donderdag 25 juli 2013

Pleegzorg is een uiterste

Pleegzorg is een uiterste, maar BJZ gebruikt pleegzorg niet als uiterste, doch bij halen van bezettingsgraden gezien de Regeling Normbedragen Jeugdzorg (www.wetten.nl).

http://wetten.overheid.nl/BWBR0026916/geldigheidsdatum_03-08-2013

Pleegzorg is niet zo goed
voor een kind als opgroeien in de vertrouwde omgeving en in die omgeving die later niet belast is door "jeugdzorg-leugens", zoals een kind dat pubert dat ervaart. Het syndroom PAS ligt op de loer bij jeugdzorg bij/met omgangsfrustratie en uithuisplaatsen.

Bij: http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2013/07/rechten-van-de-biologische-ouders-nog.html#comment-form . Kinderen hebben later met 85% kans de behoefte beide ouders te kennen, en het gemis is pijnlijk.

(Pleeg)ouders:
 
- Het gebeurt vaak dat de pleegouders suggestieve informatie krijgen via de gezinsvoogd over wat er thuis aan de hand zou zijn geweest. Hoe kunnen pleegouders dan valide meespreken? Pleegouders zouden zelf met de ouders dienen te spreken.

- Veel pleegouders representeren zich minder goed dan eigen ouders, wat afstraalt op de hechtingsvaardigheid en sociale vaardigheden van de pleeg-opgroeienden. Opvoeders zijn het levensvoorbeeld voor een kind. Niet-autonome gehechtheidsrepresentatie dat veel voorkomt bij pleegouders is dus één van de gevaar-aspecten bij Uithuisplaatsen (UHP) (M.Dozier, 2002).

- Veel pléégkinderen krijgen negatieve verhalen te horen over hun eigen ouders, als het kind vraagt 'waarom' het weggeplaatst is, of 'waarom' het zijn ouders nauwelijks mag zien. Of  'waarom' het kind na 'n kwartaal gemis aan eigen ouders na 1 uur bezoek, en het net gewend raakt en hoopvol op terugkomen bij ouders,  weer gestraft moet worden met afscheid nemen.

- Als het kind daarop zich recalcitrant gedraagt, meldt de pleegouder dit aan de gezinsvoogdij, en de gezinsvoogd meldt dit weer naar de rechter alsof de "ouders een gevaar zijn" vanwege dat (ongediagnosticeerde) gedrag, terwijl het juist nog op hechting en hoop duidt! Dat afscheid nemen en weer maanden de ouders niet zien wordt niet herkend door het niveau jeugdzorgwerker=gezinsregisseur=gezinsvoogd.
 
- Voor BJZ heet recalcitrant gedrag na bezoekjes dat het "kind 'onthecht' zou zijn aan de ouders", of dat "er een verkeerde invloed van de ouders uitgaat", en 't kind dus "niet terug geplaatst kan worden". (Ach, rechters, lees eens een ontwikkelingspsychologieboek).

- Dat beweren vanuit BJZ/gezinsvoogdij is volkomen  ondeskundig en de rechter vals bespelend.

- Dat terwijl de rechter denkt dat BJZ als feitelijke tegenpartij van het gezin de 'specialist' of de 'professional' is, wat dus niet juist is maar een gemakzuchtig geloof. (maandblad FJR 2012/95).

- (CRvB:) LJN BD1113 geeft de rechter de mogelijkheid naar feiten te kijken, en die ontbreken vaak in het dossier van BJZ. Soms hebben ouders wel feiten, die ze niet mogen inbrengen van de gezinsvoogd, soms zelfs op straffe van nog minder contact tussen kind en ouders, dus een chantagemiddel tegen de rechtsgang....

- Zie ook het McMichael-arrest, EHRM, 24-02-1995: beide partijen, ouders en gezinsvoogdij, dienen over dezelfde stukken te beschikken; maar BJZ geeft slechts een geselecteerde inzage in dossier aan ouders en inspectie.

Advocaten:

Te vaak beweert BJZ gemakshalve en zonder bewijs dat het te verwachten is dat de ouders niet leerzaam zouden zijn om een beweerde bedreiging die niet gediagnosticeerd is weg te nemen. Deze woorden komen uit het cliché-artikel 1:254, lid 1, BW (
www.wetten.nl). 
 
