woensdag 6 maart 2013

It takes a village to raise a child

http://halbeda.blogspot.nl/2013/02/it-takes-village-to-raise-child.html

vrijdag 1 februari 2013

It takes a village to raise a child 

Pieter Hilhorst en Michiel Zonneveld bepleiten in hun essay om wat normaal is weer de gewoonste zaak van de wereld te maken: ervan uitgaan dat er een heel dorp modig is om een kind op te voeden. In hun mooie stuk 'De gewoonste zaak van de wereld' gaan ze net iets te ver. Daarmee dreigen ze medestanders af te weren.

Enige tijd geleden namen de klachten over lawaai van spelende kinderen in de buurt toe. Op ons internetforum verschenen de eerste berichten “Mag het een decibel minder?”. De Kersentuinkinderen spelen weer lekker veel buiten. Ik ben nog steeds erg blij dat we onze omgeving zo hebben ingericht dat dat goed kan. Wat ik heel wat minder vind is het lawaai dat daar steeds meer bij geproduceerd wordt. De kinderen van met name tussen 8 en 12 schreeuwen, gillen en krijsen heel veel. Voor een deel is dat in het vuur van het spel, wat begrijpelijk is, maar voor een deel lijkt het er ook wel op dat ze heel moeilijk iets kunnen doen zonder er knalhard bij te schreeuwen. (...) 

Opvoeding als individuele onderneming …. 

De eerste mededeling bracht een stroom berichten op gang, waarbij nogal eens gewezen werd op de mogelijkheid om de kinderen elders te laten spelen. “Er is een groot speelveld in het parkje achter de kersentuin, kunnen de kinderen daar niet lekker spelen en schreeuwen zonder overlast te geven? Misschien kunnen de ouders die dit lezen hun kinderen stimuleren om daar ter spelen.” Verder kwam er het idee op om “dit door iemand te laten begeleiden die er neutraal in staat en vooral ook in staat is om het goed en prettig bespreekbaar te maken. Die ons iets kan aanreiken om afspraken te maken en vormen van communicatie. “ Ik pak er dan twee berichten uit die weergeven wat veel ouders ook zullen denken. Jullie merken: je begint met overlast en al snel ben je gekomen richting wegschuiven en professionele hulpverlening.  

Waar het om gaat is dat zelfs in een buurt waarin de bewoners zelf het groen beheren en een buurthuis hebben, het toch erg lastig is om te dealen met overlast van kinderen. En het gaat hier om onschuldige overlast. De opvoeding is immers een individuele onderneming.  

...of een gezamenlijke verantwoordelijkheid 

Dat idee dat opvoeding een individuele zaak is wordt steeds meer ter discussie gesteld in de 'pedagogische civil society”. Je komt dan al snel op een oud gezegde uit de Nigeriaanse Igbocultuur dat luidt: ‘It takes a village to raise a child.’  

En zo komen we weer de wereld van de professionals binnen. Ik ben een groot aanhanger van het gebruik van Eigen Kracht. Maar onder ouders is begrip ook niet onomstreden. Veel ouders steunen als reactie op incidenten betere en eerdere signalering en sluitende systemen. De politieke reflex ondervindt grote steun in de samenleving. Een compromis wordt dan snel gevonden: samenwerking tussen ouders en centra voor jeugd en gezin, een ouderraad verplicht stellen etcetera. 


Elkaar aanspreken op normen

Gaat die gedachte van een pedagogische civil society helpen? Pieter Hilhorst en Michiel Zonneveld bepleiten in hun essay om wat normaal is weer de gewoonste zaak van de wereld te maken. Ze sommen op wat ze normaal willen laten zijn:
1.     De village die nodig is om kinderen te laten opgroeien bestaat uit medeopvoeders die zich om kinderen bekommeren die zonder ouders op straat lopen of spelen.
2.     De village biedt veilig toezicht als kinderen even ontsnappen aan de blik van de ouders.
3.     De village kan een steun zijn als het tussen ouders niet botert.
4.     In de village helpen gezinnen elkaar bij praktische zaken zoals de opvang van kinderen.
5.     In de village zouden ouders onderling een bron van kennis en kunde zijn.
6.     In de village vindt een gesprek plaats over normen: wat kan wel en wat kan niet. Men spreekt elkaar ook aan op die normen.
7.     In de village lost men problemen vaker onderling op, zonder een beroep te doen op autoriteiten.
8.     In de village wordt, als dat nodig is, alarm geslagen wanneer er sprake is van ontwikkelingen die bedreigend zijn voor jongeren.

