zondag 21 april 2013

Wil Amsterdam echt laagdrempelige hulp?

Hoe zuiver is de motivatie? 

Wie zuiver denkt vanuit het belang van de Amsterdamse gezinnen en hun toegang tot goede zorg en niet vanuit de vraag hoe Amsterdam komende tijd vijfendertig miljoen kan bezuinigen op jeugdzorg, komt met een heel andere oplossing dan het bedrieglijke plan om de weg te bezuinigen jeugdzorgmedewerkers om te toveren tot Ouder en Kindadviseurs, in het project ‘zorg om het kind’. Eerlijker zou zijn als de gemeente sprak van een ‘gesloten hulpverleningskartel rond het kind’ waaruit voor ouders geen ontsnappen meer mogelijk is en waarmee hen de ouderschapsintegriteit wordt ontnomen. Meer nog dan nu reeds het geval is bij jeugdzorg, aangezien die normaal gesproken op een afstand blijft, tenzij ouders vrijwillig bij ze aankloppen voor opvoedhulp (niet wetende hoe gemakkelijk de regie ze kan worden ontnomen) of wanneer er een zorgmelding over het gezin is gedaan.  

In het plan van de ‘zorg om het kind’ wacht deze militante hulpverlener de hulpvraag niet af, maar gaat actief op zoek naar slachtoffers. Twee weken na de geboorte van uw kind, komt de Ouder en Kindadviseur al bij u langs en het is de bedoeling dat deze persoon zich gedurende vele jaren, regelmatig met uw gezin gaat bemoeien. Let wel, er wordt de nadruk gelegd op hulp en advies, maar die kunnen ouders ook krijgen van het consultatiebureau, de huisarts, het ouder-kindcentrum, de OpvoedPoli, Home Start, de psycholoog, speltherapeut, etc.  

Een overbodig beroep 

De Ouder en Kindadviseur is een volkomen overbodig beroep, dat is gecreëerd om 500 banen te garanderen voor een sector die in zwaar weer zit. Onder het mom van vroegtijdig problemen in een gezin signaleren, om zodoende snel hulp te kunnen bieden, worden ouders in de val gelokt. Anders dan bij een heleboel andere hulpverleners, is er bij de O&K-adviseur een directe lijn met de Raad voor de Kinderbescherming, waardoor de adviezen en hulp altijd kunnen omslaan in dwang, op het moment dat ouders zich teveel in een bepaalde richting gedwongen voelen, die niet strookt met hun eigen opvattingen over wat het beste is voor hun kind.
 
De belangrijkste vraag bij de OKA’s is niet ‘Hoe krijg ik hulp?’, maar eerder ‘Hoe kom ik weer van deze hulpverlener af?’ Net als bij jeugdzorg geldt ook hier, dat indien ouders met de kinderrechter te maken krijgen, er weinig waarde aan hun woorden zal worden toegekend, tegenover alle ‘professionele’ oordelen die al over hen geveld zijn. Zeker met de toenemende aansluiting van hulpverleners op elkaar, met de bedoeling dossiers aan elkaar door te spelen, is het straks zeer de vraag of er nog zorgprofessionals zijn, die iets anders durven te rapporteren over het gezin, dan ‘de rest van de club’.  

Samen je dossier opbouwen voor de kinderrechter 

Met de OKA zijn ouders zonder dat ze er erg in hebben, jarenlang bezig persoonlijke informatie met de ‘hulpverlener’ te delen, die op elk willekeurig moment als belastend materiaal tegen ze kan worden gebruikt. Bij een onderzoek naar kindermishandeling of pedagogische verwaarlozing door het AMK, moet er nu nog (formeel) toestemming worden gevraagd aan ouders. Dan pas mogen ze van het AMK het netwerk van ouders in kaart gaan brengen en belastende verklaringen van derden over het gezin vastleggen in een rapportage, die doorgestuurd kan worden naar de Raad. Dit soort onderzoek doen ze alleen als er sprake is van een verdenking. Wordt de zorgmelding over het gezin beschouwd als niet serieus, dan komt er geen informantenonderzoek en kan men bijvoorbeeld volstaan met een gesprek. Ook met huisbezoek van het AMK of in gesprekken met de medewerker van Bureau Jeugdzorg vergissen ouders zich in het begin vaak vreselijk. Ze zien de instanties bij eerste kennismaking toch aan voor hulpverleners en zijn vaak bijzonder openhartig over hun gezin en eventuele problemen.  

