woensdag 31 oktober 2012

Beëindiging uithuisplaatsing LJN by0685


http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BY0685


11. De zorgen zijn volgens BJZ vooral gelegen in het feit dat de ouders niet zouden kunnen aansluiten bij de belevingswereld van een pubermeisje zoals [kind]. Het hof is van oordeel dat BJZ onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt waarom de ouders hierin niet leerbaar zouden kunnen zijn, nu de ouders juist zulke grote stappen hebben gezet ten aanzien van de verzorging en opvoeding van de jongere kinderen.

De ouders staan open voor hulpverlening. Bovendien kan de hulpverlening die in de thuissituatie zou worden ingezet (onder meer Triple P) niet geboden worden wanneer [kind] niet thuis woont. Dit kan niet in het belang van [kind] worden geacht.

12. Het hof is, mede gelet op het vorenstaande, van oordeel dat niet (langer) is voldaan aan de gronden die een (verlenging van de) machtiging tot uithuisplaatsing rechtvaardigen. De machtiging tot uithuisplaatsing is thans een te zware maatregel.

13. Het hof is van oordeel dat [kind] in de herfstvakantie weer thuis bij de ouders dient te worden geplaatst, zodat zij na de herfstvakantie op een nieuwe school in de omgeving van Emmeloord kan starten. Aangezien de herfstvakantie in de regio's midden en zuid van 13 oktober t/m 21 oktober 2012 en in de regio noord van 20 oktober t/m 28 oktober 2012 loopt, dient [kind] op 20 oktober 2012 thuis bij de ouders geplaatst te worden, zodat zij in de (eerste week van de) herfstvakantie de gelegenheid zal hebben om afscheid te nemen van de pleegouders en in de (tweede week van de) herfstvakantie de gelegenheid zal hebben (enigszins) haar draai in de thuissituatie te vinden alvorens zij op de nieuwe school in de omgeving van Emmeloord zal starten.

De beslissing

Het gerechtshof:

vernietigt de beschikking waarvan beroep voor wat betreft de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [kind], over de periode vanaf 20 oktober 2012;

en in zoverre opnieuw beslissende:
wijst het inleidend verzoek van BJZ tot verlenging van de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [kind], af over de periode vanaf 20 oktober 2012;

Redactie Jeugdzorg Dark horse: nu nog even afwachten of Jeugdzorg de gerechtelijke uitspraak ook echt ten uitvoer gaat brengen. Laatst hoorden wij van een zaak in Limburg waarbij de rechter ook besloten had dat de kinderen moesten terugkeren naar huis, wat ook gebeurde. Vervolgens kwam er een nieuwe gezinsvoogd om de OTS uit te voeren in de thuissituatie, maar die kwam nooit opdagen. Wat ze wel deed, een half jaar later, was in haar verslag schrijven dat moeder geen medewerking verleende aan de hulpverlening en dat de kinderen weer op een lijst werden gezet voor UHP.

                  Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html

dinsdag 30 oktober 2012

Doemscenario's

http://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:XvS5jgIn2yoJ:www.integraalindiceren.info/smartsite.dws?id%3D106280+&cd=21&hl=nl&ct=clnk&gl=nl

Beste Sven,

Inzake mijn eigen kinderen, alleen met een beperking, moet ik nu voor een verlenging van de indicatie naar BJZ. De wet en regelgeving hieromtrent is veranderd. Heel fijn dus....!.
Dit betekent dat mijn hele privéleven nu bij BJZ komt te liggen (lees dossiers m.b.t de kinderen), wil ik nog hulp kunnen krijgen. De casemanager van een hulpinstantie zei ons letterlijk 'omdat jullie al zes jaar ouderbegeleiding krijgen en wij niet meer mogen indiceren'. Dit betekent dus dat BJZ het moet gaan indiceren en die gaan zich nu de vraag stellen: Zijn deze ouders wel leerbaar? Je begrijpt dat doemscenario's al snel mijn netvlies passeerden. Ook de opmerking: "BJZ gaat dan bepalen wat voor hulp jullie krijgen en van wie", deed mij toch zeker een paar meter van mijn stoel af vliegen. En ik heb ook direct duidelijk gemaakt, dat niemand bepaalt met welke hulpverleners ik samenwerk. Het is nog altijd het vrijwillige kader van BJZ. Toch was er bij mij argwaan gewekt en ben ik eens gaan surfen op het net.
 
Ik kwam hier een handboek tegen voor medewerkers van BJZ over hoe te indiceren, en welke informatie verkregen moet worden. Terwijl ik dit aan het doorlezen was, gingen mij de haren goed overeind staan, want wat blijkt? Als jij zelf komt voor hulp dan .... juist ja, word ook jij als ouder onder de loep genomen, en gaat men kijken of er sprake is van kans op kindermishandeling. .... Je zal maar iemand treffen bij BJZ waarmee het niet klikt..... ik geloof dat de ramp dan niet te overzien is.
Ik wilde je dit niet onthouden, als volger van jou blog, dus bij deze de link van dit handboek.
 
Met vriendelijke groet,
 
 
Een moeder
 
Reactie Jeugdzorg Dark horse: Dit is inderdaad geen gunstige ontwikkeling. Het zoveelste voorbeeld van het criminaliseren van de hulpvraag. Je komt om hulp voor je kind, omdat het een beperking heeft en dat is niemand zijn schuld. De kans is groot dat je juist meer zorg en toewijding hebt voor je kind en meer van je tijd, aandacht en liefde geeft aan je kind, dan ouders van wie de ontwikkeling van hun kroost allemaal wat meer vanzelf gaat. En als dank krijg je de argwanende blik en het veroordelende opvoedpraatje van de 9 tot 5-pedagogen, omdat de overheid heeft besloten dat het goed zou zijn als deze mensen zich eens met je gezin gaan bemoeien. Met kind-eigen problematiek krijg je vaak te maken met twee vooroordelen: 1 Dat je kind een beperking heeft trekt een grote wissel op het gezin en de veronderstelling is dat je je kind daardoor zou kunnen mishandelen. 2 Onbewust lijken ze te denken dat omdat het kind uit jouw genen is voortgekomen, je als ouder zelf waarschijnlijk ook wat minder begaafd bent.
 
