Pagina's

donderdag 12 september 2013

Getraumatiseerde kinderen na uithuisplaatsing

Naar aanleiding van het artikel van Mr. Ir P.J.A. Prinsen met als onderwerp “bijzonder curator?”

http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2013/09/vechtscheidingen.html

waarin hij beschrijft dat er geen enkele garantie is dat de bijzonder curator de beginselen volgt waarvan de ouders zelf zich niet eens bewust zijn, schrijf ik ter illustratie hierbij het navolgende: 

Mevrouw A.M.Weterings, orthopedagoge aan de Universiteit van Leiden en het boegbeeld van BJZ met betrekking tot uithuisplaatsing en uithuishouding van kinderen, interpreteert alle emotionele reacties van de ten gevolge van UHP getraumatiseerde kinderen zoals ’s nachts gillend wakker worden, bedplassen, van slag zijn na bezoek van de (zo gemiste) ouder(s), als zijnde reacties op verwaarlozing/mishandeling/geweld door de ouders (de drie etiketten waarvan BJZ zich bedient) en derhalve als redenen om de kinderen niet weer thuis te plaatsen en daaraan het desastreuze advies koppelt om bij die symptomen ouders en kinderen na UHP van elkaar gescheiden te houden. 
 
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2013/09/kinderbescherming-maakte-ons-kapot.html

In rapportages van BJZ aan de rechtbanken en ook op het “Congres Zorg om de Jeugdzorg”,

gehouden op 24 april 2009, (n.a.v. brandbrief 12 advocaten d.d. december 2008) wordt zij naar voren geschoven als zijnde deskundig m.b.t. UHP en uithuishouding. Zij geeft ook lezingen voor de Raad voor de Kinderbescherming.  

Zo heeft zij op 16 december 2005 een voordracht gehouden inzake ONTHEFFING voor de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg den Haag, aan de Universiteit Leiden FSW afd. “orthopedagogiek”. 

In 2004 stelde zij, samen met een collega, op internet in haar “Perspectief in pleegzorg, Hoofdlijnen van de Beleidsvisie Kind in de pleegzorg”: “ Als een kind reeds in of rond zijn eerste levensjaar bij pleegouders is geplaatst, heeft hij geen enkele emotionele binding met zijn ouders kunnen ontwikkelen".  

Hierdoor laat zij zien dat zij niet geschoold is in kennis m.b.t. de aanvang en de ontwikkeling van de symbiotische band tussen moeder en kind (symbiose = volledige eenheid) vanaf het eerste moment na de geboorte in het eerste levensjaar, welke band vanuit het ontstaan van de mens volgens de natuurwet is ingebouwd als een noodzakelijke voorwaarde voor de biologische, emotionele en intellectuele ontwikkeling van het kind. 

In een verweerschrift aan de Rechtbank d.d. xxx stellen de pleegouders van kind X voor om, wanneer er een onderzoek plaatsvindt teneinde vast te stellen wat in het belang van X is, een bijzonder curator over hem te benoemen die op grond van zijn/haar specifieke, (ortho)pedagogische deskundigheid in staat is te onderzoeken wat de belangen van X zijn. Men heeft zelfs al een pedagogisch deskundige in gedachten: Dr. A.M. Weterings: “Wellicht kan deze pedagogisch deskundige zowel tot bijzonder curator worden benoemd alsmede een deskundigenonderzoek verrichten naar de belangen van X” (pagina x door pleegouders ingediend verweerschrift ). Voorts: 

“De pleegouders zijn ermee bekend dat deze rechtbank reeds eerder een orthopedagogisch
deskundige heeft benoemd, dr. A.M. Weterings, voor een deskundigen rapportage.”
 
In dit geval wees de rechtbank het verzoek tot een benoeming van een bijzonder curator voor X af. 

J.A.M. Keyser, maatschappelijk werkster, 09.09.2013

http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2013/03/de-zaak-yunus-de-feiten.html

7 opmerkingen:

  1. Hechting begint al prenataal! Zie: http://www.stroeckenverdult.be/site/upload/docs/HECHTING%20EN%20HECHTINGSSTOORNISSEN.pdf

    Voor het prenatale kind en voor de baby tot ongeveer één jaar geldt dat de biologische
    moeder de primaire hechtingsfiguur is. Dus hechting begint al voor de geboorte en het is uitermate belangrijk dat deze band verstevigd wordt en niet verbroken.

    Citaat: ....Daarmee is gesteld dat hechting eerder begint, namelijk in de baarmoeder, en dat zeer vroege ervaringen, reeds voor de 6 à 8 maanden, de potentie tot faciliteren of tot traumatiseren in zich hebben.....