Het Indicatiebesluit en Plan van aanpak van BJZ is geen bewijs!!!
Laat met spoed een diagnose doen, waarbij de ouders meegenomen worden, en niet een indicatie door BJZ, maar een diagnose... door een passend academisch medisch gevormde specialist. En stel een (v)OTS en erger uit tot na diagnostieke anamnese. Of houdt de OTS op 2 maanden. Verleng niet zonder rapport van de deskundige, en verleng de OTS niet als BJZ zelf een zogenaamde expertiserapport afgeeft, dat dan geen diagnose betreft (waar de cliënt onder de WGBO gezíén is; BW7:446 e.v.)!

Een diagnose voorafgaand aan een Jeugdzorg-traject is ook nodig als nulmeting ter vergelijk of een beweerd hulptraject ook nadien werkt.

Rechters:

- Een diagnostisch rapport van een specialist die de cliënt heeft gezien en onderzocht, tezamen met de onderzoeksvragen aan hem die geratificeerd zijn door de ouders of aangevuld, zou als beter bewijs kunnen dienen.

- Een rechter moet rekening houden dat BJZ/gezinsvoogdij de tégenpàrtij is met eigen ondeskundige belangen, t.a.v. het kind:

- OTS met beweringen en dreigementen is niet effectief en de sfeer van het kind verpestend.
- Uithuisplaatsen is geen therapie.

- Diagnose is nodig (binnen 3 maanden) voor een therapie of behandeltraject. (Een Gz-traject is gemiddeld goedkoper dan een Jz-traject).

- Verzuim van diagnose laten stellen door BJZ wijst op vertragingstactieken van de gezinsvoogdij. Is niet gezond voor het kind!

- Een verlengings-verzoek na een (liefst half) jaar OTS+UHP zònder dat in de eerste maanden een diagnose is gesteld en zonder dat een therapie is begonnen, -incl. na dat jaartje een voortgangsrapport van de therapeut zelf,- is een teken van inspanningsverzuim en onbetamelijk handelen door BJZ/gezinsvoogd, en dient niet verlengd te worden uit voorraad (BW6:162,lid 2, fatsoen) en daarbij....

+ T.a.v. 'moeten terugplaatsen' moet bij tegenwerking door BJZ een dwangsom staan die de gezinsvoogd zelf dient te betalen (Beroepscode voor de jeugdzorgwerker - als verantwoordelijkheid op de persoon zelf); Vaak verzint de gezinsvoogdij smoezen om het kind toch niet terug te plaatsen of vraagt een spoed-uithuisplaatsing aan terwijl dat in feite niet mag gezien artikel 800 Rv:

lid 3.: "De beschikkingen tot voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige en tot machtiging van de stichting BJZ... om een minderjarige [telefonisch of per fax] uit huis te plaatsen ... kunnen alleen dan áánstonds worden gegeven, indien de behandeling niet kan worden afgewacht zonder ònmiddellijk en èrnstig gevaar voor de minderjarige. Deze beschikkingen verliezen haar kracht na verloop van twee weken, tenzij de belanghebbenden binnen deze termijn in de gelegenheid zijn gesteld hun mening kenbaar te maken."

= Dus als de bedreiging uitgaat van school en het kind is thuis, dan is er geen onmiddellijk gevaar; als het kind bij moeder verblijft, en niet bij de gescheiden vader en de vader zou het vermeende bedreigende gevaar zijn, dan is er geen onmiddellijk gevaar; of als de ouders geen cursus mochten volgen ter verbetering van hun pedagogische representatie dan is er geen acuut gevaar. Thuiszorg ligt dan voor de hand middels
www.BasicTrust.com_-video-interactie-begeleiding of www.Gordontraining.nl . Dat werkt vaak effectiever. Effectieve zorg is goedkoper en frustreert niet, niet zo als "bemoei-zorg" zoals ouders dat regelmatig ondervinden binnen jeugdzorg, dat geen gezondheidszorg is. 

- Een uithuisplaatsing is daarentegen wel een direct gevaar voor het kind en zijn ontwikkeling en een gevaar voor zijn zelfbeeld, gezien de nadelige aspecten van een uithuisplaatsing op de psyche van het kind, dat internaliserend en later vaak ook externaliserend zich kan uiten, en die uitingen zijn dan NIET de schuld van de ouders, wat BJZ graag aan de rechter doet geloven. 

Aan pleegzorg kleven gevaren t.a.v. het kind en zijn zelfbeeld en ontwikkeling.

TS

Update: 10-10-2015


De cijfers uit onderzoek liegen er niet om: bijna de helft van de pleegzorgplaatsingen eindigt in een breakdown, een niet geplande breuk in het leven van een kind. Een percentage dat ik persoonlijk onverdraagbaar vind en dat volgens mij ook drastisch naar beneden kan. Het vraagt van professionals, instellingen en gemeenten om werk te maken van de aanbevelingen in de Richtlijn Pleegzorg.

