Pagina's

vrijdag 26 oktober 2012

Eenmaal in de molen van Jeugdzorg....





            Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

11 opmerkingen:

  1. Prof. Doek gaf telefonisch advies aan mijn ex; 'als de ots voor een jaar is dan is dat zo. U kunt in HB en kijken wat daar uitkomt, maar eenmaal een jaar is een jaar en daarna dient het vernietigd te worden. Er komt geen verlenging als ouders willen stoppen. Daar is al 3 jaar niets van gekomen. Kinder -rechters zijn helaas niet als u mr. Doek.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja, en zo gaat het anno 2012 nog steeds omdat er bij de Rechtspraak hele horden volslagen imbecielen rondlopen die 'gewoon' doen wat ándere imbecielen bij de Rechtspraak vóór hen al deden ..

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Diagnostische rapporten van beëdigde diagnosten worden weggeschoven door onbeëdigde en lager-opgeleide sociaal werksters van BJZ, dat heten 'jeugdzorgwerkers'. Het team van BJZ is blind, en zag de cliënt niet! Dat is geen diagnostische waarheidsvinding!
    Dat is schadelijk !!!
    Wat zeggen wetenschappers? - Weg van RvdK en BJZ, die de info aangeeft aan de RvdK! Praat er niet mee; geen woord!!!
    Family-live is een recht op biologische ouders kennen en er bij leven.
    Een UHP is bedoeld als uiterste maatregel, maar is geen therapie en te vaak met smoesjes gebezigd.

    BJZ behoort de casemanager te zijn voor het optimum voor het kind bij z'n ouders, waar er echte problemen echt waren. Voor BJZ zijn kinderen als vlees. Sleuren en pleuren, maar.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Is de brandbrief te vinden op http://www.peterprinsen.nl/HERZIENINGOTS.Brandbrief.htm ?

    Kinderen hebben op den duur de behoefte de ouders te kennen. Niet van foto of van bezoek van minder dan een dagdeel per week. Maar door duurzaam contact. Het niet kennen kan psychische problemen geven (identiteitsontwikkelingsfase wordt verstoord).

    Het tegenwerken van dit 'kennen' door gezinsvoogdij is schadelijk, onevenredig, vaak overtrokken met smoesjes om af te dekken.
    Dat mogen we 'institutionele kindermishandeling' noemen. Nu de rechters nog laten inzien; ze zijn geen pedagogen.

    Dit soort kindermishandeling door BJZ zal straks mogelijk 'gecertificeerde kindermishandeling' mogen gaan heten, want BJZ gaat op in 'gecertificeerde instellingen' die hun certificaat krijgen van een soort 'opper'- gecertificeerde instelling met een onwelriekend luchtje van BJZ; zodat de slager weer z'n eigen werkgelegenheidsvlees mag gaan keuren: lekker veel kinderen onnodig en niet onderzocht het huis uit gepleurd (UHP).

    De dossiers worden met smoesjes en insinuaties lekker dik gemaakt door BJZ zodat de rechter geen tijd wil verdoen met uitpluizen of er wel een echte reden is om dit een kind blijvend aan te doen.

    Neen, de rechter verschuilt zich achter onjuist geïnterpreteerd 'family-life', dat pas na 5 jaar in pleegsituaties echt zou gaan werken, maar de rechter hanteert slechts 1 à 2 jaar, en dan al het kind onomkeerbaar en onjuist duurzaam weg van ouders. Dat is onpedagogisch maar door rechters als 'goed' bevonden, gemakshalve.
    Dat is dus een vorm van kindermishandeling, waar de smoesjes van BJZ/gi als voor waar en alles omvattend worden beschouwd.

    Er wordt dus door deze beroepsgroep Jeugdzorgwerkers en juristen aan een vorm van kindermishandeling gedaan, het niet-integraal bezien wat het belang van het kind in zijn geheel is, ook op termijn.

    Weten sociaal werkers echt wat beter is voor een kind, als ze het kind slechts even hebben gezien en niet hebben laten diagnosticeren door een specialist??? Vertrouwen op insinuaties is niet degelijk!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Inspectie haalt kinderen uit jeugdopvang
    2 juli 2009
    UTRECHT - De inspectie voor de Jeugdzorg eist het vertrek van ongeveer twintig kinderen bij de instelling voor jeugdopvang Back tot Basics in Hilversum en de Stichting Kind in Langenboom (gemeente Mill en Sint Hubert, Noord-Brabant). De inspectie heeft dat donderdag bekendgemaakt.

