Pagina's

donderdag 10 oktober 2013

Decentralisatie Jeugdzorg Amsterdam

(Met commentaar van Sven Snijer)  

Artikel,   

31 mei 2013  


Amsterdam gaat dit jaar proefdraaien met de nieuwe inrichting van de jeugdzorg. Pieter Hilhorst, wethouder financiën, onderwijs en jeugdzaken legt uit waarom dit noodzakelijk is. 

Wethouder Hilhorst: ‘Al eerder is het jeugddomein in Amsterdam doorgelicht. Het is duidelijk dat de zorg nu te versnipperd, te duur en te bureaucratisch is. Dit creëert machteloosheid bij cliënten en hulpverleners. Het moet eenvoudiger, dichterbij, meer vanuit de eigen kracht van opvoeders en jeugdigen en met meer vrijheid van professionals.’ 
 

Vier nieuwe zorgvormen  

In het huidige jeugdstelsel is er een indeling naar zorgzwaarte (nulde, eerste, tweede lijn) en naar sectoren,  zoals jeugdgezondheidszorg, opvoed- en opgroeiondersteuning en jeugdzorg. Amsterdam laat dat los en creëert vier zorgvormen:  

Digitaal platform

Waarin voorlichting, advies, en hulp geboden kan worden via de virtuele wereld. Het is een podium voor zelfhulpinitiatieven en voor een presentatie van het zorgaanbod (de zorgmarktplaats). 
 

Ouder- en kindteams en Samen DOEN-teams

De ouder- en kindteams stimuleren de sociale veerkracht van ouders en jeugdigen. Ook geven zij hen voorlichting, advies en hulp in de buurt, wijk en school. De Samen DOEN-teams zijn specifiek voor kwetsbare gezinnen én huishoudens die intensievere begeleiding nodig hebben als gevolg van verminderde zelfredzaamheid.
{Wie bepaalt of een gezin een ‘kwetsbaar’ gezin is?} 

Flexibel aanbod

Aanvullend en kan meer gespecialiseerde ondersteuning bieden. In principe is dit vrij toegankelijk. Voor intensievere zorg is verwijzing van ouder- en kindteams, Samen DOEN-teams of huisarts nodig. 
 

Gespecialiseerde voorzieningen

De gespecialiseerde stedelijke en regionale voorzieningen zijn voorzieningen die zo gespecialiseerd zijn dat ze regionaal of landelijk worden georganiseerd. Dat zijn de jeugdbescherming en reclassering, expertise en behandelcentra, de crisisdienst en de residentiele opvang.
{Dus de expertise komt alleen om de hoek kijken op het niveau van jeugdbescherming (mishandeling), reclassering (criminaliteit) en crisisdienst/residentiële opvang (als het al helemaal mis is gegaan) Wat een fijn idee dat je dan pas hulp kunt ontvangen van een beetje niveau. En alles wat nog niet in crisis is geraakt, mag het doen met amateuristische goede bedoelingen, waarbij ze om een financiële besparing te realiseren de ‘etiketjes’ er gewoon vanaf halen. Zo kunnen kinderen die echt autisme hebben, of een soortgelijke pervasieve ontwikkelingsstoornis, door de Ouder & Kind-teams getreiterd worden onder het mom van een ‘kwetsbaar gezin’ met ‘pedagogisch onmachtige’ ouders. Als vervolgens jeugdzorg dit gezin met haar insinuaties en onderbuikgevoelens steeds dieper in de ellende heeft geholpen en er sprake is van een echte crisis, krijgt de jeugdige alsnog de broodnodige diagnose; in de instelling waar deze dan (uit huis) geplaatst is! 

Ondersteuning dichterbij en meer integraal  

Waarom deze nieuwe indeling? Pieter Hilhorst: ‘Op deze manier doorbreken we de oude schotten en zorgen we ervoor dat ondersteuning aan ouders en hun kinderen dichterbij en integraler geboden wordt. Het is geen keiharde wetenschap maar wij denken dat het dichterbij hulp bieden ons de beste garanties geeft om zoveel mogelijk te ontzorgen en te normaliseren. Ouders en kinderen hebben de ‘etiketjes’ niet meer nodig om steun te krijgen. De professional wordt meer een onderdeel van het sociaal netwerk en zal dus geneigd zijn dat netwerk meer bij de oplossingen te betrekken.’  

