Pagina's

vrijdag 11 mei 2012

Succesvolle wijziging AMK rapport onder Wet Bescherming Persoonsgegevens

http://dirkzwagerieit.nl/2012/05/11/verslag-jeugdzorg-aangepast-op-basis-correctierecht-privacyrecht/

http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BW4266

Een man heeft met succes met een beroep op het recht van correctie uit de wet bescherming persoonsgegevens een passage uit een verslag van Bureau Jeugdzorg weten te laten verwijderen, zo blijkt uit een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 12 april 2012

Onderzoek naar mogelijk misbruik; geen enkel bewijs

De uitspraak gaat over het volgende. Het advies en meldpunt kindermishandeling (AMK) heeft naar aanleiding van een melding onderzoek gepleegd naar een vermoeden van seksueel grensoverschrijdend gedrag van een man ten opzichte van zijn drie kinderen. De melding was destijds gedaan door de ex-vriendin van de man. In het onderzoek kon het vermoeden van seksueel misbruik niet worden bevestigd. Ook heeft het AMK geen aangifte gedaan van (een vermoeden van) seksueel misbruik bij politie of justitie.

Desondanks suggestieve vermelding in rapport Jeugdzorg

Ondanks dat er in feite geen enkele aanwijzing is voor het seksuele misbruik, komt er in het onderzoeksverslag van 25 november 2010 van het AMK de volgende passage te staan:
Uit onderzoek vanuit het AMK kan het vermoeden van seksueel misbruik niet bevestigd, maar ook niet uitgesloten worden
De man is het (begrijpelijkerwijs) niet eens met deze tekstpassage in het verslag. Een dergelijke passage kan immers een eigen leven gaan leiden. Het is ook gebleken dat dit feitelijk is gebeurd, want de man heeft in diverse rechterlijke procedures deze tekstpassage al tegengeworpen gekregen.

Klacht bij Jeugdzorg afgewezen; aanbeveling andere werkwijze

Hij heeft hierover bij de klachtencommissie van Bureau Jeugdzorg een klacht ingediend, maar deze klacht is door het Bureau ongegrond verklaard. Niettemin heeft de klachtencommissie ook het volgende overwogen:
Gezien de impact voor betrokkene geeft de Klachtencommissie BJZNH in overweging om in de toekomst in vergelijkbare gevallen, een neutrale formulering voor de conclusie te gebruiken, waaruit blijkt dat de conclusie is gebaseerd op de op dat moment ter beschikking staande gegevens.
Bureau Jeugdzorg weigert aanpassing tekst en standaard werkwijze

Naar aanleiding van deze aanbeveling heeft Bureau Jeugdzorg later een brief gestuurd aan de man, waarin het Bureau aangeeft dat er geen mogelijkheden voor een andere formulering zouden zijn omdat de formulering is gebaseerd op een landelijk geüniformeerde geprotocolleerde werkwijze. In de betreffende protocollen komt volgens de advocaat van de man echter helemaal  geen verplichting voor dergelijke zinnen te gebruiken. Bureau Jeugdzorg blijft echter bij haar standpunt en weigert de gewraakte zinnen te verwijderen.

Rechtbank wijst verzoek man tot aanpassing tekst toe

Daarop dient de man een verzoekschrift in bij de rechtbank Amsterdam om, met een beroep op het correctierecht uit de WBP (artikel 36 WBP), Jeugdzorg te bevelen alsnog die passages te laten verwijderden uit het verslag. De rechtbank overweegt, kort samengevat, dat het belang van de man om de betreffende zinnen verwijderd te krijgen groter is dan het belang van Bureau Jeugdzorg om deze te handhaven. De volledige motivering van de rechtbank luidt als volgt:
De rechtbank oordeelt als volgt. De bezwaren van [verzoeker] richten zich niet op de inhoud van het onderzoeksverslag, maar slechts op de zinnen a) dat het vermoeden van seksueel misbruik niet kan worden bevestigd, maar ook niet uitgesloten, en b) dat er indien nodig een verlengd onderzoek moet komen. Deze zinnen hebben inmiddels aanvulling/nuancering nodig omdat geen verlengd onderzoek heeft plaatsgevonden, en nadien, vanaf januari 2011, geen nieuwe signalen zijn ontvangen die duiden op seksueel misbruik of seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast is van belang dat de inhoud van het onderzoeksverslag ook zonder de gewraakte zinnen voldoende recht doet aan het belang van BJZNH. De onderzoeksgegevens waarop de zinnen a) en b) zijn gebaseerd zijn immers uitgebreid in het verslag beschreven, en kunnen bij een eventuele nieuwe melding of nieuwe signalen worden geraadpleegd mocht dat nodig zijn.
Daar staat tegenover dat de gewraakte zinnen thans de mogelijkheid open laten dat sprake is van seksueel misbruik, terwijl dit na uitvoerig onderzoek door het AMK niet is komen vast te staan en er overigens na afronding van het onderzoek geen signalen van seksueel misbruik meer zijn binnengekomen bij BJZNH. Dit alles is zeer belastend voor [verzoeker] omdat de voornoemde opmerkingen een eigen leven kunnen gaan leiden zoals ook is gebleken. [verzoeker] is in verschillende gerechtelijke procedures tussen hem en de moeder van de kinderen met het rapport geconfronteerd en dit kan voor de toekomst niet worden uitgesloten.  
Bureau Jeugdzorg wordt dan ook veroordeeld om de gewraakte tekstpassages uit de verslagen te verwijderen, op straffe van een dwangsom van € 500,– per dag met maximum van € 10.000,–. Ook wordt Bureau Jeugdzorg veroordeeld in vergoeding van de proceskosten van de man.

