woensdag 5 december 2012

Van incidenten moet je leren

Nederland is na de VS het land met de hoogste consultantdichtheid. Op de opinie pagina van ‘Zorg en Welzijn’ is een half jaar geleden een stukje verschenen van Eric van Bavel. Hij werkt als consultant Kwaliteit Zorg en Welzijn bij HKZ –NEN, twee bekende organisaties op het gebied van het opstellen van normen en bijbehorende toetsingssystemen in de zorg. Beide zeggen de kwaliteit en veiligheid in zorg en welzijn te stimuleren. Per 1 mei 2012 zijn deze organisaties gefuseerd. Consultant Eric heeft onder andere meegeschreven aan de normen voor Bureaus Jeugdzorg.


15-06 2012 | 09:14 | Door: Eric van Bavel

In de jeugdzorg bestaat een groot risico op incidentenpolitiek. Als er iets gebeurt, is er vaak sprake van grote verontwaardiging bij het publiek, in de publiciteit. De politiek neemt direct maatregelen, maar denkt niet na over het effect van de maatregel. Van incidenten moet je leren, stelt Eric van Bavel van Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ).

Consultant Eric’s opinie:

Je bent ooit in de jeugdzorg begonnen omdat je iets met jongeren wilde. Jongeren die aandacht nodig hebben, ondersteuning, begeleiding en soms te ver zijn gegaan. Je probeert in een netwerk van organisaties de weg te vinden: scholen, politie, rechterlijke macht, ggz-instellingen en instellingen voor jeugdzorg, maatschappelijk werk, jeugdreclassering, pleegzorg, opvangorganisaties, gemeentelijke overheden enzovoort. Allemaal met de bedoeling jongeren zo goed mogelijk terecht te laten komen.

Er gaan zaken mis, soms ook ernstig. Bij andere Bureaus, maar soms ook bij je eigen bureau. Dat heeft impact. Elke keer als er iets gebeurt, is er de schrik: welke maatregelen worden nu weer genomen, welke controle inclusief de bijbehorende administratie gaat er nu weer extra plaats vinden? En hoe kan ik dan mijn werk blijven doen en af en toe ook nog eens tijd vrij maken om mijn eigen kwaliteiten en die van de organisatie te verbeteren?

In het huidige politieke klimaat zijn snelle oplossingen vaker regel dan uitzondering. Wanneer er incidenten plaatsvinden, neemt de politiek direct maatregelen. Daarnaast wordt er de laatste jaren steeds meer vanuit een commerciële gedachte beleid gemaakt, dat wordt gestuurd op cijfers in plaats van op hulpverlening. Vaak denkt de politiek niet na of de bedachte maatregel ook daadwerkelijk effect heeft, laat staan dat er afspraken worden gemaakt om het effect te onderzoeken of te evalueren. Bovendien voelt de maatregel soms aan als een straf voor de instelling (bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg) die als de veroorzaker van het incident wordt beschouwd of in het uiterste geval de individuele medewerker.

Het gevolg hiervan is dat veel personeel gedemotiveerd raakt en afhaakt, mede door hoge werkdruk en administratieve lasten. Het grote verloop in personeel is slecht voor het kennisniveau van de organisatie. Een groot verloop resulteert in slechte overdracht door wisselende contacten en een slecht onderhouden netwerk. De professionals zijn zo niet goed toegerust en in staat om volgens de vereiste kwaliteitsnormen te werken. De kwaliteit van de jeugdzorg staat daardoor onder druk.

Een van de essentiële onderdelen voor het ontwikkelen van kwaliteit van de organisatie (en niet in de laatste plaats de medewerkers) is het leren van incidenten. Belangrijk hierbij is dat de oorzaken van het incident worden geanalyseerd, passende maatregelen worden genomen en die maatregelen op hun effectiviteit beoordelen. Een belangrijke voorwaarde is dat medewerkers in de jeugdzorg incidenten en ook bijna-incidenten kunnen melden zonder dat ze daar persoonlijk op aangesproken worden. Instellingen moeten bereid zijn om dit te faciliteren en de verantwoordelijkheid hiervoor te nemen. Het hoogste management moet dit uitdragen.

