Geachte heer M. Ozturk,
Op 18 maart 2013 heeft u onderstaande e-mail aan de Inspectie Jeugdzorg gestuurd. Met uw e-mail brengt u een risico onder de aandacht van de inspectie. U geeft aan dat door de hoogte van de vergoeding voor een kind dat uit huis geplaatst is, mogelijk kinderen uit financiële overwegingen niet teruggeplaatst worden naar hun ouders. Hierbij wil ik u bedanken voor de moeite die u heeft genomen om een signaal af te geven bij de inspectie. Dergelijke signalen neemt de inspectie zeer serieus. Zij helpen de inspectie bij de uitvoering van haar toezicht.
De inspectie is het met u eens dat het belang van het kind altijd voorop dient te staan en dat commerciële belangen geen rol mogen spelen in de beslissing om een kind wel of niet uit huis te plaatsen. Een besluit tot uithuisplaatsing van een kind wordt genomen door ouders op vrijwillige basis of door de kinderrechter op verzoek van Bureau Jeugdzorg.
De kinderrechter toetst met als uitgangspunt het belang van het kind. Bij het besluit om een kind wel of niet uit huis te plaatsen spelen financiële overwegingen dus uitdrukkelijk geen rol. De instellingen waar kinderen in het kader van jeugdzorg worden opgevangen – de jeugdzorgaanbieders – worden gefinancierd door de provincie. Deze instellingen staan onder toezicht van de Inspectie Jeugdzorg. Deze jeugdzorgaanbieders krijgen een vaste vergoeding voor het aantal ‘bedden’ dat zij hebben.
In 2010 heeft de inspectie bij de minister om aandacht gevraagd voor een toename van het aanbod van particulieren. Meer informatie hierover kunt u vinden op www.inspectiejeugdzorg.nl, bij ‘Particulier Zorgaanbod en Onderaannemerschap’. Dit particuliere zorgaanbod valt niet onder de werking van de Wet op de jeugdzorg, daarom is er geen waarborg voor de kwaliteit van de zorg. Bij dit aanbod van particulieren bestaat het risico dat mensen een opvang voor jongeren beginnen om daar financieel beter van te worden. Inmiddels is er een protocol opgesteld waarin is afgesproken dat in de jeugdzorg alleen kinderen bij particuliere instellingen geplaatst kunnen worden als er een overeenkomst voor onderaannemerschap is gesloten met een erkende jeugdzorgaanbieder. Hiermee is de kwaliteit van de zorg gegarandeerd.
Als tweede zorgpunt noemt u het tekort aan pleeggezinnen met een Moslim achtergrond. Dit punt staat op dit moment volop in de aandacht. Mogelijk leidt alle aandacht in de media er toe dat er meer aanmeldingen komen van pleeggezinnen met deze achtergrond. In het toezicht dat de Inspectie Jeugdzorg uitvoert, krijgt zowel de screening van pleeggezinnen (is het gezin geschikt) als de matching (past het kind in het gezin) de nodige aandacht. Uit onderzoek is gebleken dat bij het slagen van een pleeggezinplaatsing een rol speelt of de biologische ouders van het kind kunnen accepteren dat het kind in een pleeggezin opgroeit. Welke criteria ouders belangrijk vinden voor een pleeggezin verschilt per gezin en dient daarom zoveel mogelijk maatwerk te zijn.
Ik verwacht u hiermee voldoende informatie te hebben gegeven.
Met vriendelijke groet,
Op 18 maart 2013 heeft u onderstaande e-mail aan de Inspectie Jeugdzorg gestuurd. Met uw e-mail brengt u een risico onder de aandacht van de inspectie. U geeft aan dat door de hoogte van de vergoeding voor een kind dat uit huis geplaatst is, mogelijk kinderen uit financiële overwegingen niet teruggeplaatst worden naar hun ouders. Hierbij wil ik u bedanken voor de moeite die u heeft genomen om een signaal af te geven bij de inspectie. Dergelijke signalen neemt de inspectie zeer serieus. Zij helpen de inspectie bij de uitvoering van haar toezicht.