    Ruk je een baby weg, dan is het trauma geboren en ontwikkelt zich een hechtingsstoornis. En degenen die dat veroorzaken, zijn daar verantwoordelijk voor. In Nederland zijn dat dus: BJZ, AMK, RvdK, kinderrechters, en A.M. Weterings en cohorten.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Rien Verduld maakt goed duidelijk hoe prenataal al de fundamentele gehechtheid wordt ontwikkeld. Prenataal kan er ook (bv. door een genetisch defect of door een moeilijke geboorte) een onveilige gehechtheid ontstaan die niets van doen heeft met schuld, verwaarlozing e.d. door ‘ouders’.

    Tijdens pleegplaatsingen kunnen kinderen ook beschadigd raken door gemis aan eigen ouders en door de valse en respectloze signalen over het waarom de eigen ouders ver weg zouden moeten zijn. Dissociatie en disregulatie van hormonen en ook gewoon minderwaardigheidsgevoel ontstaat veel bij pleegkinderen, waardoor uit huis plaatsen niet geweldig juist is.

    Doch ook het volgende feit wordt door de RvdK±BJZ en Weterings ‘vergeten’.
    De meeste kinderen hebben in en na de identiteitsfase van hun ontwikkeling de behoefte hun afkomst (incl. het respect en de waarheid van het waarom van pleegsettingen), hun ouders te kennen.
    Net zoals adoptie een extra bagage geeft aan een kind, geeft pleegzorg ook een extra bagage aan het kind.
    En als de reden tot deze pleegzorg, waar ouders wel bekend zijn, vals bleek, dan is dat afschuwelijk voor dat kind, die opgegroeide in pleegzorg, waar die ‘ontwikkeling’ zo belangrijk was dat er een OTS naar BW1:254 lid 1 werd uitgesproken.

    Er zijn dus 3 redenen om pleegplaatsingen zo veel mogelijk in het kindbelang te voorkomen.

    Overwegende dat pleegplaatsingen veel geld kosten, is een vierde reden om het kind thuis de evt. nodige hulp te geven een economische:
    geef een gezin dat niet rond kan komen een deel van die kosten die anders naar een pleegplaatsing waren gegaan; dit ter voorkoming dat geldgebrek als verwaarlozing wordt uitgelegd door dit dubieuze jeugdzorgland, waar kinderen veel te gemakkelijk weggeplaatst worden.

    Om echt mishandelde kinderen te ‘beschermen’ worden 300% meer kinderen onterecht en schadend slachtoffer van OTS+UHP, slachtoffer van jeugdzorg-werkgelegenheid en onkunde.
    Institutionele kindermishandeling zou, nu dit 3x meer voorkomt dan kindermishandeling door ouders, voorrang dienen te krijgen om te worden voorkomen door middel van het tegengaan van OTS-sen.
    Geef kinderen diagnostische zorg, met de juiste passende therapie. Dat is veel beter voor de balans.