Met de verwachting van hulp en ondersteuning voor het gezin, is volledigheid immers gewenst. Zou men echter weten dat men voeding aan het geven is aan de verdenking die op het gezin rust, dan was men veel terughoudender, vergelijkbaar met verdenking door de politie bij strafbare feiten. Maar zo worden de hulpverleners van jeugdzorg niet gepresenteerd. Ze kondigen zichzelf aan als hulpverleners, maar hebben de intentie om mishandeling op te sporen en daaraan gevolg te geven richting het juridische kader, indien hun vermoedens naar eigen overtuiging daar aanleiding toe geven. Daarbij is het van belang (en dit kan voor mensen die nooit met deze instanties te maken hebben gehad niet vaak genoeg herhaald worden) op te merken dat het vaststellen van ‘bedreiging voor het kind’ op uiterst subjectieve wijze tot stand komt, omdat waarheidsvinding (bewijs leveren voor beweringen) in deze sector niet aan de orde is. Het valt immers niet onder het strafrecht, maar onder het jeugd- en familierecht, wat gebaseerd is op meningen, opvattingen, vermoedens en bovenal ‘het oordeel van de professional’ wat gewoon de eigen mening is van de persoon die de ouders beschuldigt.  

Spook-OTS 

Bovendien is in de Amsterdamse constructie ook weer heel duidelijk de Spook-OTS ingebouwd, waardoor gedwongen hulp en vrijwillige hulp niet van elkaar te scheiden zijn. Als er via de rechter een ondertoezichtstelling is aangevraagd en deze na verloop van tijd weer wordt opgeheven, wordt er teruggeschaald naar het niveau Samen Doen, waar de (jeugd)generalist vanaf dat moment de  hulp in samenwerking met de jeugdbeschermer (!) verder blijft begeleiden, totdat het nog verder teruggeschaald kan worden naar het niveau OKA. Daarmee krijg je twee problemen die in het huidige jeugdzorgsysteem ook al jaren bestaan tot grote frustratie van ouders: het terugschalen naar Samen Doen is in feite nog steeds een ondertoezichtstelling (Spook-OTS), want men blijft overgeleverd aan het oordeel van een buitenstaander, die naar believen weer terug naar boven kan schalen: de kinderrechter.
 
Daarbij is na doorschakeling naar het gedwongen kader de vertrouwensrelatie met de OKA voorgoed verpest, want deze krijgt vanaf het moment dat hij zijn dreiging met gedwongen kader ook daadwerkelijk heeft uitgevoerd van de ouders geen krediet meer. En dan spreken we nog over de gunstige situatie dat er kan worden teruggeschaald! Want wordt ouders ook verteld dat er in veel gevallen van OTS en de regelmatig daaropvolgende uithuisplaatsing (40 tot 50%), het kind nooit meer bij de natuurlijke ouders terugkeert? Durft de gemeente de eventuele gevolgen van de ‘drangbevoegdheid’ aan ouders duidelijk te maken, of krijgen ze van die misleidende folders zoals van het AMK, die vermelden dat er ‘samen met ouders wordt gekeken naar wat het beste is voor het kind’? (Let op: niet wat het beste is voor het gezin, maar het beste voor het kind) Misschien vinden de hulpverleners wel dat het kind beter af is buiten het gezin…
 
 

Vriendelijke opvoedhulp 

De laagdrempelige hulp voor gezinnen valt volgens mij heel eenvoudig vorm te geven, zonder dat ouders gevaar lopen dat hun gezin onnodig gevaar loopt te worden opgedeeld door overijverige jeugdbeschermers, die zich vermommen als opvoedingsondersteuners. Leg in de scholen folders neer van diverse opvoedhulpinstanties, waar ouders snel en goed geholpen worden en  waar ze als mens serieus worden genomen. Instanties waar ze geen wachtlijsten kennen, waar de hulp op maat gesneden is, waar men voor meerdere zaken terecht kan en waar er geen geld wordt verdiend aan uw kind zonder dat daar concreet iets voor gedaan wordt, zoals in het huidige jeugdzorgsysteem waar een jaar lang ondertoezichtstelling wel  ruim € 7000,- in het laatje brengt voor de ‘hulpverlener’, vaak zonder dat daar enige concrete zorg mee wordt georganiseerd. En waar de schuld van de falende hulp altijd bij de ouders wordt neergelegd. 

Meldcode voor scholen 

Laagdrempelig, is hulp alleen wanneer er geen adder onder het gras ligt en mensen zich werkelijk aan de hulpverlener durven toe te vertrouwen. Dat kan niet met 'hulp-met-een-weerhaak', de huidige jeugdzorg of de Ouder en Kindadviseur, waar altijd het potentiële gevaar loert van de mogelijkheid dat hulp verandert in dwang. Het is een beetje vreemd dat er een nieuwe Meldcode wordt ingevoerd dit jaar, om nog meer kindermishandeling op te sporen (met name in scholen), omdat volgens de meest hysterische cijfers er in iedere klas 2 of 3 mishandelde kinderen zouden zijn (!), terwijl men daarnaast ook nog eens de OKA’s de school in wil brengen om één en ander te versterken.  