De inspectie is het met u eens dat het belang van het kind altijd voorop dient te staan en dat commerciële belangen geen rol mogen spelen in de beslissing om een kind wel of niet uit huis te plaatsen. Een besluit tot uithuisplaatsing van een kind wordt genomen door ouders op vrijwillige basis of door de kinderrechter op verzoek van Bureau Jeugdzorg.
De kinderrechter toetst met als uitgangspunt het belang van het kind. Bij het besluit om een kind wel of niet uit huis te plaatsen spelen financiële overwegingen dus uitdrukkelijk geen rol. De instellingen waar kinderen in het kader van jeugdzorg worden opgevangen – de jeugdzorgaanbieders – worden gefinancierd door de provincie. Deze instellingen staan onder toezicht van de Inspectie Jeugdzorg. Deze jeugdzorgaanbieders krijgen een vaste vergoeding voor het aantal ‘bedden’ dat zij hebben.
In 2010 heeft de inspectie bij de minister om aandacht gevraagd voor een toename van het aanbod van particulieren. Meer informatie hierover kunt u vinden op www.inspectiejeugdzorg.nl, bij ‘Particulier Zorgaanbod en Onderaannemerschap’. Dit particuliere zorgaanbod valt niet onder de werking van de Wet op de jeugdzorg, daarom is er geen waarborg voor de kwaliteit van de zorg. Bij dit aanbod van particulieren bestaat het risico dat mensen een opvang voor jongeren beginnen om daar financieel beter van te worden. Inmiddels is er een protocol opgesteld waarin is afgesproken dat in de jeugdzorg alleen kinderen bij particuliere instellingen geplaatst kunnen worden als er een overeenkomst voor onderaannemerschap is gesloten met een erkende jeugdzorgaanbieder. Hiermee is de kwaliteit van de zorg gegarandeerd.
Als tweede zorgpunt noemt u het tekort aan pleeggezinnen met een Moslim achtergrond. Dit punt staat op dit moment volop in de aandacht. Mogelijk leidt alle aandacht in de media er toe dat er meer aanmeldingen komen van pleeggezinnen met deze achtergrond. In het toezicht dat de Inspectie Jeugdzorg uitvoert, krijgt zowel de screening van pleeggezinnen (is het gezin geschikt) als de matching (past het kind in het gezin) de nodige aandacht. Uit onderzoek is gebleken dat bij het slagen van een pleeggezinplaatsing een rol speelt of de biologische ouders van het kind kunnen accepteren dat het kind in een pleeggezin opgroeit. Welke criteria ouders belangrijk vinden voor een pleeggezin verschilt per gezin en dient daarom zoveel mogelijk maatwerk te zijn.
Ik verwacht u hiermee voldoende informatie te hebben gegeven.
Met vriendelijke groet,
Inspectie jeugdzorg - home
Informatie van de Inspectie jeugdzorg
|
Redactie Jeugdzorg Dark horse: op 22 maart 2013 stond er een interview in het Parool (Hilhorst geeft buurt budget jeugdzorg) met Pieter Hilhorst (wethouder Jeugd, Amsterdam). Hierin noemde hij de bedragen voor een UHP - Uithuisplaatsing en een verblijf in een residentiële setting. "Uithuisplaatsingen kosten 30.000 per jaar, residentiële zorg €80.000 per jaar."
PARDON?????????Lees ik dat bedrag goed? En waar gaat dat geld naar toe dan?
BeantwoordenVerwijderenHOERA! Er is een PROTOCOL voor particuliere aanbieders. NU komt ALLES goed, maar niet heus.
BeantwoordenVerwijderenKosten:
Uit het Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2013 van de provincie Drenthe blijkt dat voor 101 kinderen in de pleegzorg ruim 27 miljoen is gereserveerd. Dat is per kind ~ €27.000.
Een OTS levert per kind ongeveer €8.000 op.
De voogdijvergoeding is ongeveer €5.000.
Bedenk dat deze bedragen niet zelden samenvallen: kind uhp + ots/voogdij = kassa Bjz!
Dan krijgt de pleegouder nog per maand/dag pleegvergoeding (2013):
0 t/m 8 jaar € 516 / 16,90
9 t/m 11 jaar € 522 / 17,10
12 t/m 15 jaar € 568 / 18,62
16 t/m 17 jaar € 628 / 20,58
18 jaar en ouder € 634 / 20,79
De toeslag voor extra kosten bedraagt maximaal € 3,38 per dag.