    Volgens de inspectie was de zorg er zeer onder de maat en kon de veiligheid van de kinderen niet worden gegarandeerd.
    Zo ontbrak het volgens de woordvoerder aan goede, psychische begeleiding van de pupillen. De inspectie kwam de misstanden op het spoor na tips. In mei en juni hebben inspecteurs onaangekondigd controles uitgevoerd.

    Volgens de MO-groep, de koepelorganisatie van instellingen voor de jeugdzorg, worden de kinderen uit Langenboom donderdag nog elders ondergebracht. De kinderen uit Hilversum worden zo snel mogelijk naar andere instellingen overgeplaatst.
    Crisisplaatsingen
    Het gaat volgens een woordvoerder om kinderen en jongeren in de leeftijd van nul tot ongeveer zeventien jaar. Ze zijn in de instellingen terechtgekomen via crisisplaatsingen.
    Door omstandigheden konden de kinderen niet langer thuis blijven wonen. In afwachting van een plaats in de reguliere jeugdzorg kwamen ze bij de twee particuliere instellingen terecht.
    Sommige van de kinderen verbleven al bijna twee jaar in de particuliere tehuizen.
    Veilig
    De inspectie verwijt de jeugdzorginstellingen die de kinderen hebben doorgeplaatst, niet goed te hebben gecontroleerd of de tijdelijke opvang veilig genoeg was en de kinderen er goede verzorging en begeleiding kregen.
    Het gaat, volgens de inspectie, onder meer om de Bureaus Jeugdzorg Venray, Utrecht-Noord, Veenendaal, Rotterdam en Nieuwegein. Ook de William Schrikker Groep, die actief is in heel Nederland, heeft kinderen naar de twee instellingen gestuurd.
    Eisen
    De inspectie eist van de provincies, die over de jeugdzorg gaan, dat ze de Bureaus Jeugdzorg en andere instellingen dwingen kinderen en jongeren voortaan alleen in instellingen plaatsen die aan alle eisen voldoen.

    (Wie durft nog van 'incidenten' te spreken?)