Onze eigen kinderen zaten allebei op het MOC (speciale kleuterschool met multi-therapie aanbod) waar we met ons eerste kind naar doorverwezen werden vanuit de psycholoog van het Mentrum, waar we hem hadden laten testen. Voor ons tweede kind, moesten we ons volgens de nieuwe regels in Amsterdam, laten doorverwijzen door BJz. Het vervelende daarvan, is dat hoewel je geen 'jeugdzorg-gezin' bent in de zin van pedagogisch onbekwame ouders, je toch met hulpbehoevende mensen geassocieerd wordt. Voor ons eerste kind zaten wij als ouders iedere keer bij het multi-disciplinaire overleg van de school, en waren er maar twee partijen, ouders en school. Voor ons tweede kind moest daar opeens iemand van Jeugdzorg bij aanwezig zijn, die geen enkele inbreng had, anders dan kijken of wij als ouders wel 'goed bij onze knikker' waren en goed met de school overweg konden. Toen dat na een paar keer 'aanwezig zijn' was geconstateerd, hebben we haar nooit meer gezien.

                        Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

Oproep aan misbruikslachtoffers


maandag 26 oktober 2012

Bijeenkomst slachtoffers met Ivo Opstelten 

De domper van afgelopen vrijdag 26 oktober 2012, waarbij het in eerste instantie de bedoeling was dat wij, als slachtoffers hier bij konden zijn was groot! De slachtoffers konden niet gehoord worden door Ivo Opstelten.

Alleen de Stichting Nederland Heelt, Skip en Klokk mochten deelnemen aan de bijeenkomst. Stichting Projeugd en Ada Busman van stichting KOG heeft na deze mededeling op donderdag 25 oktober 2012 nog van alles geprobeerd om aanwezig te kunnen zijn, tevergeefs.  

Velen onder ons waren diep teleurgesteld...

Excuses 

Maar wat blijkt vandaag?! Minister Opstelten heeft excuses aangeboden aan alle slachtoffers van seksueel misbruik binnen jeugdinstellingen. Eerder deze maand weigerde hij dit, omdat hij de inhoud van het rapport nog niet had bestudeerd.

http://www.nrc.nl/nieuws/2012/10/29/kabinet-biedt-excuses-aan-voor-seksueel-misbruik-in-jeugdzorg/

Nu benadrukt hij dat het betreurenswaardig is, dat dit is gebeurd en nog steeds plaatsvindt. Hij wil seksueel misbruik binnen de Jeugdzorg aanpakken en daarbij de slachtoffers niet vergeten.
Schadevergoeding?

Er zal een onafhankelijke commissie komen die per zaak zal kijken hoeveel schadevergoeding de Staat der Nederlanden, als verantwoordelijke zal moeten betalen. Het is de bedoeling dat er voor de aankomende kerstvakantie meer duidelijkheid komt over de onafhankelijke commissie. De melders van de commissie Samson zullen hier persoonlijk over benaderd zullen worden. 

Collectieve rechtszaak tegen Jeugdzorg Nederland en de Nederlandse Staat 

Toch willen velen onder ons een sterke vuist maken en de overheid laten blijken dat aan de misstanden binnen de Jeugdzorg iets gedaan MOET worden. Dat wij als slachtoffers gehoord willen worden. Wij zijn van mening dat de regering mooi weer aan het spelen is, een schertsvertoning. Wij denken dat straks alleen de slachtoffers die bij een Stichting aangesloten zijn in aanmerking gaan komen voor een schadevergoeding. Het lijkt erop dat de regering alles in eigen hand willen houden. Veel slachtoffers hebben geen enkel vertrouwen in verenigingen en Stichtingen of de regering. Al meer dan dertig jaar heeft men de wantoestanden binnen de Jeugdzorg genegeerd en de slachtoffers in de kou laten staan.

Het heft in eigen handen nemen
Stichting ProJeugd, Jeugdzorg Dark horse en velen anderen willen daarom collectief een rechtszaak tegen de Nederlandse Staat en Jeugdzorg Nederland beginnen. Om dit te verwezenlijken, willen we via deze weg alle melders bij de commissie Samson (en eventuele nieuwe slachtoffers) vragen gehoor te geven aan deze oproep!



Meld je aan zodat wij ons kunnen verenigen, laten we onze krachten bundelen!

Meer info: 




http://wikileaksjeugdzorg.nl

                   Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse



De geschiedenis herhaalt zich...

http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2012/10/meer-nieuws-over-de-poppenvilla.html

(Reactie op comment van advocaat Jan van Ruth)

 
Geachte heer van Ruth:

Inderdaad herhaalt de geschiedenis zich: u bedoelt mogelijkerwijs de 'anatomisch correcte poppen' die in de jaren 87-89 werden ingezet ten aanzien van de 'vroegsignalering incest' dat zou namelijk veel voorkomen.  De 'Bolderkar affaire' (13x 'incest', enige huwelijken geruïneerd, 13 kinderen met spoed UHP...Uiteindelijk géén enkele incest + eerste schadeloosstelling van de Staat voor mw. E.W., na 22 jaar!) en de 'Lancee affaire' (o.a. 'incest herkenning' door een leraar / f 1,2 miljoen voor dhr. L.!) waren de trieste gevolgen, toen, na ca. 1990, kwam incest kennelijk niet meer voor in Nederland.

Nu komen de poppen met een hele villa tegelijk. Mw. Limpens is nu in een hoog tempo bedreigingen met rechtszaken aan het uiten tegen kritische schrijvers over haar onwettige villa: ouders dienen namelijk TOESTEMMING te geven voor 'onderzoek'.  Als mw. Limpens zegt dat dit niet waar is, dan verwijs ik naar haar eigen website die ze gisteren net veranderd heeft. Ik heb enige zaken aangehaald en opgeslagen in mijn PC:
"...De LILIANE poppenvilla wordt in de klas ‘licht’ ingezet, voor spontaan spel door | communicatie met kinderen, conform de aanbeveling van Liliane Limpens. Onze leerkrachten gebruiken de villa als een observatie-hulpmiddel om te komen tot eventuele ‘niet-pluis gevoelens’, een voorstadium van vroegsignalering."
Ook uit haar interpretatie-handleiding spreekt duidelijk dat dit hier gaat om een diagnostisch instrument:
Toelichting voor leerkracht (bron: www.liliane.eu / op 28-10-2012):
"De leerkracht zou de kinderen kunnen voorselecteren: twee kinderen uit gezinnen waarvan de indruk bestaat dat zij geaccepteerde omgangsvormen hanteren en twee kinderen uit families waarvan het vermoeden bestaat dat hun onderlinge relaties wellicht een kindgroei afremmen."
Alleen al het voorselecteren van leerlingen zegt genoeg!
Dan is de villa natuurlijk bedoeld voor 'nadere diagnostiek' ... door een ONDESKUNDIGE: een leraar of speltherapeut dan wel 'intern begeleider' van een school heeft géén enkele gedragswetenschappelijke bevoegdheid. Ze zijn op dit gebied dus 'amateurs'.  Het past wel in de lijn van AMK: zo lang die betaald worden naar gelang hun aantal 'verwerkte meldingen' (u leest het goed: hoe méér meldingen, hoe méér geld!) en voor de BJZ- medewerkers 'onderbuik-gevoelens' belangrijker zijn dan gedegen onderzoek, zegt dit iets over het amateurisme.