    De balans van het aantal mishandelde kinderen die enigszins ‘beschermd’ zouden worden door gezinsvoogden en pleegouders, tegenover al die meerdere kinderen die onterecht daarin terechtkomen.
    En de balans van de subsidiegever aan jeugdzorg, straks de gemeenten, die nu diagnosten kunnen inkopen i.p.v. jeugdzorgwerkers.
    Dat scheelt enorm voor die balans en voor de opgroeienden. Opgroeienden die te vaak onterecht op een smoes van jeugdzorg uit huis geplaatst werden in een pleegsetting met gevaren voor de ontwikkeling.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Kan men ook anonieme meldingen doen over de kinderen van de melders?
    Lijkt me een prima plan, weten ze ook eens hoe dat is.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. De Universiteit van Leiden is zo langzamerhand verworden tot een Universiteit van Lijden!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De universiteit van Leiden is helemaal niet blij met dat Mevr. Weterings nog steeds opereert onder hun naam. Mevr. Weterings is met pensioen. Haar visie is gebaseerd op bescherming van kinderen enerzijds en anderzijds dat kinderen een vaste hechtingsfiguur nodig hebben, en dat hoeft niet de biologische ouder te zijn. Dat is een feit en komt uit meer onderzoek. Beter een goede hechtingsfiguur dan een onbetrouwbare biologische ouder.
      Echter om tot deze beslissing te komen heeft zij een model ontwikkeld. Dit model wordt enkel uitgevoerd door Kompaan en de Bocht in Goirle. Daar wringt de schoen al.... daar zijn maar 1 of 2 ambulant hulpverleners die de contactmomenten observeren. Bij een goed wetenschappelijk model zou er sprake moeten zijn van interbeoordelaarskwaliteits onderzoek. Daarnaast wordt er in het hele model geen enkele observatie gedaan door een gedragsdeskundige, alles is gebaseerd op schriftelijke rapportage. Daarnaast is niet bekend wat de gevolgen zijn. Het model ondersteund alleen een advies over definitieve uithuisplaatsing. In 2014 gebeurde dit in bijna 80 % van de gevallen. Van deze kinderen weet men helemaal niet wat er met ze gebeurd zou zijn als de keuze gevallen was op de biologische ouders. Hoewel mevr. Weterings gelijk heeft dat het niet altijd in het belang van het kind is op te groeien bij de biologische ouders en een goede hechtingsfiguur en perspectief daarmee voor het kind zeer belangrijk is, maakt zij de fout dat hechting een soort definitief stadium van het kind is. Een hechtingsrelatie kan opnieuw opgebouwd worden en er zijn zeer goed evidence based modules die ouders en kinderen daarbij kunnen ondersteunen.
      De frustratie van de theorie van mevr. Weterings zowel bij gedupeerde ouders als bij collega wetenschappers, ook binnen de universiteit van Leiden is dat het een onemanshow is. Zij was ooit revolutionair door te promoten dat de bloedband niet heilig is, het belang van het kind staat voorop. Dat is overigens een juiste gedachte, echter de wijze waarop dit is uitgewerkt binnen het pedagogisch beslismodel bij uithuisplaatsing is zeer discutabel. Er is onvoldoende empirisch bewijs voor de wetenschappelijke waarde. Wat echter het allermeest discutabel is, is dat Mevr. Weterings als gedragsdeskundige beslist op basis van papieren rapportage van een ambulant hulpverlener. Wat ook discutabel is, is de uitslag , dat er zulke hoge percentages definitieve uithuisplaatsing voortkomen uit haar onderzoek. dat zijn ernstig definitieve beslissingen voor zowel de biologische ouders als de kinderen. De mate waarin deze beslissing zo valt, wekt de indruk dat mevr Weterings, zelf nog haar punt wil maken. Zij zou als wetenschapper weliswaar haar visie uit mogen dragen, maar zich diep moeten schamen voor de wijze waarop ze deze in de praktijk uit laat voeren. Daarbij zijn de ambulant hulpverleners van Kompaan, niet de meest bekwame en worden door medewerkers van Bureau jeugdzorg omschreven als bevooroordeeld en ondeskundig. Je zou er maar als ouder van afhankelijk zijn.

      Verwijderen
    2. Geachte heer, mevrouw,

      Ik begrijp dat u uw reactie anoniem geplaatst heeft. Zou u echter contact met ons willen opnemen via de mail? ranada1967@hotmail.com Natuurlijk met volstrekte discretie.

      Verwijderen
  5. Ik ben er langzaam achter dat het hele pedagogische model een hoax is om jeugdzorg een vrijbrief te geven voor handel in kinderen. Ik zou graag in contact willen komen met mensen die een dergelijk onderzoek hebben gehad om gezamenlijk een klacht in te dienen bij de tuchtraad want ik heb vernomen dat het volgende.
    "Sociale en emotionele ontwikkeling bij plaatsing
    Vrijwel alle kinderen hebben ontwikkelingsproblemen op het moment dat zij in een pleeggezin worden geplaatst. De ernst van de emotionele schade als gevolg van pedagogische en emotionele verwaarlozing blijkt uit een onderzoek van pedagoge Tonny Weterings van de Universiteit Leiden (1998). Van de 58 pleegkinderen heeft 71 procent van de pleegkinderen problemen in de lichamelijke ontwikkeling, 57 procent in de motorische ontwikkeling, 48 procent in de spraak- en taalontwikkeling en 81 procent in de sociale en emotionele ontwikkeling. Bij 85 procent van hen melden de pleegouders bovendien dat de pleegkinderen 'merkwaardig' gedrag vertonen, bijvoorbeeld door nauwelijks te reageren op hun omgeving, geen reactie te tonen bij pijn, zeer angstig of claimend te zijn. Daarnaast is het opvallend dat 40 procent van de pleegkinderen achterstand vertoont op alle vier genoemde ontwikkelingsgebieden." precies dat gene is wat in de conclusie staat van het pedagogisch model. terwijl ze hier toch echt verklaart dat het door de UHP komt en niet door de thuis situatie die niet of nauwelijks is onderzocht.

    @bozepappa on twitter

    BeantwoordenVerwijderen