Mijn idee, is dat het beter is om goed met gezinnen te communiceren en door te verwijzen naar niet-bedreigende hulpverlenende instanties, als er problemen zijn die ouders niet alleen aankunnen. Een vermoeden van mishandeling, moet sowieso aanleiding zijn voor een zorgmelding en daar hoeft men niet continu extra opsporingsogen voor te creëren. Laat mishandeling duidelijk mishandeling zijn en een opvoedingsprobleem, echt een opvoedingsprobleem. Door het dooreenhusselen van de twee, verspelen hulpverleners niet alleen het vertrouwen van ouders, maar ze worden ook slechte hulpverleners. Ze hinken voortdurend  op twee gedachten en kiezen in ons klimaat van doorschietende mishandelingpreventie te vaak voor de veiligheidsoptie, tegenover integrale hulp voor het hele gezin.
  
Laagdrempelige hulp, dient geen hulp te zijn waar men een makkelijke ingang heeft en een moeilijke uitgang (zoals een vissenfuik), maar een vorm van hulpverlening waar je als ouder graag nog eens aanklopt, omdat bij de eerste keer de hulp ook naar tevredenheid verlopen is. Een hulp die oplossingsgericht is en niet schuldgericht. Een hulp die wel beschikbaar is, maar die niet als een molensteen om je nek hangt en je niet de angst hoeft te hebben dat je iets verkeerds zegt, of dat je iets zegt wat verkeerd wordt uitgelegd, om vervolgens in het dossier nog jarenlang tot allerlei speculaties aanleiding te kunnen geven.  

Waar is de concurrentie? 

Amsterdam dient naar de bedoeling van de nieuwe jeugdwet, te zorgen voor voldoende concurrentie tussen verschillende zorgaanbieders, waarbij de besten en de efficiëntste  boven komen drijven. Met het plan voor de Ouder en Kindadviseur, krijgt jeugdzorg weer een sleutelpositie en worden belangrijke andere hulpverleners gepasseerd. Het is een megalomaan, monopolistisch systeem, dat met zijn opdringerigheid een totalitair karakter heeft, dat ons herinnert aan het voormalig Oostblok. Ouders is bij de ontwikkeling van de plannen nooit gevraagd wat zij vinden van jeugdzorg in de school en er is ze ook geen alternatief geboden. Het is een gesloten systeem, dat door technocraten is uitgedacht, die tot hun middel in de jeugdzorgindustrie zitten, die over de hoofden van de burgers heen imposante plannen uitdenken, die men zich baserend op financiele redenen, als noodzakelijk en onafwendbaar ter goedkeuring voorlegt. Maar het is één groot bedrog van een sector die rekent op de onwetendheid van de gemiddelde burger, die 'zorg om het kind' heel sympathiek in de oren klinkt. Het plan gaat sterk in de richting van staatsopvoeding en behoort zo snel mogelijk afgeserveerd te worden, voor het welzijn van ouders en kinderen.

Sven Snijer

4 opmerkingen:

  1. Kindermishandeling in de markt zetten en laten sponsoren: de nationale sport?

    Er zijn teveel instellingen die geld verdienen aan het merk 'kindermishandeling'. Niet door hulp te bieden aan ouders en kinderen, maar door voor dat geld workshops kindermishandeling te geven of trainingen in de meldcodes.

    http://www.augeo-foundation.nl/nl/nieuws/goede-doelen-organisaties-ondersteunen-scholen-bij-aanpak-kindermishandeling

    "Alle ruim 8.000 scholen in Nederland voor het primair en speciaal onderwijs krijgen 10 en 11 april een speciale brief. Een brief van Stichting Kinderpostzegels Nederland, Augeo Foundation, The Next Page en Veiligheid.NL.

    De gezamenlijke goede doelen organisaties willen alle leerkrachten, intern begeleiders en schoolleiders in ons land ondersteunen bij de aanpak van kindermishandeling. En bieden scholen online Meldcode-scholingspakketten aan."

    http://www.stichtingsstk.nl/sponsoren.html
    Werkwijze
    Een programma met lokale sponsoren om nog meer 'voetvolk' in te zetten om nog meer geld te verdienen voor het nationale kindermishandelingssysteem.
    "Betrokken professionals, zoals trainers, coaches en sportonderwijzers hebben een bepaalde band met hun kinderen waar zij mee werken. Zij zijn de aangewezen personen om eventuele gevallen van kindermishandeling te signaleren. Een training/workshop in het vroegsignaleren van kindermishandeling is voor deze mensen dus onmisbaar. De stichting verzorgt deze training/workshop om professionals en vrijwilligers om te leren gaan met het protocol voor vroegsignalering."