Slotopmerkingen

De beschikking geeft een, hoewel feitelijk heel schrijnend, juridisch interessant voorbeeld van toepassing van het correctierecht uit de Wbp. De rechtbank weegt de belangen van de verschillende betrokkenen en overweegt, conform de systematiek van de WBP, dat voor de verwerking van bepaalde persoongegevens (de gewraakte zinnen) geen juridische grondslag is. Deze zinnen mogen dan ook niet langer worden verwerkt door Bureau Jeugdzorg. Schrijnend is overigens wel dat het rapport met de gewraakte zinnen ondertussen anderhalf jaar oud is en er ongetwijfeld de nodige kopieen van zullen circuleren. Deze beschikking ziet niet op de kopieen van het rapport die in handen zijn gevallen van derden (zoals de ex-vriendin). De vraag is dan ook in hoeverre met deze beschikking wordt voorkomen dat de (valse) beschuldigingen omtrent vermeend seksueel misbruik de man nog lang worden nagedragen.

Opvallend is overigens dat deze rechtbank wat soepeler met de termijnen uit de Wbp lijkt om te springen dan de rechtbank Utrecht in een beschikking van 21 december 2011. De rechtbank Amsterdam toetst namelijk niet of het verzoekschrift is ingediend binnen zes weken na ontvangst van het antwoord op het eerste verzoek om de gegevens aan te passen, maar toetst of het verzoekschrift is ingediend binnen zes weken na ontvangst van het antwoord op het tweede verzoek om de gegevens aan te passen. Dit terwijl in de eerdergenoemde beschikking van de rechtbank Utrecht juist werd gerekend met de eerste termijn.

Verder valt op dat het correctierecht zelfstandig kan worden uitgeoefend en dat hiervoor niet eerst – zoals naar de letter van de wet wel is vereist – een beroep op het inzagerecht van artikel 35 WBP hoeft te worden gedaan. Overigens komt dat wel in meer uitspaken voor en lijkt een dergelijke toepassing van de wet ook aan te sluiten bij de achterliggende ratio van het privacyrecht.

http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BW4266


             Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
C http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html

4 opmerkingen:

  1. Dus: LJN BW4266.
    En let op dat zinnen ook tot de "persoonlijke gegevens" horen volgens de rechter, want BJZ wil wel eens vaak anders suggereren: afschuiven is hun vak, kennelijk.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nou zo ken ik nog een vreselijke zaak. Die druipt van valse verklaringen door een borderlinemoeder die er sinds 2000 vandoor is met mijn kind.
    Heb aangifte gedaan van eerste verweerschrift van de dame al in 2000 en niemand deed wat aan Valsheid in Geschrifte.
    Later zal ik wellicht wat meer tikken over de zaak...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Jammer dat de "aanstichter" van dit onheil niet mee mag betalen, een 2e keer zou ze misschien even langer nadenken met haar zieke geest.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dit is inderdaad een heel goed vonnis dat de arrogantie van AMK/ BJZ (het AMK is een onderdeel van BJZ, ook al schreef AMK-Rotterdam laatst dat zij met BJZ niets te maken hadden, maar dat schreven ze wél op BJZ-briefpapier!)

    In het vonnis: http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BW4266

    is de rechter zo aardig om ook de procedure aan te geven die gevoerd is.
    Heel aardig is dat hier dus NIET de WOB gebruikt is, maar de WbP en de AwB... precies zoals ik ook al schreef op mijn eigen 'link' (blz 28) en op diverse andere sites... Sommigen propageren nog steeds de WOB voor inzage/ correctie van dossiers....maar de rechter geeft mij gelijk!
    Let wel: hier is een advocaat geweest die de vader bijstond, deze procedure kán ook geheel zonder advocaat als men de weg bewandelt van: verzoek aan de instantie (dus de Stichting BJZ / LdH J&R/ WSJ/ SGJ) en dan bij afwijzing daarvan kan men, zonder advocaat, een beroepsschrift schrijven aan de bestuursrechter (in jeugdzorg-zaken treedt de kinderrechter op als bestuursrechter!)... en ook gezien het vonnis LJN BT7172 + enige anderen, kan het een leuke bijverdienste zijn als men een beroep doet op de 'Wet dwangsom en beroep'!

    Zie verder mijn 'Nico Mul's link'!

    Als BJZ (etc.) niet uit zich zelf de onjuistheden en leugens uit dossiers verwijdert, laat de rechter het dan doen, dan kunnen ze nog extra betalen ook nog voor hun lariekoek-verhalen en onzin-diagnostiek over ouders en kinderen!
    ('Wie niet horen wil, moet betalen'... naar analogie van een bekende zegswijze!)

    Succes er mee,

    Nico Mul

    BeantwoordenVerwijderen