Als een kind uit huis geplaatst moet worden, is de eerste keus een vervangend gezin, daar is iedereen in Nederland het over eens. Het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind is er helder over; het is opgenomen in de Jeugdwet en in de Richtlijn Uithuisplaatsing. Als kinderen niet bij hun ouders kunnen wonen, is een zo gewoon mogelijk vervangend gezinsleven de beste keuze.

Laten we ambitieus zijn: binnen vijf jaar minder dan 10 procent breakdowns in de pleegzorg!

Uit onderzoek blijkt echter dat opgroeien in een ander gezin niet vanzelfsprekend goed gaat. Nederlandse onderzoeken rapporteren een breakdownpercentage van 45 procent en internationaal schommelt het tussen de 25 en 50 procent. Kinderen die ouder zijn dan 10 jaar, die ernstige gedragsproblemen hebben en die al vaker zijn overgeplaatst, hebben een tien keer zo grote kans dat het misgaat in een pleeggezin dan andere pleegkinderen.

Probleemgedrag kan toenemen

Een breakdown is niet zonder gevolgen voor het kind. Bij kinderen die al probleemgedrag vertonen, kan de ernst daarvan toenemen. Bij kinderen zonder probleemgedrag kan een breakdown probleemgedrag veroorzaken. Aangezien probleemgedrag het risico van een breakdown bij een toekomstige plaatsing verhoogt, neemt zo voor het pleegkind de kans op een langdurig stabiele leef- en opvoedingssituatie af. De kans is aanzienlijk dat deze kinderen op latere leeftijd allerlei problemen ontwikkelen.

Stabiliteit vergroten

Het goede nieuws is dat er nu een richtlijn is met aanbevelingen voor het vergroten van de stabiliteit van pleegzorgplaatsingen. Professionals moeten alert zijn op risico’s die bijdragen aan een breakdown, zoals toename van het probleemgedrag van het pleegkind, afname van adequaat opvoedgedrag van pleegouders en een verstoorde relatie tussen ouders en pleegouders. Het is belangrijk tijdig begeleiding in te zetten om het opvoedgedrag van pleegouders te versterken, het probleemgedrag van het pleegkind te verminderen en de samenwerking tussen ouders en pleegouders te verbeteren.

Dat klinkt misschien simpel, maar blijkt in de praktijk bepaald niet simpel te zijn. Het vraagt om pleegzorgbegeleiding, ingezet door deskundige professionals en gefaciliteerd door instellingen en gemeenten. Zij moeten de handen ineen slaan voor een professionaliseringsslag binnen de pleegzorg. De richtlijn geeft daar duidelijke aanwijzingen voor. Laten we ambitieus zijn: binnen vijf jaar minder dan 10 procent breakdowns in de pleegzorg! Wie pakt de handschoen op?

OOK:

https://www.inspectiejeugdzorg.nl/actueel/nieuws/nw_detail.asp?nw_id=436 

6 opmerkingen:

  1. Rechters en advocaten:
    {(Dit artikel had ook kunnen heten: "Tips voor rechters deel x")}.

    Beslissen tot pleegzorg of éénoudergezin:

    - Daarbij komt dat rechters civiele (familie)zaken zakelijk moeten afhandelen:

    - Waar ouders zich denken te moeten verweren tegen de andere ex (of tegen BJZ-beweringen), [want wie wil niet de beste ouder zijn?], moet roddel over de ander, de ex, afgekapt worden op de zitting. \ Bij UHP en éénouderbeschikking moet een diagnost beschikken, en niet een persoon van niveau sociaal werk (afgaand dat de rechter geen diagnost is en zich informeert op basis van een rapportage).
    - De gedachte 'zich te moeten afzetten' wekt strijd en vechtscheidingen op;
    - OTS wekt strijd op!

    > Omgangsfrustratie (of slechte omgangsregelingen onder OTS; http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2013/07/kinderrechter-vindt-1-uur-omgang-per.html) is -als we de invloeden daarvan op het kind bezien- een vorm van kindermishandeling, en zou juridisch via het strafrecht behandeld moeten worden, met de schokkende signaalwerking waardoor die omgangsfrustrerende ouder wakker wordt en misschien tijdig nog een cursus gaat doen (wat de Raad natuurlijk wel verwijzend mag aanreiken indien de Raad deskundig zou zijn) om omgang en representatie naar het kind zonder strijdsignalen beter te doen (verbaal zowel als non-verbaal).
    = Dan kan vervolging niet meer nodig blijken te zijn.