Nieuwe taken jeugdprofessional  

Het digitale platform, de ouder- en kindteams en de Samen DOEN-teams vormen samen de basisstructuur van het nieuwe stelsel in de stad. De nieuwe jeugdprofessional moet in staat zijn om te herkennen wat er aan de hand is bij een cliënt en weten wat dichtbij opgelost kan worden en wat naar specialisten verwezen moet worden. Daarnaast zal de nieuwe jeugdprofessional verantwoording moeten leren afleggen over  teveel of te weinig verwijzingen en zich daarmee verantwoordelijk leren voelen voor de budgetbeheersing en het resultaat van de geboden hulp, aldus de wethouder. Hoe beoordeel je dan wat te veel of te weinig is? Hilhorst: ‘Door dat  te monitoren en te benchmarken op verschillen tussen de wijken.’  

Sturing op proces, kwaliteit en bekostiging  

Amsterdam staat dus aan de vooravond van een gigantische omslag die vraagt om strakke sturing op het proces, de kwaliteit en de bekostiging. Hoe gaat Amsterdam dat doen? Pieter Hilhorst: ‘We sturen op verschillende manieren: via de ouder- en kindteams en Samen DOEN-teams. Zij bewaken de kwaliteit van de zorg en stimuleren de sociale veerkracht. Zij sturen in de uitvoering het zorggebruik door problemen klein te houden en de eigen kracht te stimuleren, via de kwaliteits- en budgetregisseurs die gebiedsgericht budgetten bewaken en sturen. {Dit is een mooie: ‘Ze stimuleren de sociale veerkracht’. Dat is in jeugdzorgtermen dat zij bepalen wat er nodig is, op het niveau van goede bedoelingen zonder diagnostisch inzicht, want doorverwijzing willen ze het liefst tot een minimum beperken vanwege de kosten.  

Als alternatief voor echte expertise, gaan ze zich bemoeien met het sociale netwerk van mensen en beoordelen of de ouders wel ‘voldoende’ sociale contacten hebben, of dat de kinderen wel ‘genoeg’ vriendjes en vriendinnetjes hebben en of ze ‘genoeg’ aan na-schoolse sporten doen. (Een balletje trappen met de buurtkinderen staat niet officieel geregistreerd, dus dat telt niet) Deze sociale beoordeling/veroordeling van het gezin, (door de HBO-geschoolde Ouder& Kind-adviseur, waar niemand om gevraagd heeft en die een minder goede vertrouwensband heeft met ouders dan hun eigen huisarts), is een lichter variant op de Amerikaanse ‘koelkastmoeder/ vader’ uit de jaren ’50. (kind met autisme => ‘moeder is niet in staat liefde te geven’)   

De niet-diagnostisch gespecialiseerde O&K-teamwerker gaat beoordelen of u als gezin wel ‘normaal’ bent en of u wel recht heeft op gespecialiseerde hulp. Want het mag niet teveel geld kosten, en misschien heeft uw kind wel helemaal geen kind-eigen problematiek en bent u gewoon ‘sociaal zwak’.   

De O&Kadviseur kan ‘drang’ uitoefenen (dwang in de vorm van chantage) om een gezin met hulp op te zadelen die niet op zijn plaats is en die niet werkt. Dat lijkt sympathiek, want ‘uw eigen netwerk wordt erbij betrokken’. Maar het kan ook andersom gelden; uw netwerk (en wat men daar eventueel aan vindt mankeren) kan gebruikt worden om u te veroordelen, te vernederen en uw gezinsstructuur te bedreigen, zoals we bijvoorbeeld hebben kunnen lezen in de brief van die moeder die met haar kind voor jeugdzorg is gevlucht naar het buitenland. Er stonden ‘te weinig’ geboortekaartjes op de schoorsteenmantel….en dat was verdacht.  http://jeugdzorg-darkhorse-plus.blogspot.nl/2013/05/praktijk-van-jeugdzorg-3.html

De grote vraag bij het Amsterdamse plan blijft natuurlijk, wat er gebeurt als het zorgteam in de wijk vindt dat u sociaal zwak bent, terwijl u zelf een andere mening bent toegedaan? Wat kunt u doen om zich daartegen te verweren? Weerstand wordt door mensen met een jeugdzorgmentaliteit per definitie beschouwd als ‘gevaar voor het kind’, want een probleem in de relatie met de cliënt ligt nooit aan de ‘professional’. Twijfelen aan de professional staat gelijk aan straf (drang). Indien de drang leidt tot een ondertoezichtstelling, kan deze na beëindiging door de rechter nog jaren gerekt worden met een spook-OTS in de vorm van extra in de gaten gehouden worden door het Samen Doen-team.  Welke ouder zal zijn hoofd als eerste in deze sociale strop steken… }   http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2012/01/de-spook-ots.html 

Verdeling budget  

Op dit moment wordt gewerkt aan het ontwikkelen van objectieve indicatoren om het budget per wijk te kunnen verdelen via de stedelijke sturing op beleidskaders. Een centrale beleidsafdeling monitort de resultaten en bewaakt de begroting. En de vierde sturing doen wij via de regionale afspraken over de gespecialiseerde voorzieningen. Een centraal inkoopbureau contracteert of subsidieert alle zorgaanbieders. Op deze manieren houden we centraal de regie op het nieuwe jeugdstelsel. Eén integraal budget vraagt om een andere manier van sturen die niet alleen gericht is op financiën maar ook gericht is op wat de behaalde resultaten zijn.’ 