En precies hier gaat het mis met de pedagogische civil society. De schrijvers stellen dat we minder snel een beroep op elkaar doen en we schroom hebben om ons met de opvoeding van elkaars kinderen te bemoeien. Terwijl dat de gewoonste zaak van de wereld is. Iedereen mee eens .... of toch niet?

Ze willen een heel andere samenleving. “Het kernbegrip is daarbij nabijheid. We leven in een gefragmenteerde wereld. Of misschien moeten we zeggen we leven in een verknipte wereld. We knippen de wereld op in stukken die weinig met elkaar te maken hebben.” Ze bepleiten een pedagogisch communautarisme en zien dat als gelijk aan de pedagogische civil society. 

Ik zou er zelf in gaan geloven. Vroeger was het niet zo'n verknipte wereld.

Maar ik geloof het toch niet. We hebben immers in de Kersentuin (waar ik woon) die nabijheid gecreëerd. We kennen elkaar en lossen het ook op. En ik maak mij sterk dat voorwaarden nummer 1, 2, 4, 5, 7 en 8 hier echt gelden. 3 en vooral 6 (over de persoonlijke levenssfeer en elkaar aanspreken op normen) sla ik bewust even over.

Geen figuur of ideologie met gezag bij iedereen 

Wat we niet hebben is een vanzelfsprekende gezamenlijke religieuze of levensbeschouwelijke grondslag. Dat zouden we ook al lang niet meer willen. Dat is een verschil met vroeger. Scholen, verenigingen, kranten, vakbonden of omroepen: ze hadden allemaal een ideële grondslag en mensen waren vrijwillig actief. Deze bewegingen hadden leiders en die leiders hadden gezag. Deze waren een onderdeel van de samenleving en speelden die belangrijke rol van corrigeren als iemand iets liet verslonzen. Dat was de pedagogische civil society waarin men elkaar ook op waarden aansprak en die komt niet terug.

Gelukkig niet, want als ik wil dat moeder A aangesproken wordt als haar zoon iets uithaalt dat ik niet vind deugen, moet ik ook accepteren dat ik aangesproken wordt als iemand anders mij aanspreekt. Het klinkt mooi als ik daarvoor open sta, maar zo is het nu eenmaal niet. Laatst werd ik in de supermarkt door een vrouw er op gewezen dat ik spuitslagroom kocht, terwijl dat slecht is voor de gezondheid van mijn kinderen.

Hier wreekt zich namelijk de niet-gedeelde religieuze grondslag of levensbeschouwing. We hebben maar enkele gedeelde normen, maar ook bewust enkele waarden, uitmondend in normen, die we niet delen en waarvan we het goed vinden om te accepteren dat we daar in verschillen.

Vroeger was er bij verschil van mening een gezaghebbend figuur die de doorslag kon geven. De dominee, de vakbondsleider, de onderwijzer. Nu is die er niet meer, daarvoor zijn we te goed opgeleid, te mondig, te individualistisch.

En dan zitten we in een buurtje met “ons soort mensen”, bepaald geen gemiddelde van de bevolking. Kindermishandeling komt bovendien eerder voor vaker voor in gezinnen die getroffen worden door armoede en werkloosheid en waarvan de ouders laag zijn opgeleid. Die wonen hier niet, werkloosheid wel, maar de opleiding is prima. Verder zijn kindermishandeling en huiselijk geweld verschijnselen die nogal eens van generatie op generatie worden overgedragen. Wat ik bedoel is dat we geen contact hebben met de groep die aangesproken zou moeten worden. Het begrip van de Village komt uit de VS en dat is op het gebied van preventie van jeugdcriminaliteit, kindermishandeling etcetera nu niet een mooi voorbeeld. 

Neem de kampers die bij ons om de hoek wonen. Daar hebben we geen contact mee en ook geen overeenstemming over normen en waarden. Daar geldt meer een liberale inslag: leven en laten leven zolang je de vrijheid van de ander niet in gevaar brengt.