    Langzamerhand is het een soort nationale sport geworden om kindermishandeling te signaleren en te melden, misschien kunnen we er een Olympische discipline van maken?

    Ook Amsterdam met het OKA-beleid bij kraamvrouwen en op scholen is alleen maar bezig met het in de markt zetten van 'kindermishandeling' en het sponsoren van de organisaties die zich daar voor een living mee bezig houden. Dat is heel wat anders dan hulp bieden aan kinderen en gezinnen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wie drijft ouders tot waanzin? Wie drijft die lieve kinderen in het waanzinsleven? Wie houdt dit in stand? Wie verklaart dat een bloed/DNA eigen vader en moeder geen ouders mogen zijn? Welke leeghoofden vinden het leuk om een stasi systeem in stand te houden? Wie krijgt er dik voor betaald? Waar komt dat geld vandaan in crisistijd?

    Dalai Lama; maak GEEN kinderen meer in Nederland! Hij was allang op de hoogte van deze vorm van kindermishandeling door de regering, maar hij zei het wat genuanceerder zoals je dat ook verwacht van een wijze heer.
    Als Europa 4000 jaar achter loopt op het Oosten, dan is het overduidelijk dat het begrip voor de eigenheid (veranderingen in hun hersens, met name hun aparte intelligentie en de unieke kijk op de samenleving, waarderen het leven en de mensheid ten zeerste) van kinderen en volwassenen in het Westen zwaar onderschat wordt voornamelijk om €€€€€€ en onwetendheid (bang voor het onbekende bekende ... o sorry dat dringt niet door tot kind -en mens onterende leeghoofden)

    Ik zou zeggen; zet nog meer oosterse monniken in de samenleving omdat zij in alles zijn geschoold (vakken) maar ook het sociale leefwijze. Voor ouders een welkome geschenk omdat ze rust in je hectische leven brengen. Ik denk dat onze kinderen ons vertellen wat er moet veranderen en dat wij onze vuisten moeten ballen om de regering op te voeden.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Stichting MEE en ZIEZON zijn idem gevaarlijke instituten om je mee in te laten.
    Zg werken er professionals maar, ze weten van toeten nog blazen en zijn snel in voor enig overleg met andere profs.
    M.a.w ze geloven eerder een groot orgaan.
    Pas daar dus mee op.
    Het lijkt zo leuk en vriendelijk, maar de medewerkers werken toch samen met andere instanties en als men eenmaal een fout oordeel heeft verzonnen, ben je de ***

    BeantwoordenVerwijderen
  4. In bovenstaand stuk staat dat ouders ook hulp en advies kunnen krijgen van het consultatiebureau en de huisarts. Echter: Ik heb gelezen dat BJZ onzichtbaar vertegenwoordigd is als "Basiszorg" bij de consultatiebureaus...

    In met name den Haag zijn alle schoolmaatschappelijk werkers gelieerd aan...BJZ.
    Een vrouw vertelde mij dat haar robuust gebouwde dochter van de schoolmaatschappelijk werkster (den Haag) naar een cursus moest voor obesitas. Deze moeder zag hier de noodzaak niet van in, daar haar dochter robuust gebouwd was. Toen zij dat mededeelde aan de smw, zei deze: "Als je dat niet doet, kunnen wij je kind van je afpakken".
    De moeder toog naar de huisarts, die zei: "Er is niets mis met je dochter, ze is gewoon fors gebouwd."
    Echter, door alle verhalen bang geworden, besloot de moeder haar dochter toch maar op de cursus te doen (voelde zich bedreigd door opmerking smw.)
    Het meisje ging naar deze cursus, en op een dag kreeg de moeder van een psychologe van de cursus een uitnodiging om te komen praten.
    Deze vroeg haar: "Waarom heb je je dochter op deze cursus gedaan, er is toch niets met haar aan de hand?"
    "Nou jij en dan ik", zou mijn moeder z.g. zeggen.
    Had deze moeder haar dochter NIET op deze cursus gedaan, dan zou het draaiboek als volgt zijn gegaan: Moeder wil dochter niet op cursus doen, meisje "lijdt aan obesitas" (want: geen waarheidsvinding), meisje wordt verwaarloosd, dus: uhp en ots.

    BeantwoordenVerwijderen