http://www.noordholland.pvda.nl/nieuws/nieuws/2012/Klachtencommissie.html?utm_source=twitterfeed&utm_medium=twitter
PvdA stelt vragen over klachtencommissie Jeugdzorg
De PvdA Noord-Holland heeft samen met GroenLinks aanvullende vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over de klachtencommissie van Bureau Jeugdzorg. De PvdA wil onder andere weten wat de provincie gaat doen om de bereikbaarheid en laagdrempeligheid van de klachtencommissie te vergroten. PvdA-statenlid Attiya Gamri: “Op dit moment weten te weinig cliënten de weg naar de klachtencommissie te vinden. Ook bestaan er twijfels over de onafhankelijkheid en de mate van diversiteit binnen de commissie. De PvdA vindt dat dit beter moet.”
Al eerder dit jaar stelden PvdA en GroenLinks vragen aan Gedeputeerde Staten over het functioneren van de klachtencommissie. Aanleiding hiervoor waren gesprekken met cliënten en met de voorzitter van de klachtencommissie Bureau Jeugdzorg Noord-Holland.
Op basis van deze gesprekken ontstond het beeld dat de commissie niet optimaal bereikt wordt. Gamri: “Ons bereikten signalen dat cliënten zich onvoldoende herkennen in de samenstelling van de klachtencommissie en dat ze niet altijd evenveel vertrouwen hebben in de onafhankelijkheid.
Er is ook een groep cliënten die simpelweg niet van het bestaan van de commissie af weet. In alle gevallen is het wat de PvdA betreft aan de provincie om samen met Bureau Jeugdzorg te kijken waar verbetering mogelijk is.”
Daarnaast wil de PvdA ook van Gedeputeerde Staten weten hoe de klachtencommissie vorm gaat krijgen als de verantwoordelijkheid voor jeugdzorg vanaf 1 januari 2015 wordt overgeheveld naar gemeenten.
Documenten
Op 15 mei dienden wij vragen in over de klachtencommissie van Bureau Jeugdzorg. De beantwoording van deze vragen en de bijeenkomst met cliënten uit de Jeugdzorg op 12 juli 2012 zorgde voor wat nieuwe vragen die wij u hierbij stellen.
PvdA stelt vragen over klachtencommissie Jeugdzorg
De PvdA Noord-Holland heeft samen met GroenLinks aanvullende vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over de klachtencommissie van Bureau Jeugdzorg. De PvdA wil onder andere weten wat de provincie gaat doen om de bereikbaarheid en laagdrempeligheid van de klachtencommissie te vergroten. PvdA-statenlid Attiya Gamri: “Op dit moment weten te weinig cliënten de weg naar de klachtencommissie te vinden. Ook bestaan er twijfels over de onafhankelijkheid en de mate van diversiteit binnen de commissie. De PvdA vindt dat dit beter moet.”
Al eerder dit jaar stelden PvdA en GroenLinks vragen aan Gedeputeerde Staten over het functioneren van de klachtencommissie. Aanleiding hiervoor waren gesprekken met cliënten en met de voorzitter van de klachtencommissie Bureau Jeugdzorg Noord-Holland.
Op basis van deze gesprekken ontstond het beeld dat de commissie niet optimaal bereikt wordt. Gamri: “Ons bereikten signalen dat cliënten zich onvoldoende herkennen in de samenstelling van de klachtencommissie en dat ze niet altijd evenveel vertrouwen hebben in de onafhankelijkheid.
Er is ook een groep cliënten die simpelweg niet van het bestaan van de commissie af weet. In alle gevallen is het wat de PvdA betreft aan de provincie om samen met Bureau Jeugdzorg te kijken waar verbetering mogelijk is.”
Daarnaast wil de PvdA ook van Gedeputeerde Staten weten hoe de klachtencommissie vorm gaat krijgen als de verantwoordelijkheid voor jeugdzorg vanaf 1 januari 2015 wordt overgeheveld naar gemeenten.
Documenten
Vragen
nr. 37
Aan
de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland
Haarlem,
18 juli 2012
Onderwerp:
vragen van mevrouw A. Gamri
(PvdA) en mevrouw drs. L.
Grooten (GroenLinks).
De
voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u
overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement van Orde
voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten
mede, dat op 18 juli 2012 door de leden van Provinciale Staten,
mevrouw A. Gamri
(PvdA) en mevrouw drs. L.
Grooten (GroenLinks) de
volgende vragen bij Gedeputeerde Staten zijn ingekomen.
Inleiding
Op 15 mei dienden wij vragen in over de klachtencommissie van Bureau Jeugdzorg. De beantwoording van deze vragen en de bijeenkomst met cliënten uit de Jeugdzorg op 12 juli 2012 zorgde voor wat nieuwe vragen die wij u hierbij stellen.
Vragen
Diversiteit
Wij
blijven van mening dat een klachtencommissie een afspiegeling dient
te zijn van de cliënten van Bureau Jeugdzorg. In het gesprek met de
voorzitter van de klachtencommissie werd duidelijk dat ook zij het
"gek" vond dat er geen commissieleden waren uit bepaalde
doelgroepen (die ook deskundig en onafhankelijk zijn). Ook is tijdens
de bijeenkomst van 12 juli hier e.e.a. over gezegd.
- Bent u het met ons eens dat bij gelijke geschiktheid de voorkeur gegeven zou moeten worden aan onafhankelijke deskundigen met een migrantenachtergrond, zodat de klachtencommissie van Bureau Jeugdzorg een betere afspiegeling wordt van de groep cliënten waar de commissie mee van doen heeft? Welke initiatieven gaat u nemen om aandacht hiervoor te vragen?