Kleine stappen om de nieuwe samenleving vorm te geven

Is het concept dan zinloos? Helemaal niet. Het is een mooi ideaal en het is beter dan de "sluitende aanpak" vormgegeven vanuit professionals. Ik blijf liever bij het idee dat de samenleving (zorg, scholen, overheid, buurtbewoners) hun eigen civil society nog moeten gaan vormgeven. Ook Micha de Winter (de munter van het begrip 'Pedagogische civil society') denkt in veel kleinere stapjes. “Het is dan een kwestie van professioneel vakmanschap om ouders, de omgeving en zorgverleners in de eerste lijn in staat te stellen beter met opvoedingsvragen en opvoedingsproblemen om te gaan.”

Ik geloof dus niet in de Village zoals geschetst door Hilhorst en Zonneveld in een holistisch of communitaristisch concept. We moeten accepteren dat de individualisering niet is terug te draaien en dat velen (waaronder ik) dat ook niet wenselijk vinden. In de school zijn daardoor licht andere normen dan thuis. Elkaar daarop aanspreken gebeurt in verschillende sferen, zolang de normen van thuis in huis maar gelden en van school op school. De discussie met de school gaan we niet aan, die normen accepteren we gewoon.

Zoals wel vaker trappen Hilhorst en Zonneveld in de val dat ze menen dat de problemen niet opgelost kunnen worden in de huidige samenleving, maar alleen in een andere (communitaire) samenleving opgelost kunnen worden. Daarmee stoten ze eigenlijk andere mensen af. 

Liberale oplossing versus communitaristische oplossing

Ik geloof wel in het aanspreken van de eigen kracht. Zeker! Maar daar wordt een nieuwe samenleving op gebouwd, niet op het ideaal van het Nigeriaanse dorp waarin we elkaar blijven aanspreken op gezamenlijke normen. Die komen bij ons immers voort uit verschillende waarden.  Er is geen one size citizen meer.

We worden geen melting pot waarbij alles door elkaar gemengd wordt en versmelt tot gezamenlijke waarden en normen. Het is meer een salad bar: vlakbij onze normen en waarden wonen groepen met iets andere normen en waarden, als salade door elkaar gehusseld, maar niet gemengd. Daartussen geldt eerder de liberale gedachte: de vrijheid van de een moet de vrijheid van de ander niet schaden, daarbinnen spreken mensen elkaar wel aan. En die manier vind ik fijner dan de melting pot uit Amerika, die eerder bestaat uit diverse melting pots, van gated communities tot wijken waar iedereen accepteert dat het voor de buitenstaanders no go areas zijn.

En de kinderen in onze buurt?

Nu moet ik zeggen dat het kwam tot een initiatief dat ik met twee moeders (als werkgroep decibel) nam om met de kinderen en de klagers te praten over de overlast en wat we kunnen doen. Het idee dat de kinderen maar elders moesten spelen kwam in een zo kindvriendelijke buurt wat vreemd over en professionele ondersteuning vragen ging ons te ver. Het initiatief van de werkgroep decibel heeft die zomer goede invloed gehad, maar de problemen blijven terugkomen. 

In een vergadering van vorige week kwam het weer ter sprake. Nu ging het over rotzooi in ons projecthuis (ons buurthuis dat we geheel van eigen geld en in eigen beheer runnen). We kwamen niet veel verder dan een oproep aan ouders om op te letten. Een wat lege oproep want, voor zover ik weet, zijn het niet de kinderen van de ouders die op die vergadering aanwezig zijn. Het zijn kinderen van ouders die nooit op vergaderingen komen. De ouders hebben andere waarden, ook al leven ze met veel plezier in onze gemeenschap. En ik begrijp dat.

Waar het om gaat is dat zelfs in een buurt waarin de bewoners zelf het groen beheren en een buurthuis hebben, het toch erg lastig is om te dealen met overlast van kinderen. En het gaat hier om onschuldige overlast. De opvoeding is immers een individuele onderneming. Dat vindt niet iedereen, maar velen wel. 