    Laat die 'cursus' ofzo niet doen dòòr de Raad v.d.K. of jeugdzorg of gezinsregisseur (niveau sociaal werk), want die zijn NIET gespecialiseerd, en eerder gericht op in beheer houden middels een OTS van het kind. Dat is veelal de praktijk, ondervinden velen (dossieronderzoek).

    Voorbeeld:
    BJAA heeft in haar verkooppraat (wegens de zorginkoop van de gemeente i.v.m. de transit jeugdwet) in een workshop (met een gedragsdeskundige erbij erkent dat ze eerst praten met kind (tekening maken) en met de ouders gezamenlijk, zonder hen eerst te leren elkaar niet in de haren te vliegen, en pas later -veel te laat- de ouders te wijzen wat de kinderen van hun emoties en van de strijd onderling (als exen) vinden en hoe zij zich voelen.
    Dat is te laat! Dat is ondeskundig!

    N.B.: De aanwezige gedragsdeskundige kende niet eens de Gordontraining.nl e.d.!

    Wat kan:
    De rechter kan een specialist de ouders (op diagnostisch niveau) laten kiezen tussen hun onderlinge emoties OF hun verantwoord ouderschap wetend dat het kind behoefte heeft aan 2 ouders, die duurzaam en onbelast door signalen te kunnen kennen, en onbelast met beiden om te mogen gaan. = Wetend of lerend dat de kinderen niet blind zijn voor de onderlinge afkeer en afkeuring van de ouders. Dit kan hen door een echte deskundige geleerd worden, en meteen, direct, aan het begin van enig signaal waar de omgang mis lijkt te gaan.
    + Bij scheidingszaken kan er al op gewezen worden.

    Deze deskundige zou eventueel - en na het kenbaar maken - ook een diagnostisch advies kunnen geven aan de rechter wanneer één ouder diens emoties niet beheert en niet kan scheiden van diens ouderschappelijke verantwoordelijkheden, en aan omgangsfrustratie blijft doen. Schadelijk.
    - Waar echt sprake is van mishandeling is de juridische weg via het O.M. en moet tot een straf-onderzoek leiden, en dit is een gebied voor strafrechtsgang, en niet voor kinderrechter of familierecht!

    UHP is eveneens schadelijk voor de belevenis en ontwikkeling van een kind. Het is ook een vorm van omgangsfrustratie, vanuit het kind gedacht.

    Rechters,
    dit is een goed artikel -naar ik hoop- voor u!

    Aanvullend en concluderend:

    De familierechter kan dus zakelijk blijven. En niet de ouders horend uitnodigen of verleiden (via jeugdzorg) tot een weerstand tegen de ex, dat strijd opwekt. \/

    BeantwoordenVerwijderen
  2. En verder, rechters:

    Mishandeling en strafrecht:

    - Het kiezen voor éénoudergezin na scheiding zowel als het kiezen voor UHP (Uithuisplaatsen) behoort eigenlijk, zo zwaar, tot het strafrechtsgebied.
    - Het niet of nauwelijks een of 2 ouders mogen zien, is zo schadelijk voor een kind dat het een vorm van mishandeling is!
    - 'Mishandeling' kan gebezigd worden door een ouder, door school, door een jeugdzorgwerker, door een buurtbewoner, ja door BJZ of gezinsregisseur. ('Mishandeling' is een 'bedreiging' in de zin van BW1:254,1, waar het kind niet onder toezicht gesteld moet worden, maar de dyade beschermd dient te worden door deskundigheid boven sociaal werk).

    De rechter kan dus zakelijk blijven op zijn gebied, en niets doen aan wat er bij lijkt te komen aan roddel of verdacht-maken van een ander.
    - -
    Ik hoop dat deze aanvulling rechters helpt om zakelijk te blijven en niet iets erbij te willen halen, waar geen diagnostisch onderzoek heeft plaatsgevonden door een specialist (buiten BJZ en RvdK).

    Mogelijk werkt een probleem in de BJZ-structuur mee aan het lage of betwiste niveau: zie
    http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2013/07/een-goedkoper-alternatief-voor-de.html .

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ook hier noemen we even de latere gevolgen van pleeg-opvoeding:

    Uit wetenschappelijk onderzoek bleek dat pleegkinderen veel grotere kans hebben op seksueel misbruik, vroegtijdig schoolverlaat, tienerouderschap, verslaving en roken, criminaliteit, gedesoriënteerde gehechtheid en disregulatie, en laag zelfbeeld (ongeïnteresseerdheid in de maatschappij). Dat is nogal wat!