Juridisch deugt dit ook niet: ouders dienen schriftelijk toestemming te geven voor onderzoek aan hun kinderen! (Juristen: klopt dit?) Welke ouder zou hier mee accoord gaan als ze weten: 'kind een slechte dag gehad, valse interpretatie en kind komt niet meer thuis'... zó snel kan een uithuisplaatsing gaan!
Wat er nog meer juridisch niet deugt, wat althans in strijd is met de subsidie-regels van scholen: WIE is de 'anonieme donor' die 400.000 € doneert voor 240 villa's ( ca. 1600 - 1800 € per stuk!!) voor samenwerkingsverbanden van basisscholen en 20 voor 'pilot scholen'?? Welk commercieel belang zit hier achter? (Werkgelegenheid en gelden voor het AMK / huidige BJZ-medewerkers?) Donateurs dienen gewoonweg bekend te zijn volgens de convenant met betrekking tot subsidie/ donaties aan scholen!
Over de 'opleiding': hierboven beschreef iemand de opleiding van 2 dagen, in Almere is die slechts een halve dag, zie hier:
en klik dan op 'hier het dagprogramma' : in de tijd tussen 14.00 u en 17.15 u kan u een volleert 'poppenvilladeskundige' worden!
Ik zal ook wel een rechtsprocedure van Liliane krijgen, gezien mijn stukje: 'De heksenjacht op kinderen' waarin in beschrijf hoe 'jeugdzorg' in de loop der jaren op kinderen heeft gejaagd.  Ik resumeer: 'incest', 'ADHD', 'Borderline', 'Niet leerbare moeders', 'pdd-nos', 'dyslexie', 'kindermishandeling'  en er volgt nog: 'armoede', 'overgewicht' en 'te weinig sociale contacten' (voor dat laatste zijn de 'sociocards' uitgevonden...ook door leraren te hanteren om 'zorgsignalen' te 'ontdekken' en vooral uit huis plaatsen...
Als mw. Limpens poppenvilla's wil verkopen, dan vind ik dat prima, maar laat daar géén 'methodiek ontdekking kindermishandeling' gegeven worden aan onbevoegden en ondeskundigen.
Ik hoop dat vele ouders en ouder-organisaties willen helpen deze poppenkast te beëindigen door slechts één ding te doen: SLOOP DE VILLA!
(Ik zeg bij deze toe om 1 bijl te willen subsidiëren! Mijn subsidie hoeft niet geheim te blijven!)

Drs. N.J.M.Mul

                       Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

Nieuw artikel over het Poppenhuis op Ouders Online

http://www.ouders.nl/mond2012-poppenvilla.htm


Ouders en school - Signalering kindermishandeling

30 oktober 2012

Op dit moment worden er massaal poppenhuizen geplaatst op basisscholen en kinderdagverblijven om kindermishandeling te signaleren. Ouders vrezen Bolderkar-affaires.


Kindermishandelingspoppenhuis baart zorgen

door Justine Pardoen

Nieuw: artikel op Ouders Online, waarin ingegaan wordt op het feit dat er poppenhuizen geplaatst
worden op basisscholen en kinderdagverblijven om kindermishandeling te kunnen signaleren. De
poppen moeten ouders dus 'ontmaskeren' en 'verraden'. Dat kunnen die poppen vanzelfsprekend
niet zelf, daar is een vertaalslag voor nodig.

Dat gaan de juffen en de meesters dus doen. Dit alles in het kader van de 'Meldcode huiselijk
geweld en kindermishandeling', die op de poppenhuis-site als legitimering wordt aangevoerd.

Wat behelst eigenlijk die meldcode, hoe kijken scholen ertegenaan, en wat is de positie van
ouders? Wat is de rol van het onderwijzend personeel? Het artikel eindigt met een advies aan
ouders die hier bezwaar tegen willen maken.

Lees verder op Ouders Online


http://www.ouders.nl/mond2012-poppenvilla.htm

Justine Pardoen is hoofdredacteur van Ouders Online

                      Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

maandag 29 oktober 2012

Meer nieuws over de Poppenvilla




http://www.dollsvilla.com/

Naar aanleiding van mogelijke juridische stappen door Liliane BV richting Jeugdzorg Dark horse, als reactie op onze eerdere berichtgeving, hebben wij contact opgenomen met mevrouw Limpens, de ontwerper en director van dit bedrijf. Dit om haar de keerzijde te laten zien van de opsporing van kindermishandeling en ook om ons nader te informeren over de schenking door een ideële stichting van een groot aantal poppenvilla’s aan 240 samenwerkingsverbanden van scholen (plus 20 pilot-scholen). Daarnaast hebben wij de website aandachtig bekeken en anders dan wij aanvankelijk dachten,  blijken de poppenvilla’s niet bij toeval voor vroegsignalering van kindermishandeling te worden  gebruikt. Er wordt op de site speciaal reclame voor gemaakt, dat de villa’s voor dit doel geschikt zijn.  Poppenvilla’s worden bewust geleverd en ingezet als hulpmiddel bij signalering in scholen en kinderdagverblijven, om aan te sluiten bij de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling.  Deze meldcode zal vermoedelijk vanaf 2013 van kracht worden en verplicht alle professionals die met kinderen werken om bij verdachte vermoedens een stappenplan te volgen.  


Wat is een professional? 