Pieter Hilhorst en Michiel Zonneveld De gewoonste zaak van de wereld. Het essay is een publicatie van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO)



Lees verder........

http://halbeda.blogspot.nl/2013/02/it-takes-village-to-raise-child.html


                    Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse





4 opmerkingen:

  1. Het is wel 50 jaar geleden dat we als kinderen er op gewezen werden om niet te gillen. Telkens weer. Dat is een onderdeel van de opvoeding geweest. Dat was gewoon. Buren hielpen en namen het over kinderen er op te wijzen. Er was een gezamenlijkheid onder buren-ouders.

    Wel riepen we als kinderen, maar het was gewoon om gillen te beheersen. Het had geen nut.
    We zien echter heden op TV dat er gegild lijkt te moeten worden; het is 'in'. "Ik hoor jullie niet," wordt daar regelmatig gezegd.

    We speelden bij huis. Nu kan dat in steden vaak lastig. Daar hebben de besturende grote mensen voor gezorgd.

    Nu heet het "overlast", wat zelf gecreëerd is.
    Er wáren geen 'professionals', en dat ís ook niet nodig.
    Ik ken weinige 'professionals' die ouders goed tip-gevend voorlichten. Wel deskundigen die het kunnen, dus buiten BJZ.
    In BJZ lijkt er meer gebruik gemaakt te worden van 'ouders onwetend houden', en dan die ouders veroordelen als een "bedreiging" (BW1:254 lid 1 als cliché) voor het kind (:OTS+UHP).

    Er is geen normale gezamenlijkheid meer, maar zelfs ouders in één gezin worden (gezinsvoogdelijk) tegen elkaar uitgespeeld. -
    De 'professionals' (wat is dat woord eigenlijk?) maken problemen. Ze helpen niet.

    Individualisering heeft zijn keerzijden.
    Toch lijkt het er op dat men 'geïndividualiseerd' bevoogding van de overheid en door jeugdzorg-professionals afdwingt: 'het moet geregeld worden'. -
    Vooral niet zelf als groep ouders overleggen om hun kinderen weer bij te brengen om het gillen buiten de TV-studio te laten. Het is niet nodig.

    Ook is jeugdzorg niet nodig.
    Er is jeugd-gezondheidszorg, en pedagogische adviezen zijn bij een (ortho-)pedagoog in te winnen; begeleiding, tips, heel handig, leerzaam...
    Interessant en leerzaam om zo de puntjes van de psychologische ontwikkeling van kinderen zelf te ontdekken, gezamenlijk.

    Zo'n Eigen Kracht (EKC) kan met de buurt.
    Maak het leuk en interessant. Zie het niet als 'overlast', waar de overheid zich met BJZ achter de hand moet gaan bemoeien. Benader het positief, opbouwend.
    De overheid slaapwandelt achter de BJZ-lobby aan.

    Jaja, we krijgen straks vooraf aan een OTS ook nog een verplichte opvoedondersteuning met kinderbeschermende ogen van... slechts sociaal werksters die een hype volgen als vage 'maatstaf', of deze 'maatstaf' zelf creëren, en dan weet u niet waar u aan toe bent om een OTS te ontlopen.
    De rechter weet het dan ook niet en gaat mee in de mandaat-aanvraag van BJZ.

    De beroepskrachten op school en in de huisartspraktijk, en consultatiebureaus en ziekenhuizen e.d., gaan ook al "verplicht" (volgens BJZ) meldend kijken met kinderbeschermende ogen. (Het melden is niet verpicht, daar deskundigen deskundig mogen handelen i.p.v. afschuivend.)
    OTS en UHP worden in; die gaan vele kinderen 'redden' van afwijkingen op de hype.
    Afwijken mag niet meer.
    Jeugdzorgwerkers maken zichzelf tot 'helden'.

    Blijven ouders achter de overheid aanhollen, op de overheid vertrouwen, waar ze gezamenlijk zelf wat kunnen doen?
    Zelf zonder BJZ een EKC organiseren kan.
    Een pedagoog erbij vragen voor tips kan.

