http://www.st-ab.nl/wetten/0664_Wet_op_de_jeugdzorg.htm om
hierover meer te lezen.
Paragraaf 3. Kwaliteit
Artikel 13
Er moet dus kwaliteit geleverd worden en bij 6a en 6b staat dat de stichting dat moet controleren. De vraag is hoe en waar is de toetsing van de kwaliteit terug te vinden?
Paragraaf 3. Kwaliteit
Artikel 13
1. De stichting legt de wijze waarop het bureau jeugdzorg de in de wet aan
haar opgedragen taken uitvoert schriftelijk vast. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven
hoe de werkzaamheden in verband met deze taken zijn afgezonderd van de
werkzaamheden, bedoeld in artikel 4, tweede lid, tweede volzin. Tevens wordt
daarbij geregeld op welke wijze wordt gewaarborgd dat persoonsgegevens,
waaronder bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet
bescherming persoonsgegevens, die door het bureau worden verwerkt, slechts
worden verwerkt voor het doel waarvoor ze zijn verzameld of voor zover het
verwerken met dat doel verenigbaar is, alsmede hoe daarop wordt toegezien.
2. De stichting draagt zorg voor een verantwoorde uitvoering door het bureau jeugdzorg van de in deze wet aan de stichting opgedragen taken hetgeen in ieder geval een doeltreffende, doelmatige en cliëntgerichte uitvoering inhoudt.
3. Tot een verantwoorde uitvoering van de taken, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder a, b, c en d, behoort in ieder geval dat de taken worden uitgevoerd op basis van een plan dat is afgestemd op de behoeften van de cliënt. Het plan wordt niet vastgesteld dan na overleg met de cliënt.
4. De stichting organiseert de uitvoering van deze taken op zodanige wijze en voorziet het bureau jeugdzorg daartoe zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel, en draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt, of redelijkerwijs moet leiden tot een verantwoorde uitoefening van deze taken.
5. Het uitvoeren van het vierde lid omvat mede de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van de uitvoering van de taken.
6. Ter uitvoering van het vijfde lid draagt de stichting zorg voor:
2. De stichting draagt zorg voor een verantwoorde uitvoering door het bureau jeugdzorg van de in deze wet aan de stichting opgedragen taken hetgeen in ieder geval een doeltreffende, doelmatige en cliëntgerichte uitvoering inhoudt.
3. Tot een verantwoorde uitvoering van de taken, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder a, b, c en d, behoort in ieder geval dat de taken worden uitgevoerd op basis van een plan dat is afgestemd op de behoeften van de cliënt. Het plan wordt niet vastgesteld dan na overleg met de cliënt.
4. De stichting organiseert de uitvoering van deze taken op zodanige wijze en voorziet het bureau jeugdzorg daartoe zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel, en draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt, of redelijkerwijs moet leiden tot een verantwoorde uitoefening van deze taken.
5. Het uitvoeren van het vierde lid omvat mede de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van de uitvoering van de taken.
6. Ter uitvoering van het vijfde lid draagt de stichting zorg voor:
a. het op systematische wijze verzamelen en registreren van gegevens betreffende de kwaliteit van de
uitvoering van de taken;
b. het aan de hand van de gegevens, bedoeld onder a, op systematische wijze toetsen in hoeverre de wijze van uitvoering van het vierde lid leidt tot een verantwoorde uitvoering van de taken;
c. het op basis van de uitkomst van de toetsing, bedoeld onder b, zonodig veranderen van de wijze waarop het vierde lid wordt uitgevoerd.
b. het aan de hand van de gegevens, bedoeld onder a, op systematische wijze toetsen in hoeverre de wijze van uitvoering van het vierde lid leidt tot een verantwoorde uitvoering van de taken;
c. het op basis van de uitkomst van de toetsing, bedoeld onder b, zonodig veranderen van de wijze waarop het vierde lid wordt uitgevoerd.
7. Bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur worden regels gesteld omtrent de deskundigheden waarover de stichting
moet beschikken en kunnen regels worden gesteld over de deskundigheid waarover
bij de stichting werkzame personen moeten beschikken om een verantwoorde
uitvoering van de taken te kunnen realiseren. Bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur worden tevens regels gesteld omtrent de samenwerking van de stichting
met de raad voor de kinderbescherming en de werkwijze van de stichting bij de uitoefening van
de in de artikelen 5, eerste lid, en 10, eerste lid, genoemde taken. Bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur worden bovendien regels gesteld
omtrent de gevallen waarin het bekendmaken van de identiteit van de persoon die
de kindermishandeling of een vermoeden daarvan heeft gemeld of van de persoon
van wie informatie in het kader van het onderzoek is verkregen, achterwege kan
blijven. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld omtrent de andere onderwerpen, genoemd in het vierde lid, en omtrent
het eerste lid. Deze regels kunnen voor de verschillende taken verschillend
zijn.