Vroegsignalering van kindermishandeling lijkt een sympathiek doel en het verkleinen van kinderleed krijgt over het algemeen van de meeste mensen instemming. Wat echter onvoldoende bij mensen bekend is, is de hoge mate van subjectiviteit die een rol speelt bij de beoordeling of een signaal in het poppenspel, wel of niet als teken van kindermishandeling mag worden aangemerkt. Het is door commentatoren van deze blog al vele malen opgemerkt, dat het woord ‘professional’ in het kader van onderzoeken naar kindermishandeling vaak misbruikt wordt. De term moet eigenlijk inhouden dat iemand een beroepsopleiding heeft afgerond en geregistreerd is bij een beroepsvereninging, met het daaraan verbonden tuchtrecht. Wanneer dit niet het geval is (AMK en BJZ-medewerkers hebben geen BIG-registratie, normering en tuchtrecht) heeft de term professional in feite de betekenis van 'broodverdienend’, terwijl er de suggestie mee wordt gewekt van deskundigheid en vakbekwaamheid. Dat een leerkracht in de klas professioneel is op het gebied van onderwijs, in de vakken taal, rekenen en aardrijkskunde, wil niet zeggen dat hij daarmee ook professioneel is op het gebied van signaleren van kindermishandeling. Ook niet na een weekendcursus van de LTAK (Landelijke Training Aanpak Kindermishandeling). Sterker nog, het traject dat kan volgen op de signalering in de klas; een onderzoek door AMK of de Raad voor de Kinderbescherming, voldoet vaak  evenmin aan de eisen van kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg (en daar praat je over bij veronderstelde geestelijke en/of lichamelijke mishandeling).   

Informantenonderzoek 

Anders dan velen denken die zelf nooit in direct contact hebben gestaan met AMK, BJZ, of de Raad voor de Kinderbescherming, worden de ‘professionele’ onderzoeken naar kindermishandeling verricht zonder waarheidsvinding. Dat wil zeggen dat vermoedens kunnen volstaan om een gezin onder toezicht te stellen of een kind uit huis te plaatsen. Er worden zelden experts ingezet, die universitair geschoold zijn. Men neemt genoegen met onderzoekers van het niveau ‘sociaal werker’ om zorgelijke signalen op te pikken en door te geven aan de Raad voor de Kinderbescherming. Deze baseert zich op haar beurt in haar rapportages, voor tachtig procent op het materiaal dat wordt aangeleverd door het AMK / BJZ, wanneer zij bij de rechter een kinderbeschermingsmaatregel aanvraagt. Dit materiaal is voor het grootste deel informatie voortkomend uit Informantenonderzoek, wat op zijn best een meningeninventarisatie is (‘welke indruk hebben de informanten van het gezin?’), aangevuld met observaties en speculaties van de onderzoekers (Risico-taxaties zoals LIRIK, waarvan het  Nederlands Jeugd Instituut zelf beweert dat ze nog niet op betrouwbaarheid en voorspellende waarde zijn onderzocht). 

Jeugdzorgprofessionals inschakelen 

Het inschakelen van jeugdbeschermingprofessionals door leerkrachten van een school die mishandeling of misbruik vermoeden, is niet zomaar een doorschakeling naar een veilige en deskundige vorm van hulpverlening. Het is veel veiliger voor kinderen als vermoedens van mishandeling met de ouders besproken worden, de huisarts wordt ingelicht en er een vorm van hulp wordt gezocht die aansluit bij de behoefte van het gezin, waarbij er niet direct het gevaar is voor dwang, stigmatisering en uithuisplaatsing. Vooral die gezinnen waar die problematiek binnen redelijke grenzen blijft, zijn zelden geholpen met jeugdzorg. Het is een trage vorm van hulpverlening, die niet bewezen effectief is, niet efficiënt en het heeft vaak geen centrale coördinatie bij verschillende hulpverleners op één gezin.   

Daarbij speelt het gevaar van de macht van de gezinsvoogd, die in het multi-disciplinair overleg beeldbepalend is, omdat de teamleider en de gedragswetenschapper geen persoonlijk contact hebben met het gezin.  Wil het niet zo boteren tussen gezinsvoogd en ouders, dan is de stap naar dwangmaatregelen gauw gezet. Bijkomend probleem is dan, dat de gezinsvoogd in de rechtszaal niet onder ede staat en alle ruimte krijgt om zijn of haar persoonlijke vermoedens en interpretaties te uiten. Er wordt hier dan ook menig maal voorbij gegaan aan het deskundig oordeel van experts, die onafhankelijk van jeugdzorg hun (vaak positievere) oordeel geven over ouders en gezin. Maar het onnodig negatief neerzetten van ouders en op die manier het kind beroven van zijn biologische ouders middels een onterechte uithuisplaatsing, geldt niet als kindermishandeling. Het disfunctioneren van jeugdzorg, is nog steeds geen onderdeel van de inschatting van de kindveiligheid.  

Liever de eigen ouders 

De vraag kan in veel gevallen gesteld worden of er wel echt kindermishandeling opgespoord wordt, of dat er een traject in gang wordt gezet, waarbij er vooral op de eerste signalen en vermoedens zal worden voortgeborduurd. De bekende tunnelvisie. Het mag duidelijk zijn dat er in elk gezin wel wat aan de hand is en niet elke ouder is altijd maximaal voor de kinderen beschikbaar. In het leven van een volwassene spelen vele dingen en de kinderen kunnen in een spanningsveld terecht komen van de zorgen die de ouders hebben over geld, de relatie, familiekwesties, burenruzie, gezondheidskwesties, een stroeve relatie met de school, of met een specifieke leerkracht.  Het helpt dan meestal niet,  als ouders worden aangevallen en als criminelen zich moeten verantwoorden voor strafbare feiten, waar de beschuldiger niet eens bewijzen voor hoeft te leveren. Hulpverleners mogen het idee hebben dat ze het kind moeten beschermen tegen de onvolmaakte opvoeders, maar ze vergeten licht dat het kind ook een belang heeft bij deze gemankeerde wezens. De meeste kinderen verkiezen hun eigen ouders boven vreemden, zelfs als er in het gezin dingen voor verbetering vatbaar zijn.  