    Er zijn overigens ook ouderorganisaties. Wordt lid.
    Loop op het BJZ-gevaar vooruit. Weet wat en hoe.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het is jaren geleden gemeten dat de Nederlandse kinderen het hardst gillen op schoolpleinen/velden.
    Op scholen, vooral de basisscholen, is het soms ook echt niet te harden hoor, en zeker niet in de klassen waar alle ouders er ook maar bij mogen. Zoveel stress voor de kinderen zelf en voor de leerkrachten.
    Maar ja, schreeuwen bij incidenten moet vind ik. Dat is vaak om duidelijk aan te geven dat je ergens niet van gediend bent. Als we het zo bekijken dan lijkt het wel of bijna elk kind te assertief reageert.

    Een kind heeft als eerste kennis gemaakt met de familie waar jong en oud, groot en klein aanwezig is. Dat is de eerste leer. vanuit daar gaan ze de wijde wereld in waar ze nog meer verschillen ontdekken, dat is een natuurlijk proces. Maar de overheid, justitie, rechters en BJZ denken daar anders over, zij zijn namelijk de buitenaardse wezens onder de mensen ... nanu nanu \\// waar overigens groeiende neuzen, vernederen en schreeuwen centraal staat

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het viel mij ook al enkele jaren op dat de kinderen erg hard gillen en schreeuwen. Mij is geleerd als kind om het rustiger aan te doen, en schreeuwen wat niet netjes!
    Zodoende leerde je wat wel en niet hoorde. Gewoon opvoeding dus.
    Maar ouders werken de hele dag, zijn nog te suf om te reageren op hun jengelende kroost in supermarkten, waar anderen van mogen meegenieten als er weer eens eentje bleert om niks.
    De ouders staan er vaak als zombies bij.

    Daarnaast, soms staat er een tv zender op met een kinderprogramma aanbod waarbij men alleen maar schreeuwt en gilt en krijst. Denk aan de Nederlandse Spons Bob alleen al.
    Ik doe dan het geluid zachter of zap naar een ander kanaal, maar is het dan wonderlijk dat de kids niet beter weten dan dit?

    Tegenwoordig heeft men overal hulp bij nodig zelfs een kind opvoeden.
    Schei toch eens uit met die bemoeizucht en laat de mensen eens het leven leven.
    Minder stress, genoeg geld om van te leven, minder zorgen, en een van de ouders thuis als de kinderen thuis zijn. Zo ging dat vroeger ook en dat ging prima.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. En zo is het!
    Maar de moedertjes moesten (ook zo nodig) werken van de regering. Ja, werken om de kinderopvang (een hoop gesloten doordat ouders niet meer rondkwamen) te betalen die al subsidie kre(ij)gen van de Staat.

    En als daardoor -€- stress ontstaat thuis met de koters erbij, vind je het dan gek dat één van de ouders flipt, of beiden, of de kinderen?
    Waar is die Village to raise dan?

    Tijdens het opvoeden van kinderen vind ik het belangrijk dat de Opoes en de rest van de familie en vrienden gewoon meedoen met opvoeden, maar ik zag bij mijn leeftijdsgenoten iets opvallends destijds; die opoes kregen te horen; "ja, ja mam/pap, in jullie tijd was opvoeden anders en wij doen het op onze manier!"

    FOUT! Het is de normaalste zaak van de wereld dat kinderen in familieband opgroeien waar gillen als een gek zonder reden niet getolereerd werd, zelfs niet op school. Doen ze dat ook in de kerk?
    O ja, supermarkt is ook een mooi voorbeeld, pas na het eten naar de supermarkt met ze. Mijn buurmeisje deed dat ook, ik ging erbij zitten op de grond bij de snoepafdeling en ging ook stampen en schreeuwen ... hij was daarna gelijk genezen. Leuk meissie overigens, nu wel.

    Al dat geld dat uitgaat naar nutteloze doelen zoals Jeugdzorg, uit de grond gestampte instellingen en cursussen mag weleens uitgekeerd worden aan gezinnen die met minder moeten rondkomen of kaalgeplukt zijn door BJZ en de regering.

    Kan ik eindelijk een nieuwe degelijke fiets kopen voor mijn schoolgaande kind. Nooit weggeweest met mijn grut én ze zijn zeer gemanierd, dus netjes opgevoed door een zeer degelijke Village rondom hen.


    BeantwoordenVerwijderen