8. De stichting wijst ten aanzien van een cliënt een contactpersoon aan. De contactpersoon is aanspreekpunt voor de cliënt gedurende de gehele periode waarin de stichting een van haar wettelijke taken ten aanzien van de cliënt uitoefent. De contactpersoon bevordert de continuïteit in de taakuitvoering van het bureau jeugdzorg ten aanzien van de cliënt en is de persoon die de cliënt in voorkomende gevallen jeugdzorg als bedoeld in artikel 10, derde lid, onder b, verleent. Zo mogelijk wijst de stichting bij de taakuitvoering ten aanzien van de cliënt in volgende gevallen dezelfde contactpersoon aan.
8. De stichting wijst ten aanzien van een cliënt een contactpersoon aan. De contactpersoon is aanspreekpunt voor de cliënt gedurende de gehele periode waarin de stichting een van haar wettelijke taken ten aanzien van de cliënt uitoefent. De contactpersoon bevordert de continuïteit in de taakuitvoering van het bureau jeugdzorg ten aanzien van de cliënt en is de persoon die de cliënt in voorkomende gevallen jeugdzorg als bedoeld in artikel 10, derde lid, onder b, verleent. Zo mogelijk wijst de stichting bij de taakuitvoering ten aanzien van de cliënt in volgende gevallen dezelfde contactpersoon aan.
- - -
Bij dit artikel
uit de wet op de jeugdzorg, dat gaat over de kwaliteit heb ik enkele kritische
vragen. Er moet dus kwaliteit geleverd worden en bij 6a en 6b staat dat de stichting dat moet controleren. De vraag is hoe en waar is de toetsing van de kwaliteit terug te vinden?
lid 7: ergens is vastgelegd wat de deskundigheid moet zijn van de medewerkers. Dit moet dus op te
vragen zijn. Wie doet dat? De provincie? En hoe wordt gecontroleerd, dat de
deskundigheid aanwezig is?
GK
Hoe vaak komt het niet voor, met name bij de WSG, dat het Plan van Aanpak niet wordt besproken met de ouders! Er staat dan -en de rechter accepteert dat notabene- dat er geen gelegenheid s geweest het Plan met de ouders te bespreken!
BeantwoordenVerwijderenAls er wel een plan is gemaakt, dan is het vaak niet meer dan een herhaling van de (onjuiste) feiten. Hoe kan het bestaan, dat een rechter dat niet opvalt?
Tot nu toe is kwaliteit gedefinieerd als het correct volgen van de protocollen ..
BeantwoordenVerwijderenEr wordt dus bv correct volgens het protocol vastgelegd dat er een gesprek is geweest met ouders.
Dat ouders in dat gesprek zijn gechanteerd met het dreigement contact te verminderen als ze niet precies doen wat de maatschappelijk werker eist, wordt gemakshalve weggelaten en benoemd als bv 'ouders zullen wel voldoende moeten meewerken'.
Hetzelfde geldt natuurlijk onheuse bejegening zoals Bureau jeugdzorg Limburg presteerde aan het eind van een gesprek:
"En nou opgesodemieterd allebei"
(Nationale ombudsman, rapport 2007/031)
Raadsheer Van Teeffelen (in maandblad FJR, 2010, nr.10, blz. 248) had ook zijn bedenkingen over kwaliteit en mate van uitlegvermogen van BJZ.
BeantwoordenVerwijderenHoe wordt gemeten wegens het financieren van BJZ?:
Met de negatieve optie: de hoeveelheid mandaten (OTS, UHP, voogdij na OZ), en dus NIET de mate van effectieve hulpverlening, de gezonde uitstroom.
Bevindingen van wetenschappers worden weggewapperd: die wijzen op nodige specialisatie leidend tot efficiëntere zorg, sneller oplossend. Het kind echt centraal, i.p.v. de mandaten-bezettingsgraden.
Bevindingen van motiverende ouders en deskundige ouderondersteuners worden weggewapperd.
Bevindingen van deskundige en wel-motiverende advocaten worden weggewapperd.
Bevindingen in deskundige adviezen van buiten het selectieve en polariserende jeugdzorg worden weggewapperd.
Gaat er geen lichtje op?
Werkbescherming boven het wetenschappelijk vastgestelde belang van het kind blijkt in deze beroepsgroep voor te gaan....
Voor te gaan op het belang van het kind, en zijn ontwikkeling. Mooipraat en misleiding boven effectief helpen.
En rechters slapen veelal voort, op een uitzondering na (na jaren: LJN BB0880).
En politici slapen voort, gemakzuchtig naar één partij luisterend.
Meningen gaan voor wetenschappelijk inzicht.
Projecties voor feiten.
Protocollen die niet gescreend zijn op wetenschap buiten BJZ-wil en -gegevens. Die leiden tot lijden.
Is dat eervol in deze beroepsgroep?
Zijn er smoesjes te verzinnen om jeugdzorg voort te laten gaan? ?
... Smoesjes om zichzelf te verdoven, te beperken tot integraal onderzoeken, buiten BJZ om? Zichzelf blinderend.
