http://www.spitsnieuws.nl/archives/binnenland/2013/04/hoera-voor-de-papa
In
de Spits stond vandaag (vrijdag 19 april 2013) een artikel (hoera voor de papa) over de vaderschapsconferentie van het
Hendrik Pierson Fonds in Amsterdam. Daar werden een aantal uitspraken gedaan,
die veel vaders die met jeugdzorg of de Raad voor de Kinderbescherming te maken
hebben (gehad) volledig zullen kunnen beamen.
Volgens
Hoogleraar Pedagogiek Louis Tavecchio is Nederland ‘een achterlijk land op het
gebied van vaderschap’. De meeste onderzoeken in de wetenschap gaan over de rol
van de moeder in de opvoeding, in de hulpverlening wordt de moeder aangesproken
en ook bij de juridische afwikkeling van echtscheidingen blijkt dat de vaderrol,
als factor voor de ontwikkeling van het kind, sterk wordt onderschat.
Volgens
Tavecchio heeft Nederland een ‘moederschapsideologie’. Dit zou erin resulteren
dat de specifiek mannelijke eigenschappen niet genoeg kunnen worden ontwikkeld,
wat met name voor jongens schadelijk is. Het is vooral ‘meisjesgedrag’ wat in
de scholen beloond wordt. Braafheid en netjes werken staat teveel op de
voorgrond, tegenover leren door ervaring en risico’s nemen. Om die dingen te
leren hebben jongens een vader nodig die ze aanmoedigt en ze het goede
voorbeeld geeft.
Goede tijden Slechte tijden mentaliteit
Ik
kan me in de beweringen van deze hoogleraar wel vinden. Het jarenlange falen
van de jeugdhulpverlening, waarbij het niet ongewoon was dat er een tiental hulpverlenende
instanties bij één gezin de deur plat liepen, zonder enig positief resultaat,
lijkt mij een typisch voorbeeld van ‘lekker sociaal bezig zijn zonder duidelijk
doel’, wat vrouwen zo kenmerkt. Die ‘Goede
tijden, Slechte tijden’-mentaliteit van ‘waar we precies naartoe werken is niet
geheel duidelijk, maar het voelt allemaal
heel betrokken, wat we doen’.
‘Vrouwelijk’
aan jeugdzorg is ook is ook de slinkse, manipulatieve manier waarop mensen die
voor vrijwillige hulp aankloppen, na verloop van tijd merken dat er niets
vrijwilligs meer is aan het contact met jeugdzorg en dat ze voor dingen
getekend hebben, die heel anders werden voorgespiegeld. De typisch vrouwelijke
indirecte weg naar het doel. Het doel dat wordt verwezenlijkt met behulp van een
hele reeks onzichtbare helpers (vriendinnen) waarvan de man, met zijn logische
verstand nooit kan vermoeden dat ze ook deel uitmaken van de geheime samenzwering.
Roddel-circuit
Bij
jeugdzorg noemen ze dat informantenonderzoek. Een vrouwen-roddelcircuit, dat om
een onverklaarbare reden in de rechtszaal opeens een onfeilbare status krijgt. Het
hoeft allemaal niet wetenschappelijk wáár te zijn, wat wordt beweerd, het
voelt gewoon heel zorgelijk. En we willen alleen maar ‘helpen’…Ook het
verschijnsel dat sommige moeders die werkelijk niet over normale pedagogische
kwaliteiten beschikken en die een reëel gevaar betekenen voor de veiligheid van
het kind, toch hun kind zelf mogen opvoeden, moet naar mijn idee verklaard
worden door het vrouwelijke verschijnsel dat als het contact tussen
hulpverlener en hulpvrager ‘positief’ is, er opeens geen gevaren meer worden
gezien.
Heel
kenmerkend was de beleidsbrief van Veldhuyzen van Zanten, die de jeugdzorg wilde
‘verbeteren’ door het speculatieve subjectieve gekwebbel van de gezinsvoogd nog
meer te laten prevaleren in de beoordeling van gezinnen, zonder ook maar de
mogelijkheid te overwegen op welke gebieden er winst kon worden geboekt voor
het verkrijgen van meer feitelijke rapportages, zonder onnodige interpretaties
en extrapolaties vanuit zorgelijke vermoedens over de ontwikkeling van het
(altijd bedreigde) kind, van de gezinsvoogd. Ook de toenemende invloed van de
pleegouders in de nieuwe wet, laat weer dit subjectieve element zien, waar
meningen niet gehinderd door expertise, het proces zwaar gaan beïnvloeden.