Alleen op die manier wordt er gewerkt aan de kwaliteit van de jeugdzorg en de afname van incidenten. Al zullen er in een dergelijke complexe wereld altijd incidenten voorkomen. Tot slot kun je dan als politiek ook afspraken maken (mits op reële inschattingen gebaseerd) over de termijn waarop organisaties met maatregelen komen en deze evalueren. Op deze manier worden ook medewerkers weer aangesproken op hun capaciteiten en op de oorspronkelijke motivatie waarmee ze in dit werk gestapt zijn.

Aanname van consultant Eric:

Een jeugdzorgwerker wil iets met jongeren! Hij wil jongeren zo goed mogelijk terecht laten komen. Niks mis dus met de motivatie van de jeugdzorgwerker.

Wat is het probleem volgens consultant Eric:

Een jeugdzorgwerker schrikt als er iets mis gaat! Er volgen dan extra maatregelen, extra controle, extra administratie! En de jeugdzorgwerker heeft het al zo druk! Waar haalt hij de tijd vandaan om zijn eigen kwaliteiten en die van de organisatie te verbeteren?

Gevolg:

-       Het personeel van BJZ raakt gedemotiveerd en gaat weg bij BJZ.
-       Slechte overdracht door wisselende contacten.
-       Het is niet mogelijk om het kennisniveau op peil te houden.
-       Jeugdzorg staat onder druk.

Wie veroorzaakt het probleem volgens consultant Eric?

De schuldige is van al dit naars: de Politiek!
Want:

1.    die vindt commerciële gedachten belangrijker dan hulpverleningsgedachten.

2.    en bij incidenten neemt de politiek direct maatregelen t.a.v. BJZ, waarover door de politiek niet nagedacht is!  Dit voelt als een straf!  

Probleemoplossing volgens consultant Eric:

Leren van incidenten! Voor het ontwikkelen van kwaliteit is dit een essentieel onderdeel!

Voorwaarde is wel, dat de jeugdzorgwerker er niet persoonlijk op aangesproken wordt!

Alleen op die manier wordt er gewerkt aan de kwaliteit van de jeugdzorg en de afname aan incidenten! Pas daarna mag de politiek afspraken maken met jeugdzorgorganisaties over de termijn waarop men met maatregelen komt.

Volgens mij zegt consultant Eric in zijn stukje:

1.    De jeugdzorgwerker schrikt niet van het incident zelf, maar van de last die het voor hemzelf oplevert.

2.    Jeugdzorgwerkers mogen niet persoonlijk verantwoordelijk gesteld worden voor die incidenten.

3.    De politiek moet zich er vooral niet mee bemoeien!

4.    Van incidenten kun je leren om de kwaliteit van de jeugdzorg te verhogen, maar niemand durft ze te melden, omdat de bestuurders in de jeugdzorg geen back up geven!

Een consultant wordt vaak ingehuurd door organisaties, om een probleem in kaart te brengen en daarvoor oplossingen aan te dragen. Consultant Eric heeft meegeschreven aan de normen voor BJZ’s. Is het spreekwoord ‘Wiens brood men eet, diens woord men spreekt’ misschien ook op Erics zienswijze van toepassing?  

 De laatste jaren regent het incidenten, op o.a. ‘Darkhorse’ is er veel over te lezen. De vraag is wanneer spreek je nog van ‘incident’? Zo langzamerhand mag het toch wel duidelijk zijn, dat al die incidenten bij elkaar, aantonen dat er structureel iets grondig mis is met de ‘professionele’ jeugdzorg in Nederland. Wordt er iets aan gedaan? HKZ-NEN consultant Eric verwijt de politiek dat ze zich met de incidenten bemoeien: ‘De politiek neemt direct maatregelen, maar denkt niet na over het effect van de maatregel.’ Mijn verwijt aan de politiek is dat ze juist laks reageren en het nalaten na te denken over effectieve maatregelen die een eind maken aan het machtsmisbruik van jeugdzorgorganisaties die zich laten bijstaan door allerlei duurbetaalde consultants.

