http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=web&cd=4&ved=0CD8QFjAD&url=http%3A%2F%2Fwww.amsterdam.nl%2Fpublish%2Fpages%2F422057%2F2_programmaplan_om_het_kind_08_03_12.pdf&ei=UGEGUbmxDLG20QX_3YH4CQ&usg=AFQjCNHf-1niKB4Uup0CYZdh42byHCwtzg&bvm=bv.41524429,d.d2k
Thema’s en
onderwerpen voor proeftuinen
4.8.3
Proeftuinen
Bij
de proeftuinen gaat het niet alleen om te experimenteren met nieuwe vormen van
dienstverlening en organisatiemodellen, het gaat vooral ook over een andere
manier van sturen, namelijk op resultaat en nieuw leiderschap; ruimte geven en
nieuwe manieren van samenwerking tussen professionals en met burgers.
Voor
de proeftuinen is inmiddels een concept-kader ontwikkeld waarin de
uitgangspunten en spelregels zijn opgenomen. Uiteraard kunnen stadsdelen en
instellingen meer proeftuinen en pilots met elkaar afspreken en deze kunnen en
zullen ook zeer waardevol zijn. In die zin is dit kader geen dwingend kader.
Maar
ten behoeve van de hervorming en uit oogpunt van beheersbaarheid zal de
programmaleiding alleen een beperkt aantal proeftuinen faciliteren en eventueel
zelf initiëren.
Op dit moment zijn al vele pilot’s en proeftuinen gestart in de
stad, in de regio en in het land en in Amsterdam hebben verschillende partijen
gemeld geïnteresseerd te zijn om in bestaande dan wel in nieuwe proeftuinen te participeren. Een aantal van hen
hebben al een business case opgesteld. Ook vanuit
het onderwijs wordt op dit moment gewerkt aan de uitwerking van meerdere proeftuinen. Op dit moment wordt
samen met de onderwijspartners en stadsdelen gewerkt aan het inpassen van de
onderzoeksvragen vanuit het onderwijs in een aantal lopende proeftuinen, zoals
in Noord en Zuidoost.
Belangrijke
opgave voor elke proeftuin is dat aangetoond moet worden, dat de gehanteerde
werkwijze kostenbesparend werkt. Daarvoor is een nulmeting noodzakelijk.
Afgezien
van de onderwerpen, procesinnovaties en samenwerkingsvormen die nu onderdeel
zijn van gestarte proeftuinen, zijn de volgende thema’s benoemd die in
proeftuinen aan de orde moeten of kunnen komen: (2012-2014)
·
De eigen kracht en keuzevrijheid van de burgers: in keuze hulpverlener met
behulp van een virtueel PGB/GGB en virtueel inkoopmodel.
·
De rol van de huisarts in het lokale buurtnetwerk en de mogelijkheden en
belemmeringen voor verwijzingen in het kader van de jeugdzorg.
Omzetten
van de lessen vanuit het PIT, de Top 600, de (O)MPG en het programma kwetsbare huishoudens
in reguliere, primaire werkprocessen.
·
Van indiceren naar arrangeren, inclusief Jeugd-(L)VB en Jeugd-GGZ: integrale zorgtoewijzing
vanuit de nieuwe
sociale huisarts.
·
Versterken handelingsgericht signaleren van de leerkracht.
·
Investeren in doorontwikkeling jeugdbescherming en jeugdreclassering op basis
businesscase Bureau
Jeugdzorg en de William Schrikker Stichting.
·
1 buurtteam en 1 buurtnetwerk voor OKC en scholen.
·
Overheid en markt: proeftuin met “nieuwe” partijen op de markt (vergelijk
tussen ‘big government’ en ‘big society’)
·
Jeugdzorg 3.0
Definitieve
keuzes worden gemaakt aan de hand van de scenario’s die in de eerste helft van
2012 worden ontwikkeld in het kader van het functioneel ontwerp (zie paragraaf
4.5).
Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html
Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html
Kort samengevat:
BeantwoordenVerwijderenMeer bla bla, minder rechtsbescherming/rechtszekerheid ..