maandag 6 januari 2014

Monddood gemaakt....

Geachte volksvertegenwoordigers in de Eerste Kamer,

U behandelt het wetsvoorstel Jeugdwet.
Het daarbij horende Uitvoeringsbesluit is belangrijk om lekken en gaten te dichten.


De Internetconsultatie uitvoeringsbesluit bij de jeugdwet (van de ministeries VWS en V&J) toont gaten aan die dubieus zijn voor de veiligheid t.b.v. een onbelaste ontwikkeling van het kind binnen, zo veel mogelijk, een (eventueel zich met hulp te ontwikkelen) gezin.

Er dient wel hulp geboden worden waar de praktijk wijst dat het jeugdzorgniveau speculerend optreed met dwang, zònder enige hulp of diagnostiek.

De Kinderombudsman heeft gesproken over fouten in de jeugdzorgrapportages, zoals voorheen ouderorganisaties dat (na dossieronderzoek) ook deden. Enige ouderorganisaties, waaronder de SSF, zijn voor het openbaar worden van de concept wettekst echter monddood gemaakt door de ministeries.
Brieven van deze organisaties zullen voortaan "ter kennisgeving worden aangenomen", en niet meer beantwoord worden. Zo ook bij de Inspectie. 
 


We weten wat "ter kennisgeving aannemen" in de praktijk inhoudt.
Het is derhalve goed dat de Eerste Kamer bij de behandeling van de Jeugdwet ook kennis neemt van de onderliggende wetgeving.
https://www.dropbox.com/s/ie3gdtw64bjfo8n/2013.12.20%20SSF%20aan%20EersteKamer%20UvbJw.pdf
 
Het niveau jeugdzorg/gezinsmanagers heeft te veel, te machtig, twéé petten op, en zonder diagnostische kennis kan deze het kind de gang naar een specialist ontzeggen, maar wel dwang opdringen zonder gegronde basis (t/o. IVRK art. 24).

Daar ook de Kinderombudsman heeft gewezen op de in de wetgeving vastliggende "perverse prikkel" om tot aanvragen voor OTS en erger te komen (dwangzorg), zonder dat er een specialist is geraadpleegd die volgens diens beroepscode de cliënt heeft onderzocht, terwijl onafhankelijke wetenschappers zwaargewichten in de ingang aanraden die de cliënt eerst onderzoeken voor een hulptraject, is de wetgevende eis van vage competenties volstrekt onvoldoende:

Voor gedragswetenschappers is de eis in artikel 1 UvbWjz concreter:
"gekwalificeerde gedragswetenschapper: degene die lid is van het Nederlands Instituut voor Psychologen en is opgenomen in het Register Klinisch Psychologen of het register Kinder- en Jeugdpsychologen en beschikt over de Basisaantekening Psychodiagnostiek van dit instituut of degene die lid is van de Nederlandse Vereniging van Orthopedagogen en Onderwijskundigen en geregistreerd is als Orthopedagoog-Generalist dan wel een BIG-geregistreerde gezondheidszorgpsycholoog;"

 

Doch artikel 35 UvbWjz maakt het meekijken door een gedragswetenschapper facultatief, naar inzicht van de jeugdzorgwerker.

"De stichting kàn, alvorens het indicatiebesluit te nemen, een ontwerp daarvan ter advisering aan een gekwalificeerde gedragswetenschapper voorleggen." Dit garandeert geen diagnostische gronden bij jeugdzorgdwang! De gedragswetenschapper mag niet eens meer volgens diens beroepscode zelf de cliënt onderzoeken als deze 'wetenschapper' al zou zijn ingeroepen binnen het blinde team in BJZ.

Voor jeugdzorgwerkers (wijkteams, gezinsmanagers, jeugdadviseurs enz.) is de wettelijke eis over kennisniveau te vaag:  een boek gelezen hebben lijkt al voldoende. Medisch-academische kennis ontbeert. HBO is geen academisch niveau.

Waar het niveau jeugdzorgwerkers het 'team' (in BJZ) mogen beïnvloeden op bais van wat zijzelf kunnen en willen inbrengen, zal veel zware problematiek over het hoofd worden gezien; met gevolg dat de specialisten minder verwijzingen krijgen.

Het specialistische kennisniveau verwatert

Er komen faillissementen in de j-GGZ.
En als na 5 jaren blijkt dat er te veel bezuinigd is op j-GGZ en te veel is ingezet op te lichte, niet-passende hulp, duurt het ruim een decennium om het nodige gespecialiseerde kennisniveau weer bereikbaar en op niveau te brengen. De kinderen zijn zo lang de dupe.

Pseudo ontmedicaliseren
 
Er zijn specialistische disciplines die al dun gezaaid zijn, zoals adoptiekundige zorg (ontbrekende IBAP, naar het advies van o.m. prof. R. Hoksbergen)* en met uitsterven bedreigd worden door het decentraliseren en pseudomatig 'ontmedicaliseren'. (Het zoethouden met Ritalin van pleegkinderen is eigenlijk 'medicaliseren' dóór jeugdzorg).