Jeugdzorg en de negatieve Animus
Recentelijk
kreeg de redactie van deze blog een dossier onder ogen, waarbij de mening van
een pleegmoeder over een biologische moeder, aanleiding was om een groot deel
van hun beeldvorming over de biologische moeder op te baseren. Het was nog niet
bij jeugdzorg opgekomen om na te gaan, of de mening van deze pleegmoeder wel zo
zwaar moest worden gewogen en of het niet logischer was om een psycholoog of
psychiater een onderzoek te laten verrichten naar de mentale toestand van de
beschuldigde.
Meningen,
vermoedens, beweringen, sympathieën en antipathieën…Ze hebben meestal een korte
bestaansperiode, voordat ze weer worden ingeruild voor een nieuwe (met even sterke
emotionele lading) terwijl de beslissingen die ze forceren een langdurig (negatief)
effect kunnen hebben op het welzijn van ouder en kind. En hiermee kom ik weer
terug op mijn eerste anti-jeugdzorgartikel op deze blog ‘Jeugdzorg en de
negatieve Animus’, want is het negatieve oordeel eenmaal geveld, dan is het met
geen rede ter wereld te wijzigen, want zo eindeloos rekbaar als het
bovenliggende gevoel is, zo onbuigzaam is de onderliggende overtuiging. Een
niet geïntegreerd onbewuste in de vrouwelijke psyche (en wie vindt jeugdzorg
evenwichtig?), is een rechtbank met onwrikbare oordelen, die bovendien in
verschillende situaties volkomen willekeurig uitvallen.
Is
de relatie met jeugdzorg eenmaal verstoord, dan kan de schade die is aangericht
zelden worden hersteld, tenzij men spijt betuigt aan jeugdzorg en ‘inziet’ dat
jeugdzorg alleen maar wilde helpen en dat men dit ondanks het funeste resultaat,
enorm waardeert. Dan wil jeugdzorg nog
wel eens de hand over haar hart strijken en de ‘overtreder’ vergeven. Als een
vrouw ergens van smelt, is het wel wanneer iemand zijn fout inziet. Vandaar ook
de merkwaardige openheid van BJz en de bereidheid tot gesprekken met klagende
ouders, maar vaak zonder dat de situatie verandert. Men toont welwillendheid,
maar heeft evengoed wel ‘gelijk’.
Ook als de feiten anders laten zien! Ik neig er daarom steeds meer toe, in tegenstelling tot mijn eigen militante houding tegenover jeugdbeschermers, om ouders die in een jeugdzorgtraject zitten toch te adviseren zoveel mogelijk de ‘relatie’ met jeugdzorg goed te houden, hoe idioot hun beslissingen soms ook zijn. De boosheid van de ouders maakt geen indruk op de hulpverlener, die daarin alleen maar de bevestiging ziet van de eigen onbewuste overtuiging. Een verstoorde relatie, drijft jeugdzorg alleen maar verder naar het onbewuste en doet ze nog steviger vastklampen aan het leugenrapport met haar belastende feiten, die weliswaar geen echte feiten zijn, maar wel overtuigingsfeiten.
De waarheid onder ogen durven te zien
Ook als de feiten anders laten zien! Ik neig er daarom steeds meer toe, in tegenstelling tot mijn eigen militante houding tegenover jeugdbeschermers, om ouders die in een jeugdzorgtraject zitten toch te adviseren zoveel mogelijk de ‘relatie’ met jeugdzorg goed te houden, hoe idioot hun beslissingen soms ook zijn. De boosheid van de ouders maakt geen indruk op de hulpverlener, die daarin alleen maar de bevestiging ziet van de eigen onbewuste overtuiging. Een verstoorde relatie, drijft jeugdzorg alleen maar verder naar het onbewuste en doet ze nog steviger vastklampen aan het leugenrapport met haar belastende feiten, die weliswaar geen echte feiten zijn, maar wel overtuigingsfeiten.
