woensdag 18 januari 2012

De 'reguliere Jeugdzorg' matcht de kennis niet bij de hulpvraag op diagnostisch niveau.

De huidige indicatieve en (te) wijde toegangspoort "Bureau Jeugdzorg" (BJZ) en CJG blijkt als kern-probleem niet de kennis te koppelen aan de case, de hulpvraag.  Dat bleek ook uit andere onderzoeken (Onderzoeksraad voor de Veiligheid ['Savanna's'] en Kamercommissie Samson [misbruik onder toezicht]).  - 

Diepergaande deskundigheid ontbreekt, zeker daar de eventuele gedragswetenschapper de cliënt niet ziet, en het blinde team, het kind niet ziende, beslist op de meningen van een sociaal werk(st)er. (Artikel 35 van het Uitvoeringsbesluit bij de Wet op de jeugdzorg is als 'alternatief' gesteld: dus niet wettig werkzaam.)

BJZ kan de indicatie middels ondeskundigheid (en in harteloos geloof in de Deltamethode) leiden tot een gedwongen 'kinderbeschermingsmaatregel', zijnde chantage tot verplichte hulpaanvaarding naar een verkeerd traject, dat niet past bij de hulpvraag, met als dreigement van BJZ dat, als de ouders dat niet aanvaarden, BJZ zal overgaan tot OTS (ondertoezichtstelling) en erger. -  Of het blijft niet bij zo een spook-OTS, maar BJZ vraagt met enkele insinuaties een OTS aan via de Raad voor de Kinderbescherming. De 'kinderbescherming' doet geen 'onderzoek' ofwel meningen-inventarisatie over van BJZ. 

Bij OTS 60% kans op uithuisplaatsing

U krijgt een gezinsvoogd, die zegt het beter te weten dan u die het kind kent....
Wanneer er eenmaal een OTS is, dan heeft u ~60% kans op een uithuisplaatsing (UHP). Er komt veelal geen diagnostisch traject bij een toegesneden specialist. De gezinsvoogd kan goed feiten halveren, verdraaien, of 'maken', zijnde insinuaties die u veroordelen in consequentie.   OTS en UHP zijn gedwongen maatregelen, en als u zich er niet aan houdt als ouders, dan komt een spook-ontheffing uit de ouderlijke macht om de hoek kijken. De 'jeugd-zorg' gaat u bedreigen. Zet u in een vals daglicht. U heeft niets meer te zeggen, want - zo zegt de gezinsvoogd - "de rechter heeft beslist". Ja ja, 'de rechter' die moet afgaan op de suggesties/info van de gezinsvoogd, en zelf geen gekwalificeerd psychiater of psycholoog is.

Hoger beroep

Ouders mogen binnen termijnen in hoger beroep gaan, en dat is vaak aan te raden, want de ervaring leert dat beloftes bij BJZ niet veel waard zijn. Er zijn raadsheren die al door hebben dat BJZ wel eens sjoemelt met hun inzet:

-    Mr. P.A.J.Th. van Teeffelen is deeltijd raadsheer van het Hof te ’s-Hertogenbosch en plaatsvervangend voorzitter van de vereniging voor Familie- en Jeugdrecht. Hij publiceerde in FJR, nummer 10, 2010, op blz. 248-249.   Hij somt 3 knelpunten op, die door de opbouw der stukken voor een rechtsgeleerde al een waar zoekplaatje oplevert, laat staan voor ouders:   

Voor cliënten lijkt het in een aantal situaties dan ook een gevecht tegen windmolens in plaats van dat de hulp wordt verleend, waar het allemaal om begonnen is.
Het derde knelpunt heeft betrekking op de verantwoordingsplicht van Bureau Jeugdzorg. Het bureau heeft er jegens het hof nogal eens zichtbaar moeite mee zich te verantwoorden. Dat kan gemakkelijk leiden tot irritaties over en weer. Voor het hof is het de kunst om hoffelijk te blijven, ook al heb je soms grote problemen met de wijze waarop door het bureau in het verleden is gewerkt. Doordat er soms in een jaar weinig structureel aan een bepaalde zaak is gewerkt, ontstaat in het vraaggesprek nogal eens een pijnlijke situatie. Het bureau wil dan nogal eens een houding aannemen van: 'wij weten het beter en u begrijpt niets van ons vak.'...


[Bij BJZ] is er weinig animo tot terugplaatsing. Uiteraard krijgen we als hof regelmatig die situatie ter beoordeling en een fatsoenlijk antwoord op onze vraag naar de inspanningen die worden gedaan om het kind terug te plaatsen bij de ouders krijgen we lang niet altijd. Ouders stellen de vraag wat zij moeten doen om de kinderen weer terug thuis te krijgen en krijgen daarop geen antwoord of worden min of meer met een kluitje in het riet gestuurd. … Onwillekeurig rijst dan de vraag nogal eens: ‘is het bureau er voor de cliënten of zijn de cliënten er voor het bureau?’”   (Citaten).   