Aandacht voor cliënten?  

Tijdens de besprekingen van het plan door de commissie jeugd van Amsterdam kwam aan de orde dat er te weinig aandacht is voor cliëntenbelangen en de rol van cliëntenorganisaties. Verrassend, gezien de achtergrond van Hilhorst als ombudsman. Hoe gaat hij dit oplossen? ‘Dit jaar gaan we op verschillende plekken in de stad proefdraaien met de nieuwe inrichting van de jeugdzorg. Bij de beoordeling van deze proeftuinen is de mening van cliënten van groot belang. Het gaat erom dat zij meer vertrouwen krijgen in de aangeboden hulp, zodat ze sneller weer zelf de problemen de baas kunnen. Hun ervaringen zijn dus een directe graadmeter voor het succes van de omslag. Ook mensen die in de jeugdzorg werken, willen we betrekken we bij de transitie  {Dat hoeft niet apart, want de Ouder en Kind-adviseurs zijn al omgeschoolde jeugdzorgmedewerkers, dus van die mentaliteit is het plan al doortrokken.}  We zijn gestart met een leergemeenschap waarin zij hun ervaringen kunnen delen en kunnen schetsen hoe zij de hulp georganiseerd willen zien.’  

Risico: noodzaak tot bezuiniging  

Zitten er risico’s aan de hele operatie? Hilhorst: ‘Ik zie een aantal risico’s. We hebben deze omslag in denken en handelen nodig om de ontstane machteloosheid van cliënten en hulpverleners tegen te gaan. De focus moet gericht blijven op cliënten zodat zij meer grip krijgen op hun eigen leven zonder te medicaliseren {De vraag van het medicaliseren zou eigenlijk niet door politici moeten worden behandeld, maar door mensen die verstand hebben van aangeboren problematiek bij kinderen en het effect van medicatie op het gedrag. Hoe kan het bestaan dat politici vinden dat er minder etiketjes moeten komen? Als beslissingen op dit gebied niet genomen worden op grond van degelijke kennis (vanuit de sector, psychologen/ psychiaters) zullen de kinderen die echt iets mankeren juist weer het slachtoffer worden van deze politieke actie, die gestimuleerd wordt door bezuinigingen. We zien al zo vaak dat de jeugdzorgmedewerker voor psychiater speelt “Moeder heeft vermoedelijk psychische problematiek’ en nu doen de politici hetzelfde maar dan in omgekeerde richting: ‘Kind mankeert niets’.} Als deze kwaliteitsverbetering voorop staat dan gaan we effectiever werken en zal dat uiteindelijk geld opleveren. Ik zie als risico dat deze ideologie gecompromitteerd wordt door de noodzaak om te bezuinigen.‘  

Overgang moet goed worden voorbereid  

‘Als gemeente moeten we te allen tijde de bescherming van kinderen kunnen garanderen. Echter één gruwelijk incident kan het nieuwe jeugdstelsel aan het wankelen brengen doordat zo’n incident gezien kan worden als de schuld van de veranderingen. Immers niet iedereen wil veranderen. Daar ligt een andere vrees. Wat als het ons niet lukt om iedereen in het proces mee te nemen? Daarom wil gemeente Amsterdam extra investeren om de overgang goed voor te bereiden.’  

Meer informatie  

Wilt u meer weten over het nieuwe jeugdstelsel voor Amsterdam? Lees dan meer op de website van Amsterdam 

Dit artikel is een gewijzigde versie van het hoofdartikel uit MOVISIES 17, juni 2013. Auteurs: Lou Repetur (MOVISIE) en Joanka Prakken (Nederlands Jeugdinstituut). 

1 opmerking:

  1. Daar ben je mooi klaar mee: Opgedrongen hulpverlening en opgedrongen sociale contacten. Om vervolgens te roepen dat de indruk bestaat dat de ouder "depressief lijkt te zijn".

    BeantwoordenVerwijderen