    BeantwoordenVerwijderen
  6. ‘Rechter kiest te vaak kant jeugdzorg’
    Van onze verslaggeefsters Aimée Kiene, Ianthe Sahadat
    gepubliceerd op 05 december 2008 02:45, bijgewerkt op 5 december 2008 07:32
    ROTTERDAM - Met de moeder van Julio (3) gaat het niet goed. Ze is alleenstaand, heeft geen opleiding, geen werk, hoge schulden. Haar zoontje staat daarom onder toezicht van een gezinsvoogd van jeugdzorg.
    Als die gezinsvoogd bij een huisbezoek een nieuwe mobiele telefoon aantreft, slaat hij alarm. De hulpverlener rapporteert: moeder geeft geld uit, waarvan zij eigenlijk eten voor haar kind moet kopen. Kort daarna wordt Julio onder politiebegeleiding van de crèche geplukt en naar een pleeggezin gebracht. Zijn moeder weet van niks en mag hem de eerste tijd niet bezoeken.
    Deze vorm van ‘spoeduithuisplaatsingen’ komt steeds vaker voor, merken jeugdrechtadvocaten. Dat is een slechte zaak, vindt Amanda de Nijs, een van de twaalf advocaten die vandaag een brandbrief sturen aan de Rotterdamse rechtbank. Zij noemt de zaak van Julio een treffend voorbeeld.
    ‘Bij een spoeduithuisplaatsing wordt het kind eerst weggehaald, pas twee weken later hoort de kinderrechter alle partijen. Ons valt op dat de kinderrechter dan in bijna alle gevallen de kant van jeugdzorg kiest, ook wanneer wij vinden dat de hulpverlener te snel voor dit extreme middel heeft gekozen. Terwijl een rechter een onafhankelijk oordeel zou moeten vellen, waarbij hij het belang van het kind voorop stelt.’
    Bovendien leert de ervaring dat rechters niet snel geneigd zijn de uithuisplaatsing terug te draaien, om nog meer onrust te voorkomen, zegt De Nijs. ‘De vraag of het kind überhaupt uit huis had moeten worden gehaald, wordt dan overgeslagen. Als advocaat van de minderjarige sta je machteloos.’
    De Nijs benadrukt dat kinderen die mishandeld worden of slachtoffer zijn van incest uiteraard beter af zijn in een pleeggezin of instelling. ‘Maar in sommige andere gevallen is dat de vraag. Een uithuisplaatsing is een traumatische ervaring. Natuurlijk heeft de moeder van Julio hulp nodig, maar waarom kiest jeugdzorg voor zo’n extreme maatregel en niet voor ondersteuning aan huis?’
    De advocaten die de brandbrief opstelden, hebben jarenlange ervaring met jeugdrechtzaken. Ze zeggen een duidelijke kentering waar te nemen, sinds de zaak van het overleden meisje Savanna, dat vermoord werd door haar moeder en stiefvader in 2004. ‘We zien dat jeugdzorg kinderen sneller bij de ouders weghaalt om zulke drama’s te voorkomen. Ze zijn bang om fouten te maken. En dat geldt ook voor de rechters.’
    Verder zetten de advocaten vraagtekens bij de professionaliteit van de jeugdzorgsector. Hoewel ze ook bekwame hulpverleners treffen, valt op dat veel gezinsvoogden nauwelijks contact hebben met kinderen en hun ouders. Soms zien hulpverleners hen pas voor het eerst op de zitting. Ook worden dossiers niet of te laat naar de advocaten gestuurd.
    Advocaat De Nijs: ‘Gezinsvoogden klagen over hoge werkdruk, maar ons lukt het toch ook om de ouders en kinderen uitgebreid te spreken? En wij hebben even zo veel zaken onder onze hoede.’
    Nijs beschrijft de zitting over de uithuisplaatsing van de Rotterdamse Julio. Een familielid vertelt dat de mobiele telefoon van hem is en niet een aanschaf van de moeder. De buurvrouw zegt dat zij soms voor eten voor Julio zorgt als dat nodig is. Iedereen, inclusief de gezinsvoogd, zegt dat de moeder veel liefde heeft voor haar kind.
    De gezinsvoogd werpt tegen dat Julio druk is en veel huilt. Daarom wil de voogd eerst laten onderzoeken of de moeder wel voor haar kind kan zorgen. Hierop besluit de rechter tot verlenging van de uithuisplaatsing. Inmiddels, 9 maanden later, zit Julio nog steeds in een crisispleeggezin. Zijn moeder ziet hij maar eens in de zes weken, een uurtje.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. ‘Rechters plaatsen kind te snel uit huis’
    Van onze verslaggeefsters Aimée Kiene, Ianthe Sahadat
    gepubliceerd op 05 december 2008
    Amsterdam - Kinderrechters plaatsen te snel en te vaak kinderen uit huis. Zij volgen in bijna alle gevallen klakkeloos het advies op van jeugdzorg om een kind bij ouders weg te halen en vellen zo geen onafhankelijk oordeel in het belang van het kind.
    Dat schrijven twaalf jeugdrechtadvocaten vandaag in een brandbrief aan de Rotterdamse rechtbank. De kritiek wordt landelijk gedeeld, aldus de Amsterdamse advocaat Johanna Muller van de Nederlandse Vereniging van Jeugdrecht Advocaten (NVJA).
    Muller: ‘Sinds de zaak van het vermoorde meisje Savanna zijn hulpverleners erg voorzichtig geworden. Ze kiezen veel sneller voor een uithuisplaatsing. We merken dat de kinderrechter dat advies bijna altijd opvolgt.’
    De Rotterdamse advocaten maken zich ‘grote zorgen’, schrijven zij de rechtbank. ‘Uithuisplaatsing is geen ultimum remedium meer, maar een voorbehoedsmiddel (...) soms wordt uit het oog verloren dat kinderen in principe het beste af zijn bij hun eigen ouders.’
    De kritiek richt zich met name op de zogenoemde spoeduithuisplaatsing, waarbij het kind eerst uit het gezin word gehaald en de zitting pas achteraf plaatsvindt. De uithuisplaatsing wordt zelden teruggedraaid.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. "Spoed-uithuisplaatsingen" zonder een terugplaatsingbeleid op diagnostiek geënt, geen diagnostieke waarheidsvinding.
      Wel vele smoesjes om de rechter te bespelen een verlening te verkrijgen ten koste van de psyche van het kind.
      Zonder oog voor latere ontwikkelingsfasen van het kind.

      Verwijderen
  8. Hoe vind je deze:

    Ik sprak toevallig een van de informanten uit een raadsonderzoek van 2010.

    In het raadsrapport staat dat met de informant is gesproken, allerlei informatie, en dat toestemming is verleend.

    Nu blijkt dat alleen het AMK met de informant heeft gesproken, dat er geen toestemming is verleend, o.a. wegens het onjuist weergeven van verstrekte informatie, en dat dus de raad de rechtbank kennelijk opzettelijk onjuist heeft geïnformeerd ..

    En dat is nu een orgaan van de overheid??

    BeantwoordenVerwijderen