Doch het is zeer moeilijk voor rechters om dan nog de diagnostische werkelijkheid/waarheid te achterhalen. Rechters kunnen wel beschikken dat er diagnostisch onderzoek moet starten, maar BJZ kan zeggen dat er een wachtlijst is, of suggereren dat alles opeens normaal is bij het kind in een pleegsituatie,en dat de ouders maar moeten bewijzen dat ze kunnen opvoeden. Hoe doe je dat? Het is vaag, en uitstel tot terugplaatsing leidt tot schade aan de psyche van een kind door het uithuisgeplaatst-zijn.

De gezinsvoogd is niet deskundig, en zeker niet qua gedragsstoornissen, waar schijnaanpassingen aan de pleegsituatie er één van is.  Uitstel leidt ook tot zogenaamde (schijn-)'hechting' aan het pleeggezin, waardoor BJZ gaat zeggen dat het kind gehecht is en dus niet teruggeplaatst kan worden.

De bewijslast is dus omgedraaid. Zelden vraagt een rechter om binnen een maand alsnog een rapport op tafel te leggen. En als er al een rapport komt, is dat gebaseerd op half onderzoek, met sturende en gepolariseerde onderzoeksvragen van de gezinsvoogd, zonder instemming met de ouders die het kind kennen.

Ouders kunnen terecht zeer bezorgd worden door deze attitude van BJZ. Ouders kunnen kapotgemaakt worden. En dan zegt de gezinsvoogd: "Ziet u wel, rechter, de ouders zijn van de kaart". Omgekeerd bewijs.

BJZ ziet melding als feit

Er zijn ouder-organisaties. Het is belangrijk om daar tijdig naar te oriënteren en lid te worden.
Het kan u onverwacht overkomen dat het AMK (Algemeen Meldpunt Kindermishandeling) in BJZ of de Raad op de stoep staat wegens een melding tot onderzoek naar mogelijke kindermishandeling. Het kan een school zijn, een arts, een buurtbewoner, die onderzoek geraden acht. Doch BJZ ziet een melding veelal als een feit. De rechter zal dan nauwelijks naar u als ouder luisteren, want weet u precies hoe het pedagogisch en ontwikkelingspsychologisch zit bij uw kind?

Zorg voor een diagnostisch deskundige

Kent u de smoesjes van BJZ? Zorg dat u tijdig voor een AMK-melding al een diagnostisch deskundige in de armen hebt genomen, want naar lid 2 van artikel 3 (of/en 4) van het Uitvoeringsbesluit bij de Wjz heeft het kind dan recht op gezondheidszorg in plaats van jeugdzorg. En gezondheidszorg (diagnostisch met evt. therapie daarop, lid 2) is beter dan het halfbakken indicatieve van Jeugdzorg (lid 1), dat BJZ graag wegens het halen van bezettingsgraden e.d. in eigen hand wil houden.

Ken de wet

Ouders dienen de wet te kennen. En als dat wat teveel is, zijn er ouderorganisaties. Maar dat kost tijd. En die heeft een ouder niet wanneer het AMK of BJZ of Raad op de stoep staat.
Hoe de (bureaus) Jeugdzorg werkt, is op internet te vinden, omdat journalisten en ouders erover schrijven.


2 opmerkingen:

  1. Ouders hebben niet veel tijd nodig om de eerste stap te zetten in hun contacten met het AMK, als zij de wet kennen.
    Het AMK NIET binnenlaten, ook al staan ze op de stoep. Het AMK NIET in contact laten komen met de kinderen, tenzij het kind vergezeld wordt door een advocaat.
    Kortom, ouders moeten NEE durven te verkopen. Durf en lef is vaak nog belangrijker dan het kennen van de wet. En kalmte.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Met enkel NEE verkopen is men er niet.
    Ken de wet (via bijv. een oudervereniging - wordt lid) zodat men als ouders weet wat en waarom.
    Waarom verder helemaal niets zeggen bij dat NEE, omdat elk verder woord tegen u gebruikt kan worden, maar ook...
    Zorg direct 'per omgaande' voor een deskundigenrapport op niveau (jeugdpsychiater) als nulmeting. Dan kan men zich als gezin beter verweren tegen insinuaties, en ook wanneer er toch een OTS is gekomen.
    Met een goed diagnostisch rapport heeft men verweer tegen suggesties van de 'jeugdzorg'.
    Het AMK wordt RvdK en dan BJZ of CJG, gezinsvoogdij met beperking van instemmingsrecht, dat is: men heeft niets meer in te brengen.

    BeantwoordenVerwijderen