... Smoesjes zoals: 'er is inspectie-toezicht', ja,ja, een inspectie die ook -net zoals ouders- geen geheel dossier verkrijgen, maar een polariserende, manipulerende selectie. Geen werknotities waarop beslissingen zijn genomen (tot juridisch proces, waar het McMichael-arrest van toepassing is).
... Smoesjes waarmee de rechter bespeeld kan worden. Smoesjes zoals 'ga maar klagen'. Smoesjes zoals 'ouders werkten tegen', 'ouders zijn pedagogisch onbekwaam' zonder diagnose, 'kind heeft die stoornis' zonder degelijk onderzoek op diagnostisch niveau, uit de duim gezogen door de sociaal werker alias gezinsvoogd! En zo voort:
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2013/02/de-lege-terminologie-van-bjz-deel-3.html
Bedreiging van de volksgezondheid.
BeantwoordenVerwijderenHet RIVM moet maar eens opdracht krijgen om een epidemiologisch onderzoek te starten naar het voorkomen van de quasi beschuldiging 'kindermishandeling', subtitel: bij hulpvragende ouders en bij gewone gezinnen.
Er moet een meldpunt komen waar besmette gevallen gemeld moeten worden door instellingen (verplicht) en natuurlijke personen (gratis telefoonnummer).
Doel is het indammen van het in Nederland toenemend voorkomen van deze ernstige klachten veroorzakende besmetting met de beschuldiging 'kindermishandeling'.
Uitgezocht moet worden welke instellingen op het gebied van overheid en volksgezondheid onvoldoende waarborgen dat besmetting met de beschuldiging 'kindermishandeling' optreedt bij hun patienten en clienten.
Waar de besmetting voorkomt dienen instellingen en afdelingen gesloten te worden om verdere besmetting te voorkomen.
Uit voorstudies blijkt dat met name Bureau Jeugdzorg grote aantallen en ernstige verschijnselen producerende besmettingen doorgeeft aan hun patienten en clienten. Maar ook andere Overheidsinstellingen, ziekenhuizen, gezondheidszorginstellingen, maatschappelijke organisaties en scholen krijgen in toenemende mate te maken met deze, tot voor kort, publiek onbekende epidemie.
In kaart gebracht moeten worden de wijze van besmetting, de wijze waarop de beschuldiging 'kindermishandeling' inwerkt op kwetsbare gezinnen en kinderen, en welke middelen effectief zijn om deze toch ernstige ziekte voor de volksgezondheid te bestrijden.
Beter kan het niet gezegd worden. Overigens, dank.
BeantwoordenVerwijderenDe 'kwaliteitscontrôle' van de jeugdzorg-industrie is net zoals die bij de slagers, die 50.000.000 kg vlees dat teruggehaald zou moeten worden, wat toevalligerwijs ook op 10-4-2013 in het nieuws was: duidelijk liet met de contrôle zien: gebeurt door de vleesverwerkende bedrijven en ze schrijven het op... wat doet de Voedsel- en warenautoriteit? Die kijkt of de formulieren goed zijn ingevuld...
BeantwoordenVerwijderenOp papier stond het er in de 'Wet op de Jeugdzorg' wel aardig, maar de kritieken daarop bij de totstandkoming daarvan vanuit ouder-zijde zijn structureel genegeerd... Zo ook nu bij de nieuwe jeugdwet: nu worden ouders zelfs wettelijk uitgesloten.
Enige kritiekpunten waren het volledig ontbreken van een opleidingseis voor een 'jeugdzorgwerker' en geen objectieve criteria voor de zorgen en bedreigingen voor kinderen....
Bij die hulpverleningsplannen, die meestal volledig tot stand komen zonder enige inbreng van ouders, is meestal weinig goeds te zeggen: herhaliing van onjuistheden, verdachtmakingen en onderbuik-gevoelens... van 'hulp' komt meestan weinig terecht, sterker nog, de Inspectie Jeugdzorg beschouwt de UHP vaak als 'de hulp'... als het kind maar WEG is van de OUDERS...
Hier past slechts één advies:
Ouders... verenigt u en GA DE STRAAT op als u uw kinderen wilt behouden!
Nico Mul
Het is echt een zegen dat er 3 decentralisaties aan komen met een totale bezuinigingsopdracht van 30 naar 16 miljard.
VerwijderenDat wordt lachen.
En nu wordt de WW-duur gehandhaafd, en nog wat andere zaken, samen 4,5 mrd landelijk (los van wat IK daar van vind, dat is hier niet relevant).
Als de economie niet snel aantrekt, en dat zal niet want de problemen in Europa zijn alleen nog maar vooruit geschoven, dan komt na augustus die landelijke opgave er ook nog eens overheen.
Dan kan Erik G. kermen wat hij wil, maar je zal zien dat de huidige jeugdzorg spontaan gaat desintegreren als het zo door gaat.
Prachtig, ik kijk er naar uit.