Vandaag een gastbijdrage van Justine Pardoen, hoofdredacteur van Ouders Online, Mijn Kind Online en Weet wat ze gamen.
Met een nieuwe campagne roept de overheid burgers op om zoveel mogelijk meldingen te doen van kindermishandeling. Herkent u de signalen? Doe de test! Heeft u nog nooit iets gemeld? Doen! Al vele duizenden gingen u voor… De marketing van kindermishandeling is in volle gang. Over gegoochel met getallen.
Op de website www.watkanikdoen.nl vertelt de overheid wat je kunt doen als je kindermishandeling vermoedt. Prima dat zo’n website er is: iemand die vragen heeft, moet daar een antwoord kunnen vinden. Op die website van de nieuwe campagne van de overheid om burgers aan te sporen iets te doen als ze kindermishandeling vermoeden, lezen we dit: “Bij 82% van de meldingen die het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) ontvangt, blijkt er inderdaad sprake van kindermishandeling.”
Het lijkt verdorie wel echte reclame: daar wordt ook altijd zo slim gelogen met cijfers!
Vooral het ophogen van verkoopcijfers is een veelbeproefde methode. Als je vertelt dat 90% van de mensen product X al gekocht heeft, dan ben je een sukkel als jij dat nog niet gedaan hebt. Of: 93% van de lezers van blad X gaf product Y een 8 of hoger. Het schijnt te werken: wie twijfelt, moet geloven dat een zeer grote groep hem al voorgegaan is. Nu u nog! Twijfelt u over kindermishandeling? Hier zijn de signalen; doe de test! Twijfelt u over melding bij het AMK? Niets is erger dan stilzitten. Gewoon doen!
Maar nu het gegoochel met de cijfers. Zo zit het dus werkelijk:
Betekent die 82% dat van de keren dat iemand het AMK belt er in 82% van de gevallen kindermishandeling geconstateerd is? Nee. Alleen in 82% van de meldingen. Maar een melding is het alleen als het AMK besluit om een onderzoek te starten. Van de ruim 52.000 contacten (alle mensen die bellen) wordt meer dan de helft (ruim 27.000) afgedaan met een eenmalig advies, nog eens 9.000 met een consult. Slechts minder dan een derde van de contacten (om precies te zijn 16.156) leidt tot een onderzoek van het AMK, de rest niet (dat gaat dus om 68%). En alleen die gevallen die tot een onderzoek leiden, worden melding genoemd. (Bron: MOGroep)
Van die 16.156 meldingen (feitelijk zijn het dus onderzoeken) wordt in 6,5% van de gevallen geconcludeerd dat er geen sprake is van mishandeling en in 12,5 % van de gevallen is mishandeling niet aangetoond (maar ook niet uitgesloten). Dat is samen 19%. De rest gaat ergens over. In 17,5 % van de meldingen is sprake van lichamelijke mishandeling of verwaarlozing. Psychisch geweld is een aparte categorie, goed voor krap 9% van de onderzochte gevallen (meldingen).
Het echte cijfer ziet er dus zo uit: 4,5% van de oorspronkelijke contacten met het AMK gaat over lichamelijk geweld tegen of verwaarlozing van het kind zelf, en 16% van de oorspronkelijke contacten gaat over een niet-wenselijke opvoedingssituatie (getuige van geweld, affectieve of pedagogische verwaarlozing).
Je moet ook weten dat veel onder mishandeling valt: een kind dat getuige is van geweld zonder dat het zelf geslagen wordt (22,5 % van de meldingen), heet dus ook mishandeld. Onder mishandeling valt ook affectieve verwaarlozing en pedagogische verwaarlozing: goed voor respectievelijk 15,9% em 22,6 % van de meldingen. Allemaal gezinnen waarin wat opvoedingsondersteuning een groot verschil zou kunnen maken, daar niet van. Maar om dan meteen te spreken van kindermishandeling, gaat ook wel wat ver. De meeste gezinnen hebben de aangeboden hulp dan ook dankbaar aanvaard.
Het is goed om iets te doen tegen kindermishandeling. Maar door gegoochel met getallen lijkt het te gaan over enorme aantallen: “In een schoolklas van 30 kinderen wordt gemiddeld ten minste 1 kind mishandeld.” Weet u al wie het is in uw omgeving?
We worden bang gemaakt: voor je het weet laat je een kind in de steek. Moet je bij twijfel altijd melden? Misschien doe je wel meer kwaad dan goed.
Een ouder vertelde ons het volgende:
“Ja, ik heb wel eens getwijfeld ja. Ik heb een buurmeisje van vijf, dat heeeeel veel buiten speelt. Vaak in haar uppie. Haar ouders zijn vorig jaar gescheiden, het meisje is enig kind en haar moeder zit niet lekker in haar vel. Vorige week vertelde het kind mij dat haar moeder al haar speelgoed had weggegooid. Ze was al haar Playmobil kwijt, pyramide, boot, alles. Omdat die moeder niet van kinderspeelgoed hield, zei het meisje.
Toen heb ik getwijfeld. Vooral omdat het kind vaak de indruk wekt dat ze wat aan haar lot overgelaten wordt. Ik was bang dat haar moeder misschien de weg even kwijt was (geweest). Voor ik de tijd had gevonden om het verhaal te checken bij een andere buurvrouw, die veel met die moeder optrekt, ging mijn dochter bij het buurmeisje spelen. Met de Playmobil, de pyramide, de boot …
Ik was blij dat ik het AMK nog niet gebeld had.”
Verhalen van ouders die te maken hebben gekregen met onterechte meldingen bij het AMK van overbezorgde of rancuneuze buren, zijn altijd zeer schrijnend. Maar daarover een andere keer.
Onze kleinkinderen willen naar hun vader. De jongste is weggelopen bij moeder, vanwege scheldpartijen en ruzie met nieuwe vriend. Hierdoor is de jongste uit huis geplaatst, de oudste die weg wil bij moeder en naar vader wil mag dat niet van Jeugdzorg.
BeantwoordenVerwijderenJeugdzorg dreigde tegen de oudste; “als je niet bij moeder wil wonen, plaatsen we je uit huis”. Vader voedt al 8 jaar een pleegdochter op en zijn eigen kinderen krijgt hij niet.
Jeugdzorg zegt, er is strijd tussen de ouders. Hoe misdadig is dit. Begrijpt u het nog?
Marijke Vlasveld