Dit is een groot gevaar voor kinderen die recht hebben op de (psychologische/psychiatrische) gezondheidszorg en daarbij horende therapieën (FJR 2012/95).

- Dwangzorg bleek contraproductief (https://www.dropbox.com/s/n4erkb54uf4lzbp/2013.PPS%20C.Schuengel%20-%20dwang-gevolgen.pdf).

- Het kennisniveau aan specialistische disciplines is in gedrang door het jeugdzorgniveau, waar te lichte eisen aan gesteld worden. De beroepscode voor de jeugdzorgwerker
 
(http://issuu.com/platformjeugd/docs/beroepscode_jeugdzorgwerker/1?e=3745952/2607862) is te vaag om de werkstandaard aan af te meten, laat staan om op foutief handelen te controleren.

- Ook de privacy is in gedrang.  

Dit onder het argument ten dienste van het opsporen van kindermishandeling.
Doch als er meer kinderen onterecht schade oplopen door dwangzorg van jeugdzorghandelen, dan is de inzet om kindermishandeling door ouders (i.p.v. jeugdzorgwerkers) te vinden een te grote en onevenredige inzet.
De SSF heeft reeds eerder geadviseerd om tot een jeugdbeschermingsplan (https://www.dropbox.com/s/hjyxiropp33csur/2012-Verkort%20Jeugdbeschermingsplan-JzBlH.pdf) te komen via een filterend en deskundiger systeem voor meldingen en onderzoek.

Wij raden het overnemen van de concept jeugdwet af


De ingang tot dwangzorg, liefst via een bestuursrechter die zakelijk kijkt of de diagnostieke bewijsmaterialen aanwezig zijn, alsmede de uitleg hoe het voorgestelde hulptraject de psychische ontwikkeling van het kind meer optimaliseert dan hulpverlening ìn het gezin, dient bewaakt te worden op diagnostiek niveau, met (BIG-)tuchtrecht, ter controle.
 

 
[Bij plaatje: "Geen individuele zaken onderzoeken" alsmede "niet-inhoudelijk" strijdt met het gegeven dat de inspectie 'een individuele zaak als voorbeeld zonder detail-onderzoek dus niet kan betrekken in een meta-analyse voor de ministeries, "in haar toezichtactiviteiten"'.]

De inspectie dient om fouten in individuele rapportages te onderkennen ook via de cliënt te mogen onderzoeken. Dit ontbreekt in de conceptwetstekst.

Soms moeten cliënten maanden tot ruim een jaar procederen om de gelijke stukken in het juridisch proces te mogen inzien als waarop jeugdzorg zich baseert (dus ver nadat de zitting tot dwangzorg heeft plaats gevonden), gelijk naar het McMichael-arrest (EHRM, 24-02-1995), en deze gang geeft een rechtsongelijkheid waar BJZ de tegenpartij in het juridisch proces is, en fouten of insinuaties vanuit jeugdzorg zouden moeten kunnen worden aangekaart....
Dit waar de Wbp een termijn tot inzage stelt aan de instelling van niet een jaar doch van weken, en waar netheid en menselijkheid het mogelijk zou moeten maken om deze inzage door een zorgbewakende ouder (BW1:247) binnen een week realiseerbaar te doen zijn. Wat heeft BJZ af te schermen? (Enkel stukjes waar mogelijke derden staan genoteerd, buiten de functie in of voor jeugdzorg).

De eerste termijnen van dwangzorg-mandaten aan BJZ (bovenlokale gecertificeerde instelling) dienen één kwartaal te zijn, om bij verlenging naar de rechter aan te tonen wat de diagnose is en welke therapie daarop in de verdere maanden is ingezet.
Daar is geen termijn van een heel jaar voor nodig. Een kwartaal is voldoende de eerste tijden. (Vaak zien we inspanningsverzuim en uitstel van passende zorg door jeugdzorg). Ook dienen ouders les te krijgen in wat nodig zou zijn voor hun ouderschap, doch gebaseerd op diagnostiek niveau! Dit ten behoeve van het kind om terug te keren bij z'n ouders, voor de latere identiteitsfase waar het 'kennen' van de ouders (en familie) van groot belang is.

Jeugdzorg is geen (diagnostieke) zorg.
Uithuisplaatsen is geen therapie.
Pleegplaatsen kent schadelijke aspecten voor het pleegkind (.pps bijgaand).

Hopende dat dit duidelijkheid geeft in de gaten van de voorliggende wetgeving, als gevaar voor het kind met zijn kind-ouderband en toekomstige belangen, verblijf ik,

Met vriendelijke groet,
TS 

 
*: noot bij IBAP: Prof. dr. R.A.C. Hoksbergen:
 

 
LAVAcontact 3-2013, pag. 17.
 
TS

1 opmerking:

  1. Voor de leden van de Eerste en Tweede Kamer is ook verhelderend van belang:

    http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2014/01/jeugdzorg-erkent-diagnostiek-niet.html#comment-form
    of als document:

    https://www.dropbox.com/s/atc2k7oz18h99tb/Jeugdzorg%20vs%20Diagnostiek%20-%20vanderGaag.pdf

    BeantwoordenVerwijderen