Geen methodiek of handleiding 

Het probleem met signaleringshulpmiddelen als de Poppenvilla, is dat het begin van het onderzoekstraject – als het tot een AMK-melding zou komen – zich al kenmerkt door speculatie. Leerkrachten hebben niet de capaciteiten en de opleiding om te bepalen welke signalen in het spel van kinderen opgevat mogen worden als tekenen van mishandeling of seksueel misbruik. Deze manier van signaleren is erg suggestief en brengt  een overmatig risico van projectie met zich mee.  De opgevangen signalen – en de betekenis die aan hen wordt toegekend -  worden later in een onderzoek naar kindermishandeling niet gecorrigeerd, want iedere inbreng blijft tot het kind zijn achttiende jaar een deel van het dossier. Anders dan in een politieonderzoek, ben je als ouder na een AMK/Raads-onderzoek nooit bewezen onschuldig. Meestal eindigt een AMK of Raadsrapport met het besmettelijke ‘noch bewezen, noch uitgesloten’, wat alvast de weg voorbereidt naar latere verdachtmakingen.  Er wordt door goedbedoelende burgers vaak gedacht dat wanneer een gezin na een melding, toch een normaal gezin blijkt te zijn,  het weer snel gerehabiliteerd zal  worden. Maar de praktijk leert anders. Er bestaat feitelijk niet zoiets als onschuldig signaleren.

In gesprek met mevrouw Limpens worden onze bange vermoedens omtrent het gebruik van de villa’s  alleen maar bevestigd. De Poppenvila’s worden aan de scholen verstrekt zonder methodiek of handleiding. Ze zijn bedoeld om de intuïtie van de leerkracht te versterken en zijn of haar ‘niet-pluisgevoel’. De poppenvilla’s worden in de klas neergezet, zonder dat hier iets over wordt medegedeeld aan ouders. Het moet laagdrempelig zijn, en kinderen kunnen er niets vermoedend in gaan spelen. De leerkracht kan dan af en toe vanuit zijn ooghoek kijken of hij iets ziet dat zorgen baart en bij meerdere signaleringen, dient het stappenplan van de meldcode gevolgd te worden. De goede bedoelingen van de ontwerpster van de poppenvilla, staan buiten kijf. Mevrouw Limpens vindt het vreselijk dat er duizenden kinderen thuis worden mishandeld, die hier niets over durven te zeggen,  zelfs niet tegenover buitenstaanders. Met de poppenvilla’s wil zij het mogelijk maken voor kinderen om zich makkelijker te uiten over dit onderwerp, zodat zij hulp kunnen krijgen.  

Het recht van ouders 

De sponsor die verantwoordelijk is voor de verstrekking van de poppenvilla’s aan de scholen blijft anoniem, maar wie kan er verantwoordelijk worden gehouden voor deze 'bijzondere’ signaleringsmethode? Ouders hebben het recht om te weten dat er suggestief speelgoed aanwezig is op de school van hun kind, dat er bewust met dit doel is geplaatst. Dat is hun grondwettelijk recht, want zij hebben immers het gezag. Als kinderen op speculatieve gronden bij hun (niet misbruikende) ouders worden weggehaald, is dat ook een vorm van kindermishandeling. Eenmaal weggehaald uit het ouderlijk huis, komen ze niet zo snel meer terug. Vooral jonge kinderen heten al gauw ‘gehecht’ te zijn aan de pleegouders.  


Nederland respecteert te weinig de internationale verdragen als het gaat om het recht op familieleven (EVRM 8) en er wordt niet genoeg aan terugplaatsing gedaan, waar dat wel mogelijk is.  Het bizarre is, dat kinderen (vooral met een beperking) juist in een voogdijinstelling drie maal zoveel kans lopen om seksueel misbruikt te worden, als in een gemiddeld gezin. Jeugdzorg is in het geheel niet ongevaarlijk voor kinderen en elke speculatieve methode die hier een aanzet toe geeft, moet met kracht van de hand worden gewezen. Zeker als dit gebeurd zonder medeweten van ouders. Zij sturen hun kind immers niet naar school om bespioneerd te worden, maar om taal en rekenen te leren.  Het is begrijpelijk als een leerkracht actie onderneemt om ernstige vermoedens van misbruik aan het licht te brengen en hulpverlening in te schakelen als dat nodig is, maar het ongevraagd observeren in een speelsituatie die veel weg heeft van ‘uitlokking’, kan toch niet de bedoeling zijn. 


Reactie van mevrouw Limpens: 

Naar aanleiding van onze bezwaren tegen het gebruik van de poppenvilla als signaleringhulpmiddel in scholen, heeft mevrouw Limpens een reactie gegeven.  

Zij merkt op dat ons artikel over de Poppenvilla, de indruk geeft veel meer  een aanklacht tegen jeugdzorg te zijn en de Raad voor de Kinderbescherming, dan tegen de poppenvilla.  Zij brengt een scheiding aan tussen het functioneren van de jeugdzorg (het vervolgtraject bij vermoedens van mishandeling) aan de ene kant en het vroegtijdig signaleren van kindermishandeling aan de andere kant. De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, zal volgens haar waarborgen dat met de signalen van kindermishandeling, op de juiste, zorgvuldige wijze, wordt omgesprongen door de leerkrachten. Zij benadrukt dat er altijd goed overleg moet zijn met de ouders, wanneer er zorgen zijn. Het hoeft in de praktijk niet altijd zo te zijn dat er meteen een AMK-melding wordt gedaan, bij gebleken zorgen. (Stap 5 van de meldcode heeft ook als optie ‘hulp organiseren’). 

Toch is de scheiding die mevrouw Limpens maakt tussen het signaleren door leerkrachten en het in behandeling nemen van die signalen door jeugdbeschermers , redelijk kunstmatig. Dit zullen wij later in het artikel verder uitwerken. Laten wij eerst kijken naar een overzicht van wat mevrouw Limpens over de poppenvilla, de scholen en het gebruik hiervan door leerkrachten heeft gezegd.  

Overzicht gebruik Poppenvilla:

“Alle professionals die met kinderen werken, waaronder leerkrachten, zijn conform het stappenplan van de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling, waarschijnlijk vanaf 2013, verplicht om verdachte vermoedens van mishandeling te melden. Onder invloed van deze wet zal de signaalgevoeligheid bij leerkrachten hoogstwaarschijnlijk toenemen.” 

“Kindermishandeling bespreekbaar maken begint altijd met signalen en vermoedens. Die moeten getoetst worden. In eerste instantie altijd eerst met de ouders. Alleen wanneer ouders er niet op aanspreekbaar zijn en de school zorgen blijft houden zal de school in gesprek gaan met experts en kijken wat er nodig of mogelijk is. Wanneer echt niets helpt kan eventueel een beargumenteerde melding worden gedaan bij AMK | BJZ.” 