Dus de overheid betaalt jaarlijks nog ~ €5.500 per uhp-kind en maximaal ~ €1000 voor 'extra' kosten aan de pleegouders.
En gezien de klachten is het toch niet mogelijk om het contact met de eigen ouders te onderhouden, laat staan te stimuleren ... ?
Een pleegkind kost dus de overheid €35.000 - €40.000 per jaar.
Als je nu elke psycholoog/orthopedagoog vraagt een pleegkind op te voeden, en je laat de onnodige uhp's achterwege (Zeeland - 75%!), dan hebben die psychologen een normaal inkomen, de kinderen fatsoenlijke begeleiding, en je kan het hele kinderbeschadigende uhp circus via Bjz opheffen :-P
- Ook wordt er een onderzoek vermeld:
BeantwoordenVerwijderen"Uit onderzoek is gebleken dat bij het slagen van een pleeggezinplaatsing een rol speelt of de biologische ouders van het kind kunnen accepteren dat het kind in een pleeggezin opgroeit". -Zonder verwijzing naar het onderzoek?
Vele onderzoeken zijn gebaseerd op de meningen en speculatiegegevens vanuit BJZ zelf (of sturende vraagstelling, beperkend), en niet diagnostisch vastgesteld, niet met onderzoeksvragen waarmee de ouders en een onafhankelijk diagnost mee ingestemd zouden hebben.
Dit heet dus slodderwetenschappelijke onderzoeken, onderzoeken binnen de invloed van BJZ zelf. Niet diagnostisch buiten BJZ om getoetst.
https://www.youtube.com/watch?v=ymwV2AqLBBE
Het is uiteraard van belang voor het kind om onder degelijke therapeutische begeleiding vaak contact te hebben met de vertrouwde omgeving. Dat gebeurt zelden, dus wordt het kind weggehouden van ouders op een wen-uurtje per te lange tijd na, en dan lijkt het goed te gaan wanneer die ouders niet klagen, niet procederen, ja en amen zeggen. Mooi 'onderzoek'!
Een gezinsvoogd is geen therapeut, is geen diagnost, is geen daadwerkelijke hulpverlener, maar is een case-manager als het goed is, naar BW1:257 (en IVRK 24, en EVRM 6 en 8, etc.).
Dat wil de inspectie niet inzien. Dat kan de inspectie niet zien zonder de meldingen van 'buiten' werkelijk serieus te nemen.
En, neen, de brief is geen 'voldoende informatie'. Het is een afleider.
Laten we nou eens een beetje eerlijk en reëel zijn..
BeantwoordenVerwijderenHad u een ander antwoord verwacht van een instantie als de Inspectie Jeugdzorg. Ook deze club is een onderdeel van het systeem en gaat haar systeemgenoten echt niet afvallen.
Voor de vorm krijgt de schrijver een briefje terug..dat is al heel wat..dat men nog de moeite neemt om een ongeruste burger 'gerust' te stellen. Het standaard-commentaar had zo'n beetje iedereen kunnen bedenken.
Maar, mensen wees nou verstandig, zo'n club als Inspectie Jeugdzorg neem je toch niet serieus, ook al omdat de inspectie zelf door de politiek gepasseerd wordt door inspectie-onderzoek door de Kinderombudsman uit te laten voeren.
Als de politiek de inspectie al niet serieus neemt, dan zijn we toch geen knip voor de neus waard, als wij dat wel doen.
Opa
Ja, de eerste keer krijg je een brief terug.
VerwijderenKom je in een volgende brief met meer informatie en scherpe (en onderbouwde) vragen, dan kan er of een truckje uit de bus komen, of je hoort niets meer, of je krijgt een brief dat alle antwoorden reeds zijn gegeven (zo toekomstgericht is de Ijz wel).
Maar verder diep ingaan op onderbouwde meldingen is niet gebruikelijk bij de Ijz. Men is ook daar allergisch voor meer diagnostisch bezien hoe BJZ aan werkgelegenheid komt, zonder diagnostiek, ook al wenst het gezin dat!