De waarheid onder ogen durven te zien
De
overtuigingsfeiten heten in technische termen ‘protocol’ wat zoveel wil zeggen
als ‘de onwrikbare handelswijze’, de onbetwijfelbare gang van zaken, die los
van de inhoud, altijd juist is. Hoe fataal de afloop van een
hulpverleningstraject ook mag zijn, als er volgens protocol is gehandeld, is
alles ‘goed’ gegaan. Typisch een gebrek aan mannelijk ruggegraat, om niet te durven
zeggen dat er ondanks het volgen van het protocol een klote-resultaat is
behaald. Het verschuilen achter het protocol bij een familiedrama, is een
vrouwelijke afdaling naar het onbewuste mannelijke deel van de psyche. Het resultaat in de werkelijkheid, is
emotioneel zeer pijnlijk en daarom vervalt men tot een onbewust ‘juridisch gelijk’
en kan men niet reageren op de concrete situatie, want het vereist een groot
stuk mannelijke rauwheid, om de waarheid rechtstreeks onder ogen te zien, zoals
het is.
Nederland
kent geen schuldbekentenissen van de man, die een liederlijk leven heeft
geleid, waarbij hij alles deed ‘wat god verboden had’, om na zijn bekering,
schoon gewassen aan een nieuw leven te beginnen, sterk in oppositie met zijn
oude leefstijl, waar hij radicaal afstand van heeft gedaan. Nee, in ons land
betuigt men halve spijt, door ‘met de kennis van nu..’ zichzelf eigenlijk vrij
te pleiten, omdat men zichzelf niet wil aanrekenen, dat onwetendheid van
verantwoordelijke mensen die ingrijpende beslissingen nemen, eigenlijk een
doodzonde is. Liever ziet men het schuldig zijn aan gemakzucht en
goedgelovigheid als een toevalskwestie, volgens het adagium ‘van het concert des levens, heeft niemand
een program’. Het schip verging met man en muis en ‘toevallig’ had ik het
stuurwiel in de hand.
Ruggegraatloos
Ruggegraatloos
en on-mannelijk is ook de houding van de ministeries, die overladen met
klachten over jeugdzorg, toch nergens op in wensen te gaan en hun zogenaamde
geloof in de sector laten blijken, zonder de behoefte te voelen (mannelijke
bezitsdrang) om ook daadwerkelijk controle uit te oefenen op een sector waar
zij verantwoordelijk voor is. Ergens geld aan geven, maar niet nagaan hoe dat
geld besteed wordt, is hetzelfde als de houding van een moeder met een
drugsverslaafde zoon, die haar vraagt om geld ‘voor een nieuwe broek’. Ze geeft
het geld en weet dat hij rechtstreeks naar zijn dealer gaat. Hoe vaak heeft
jeugdzorg niet extra geld gekregen, zonder te kunnen aantonen dat het reeds
gespendeerde geld goed resultaat had opgeleverd? In een mannelijk-georienteerde
cultuur als de Amerikaanse, waar ze erg resultaatgericht denken, noemen ze dit
soort gedrag het gedrag van een ‘enabler’(iemand die een ander onbewust aanmoedigt
in zijn verslaving/verkeerde gedrag). Hoe lang blijft onze overheid de enabler
van het zieke jeugdzorgsysteem en wanneer doet ze eens de ogen open voor de
realiteit, dat eindeloos beterschap beloven van de patiënt om meer geld los te
peuteren, helemaal niets waard is…?
Hoe
lang nog komen ‘zorgprofessionals’ die gevraagd wordt naar de effectiviteit van
hun werkzaamheden, nog weg met de smoes dat men dit niet kan meten, omdat er in
het leven van de jeugdigen zoveel factoren werkzaam zijn, dat het niet valt te
onderscheiden wat precies het aandeel van de jeugdzorghulp was?
