechtsstaat - Rechten van het kind – Mensenrechten
Ik ga het hebben over de ouders in de jeugdzorg die protesteren tegen schending van kinder- en mensenrechten en tegen verkrachting van de Rechtsstaat. Hun kinderen zijn op onware gronden onder toezicht gesteld, of zelfs uit huis gehaald en afgevoerd naar een geheim  adres. Die ouders – het zijn er ontelbare – protesteren wanhopig. Voor hen is het oorlog, en dat blijft het zolang hun kinderen wegblijven.
Wie die protesten afdoet als “uiting van onbehagen” van “ontevreden sprekers” getuigt niet van enig besef van urgentie. Van besef dat er een eind moet komen aan deze wandaden.
Erik Gerritsen (BJAA / RMO) en Jasper Zuure (RMO) schreven gisteren op de website “Sociale Vraagstukken” een bijdrage onder de verzoenende titel “Jeugdzorg moet emoties serieus nemen”. Zij schrijven:
“Natuurlijk moet jeugdzorg ruimhartiger worden in het toegeven van fouten, maar er is meer nodig dan dat.
Er is constructieve dialoog over jeugdzorg nodig, anders zijn straks de kinderen in de knel de dupe.”
Dat doet mij denken aan een gedicht van Leo Vroman over een dubieuze vredesboodschap – een bitter sarcastisch gedicht met hartverscheurende cadens:
“Komt een duif van honderd pond,
een olijfboom in zijn klauwen,
bij mijn oren met zijn mond
vol van koren zoete vrouwen,
vol van kirrende verhalen
hoe de oorlog is verdwenen
en herhaalt ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen”…
Wenen - het perspectief van ouders wier kind, dat zij gekoesterd en gekoesterd hebben, hen op valse gronden is ontnomen, wier leven onherstelbaar is verwoest.
3.    De Praktijk
Het is soms een alledaags incident, soms een valse melding van een boze buur op grond waarvan een team van overijverige jeugdzorgbureaucraten hun kind weghaalt.
Het gebeurt op verraderlijke manier of met bruut geweld. Hun kind, dat er niets van begrijpt en in paniek raakt, wordt naar een geheime locatie gebracht.
Het eerste weerzien met de ouders vindt een week of drie later plaats, op het kantoor van Jeugdzorg. Ter voorbereiding wordt het kind belast met een strikte geheimhoudingsplicht over zijn verblijfplaats, waardoor het weerzien met de ouders beladen is met angst voor versprekingen. Na twee van die ontmoetingen schrijft Jeugdzorg:
"De bezoekregeling met u roept dusdanig veel spanningen op dat uw dochter angstig is, reden waarom de bezoekregeling voor drie maanden wordt stopgezet".
Als hun kind al enkele weken uit huis is lezen de ouders in een professioneel ogend rapport van Jeugdzorg wat zij in het faxverzoek spoeduithuisplaatsing aan de kinderrechter ook al hadden zien staan: "jarenlange kindermishandeling". Maar in die fax was stond het vermeld als "hypothese" en tot hun verontwaardiging zien zij dat de hypothese zonder onderzoek als vaststaand "feit" in het rapport is vermeld. In een cascade van volgende rapporten wordt dit "feit" klakkeloos als vaststaand uitgangspunt genomen. Hun advocaat maant zijn cliënten om Jeugdzorg vooral niet tegen te spreken...
Wijzen ouders toch op de onjuistheid van de beschuldigingen dan krijgen zij van Jeugdzorg te horen:
"Daar gaat het niet om in het jeugdrecht. Waarheidsvinding behoort niet tot onze taak".
Wijzen zij erop dat hun kind niets mankeert en het voortreffelijk doet op school, dan lezen zij tot hun verbijstering in een volgend rapport:
"Het kind komt over als een zwaar beschadigd meisje als gevolg van jaren lang huiselijk geweld. Juist het feit dat zij ogenschijnlijk niets mankeert en 'gewoon meedoet op school', zou gezien kunnen worden als zorgelijk. Hieruit blijkt namelijk dat zij al jaren rondloopt met een groot geheim en dit nooit met iemand heeft kunnen delen".
Wijzen zij op de innerlijke tegenstrijdigheid ("Komt over als zwaar beschadigd" versus "mankeert ogenschijnlijk niets"), dan is het antwoord wederom:
"Daar gaat het niet om in het jeugdrecht. Waarheidsvinding is niet onze taak".
Kaarten zij het aan bij de Externe klachtencommissie dan opent de voorzitter (een kinderrechter) met de woorden:
"Vooraf moet ik u erop wijzen dat het in het jeugdrecht niet gaat om waarheidsvinding".
Klagen zij bij de Raad voor de Kinderbescherming over het klakkeloos overnemen van evidente onzin, dan krijgen zij te horen:
"In het jeugdrecht gaat het niet om waarheidsvinding".
Komen zij, zonder hun kind nog te hebben gezien, bij de kinderrechter op zitting, dan opent ook die met de woorden:
"Vooraf moet ik u erop wijzen dat het hier niet gaat om waarheidsvinding".
4.    “Waarheidsvinding”
In het publieke debat protesteren ouders tegen “leugens” en “absurde redeneringen”. Jeugdzorgmanagers en kinderrechters beleren de ouders met:

U kunt van ons niet verwachten dat wij aan waarheidsvinding doen. ‘Waarheidsvinding’ komt uit het strafrecht met zijn zeer strenge bewijsvoering. Je mag dat niet één-op-één toepassen op het Jeugdrecht.”
Maar dat is een drogreden om leugens goed te praten. Ouders zeggen: “Eerst stoppen met liegen, daarna praten wij over waarheidsvinding”!
5.    Een Waarheidscommissie!
Nog even terug naar Gerritsen en Zuure:
“Natuurlijk moet jeugdzorg ruimhartiger worden in het toegeven van fouten, maar er is meer nodig dan dat.”
Precies: er is meer nodig dan dat. Maar wat bedoelen zij daar eigenlijk mee?
Bedoelen zij:     Een Waarheidscommissie voor Jeugdzorg en Kinderbescherming?

                                      Wikipedia: een van overheidswege of door het parlement ingestelde commissie die, vooral in een periode van transitie (een overgang naar de rechtsstaat), onderzoek doet naar schendingen van mensenrechten uit het verleden en daarover een publiek rapport uitbrengt.

Bedoelen zij:     Erkenning van misleiding van de Rechterlijke Macht en chantage van ouders die zich verweren?
Bedoelen zij:     Beëindiging van alle foute ondertoezichtstellingen en terugkeer van alle onterecht uit huis geplaatste kinderen?
Bedoelen zij:     Schadevergoeding aan al die ouders?
Bedoelen zij:     Zuivering door ontslag en vervolging van alle foute jeugdzorgwerkers en hun foute managers?
Bedoelen zij:     de Rechterlijke Macht toeroepen “U had ons moeten controleren”?

PP
[1]  De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling is de adviesraad van de regering en het parlement op het terrein van participatie van burgers en stabiliteit van de samenleving. De rmo werkt aan nieuwe concepten voor de aanpak van sociale vraagstukken.

2 opmerkingen:

  1. Bedankt Sven en Ranada voor het verslag van de Balie. Ik probeer het te volgen, maar ik word er zo treurig van. De filosofe gaat in op het onbehagen dat niet leidt tot verbetering of vernieuwing. De kritiek op internet is zonder echte ontmoeting, zonder echte relatie. Daardoor wordt er geen echte verantwoordelijkheid genomen, of verantwoording afgelegd. Dat kan alleen in de echte ontmoeting wanneer een moraliteit ontstaat.
    Helaas is dat gebakken lucht, want er is in mijn contacten met deze kindermishandelingshysterici op geen moment sprake geweest van een ontmoeting. Dat gebeurt ook niet want zij hebben alle macht en hoeven mij helemaal niet te leren kennen en doen dat dan ook niet. Niet ik ben degene die ontmoet wordt maar het beeld van mij als kindermishandelende ouder. In dat kader wordt ik gezien en bejegend en die selffullfilling prophecy gaat een eigen leven leiden in verslagen en dossiers. De overheid is de opdrachtgever tot het ondermijnen van de positie van ouders als rechthebbenden op de zorgen over hun kinderen. Zolang men mij niet wezenlijk hoeft te ontmoeten zal er niets veranderen.
    Foute insteken. Ik ben bang dat de rest daar ook ernstig onder zal lijden.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat is exact het probleem: Ze HOEVEN je niet te leren kennen en dat zullen ze in veel gevallen dan ook niet doen. Tijdgebrek, geldgebrek, macht, onzorgvuldigheid, jeugdigheid, preventiezucht, geen begrip van de psyche (van ouder of kind), wat de reden ook mag zijn om ouders te gemakkelijk aan de kant te schuiven, het kan...Ze komen ermee weg. Daar zal ons boek onder andere over gaan, dat het niet hoeft te verbazen wat er allemaal mis ging in de jeugdzorg over de jaren heen, omdat de voorwaarden voor het falen volop aanwezig waren.

      Verwijderen