Vele delen van deze inspectietekst ken ik. Een standaard antwoord uit de pc. Het is afschuivend en bagatelliserend:
BeantwoordenVerwijderen- "De inspectie neemt uw signalen serieus..." maar jaar na jaar blijkt dat de inspectie het werkelijke knelpunt niet (h)erkent en er niets aan doet: >diagnostische waarheidsvinding, voordat er ook maar een mandaat afgegeven mag worden<.
Of snelle terugplaatsing binnen 3 maanden, zeker wanneer BJZ daarin geen integrale diagnose heeft laten stellen, waarbij de ouders ingestemd hebben met de onderzoeksvragen, die vaak vanuit BJZ nogal beperkend en sturend blijken te zijn tot eigen werkgelegenheid.
Jaarlijkse verlengingsonderzoeken dienen met diagnostisch rapport (geen 'expertiserapport': van eigen maaksel of gegevens) en een rapport van de deskundig therapeut gepaard te gaan, of er dient automatisch terugplaatsing plaats te vinden.
- "De rechter toetst en beslist...." over.. het mandaat, niet over het echt en op welke gronden en op beoogd doel van de daadwerkelijk uithuisplaatsing, en hoe deze UHP dan zou moeten werken in de psyche. En hij beslist met de suggesties en aandikkingen vanuit BJZ, dus volkomen speculatief en ondeskundig, en dat kan wel eens goed uitpakken, en dat wordt dan een mooi p.r.-verhaal voor BJZ.
Dat het vaker mis gaat, wordt niet onderzocht. Verzwegen, ook door de inspectie.
- "De inspectie controleert...." nauwelijks, want de inspectie beziet niet de gehele dossiers omdat BJZ selecteert aan te geven informatie. Dat wat ouders geven, wordt teruggestuurd omdat de inspectie "niet ingaat op individuele gevallen", of wordt weggelegd in de onderste la. Zo is de door BJZ verstrekte informatie de basis voor de inspectie, en die basis is wankel.
- Wanneer BJZ geen beloning krijgt voor effectieve hulp (thuis), die groter is dan bij een UHP, zal effectieve hulp geven niet de stimulans zijn doch UHP en OTS-mandaten. Daarbij hoeft niet gedacht te worden aan daarin effectieve, passende therapeutische hulp, maar het 'in eigen beheer houden' van BJZ van het object. Het kind verwordt tot een juridisch obstakel dat weggewerkt moet worden in pleegsettingen. Meting aan effectiviteit (evidence-based) wordt niet gedaan!
- "Met een overeenkomst is er garantie..." zonder controle op diagnostische waarheidsvinding en therapeutische inzet mede met nul- en tussen-metingen door een diagnost, is geen garantie, maar is dit een dooddoener. Een sussen van de melders.
"Meer pleeggezinnen..." is niet nodig wanneer er echt geïnspecteerd zou worden op evidence-based zorgverlening, ook voordat een mandaat als maatregel afgegeven wordt:
BeantwoordenVerwijderenEr zijn reeds te veel uithuisplaatsingen, waarvan er vele opgeheven kunnen worden (terugplaatsen van kinderen en thuis effectievere hulp verstrekken), zodat er plaats vrijkomt voor echte gevallen (dan ontstaat er keuze van gezindheid).
Echte gevallen zijn gevallen waar de bedreiger niet weggeplaatst kan worden uit de omgeving van het kind (ondanks dat bedreigen van een kind strafbaar is). Echte gevallen zijn waar degelijke diagnostische waarheidsvinding geen betere oplossing kon bieden dan therapeutische plaatsing in pleegsetting.
Echte gevallen zijn die gevallen tussen die 28% van de OTS-sen die wel een verbetering na 2 jaar aangaven.
De inspectie zou wakker moeten worden bij vaker voorkomende resultaten van omstreeks 75% niet-effectieve hulp door mandaten aan BJZ te geven.
Zorg moet veel korter dan (half-)jaarlijkse verleningen van zgn. beschermingsmaatregelen, zeker waar diagnostiek ontbreekt.
- "Ouders moeten in de sfeer van bemoeizicht en betutteling van bJZ accepteren dat het kind in een pleegsetting opgroeit"... zonder diagnostisch onderzoek, zonder degelijke psychomedische onderbouwing??..... Dat is een cliché van jewelste. Een dooddoener die alles afdekt wat krom is.
Thuis hulp geven en de bedreiging wegnemen is effectiever en uiteindelijk minder schadelijk aan het kind.