“De villa is geen opsporingsmethode. De villa is een observatie-hulpmiddel voor leerkrachten om te komen tot eventuele ‘niet-pluis gevoelens’, een voorstadium van vroegsignalering. Een leerkracht kan allerlei noodsignalen van een kind opvangen: [uiterlijke] verzorging, veranderend gedrag, signalen in kindertekeningen en spel [met poppen], de leefomgeving, een gesprek.” 

“De villa wordt ook primair geschonken als speelgoed en als impuls voor het samenwerkingsverband om de Meldcode in te voeren en waar nodig leerkrachten deskundiger en alerter te maken op signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld. En er zit juist het advies bij om voorzichtig te zijn met eventuele signalen die uit het spel naar boven komen. Recente onderzoeken laten de meerwaarde zien van vrij spel door kinderen.” 

“Aanbevolen wordt om de LILIANE poppenvilla licht in te zetten in een basisschool en te gebruiken voor spontaan spel door  communicatie met kinderen. Poppenspel is voor leerkrachten geen diagnostisch instrument, het is een observatie-hulpmiddel. Poppenspel maakt geen deel uit van waarheidsvinding.” 

Bij de opmerking dat de ouders niet worden ingelicht door de school over de signaleringsfunctie van de poppenvilla, als onderdeel van de meldcode:

 “Uiteraard. De school gaat toch niet bij elk nieuw stuk speelgoed de ouders hierover informeren. Het is primair speelgoed en een bij-effect kan zijn dat er signalen van kindermishandeling of huiselijk geweld naar voren komen in het spel. Maar dat kan ook bij andere speelsituaties het geval zijn.” 

“De Meldcode is een stappenplan dat gevolgd wordt bij signalen of vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld, juist om de zorgvuldigheid van het proces te bewaken, vanuit het belang van het kind. En het belang van het kind is dus vooral een positieve relatie met de ouders.” 

“Elk speelgoed en elke lessituatie kunnen aanleiding geven tot vermoedens over kindermishandeling/ huiselijk geweld.” 

“Inzet van de villa versterkt het doel van de wet Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling: het stimuleren van professionals om snel in actie te komen bijvermoedens van mishandeling.

Daar kan een melding op volgen. De signalen die kinderen tijdens poppenspel in de klas
uitzenden zijn niet geschikt voor diagnostisch gebruik of forensisch onderzoek. Dat wordt ook niet gesuggereerd.”
“In Nederland worden momenteel door velerlei organisaties trainingen voor leerkrachten ontwikkeld, om hen te scholen in vroegsignalering.”  


“De LILIANE poppenvilla is voor leerkrachten een observatie-hulpmiddel, net zoals
kindertekeningen, veranderend kindgedrag en gesprekssignalen dat kunnen zijn.

“Wetenschappelijk onderzoek dient zich te richten op [de samenhang van] alle
signaalbronnen die een leerkracht ter beschikking staan om tot een  vermoeden van mishandeling te komen. Maar waarom zou hier wetenschappelijk onderzoek voor nodig zijn? Een vermoeden is geen bewijs.“ 

“Kinderen die opgaan in het poppenspel kunnen aan oplettende leerkrachten [subtiele] signalen van nood afgeven, bewust of onbewust [stap 1 van de meldcode]. Juist het indirecte karakter ervan verstrekt kinderen in een bepaalde mate een voorzichtige en veilige ruimte om dit te doen. Zij hoeven persoonlijk niet te verraden of te ontmaskeren, dat doen de poppen voor hen. Het interpreteren en diagnosticeren van de signalen is vanzelfsprekend de verantwoordelijkheid van gekwalificeerde zorgdeskundigen binnen / buiten de school.”





De schenking van de LILIANE poppenvilla aan alle samenwerkingsverbanden primair onderwijs heeft tot doel:
-          Invoering en naleving van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling op alle scholen 
-          Het inzetten van preventieve programma's op alle scholen om kinderen te wijzen op mogelijkheden voor ondersteuning 
-          Voldoende scholing van alle leerkrachten om signalen van kindermishandeling te zien en te weten wat zij daar vervolgens mee moeten of kunnen doen. 
Mevrouw Limpens voegt een link toe over het nut van ‘vrij spel’ voor kinderen. Hiermee geeft zij aan dat de villa, naast het signaleren van ‘kinderen in de knel’, ook een grote waarde heeft voor het fantasiespel van kinderen.











Nederlands Jeugd Instituut en RAAK 

Wat vanaf het eerste moment bij ouders en ouderbelangengroepen argwaan wekte, toen bekend werd  dat er poppenvilla’s  beschikbaar werden gesteld aan 240 samenwerkingsverbanden van scholen, voor ondersteuning van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, was de anonimiteit van de sponsor. Om te beginnen was de berichtgeving hierover niet eenduidig en werd er aanvankelijk  gesproken over een anonieme ‘persoon’ (persbericht NJI 24 feb. 2011) en later over een ‘ideële stichting’ en  ‘initiatiefnemers’. Hierdoor blijft er verwarring bestaan over de motivatie van deze schenking, waar een bedrag mee gemoeid is van maar liefst 400.000,- euro. Bij een schenking van poppenvilla’s aan scholen, met een zo nauwe betrokkenheid bij het invoeren van de meldcode, gaat men al snel vermoeden dat er meer achter steekt dan een spontane actie van een filantroop, die om het welzijn van kinderen geeft. Met name de informatie die het NJI verstrekt, over de poppenvilla als hulpmiddel bij de meldcode, voortkomend uit het gedachtegoed van wijlen psychiater Prof.Dr. Andries van Dantzig en de door hem opgerichte vereniging RAAK (Reflextie – en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling) zette ons aan tot verder onderzoek.  


Op de website van RAAK staat te lezen:   

Defence for Children International heeft begin 2000 het initiatief genomen voor een bijeenkomst om deze thematiek [te weinig preventie bij kindermishandeling] te bespreken. Hier is de groep RAAK uit voortgekomen die wil trachten een stimulans te geven aan de maatschappelijke en politieke discussie over en actie voor de aanpak van kindermishandeling.
Samen met de overige bestuursleden werkt hij onophoudelijk aan de grootste schending van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind in Nederland.
In korte tijd is RAAK uit kunnen groeien tot een serieuze overlegpartner in jeugdzorgaangelegenheden; tot een groep waar bewindslieden rekening mee willen houden. Dat kon gebeuren dankzij financiële steun van St. Kinderpostzegels, de Van Leer Foundation, Stichting Het Maagdenhuis en talrijke anonieme donoren”.