Benieuwd
Het
wordt volgens mij tijd om het eens om te draaien: Indien de rol van (jarenlange)
bemoeienis van jeugdzorg met een jeugdige, niet overduidelijk aanwijsbaar is,
als één van de meest beslissende factoren in de positieve ontvouwing van het verdere
leven van het eens beschadigde kind, dan kunnen we er gevoeglijk vanuit gaan
dat die invloed tekort is geschoten om haar te kunnen kwalificeren als
professioneel. Want als je professioneel bent en de bedreigde ontwikkeling van
de jeugdige werkelijk met warmte, kracht en beleid ter hand hebt genomen (zie
de samenvoeging van mannelijk én vrouwelijk) dan kan het toch niet anders, dan
dat deze positieve interventie voor de rest van het leven een diepe indruk
heeft achtergelaten, bij degene die uit de bedreigende situatie werd gered. Dan
zal het toch bij alle toekomstige moeilijkheden en tegenslagen, een blijvend
referentiepunt hebben opgeleverd in het geheugen van dit geholpen slachtoffer,
waar steeds weer opnieuw kracht uit kan worden geput, om blijvend lerend en
groeiend door het leven te gaan.
Ik
ben benieuwd naar hoeveel jeugdigen en volwassenen die jeugdzorg hebben ontvangen,
wanneer men ze zou vragen ‘waar haal jij de kracht vandaan?’net als jongeren die
van hun eigen ouders het goede en inspirerende voorbeeld hebben gekregen,
kunnen antwoorden: ‘Van jeugdzorg, want die zijn altijd in mij blijven geloven!’
Sven Snijer
Een voorbeeld na echtscheiding:
BeantwoordenVerwijderenhttps://www.youtube.com/watch?v=9Eld4DY-GiU
(met uitleg).
Ook ik ben al jaren bezig met bjz. Inmiddels alles kwijt aan advocatenkosten, net zoals mijn werk en een eigen huis.
BeantwoordenVerwijderenMr. Jan van Ruth (voormalig advocaat) blijft voor mij de beste advocaat die ik tot op heden heb gehad. Iemand die zijn nek durfde uit te steken.
Zulke advocaten zijn te vinden als een speld in een hooiberg. Maar daardoor is hij wel zijn ambt kwijt, door vieze spelletjes van BJZ. Ondertussen doet BJZ nog steeds niets om hun kwaliteit te verbeteren.
Over waarheidsvinding nog maar niet te spreken! Het enige waar ze aan denken is "hoe blijft BJZ buiten schot". En dat terwijl ze per kind per jaar €7500,-- verdienen. Nou reken maar uit, het is een miljoenen bedrijf! Het gaat niet om het belang van de kinderen, maar om het geld en werkgelegenheid. Dus wanneer iemand nog een tip heeft over een goede advocaat, heel graag, ik zoek en zoek, maar kan niks vinden.
Die van ons heeft er drie gewonnen waaronder een UHP.
VerwijderenIk wil u aanraden om alle gesprekken op te nemen tussen u en alles in en om BJZ.
Dit komt altijd van pas en het mag zelfs gebruikt worden tijdens een zitting als bewijs. Hier bestaat ook een wet voor ... vele advocaten weten dit niet. U moet er wel om verzoeken.
U bent op de hoogte van de nieuwe regeling voor de advocaten? No cure No pay? Zullen hun verweerschriften van kwaliteit voorzien zijn?
Equo Advocaten in Oisterwijk te Brabant. Mr. Anouk Elias. T. 013-529 3010
Het hangt ook af van de rechters, heb je Breda dan kom je niet ver met de beste advocaten. Rechters Calcoen-Nauta, Scheij (overspannen door klacht van een vader). Hinfelaar (idem maar weer aan het werk) en nog twee onbekende. Als de liefdesrelatie tussen de rechters en jeugdzorg zichtbaar is dan kan je een overwinning op je buik schrijven. Meestal begint het met het vernederen van je kind, daarna komen of komt één van de ouders aan de beurt. Het is maar net aan wie zij zich het meest storen (vaak is dat de slimste ouder)
Ik vind dit Artikel een van de beste die Snijer heeft geschreven.
BeantwoordenVerwijderenGeen coment. Dit is de waarheid. Klopt. Ik ben ervaringsdeskundig en overtuigd.
Zo gaat de jeugdzorg in zijn werk.