De inspectie laat zo dus weten nog steeds niets te begrijpen.
En laten de financiële stimulans voortbestaan.
Het erkennen dat pleegplaatsingen met een tekort aan pleeggezinnen dus tot niet-passende noodplaatsingen leidt, ontbreekt in deze. '"Alles is goed" als BJZ 't doet.' Een slogan!
Diagnostische waarheidsvinding, bewijzen, uitleggen, onderbouwen met medische kennis, ontbreekt. Jeugdzorgwerkers zijn geen diagnosten!
## De instellingen waar kinderen in het kader van jeugdzorg worden opgevangen – de jeugdzorgaanbieders – worden gefinancierd door de provincie. ##
BeantwoordenVerwijderenMooi zeg! Hebben wij al die maanden het LBIO betaald terwijl men nu aangeeft dat de provincie dat dient te vergoeden. Daarbij houd de gemeente het uitgekeerde (door ouder in bijstand) bedrag aan het LBIO in! Je blijft maar betalen en verliezen draaien door die klootzakken! Ik heb dus het volste recht om al dat geld plus extra's terug te vorderen.
Vervolgens zeggen zij; "Deze instellingen staan onder toezicht van de Inspectie Jeugdzorg. Ik wil weten welke Instellingen in NL onder toezicht staan van de Insp. Jz. "Deze jeugdzorgaanbieders krijgen een vaste vergoeding voor het aantal ‘bedden’ dat zij hebben." Dus alleen als het kind op één van hun bedden slaapt krijgt de instelling een vergoeding of zie ik dat niet goed? Slaapt een kind niet in een bed als ze uit huis geplaatst zijn?
Geld voor beslapen bedden... dus daarom wordt er te weinig en kwalitatief lage therapeutische hulp ingezet in instellingen waar die kinderen 'behandeld' zouden moeten worden:
Verwijderen90% bleek nauwelijks een behandelaar gezien te hebben en ging het na afloop van de gUHP slecht mee.
Dat is nog eens iets om trots op te zijn als jeugdzorgwerker; o nee, dan is het kind 18+ en valt toch niet meer onder verantwoordelijkheid van jeugdzorg, dus daar kijk je als jeugdzorgwerker of gezinsvoogd gewoon niet naar.
90% faalt door verkeerde financiele sitmuli aan jeugdzorgers.
Maar de Ijz lijkt de onafhankelijke onderzoeken van wetenschappers niet te kunnen inpassen in de praktijk, dus worden brieven met meldingen over misstanden met misten en afleiden beantwoord.
Door die beslapen bedden heeft mijn kind verschoven ruggewervels opgelopen. Hij liep ook ietwat krom daardoor. In de groei (mannen in de famillie boven 1.85m) en destijds in de instelling ook aangekomen door onrust, angst en stress veroorzaakt door de rechters, BJZ en de Instellingspsycholoog meneer Konijn (nickname). Er werd niet geluisterd naar ouders, ze zeiden dat mijn kind te dik was. Nu thuis, na onderzoek huisarts fysiotherapie.
VerwijderenInderdaad, echte deskundigen wezen BJZ op feiten maar daar wilde meneer Konijn en BJZ niets van afweten, laat staan dat de Ijz dat ook zal doen of de Konijnen in Den Haag.
Een brandende vraag hier nu is, welke informatie heeft BJZ aan wie moeten verschaffen over zo`n MUHP. Dat konijn ken ik en die man kan beter garnalen gaan pellen. Maar je hebt ook nog haviken, die zuigen je verder uit, zoals zgn juridische mensen welke gehuisvest zijn in de gemeenten. Je vraagt ze hulp en laten je aan je lot over. Reageren niet op je mails. Roepen je dan op het matje of je even kan terugbetalen wat je te veel hebt ontvangen. Overigens, volgens de gemeente is iemand die uit huis geplaatst is "ouderloos". Je wordt gezien als alleenstaande en niet als alleenstaande ouder. Alle zorg blijft bij ouders en toch wordt zo`n kind gezien als "ouderloos". Kortom je wordt een slachtoffer van de altijd durende bureaucratie in Nederland. Je wordt dubbel gepakt. Anderen vangen maar.
BeantwoordenVerwijderen