Meer preventie en meer ondersteuning van ouders 

Wat kunnen we hieruit opmaken: RAAK heeft grote politieke invloed en is een overlegpartner in jeugdzorgaangelegenheden.  

Dat de schenking van de poppenvilla’s niet afkomstig is van jeugdzorg, zoals mevrouw Limpens met ‘honderd procent zekerheid’ beweert, is in zoverre waar, dat jeugdzorg niet concreet de geheime sponsor is, wat veel ouders vermoeden. Maar er is wel een ideologisch verband. Het sterk preventieve karakter van het huidige jeugdzorgbeleid (door ouders ook wel eens heksenjacht genoemd)  is vooral gestimuleerd door inspanningen van deze groep RAAK. Het jammerlijke  daarbij, is dat het er op lijkt dat van het gedachtegoed van de heer Van Dantzig, door het ministerie van VWS vooral het element van uitbreiding van de definitie van kindermishandeling is overgenomen (ook geestelijk leed en  ‘verwaarlozing’ worden nu gezien als mishandeling), en in mindere mate zijn roep om meer en effectievere ondersteuning voor ouders bij de opvoeding. De klacht van veel ouders die bij jeugdzorg lopen, is nog altijd dat ouders aan de kant worden geschoven, ten faveure van het ‘belang van het kind’, dat jeugdzorg zegt te behartigen. Het belang van het kind, krijgt nog steeds niet die integrale betekenis die het zou moeten hebben, met betrekking tot de waarde van familie en het besef van eigen afkomst.  

Ook het Nederlands Jeugdinstituut geeft toe dat de effectiviteit van de jeugdzorg te wensen over laat:  

“Signalen uit het veld en peilingen wijzen uit dat het beschikbare hulpaanbod voor mishandelde kinderen en hun ouders niet goed aansluit bij de omvang en aard van de vraag.”

 Wereldwijd zijn er nog maar weinig bewezen effectieve hulpinterventies na kindermishandeling. Ingrid ten Berge van het Nederlands Jeugdinstituut: 'Er zijn er wel een paar, maar die zijn niet breed verspreid in Nederland.” 

RAAK-regio’s 

De zorg die het NJI hierover heeft, hangt samen met haar betrokkenheid bij de zogenaamde RAAK-regio’s . 

NJI: “Voor de bestrijding van kindermishandeling vond van 2003 tot 2006 een initiatief plaats dat bekend staat als 'de Regio's RAAK'. De doelstelling van deze vier proefregio's was het ontwikkelen van een sluitende aanpak van kindermishandeling: van preventie en opvoedingsondersteuning voor alle ouders tot het uitvoeren van effectieve interventies na geconstateerde kindermishandeling.”

Deze regionale aanpak van kindermishandeling is later landelijk doorgevoerd en eindigde in 2010, toen het gerealiseerd was. Vanaf 2011 heeft elke regio een ‘sluitende aanpak van kindermishandeling’. De regio’s worden ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut. De verwevenheid van RAAK en het NJI is duidelijk. Op de website van het NJI wordt er uitgebreid aandacht besteed aan de schenking van de poppenvilla’s:

“Door de schenking wordt het gedachtegoed van de oprichter van RAAK, psychiater Dries van Dantzig, kracht bijgezet. Het zo vroeg mogelijk signaleren van [huiselijk] geweld voorkomt of reduceert problemen in het leven op latere leeftijd.”

Landelijk kennisinstituut 

Opvallend is dat een wetenschappelijk instituut, een landelijk kennis-instituut voor jeugd- en opvoedingsvraagstukken, dat voornamelijk de overheid als opdrachtgever heeft, geen vraagtekens zet bij de toepassing van poppenvilla’s als hulpmiddel bij vroegsignalering van kindermishandeling. En dat zij specifiek aangeeft, dat de villa’s als hulpmiddel kunnen fungeren om te observeren of kinderen ‘in de knel zitten’. Een eerdere schenking van een poppenvilla aan een vroegsignaleringsmodelschool verliep in samenwerking met het NJI en RAAK, volgens een persbericht van het NJI op 14 februari 2011. 

Het is geen speelgoed! 

Het niet informeren van ouders over de signaleringsfunctie van de poppenvilla in scholen, kan om verschillende redenen bekritiseerd worden. Als eerste kan niet worden volgehouden door mevrouw Limpens, noch door de anonieme sponsor, dat het hier slechts gaat over speelgoed met een neven-effect van opvangen van signalen van kindermishandeling.  Nadrukkelijk is in persberichten aangegeven, dat de schenking is bedoeld als ondersteuning van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en dat ze een functie heeft bij vroegsignalering. Zowel RAAK als het NJI hechten grote waarde aan die vroegsignalering en ze zijn sterk bij dit project betrokken. Niet toevallig meldt het NJI dat het gedachtegoed van Andries van Dantzig, door deze schenking ‘kracht’ wordt bijgezet. De scholen in Nederland krijgen geen blokkendozen cadeau, maar een poppenvilla. Het kenmerkende daarvan, is dat spelen met poppen in een huiselijke context, de meeste kans maakt om de thuissituatie te simuleren. Het heeft een specifieke signaleringsfunctie, al mag er volgens de betrokkenen niet actief naar signalen worden gezocht.  In tegenstelling tot deze bewering, worden de villa’s wel speciaal met dit signaleringsdoel aangeboden aan de scholen.  

Signaleren in Almere
Een voorbeeld hiervan, is de manier waarop in Almere wordt ingesprongen op de poppenvilla als signaleringshulpmiddel.

SLAPO en de gemeente Almere organiseren eind 2012 een viertal stadsdeelconferenties in het kader van vroegsignalering voor zowel werkers in de voorschoolse periode als de onderbouw van het basisonderwijs. Met behulp van drie Liliane Poppenvilla's willen zij leerkrachten en leidsters vaardig maken in het vroegtijdig signaleren van mishandeling, misbruik, verwaarlozing van kinderen.