    Pleegzorg dient hiertoe tot het uiterste voorkomen te worden.
    Een diagnostisch rapport is echt noodzaak! De diagnost moet open mogen onderzoeken en de cliënt zien.
    Bemoeienis door jeugdzorg dient vermeden te worden. (De deskundige kan door de rechter aangesteld worden).

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik vraag me af:
      - hoeveel rechters weten dat jeugdzorg geen zorg geeft bij wet, maar indiceert, en (te) vaak naar zichzelf: OTS, UHP (gezinsvoogdij), OntZegging (voogdij)?

      - Hoeveel rechters weten 't en zijn zich bewust dat jeugdzorg niet diagnostisch deskundig is en aan de ingehuurde diagnosten beperkende onderzoeksvragen levert waar vaak ouders niet mee eens zijn (die willen integraal onderzoek, naar waarheidsvinding van de dyade).

      - Hoeveel rechters weten dat jeugdzorg extra gecontroleerd dient te worden als het gaat om dwangmaatregelen?!

      We kunnen stellen uit ervaringen en dossieronderzoek:
      . Jeugdzorg is zeker geen deskundigheid, maar een regelaar als ze willen, en dat is regelmatig niet zo!
      . Jeugdzorg is zeker geen anamnesetraject, en geen therapie, en niet veilig (Samson).
      En...
      . Rechters vergeten regelmatig dat het wel eens kan zijn dat het kind veiliger is wanneer een echte deskundige wordt aangezocht door de rechter zelf.
      . Rechters vergeten regelmatig dat een kind ervaart en zich ontwikkelt, en ervaringen in dwang(maatregelen) nogal eens gevaarlijk, ja, een ernstige bedreiging zijn (door jeugdzorg).

      . Ik vraag me af of rechters weten dat de bedreiging genoemd in BW1:254, lid 1, nogal eens niet uitgaat van de ouders, maar van derden, en dus dit vergeten te onderzoeken, terwijl BJZ dat graag vergeet vanwege hun werkgelegenheid.

      - Waar komt de vermeende bedreiging vandaan - is de te onderzoeken vraag die bij dwangaanvragen vanuit BJZ gesteld dienen te worden.
      - En, inderdaad, liever gewoon zakelijk blijven rond omgangsregelingen (Scheidingsperikelen), en bij beweringen deze overlaten aan de wegen van aangifte en strafrecht. = Geen RvdK of BJZ inroepen voor onderzoek naar roddel van één ouder, die de ex uitdaagt!!
      Laat NIET uitdagen! Daarentegen: BJZ daagt uit, zien we.

      Twitter naar rechters en advocaten deze site!
      En naar omgangsfrustrerende, onbewuste ouder, die nog niet door heeft wat ze bij het kind aanricht. Ouders kunnen wel leerzaak zijn. Leerzaam door een echte specialist; die niet bemoeizuchtig heerst met schriftelijke aanwijzingen en dreigen (spook-OTS en erger). 'n Specialist die werkt onder de WGBO en z'n beroepsethiek.

      Verwijderen
    2. Oeps,
      de 'bedreiging'(BW1:254) kan ook autonoom zijn, prenataal, of een genetische gedragsproblematiek die geen gezinsvoogden of gezinsregisseuse of jeugdzorgwerkster kan onderkennen.

      Het indiceren/diagnosticeren is echt voorbehouden aan specialisten (diagnostieke tests) om alles uit te sluiten en om de juiste hulpverlening te wijzen, en ja,
      zeker waar men dwang wenst vanuit jeugdzorg of gezinsregie, is de gang via een open-onderzoekend specialist (zonder gegevens of vragen vanuit jeugdzorg!, die te veel kunnen sturen en de diagnost vanwege het juridisch aspect huiverig en beperkend kunnen maken) noodzakelijk en veiliger voor het kind.

      Beperk de diagnost niet in zijn onderzoek door sturende onderzoeksvragen vanuit jeugdzorg en RvdK.
      Jeugdzorg en RvdK zijn juridische trajecten, waar dwang in zicht kwam.
      Dat maakt huiverig.
      Dat beperkt.
      Dat is niet effectief!
      Dat is niet 'veilig'!

      Verwijderen
  4. Deze wordt dus naar alle waarschijnlijkheid meegenomen naar een "eventueel" volgend bezoek onder begeleiding en overhandigd worden aan gezinsvoogd, plaagoma (en -moeder indien mogelijk) en andere belangstellenden. Uiteraard is dit inclusief de reacties tot de meest recente datum ;-)

    BeantwoordenVerwijderen