YB   

Redactie Jeugdzorg Dark horse: Er wordt door consultants altijd gedacht vanuit de organisatie die ze inhuurt, hier BJz. Als de doelstelling is: 'het verminderen van incidenten binnen de jeugdzorg', wordt het probleem al verkeerd benoemd, wat een oplossing erg onwaarschijnlijk maakt. Het gaat inderdaad niet over incidenten, maar over een structureel probleem in de uitvoering van de ‘hulpverlening’ waarvan de (dodelijke) incidenten eigenlijk niet meer dan een bijproduct zijn. Een signaal dat er dringend iets moet gebeuren met de massale onvrede van ouders, grootouders en talloze professionals ten aanzien van het gehele functioneren van jeugdzorg. Waar komen die verongelijkte analyses toch elke keer vandaan, wanneer in de beleving van de jeugdzorg de politiek ze weer eens opzadelt met maatregelen die meer gevoed zijn door schreeuwerige krantenkoppen, dan door inzicht in de materie?
 
Als ze er zo zeker van zijn dat ze het als organisatie goed doen en professioneel handelen op een hoogwaardig niveau van (geestelijke) gezondheidszorg, zijn ze toch wel zo flink om de politieke paniekmaatregelen te weerstaan? Als ‘vakmensen’ kunnen zij de politici toch wel uitleggen hoe hun incidenten-politiek averechts werkt? Of zijn ze er in hun hart niet zo van overtuigd dat ze de best mogelijke zorg aan jeugdigen verstrekken en weten ze dondersgoed dat het geen incidenten zijn? Ik geloof niet in het slachtofferschap van de goedbedoelende hulpverleners. Alleen iemand die zelf niet goed weet waar hij eigenlijk mee bezig is, laat zich door een ander onzinnige adviezen aansmeren. Alleen iemand die zich schuldig voelt laat zich bestraffen, of 'ervaart' de van boven opgelegde regelgeving als een straf.
 
Waar is de visie van jeugdzorgbestuurders, die een duidelijke richting aangeeft, zodat we ondanks de ‘incidenten’ die er nu nog zijn, vol vertrouwen de toekomst tegemoet kunnen zien, omdat we er zeker van zijn dat ze de werkelijke oorzaak van problemen vanaf nu bij de wortel zullen aanpakken? Het lijkt er meer op dat de jeugdzorg incidenten zal blijven plukken, als rijpe vruchten aan de takken en dat wanneer het mandje vol is, ze weer in paniek naar Den Haag roept dat er echt meer geld bij moet…
 
Sven Snijer


            Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

 

2 opmerkingen:

  1. "De rechtbank in Arnhem behandelt vanmiddag de zaak van een vijftigjarige zelfbenoemd therapeute die haar 'patiënten' mishandelde.

    Ada S. wordt aangeklaagd voor vijf strafbare feiten, waaronder het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en behandelen zonder noodzaak. Ze bewerkte onder meer het gebit van een vrouw met een vijl, omdat de moeder van de vrouw haar in een vorig leven zou hebben gemarteld. Ook beweerde ze dat een man in een vorig leven een massamoordenaar was geweest en sloeg ze hem tegen zijn hoofd. Ook zou ze op zijn kruis zijn gaan staan.

    Een slachtoffer schetste in de rechtbank hoe hij op zijn knieën over keitjes moest kruipen met S. op zijn rug. Volgens de verdachte was dat niet meer dan 'vrolijk paardjerijden'. Ook dreigde S. mensen kanker te bezorgen, of hun hart te laten stilstaan met haar paranormale gaven.

    Volgens S. waren de sessies vooral 'gezellig'.

    De rechtbank benadrukte dat de slachtoffers daar anders over dachten."

    Het zou helpen als de rechtbank ook gaat zien dat de slachtoffers van jeugdzorg heel anders denken over de geboden 'hulp' ..

    (Meer bij Telegraaf-rechtbankverslaggeefster Saskia Belleman)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. In het ''blauwe'' commentaar wordt opgemerkt;
    ''Erik heeft geschreven aan de normen voor BJZ's.Is het spreekwoord ''Wiens brood men eet diens woord men spreekt'',misschbien ook op Erik's zienswijze van toepassing?''

    Het antwoord op deze vraag is zonder meer JA en nog eens JA.

    Dergelijke figuren worden ingehuurd voor de bühne om te laten zien dat men serieus bezig is orde op zaken te stellen.
    Maar niet met de bedoeling om ook maar iets daadwerkelijk of structureel te veranderen.
    Waarom zouden ze ook...de sekte is voor hen de meest ideale vorm van organisatie,dus geen enkele noodzaak voor verandering...

    opa

    BeantwoordenVerwijderen