Onafhankelijkheid
De
vragenstellers zijn van mening dat, hoewel de secretaris geen formeel
stemmend lid van de klachtencommissie is, het voor de transparantie
naar buiten toe toch vragen oproept dat degene waar de klachten
binnenkomen in dienst is van de organisatie waarover de klachten
gaan.
- Klopt het dat de functie van secretaris van de klachtencommissie eerder extern belegd was? Zo ja, waarom is dit gewijzigd?
Bereikbaarheid
De
bereikbaarheid van de klachtencommissie is volgens GS geen taak van
de provincie maar geregeld in de Wet op de Jeugdzorg. Wat ons betreft
en van vele klanten die wij hebben gesproken valt bereikbaarheid en
laagdrempeligheid van de klachtencommissie onder het punt “kwaliteit
van de jeugdzorg”. Kwaliteit en veiligheid zijn wel thema's waar de
provincie over gaat.
- Wie controleert de bereikbaarheid en laagdrempeligheid van de klachtencommissie en wat kan de provincie doen als de bereikbaarheid en laagdrempeligheid van de klachtencommissie niet optimaal is? Wilt u hier en rol in spelen?
Aanbevelingen
klachtencommissie en opvolging door Bureau Jeugdzorg
GS
heeft nooit zelf contact met de klachtencommissie en ontvangt
jaarlijks een verslag. De directie van Bureau Jeugdzorg “maakt een
eigen afweging in het vertalen van de aanbevelingen in hun beleid”.
In de bijeenkomst die de commissie had met cliënten uit de Jeugdzorg
was er erg veel kritiek op de klachtenprocedure en ook op de
bereikbaarheid van Bureau Jeugdzorg in het algemeen.
- Is GS tevreden over de huidige werkwijze en gebeurt er genoeg met de
aanbevelingen? Zo nee, wat zou daaraan verbeterd kunnen worden? - Wat kan de provincie doen als er signalen binnenkomen dat de klachtencommissie niet goed functioneert en hoogdrempelig is?
Toekomst
De
vragenstellers vragen zich af of het realistisch is dat gemeentes
straks op eigen houtje ieder voor zich een klachtencentrale kunnen
oprichten. GS stelt niet vooruit te kunnen lopen op de nieuwe wet die
in de maak is.
- Zou het raadzaam zijn om nu voor te sorteren en een pilot te starten met een onafhankelijk, externe klachtencommissie die in te huren is door instellingen en gemeentes?
- Kunt u dit punt meenemen in de transitie plannen die in de maak zijn met gemeenten?
- Welke rol zou zorgbelang hierin kunnen spelen?
Gedeputeerde
Staten zullen de gestelde vragen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk
binnen 30 dagen na binnenkomst, beantwoorden.
=> Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html
=> Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html
Naast bereikbaarheid is de geloofwaardigheid van klachtbehandeling is het geding.
BeantwoordenVerwijderenDe Algemene wet bestuursrecht hoofdstuk 9 artikel 1 (Awb9:1) is prevalerend, maar we zien dat o.a. de WSG hun protocollen laat voorgaan en personen uitsluit tot toegang klachtrecht.
Een klacht (liefst in meer klachtonderdelen genuanceerd en onderbouwd) zou een 'gratis leermoment' moeten zijn, maar we zien veelal dat de BJZ's heel defensief reageren en zo veel mogelijk bagatelliseren.
Ook zien we dat kinderen sneller uithuisgeplaatst worden (want klagen is 'tegenspreken') of uithuisgeplaatste kinderen bestraft worden met (nog) minder bezoek-contact, of nog korter contact zodat er automatisch onthechting ontstaat.
Dat is voor de zgn. 'hulpverlener' BJZ nu de 'zorg' die men als beroepsgroep verleent: onthechten.
Niet het belang van het kind met kind-ouderband wegen!
We zien dat besturen BJZ de klachten van de cliënt herschrijven, met fouten erin, en de nuance eruit halen. Dit is veelal bezwaarlijk.
Het AKJ kan een beetje helpen zonder emotie een klacht op te stellen (met emotie wordt niet serieus genomen), maar ook het AKJ wordt betaald door BJZ.
Er zou dus een Provinciale klachtencommissie moeten terugkomen (met leden uit ouderorganisaties), voor appèl, een beroepsmogelijkheid, voor de andere mogelijkheid: de rechter.
Het vaak niet-ontvankelijk verklaren of met een draaibeweging deels niet-gegrond verklaren, werkt niet mee aan de geloofwaardigheid van klachtrecht.
Ook hoeven besturen kennelijk van de inspectie niet gemotiveerd (Awb3:46) aan te geven hoe BJZ de handeling die ten grondslag ligt aan de klacht ongedaan wil maken of corrigeren.
Uithuisgeplaatst blijft ongewogen uithuisgeplaatst, hoe schrijnend ook voor het kind.
Op http://adoptiezorg.blogspot.nl/2011/04/adoptie-klachtrecht.html wordt de Awb9 uitgelegd.
Het AKJ, Zorgbelang Brabant, IMW,(kinder)ombudsman, GGz en alles wat erop lijkt zijn aanhangers van BJZ en werken in opdracht van de regering. Wat stelt de regering eigenlijk voor? Die 27 miljoen aan bezuiniging vind ik nog niet genoeg, moet meer zijn voor alle subsidie trekkende nietsnutten. Subsidie hier subsidie daar, en het "gezin" gaat naar de klote. Klagen helpt niet tegen al dat zooi
BeantwoordenVerwijderenGroet,
Larie koek