Schoolplan


Geen gewoon speelgoed dus, maar iets waar ouders over behoren te worden ingelicht. Ook volgens de jurist van Judion, die wij over deze kwestie hebben gebeld. Als dit geïntroduceerd wordt op scholen met een specifiek doel, moet dit eerst aan de Medezeggenschapsraad worden voorgelegd ter goedkeuring en dient het in het schoolplan en de schoolgids te worden opgenomen. Maar hoeveel ouders zullen enthousiast raken over de poppenvilla, als zij vernemen wat de bijbedoeling is van dit ‘vrije spel’? Hoe zullen ouders reageren wanneer hen openlijk wordt verteld: “Kijk, we hebben een poppenvilla, daarmee kunnen we signaleren of uw kind wordt mishandeld of misbruikt (mogelijk door u)”.

Therapeutisch gezien is signaleren van kindermishandeling op deze manier ongeloofwaardig en gevaarlijk. Je kunt niet ‘toevallig’ mishandeling signaleren. Een bevoegd therapeut heeft meerdere  sessies nodig om vast te stellen of bepaald gedrag van een kind duidt op mishandeling of misbruik. Zodra signalen van het poppenspel bestempeld worden als ‘zorgelijk’ wordt er al een kwalificatie gegeven aan het fantasiespel van het kind. Er wordt in dit verband gesproken over ‘inspelen op onderbuikgevoelens’ van de leerkracht en het ‘niet-pluisgevoel’. Hierdoor kan hij of zij de ‘intuïtie’ verder ontwikkelen. Dit soort aansporingen en trainingsmiddagen-in-signalering, worden ook niet gegeven bij de verkleedkist, de poppenkast, de puzzels, de duplo, of het knikkerspel op het plein.

De poging om de poppenvilla te presenteren als ‘slechts’ een hulpmiddel ter ondersteuning van de meldcode, gaat volkomen mank. Als de poppenvilla geen intrinsieke waarde zou hebben als signaleringshulpmiddel, anders dan andere vormen van speelgoed, zou de schenking niet specifiek als ondersteuning van de meldcode genoemd worden. De villa’s worden aangeboden aan de scholen, omdat ze méér geschikt worden geacht voor signalering en daarmee vormen ze een onderdeel van een onderzoek/opsporing. De waarnemingen worden niet spontaan gedaan door de leerkracht, maar er wordt op geanticipeerd. Men is zich terdege bewust van hoe gevaarlijk dit soort van ‘inspelen’ is, want er wordt aanbevolen om de villa ‘licht’ in te zetten. Ook dit is bepaald geen voorschrift voor de driewielers waar de kinderen in het speelkwartier op rondrijden.


Melden van signalen,  niet genereren

Bij de beschrijving van de poppenvilla wordt de nadruk gelegd op het veiligheidsaspect. De poppen vinden niet primair gezelligheid met hun poppenvriendjes, maar ze zijn er veilig. Ze kunnen er even ontsnappen aan de ‘beklemming’ van hun dagelijks leven. Deze manier van functieomschrijving van de villa, heeft op zichzelf al een zorgelijk karakter. Niet bepaald geruststellend voor ouders die hun kinderen normaal opvoeden. Was het niet Jezus die zei:  ‘Zoekt en gij zult vinden’?

De meldcode heeft bovendien niet de bedoeling om zoveel mogelijk signalen te gaan opvangen, maar om duidelijkheid te scheppen hoe bij vermoedens van mishandeling het beste kan worden opgetreden. De inzet van de poppenvilla daarentegen, zal extra signalen gaan genereren, omdat leerkrachten geleerd wordt om aan de hand van dit ‘speelgoed’ beter te signaleren.

Wat er mis kan gaan


Verschillende ouders hebben al aangegeven voor wat zij vrezen dat er kan gebeuren, bij verkeerde interpretatie van spelgedrag door hiervoor niet gekwalificeerde personen. Eén moeder vertelde dat haar dochtertje de gewoonte heeft om al haar barbiepoppen uit te kleden en in een speciale kist te leggen en de kleertjes in een andere kist. Wat zou de juffrouw op school kunnen denken van al dat blote gedoe? Hoe ‘professionals’ op een school kunnen reageren op informatie van kinderen, blijkt uit het verhaal van een moeder wiens kind ondervraagd werd door een Intern Begeleider. Zij vroeg het kind wat hij het lekkerste eten vond en het kind antwoordde ‘soep’. Hierna vroeg ze of hij ook nog andere dingen lekker vond, maar hij antwoordde ontkennend, ‘alleen soep’. In het dossier schreef ze vervolgens zonder medeweten van de ouders, dat moeder zelden kookte voor de kinderen en alleen af en toe soep klaar maakte. Dit terwijl moeder niets anders deed dan gezond eten klaar maken voor haar kinderen! De moeder vermelde dat het uiteindelijk allemaal goed af liep, na inmenging van politie, jeugdzorg, de geschillencommissie voor het onderwijs en de rechter! Je moet er toch niet aan denken wat er kan gebeuren als je kind straks soep gaat koken in de poppenvilla. Laten onbevoegden in godsnaam niet gaan gissen naar de mogelijke betekenis van signalen, want ouders kunnen hun kind kwijt zijn voordat ze goed en wel beseffen wat er aan de hand is.

Sven Snijer


Bericht ontvangen een half uur na publicatie van dit artikel:

(via de mail, onder aanduiding 'wijziging donatie-omschrijving)

Geachte heer Snijer,


De lading ‘vroegsignalering’ is van het villa-project in het basisonderwijs verwijderd.
De villa wordt nu als kinderspeelmeubel geschonken.

Daardoor is de noodzaak van een handleiding | methodiek komen te vervallen.
En kunnen kinderen voluit vrij spelen | precies zoals mijn intentie is!

De website www.vroegsignaleringmetpoppenvilla.nl is vandaag vervangen door het neutrale www.poppenvilla-in-basisonderwijs.nl

Hiermee vervalt de bodem onder een artikel over de inzet van de villa als een observatie-hulpmiddel bij vroegsignalering.

Goeds,

Liliane
M.E.M. Limpens
designer | director LILIANE BV

Redactie Jeugdzorg Dark horse: Zou de wijziging van de donatie-omschrijving, nu ook betekenen: wijziging in gebruik van de poppenvilla's? En hoe zit het met de trainingsdagen in Almere? Geld terug?



De Muppets van liliane