Pagina's

woensdag 2 januari 2013

Het Beloofde kind

Almere, 23 december 2012 

Door mevrouw C. de Ruiter (forensisch psycholoog) ben ik geattendeerd op uw weblog. Graag wil ik mijn bijdrage leveren aan het onder de aandacht brengen van het wanbeleid bij Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming, de (kinder)rechters en aanverwante instanties met een juridische achtergrond. Wat ik hier beschrijf staat in documenten in mijn bezit,  die door de desbetreffende instanties zelf op schrift zijn gesteld en waar ze ook naar handelen. 

Kinderrechters toetsen onvoldoende 

Wij, als familie gaan ervan uit, dat wat hier geschreven staat voor honderden, misschien wel duizenden gezinnen herkenbaar is als een dagelijkse realiteit. Het  beleid van Bureau  Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en aanverwante instanties, met betrekking tot het niet uitgaan van de feiten zoals die uit het dossier blijken, maar het valselijk aanpassen van de feiten en het plegen van strafbare feiten (zoals onder beschreven staat) om zo het gewenste resultaat te verkrijgen van de (kinder)rechters.
Gebleken is dat (Kinder)rechters, zonder de processtukken die bij adviezen en verweerschriften door Jeugdzorg en de Raad van de Kinderbescherming worden meegestuurd aan de Rechtbank, op hun juistheid te toetsen, kinderen op oneigenlijke gronden uit huis plaatsen. Zoals in ons geval, om aan de wens van een adoptiegezin te voldoen. De (kinder)rechters hebben met hun handelswijze er voor gezorgd dat Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming legitiem hun wanbeleid kunnen uitvoeren. Door het meewerken aan dit beleid, hebben ze al veel slachtoffers gemaakt onder kinderen, hun ouders en ander familieleden, waardoor zij feitelijk niet handelen in het belang van het kind, ook al heeft het daar in de gevoerde procedures, wel de schijn van. 

Geen opvang bij familie 

Naar aanleiding van het overlijden van mijn nichtje, is haar dochtertje in een pleeggezin (adoptiegezin zoals in het Raadsadvies vermeld staat) geplaatst,  zonder dat de Raad voor de Kinderbescherming aan de Kantonrechter heeft verzocht om een onderzoek in te stellen naar de opvangmogelijkheden bij de familie van moederskant. Mijn nichtje had het eenhoofdig ouderlijk  gezag. De familie van moederskant heeft altijd een hechte band gehad met de moeder van het kind en met het kind zelf. Uit de begeleide bezoeken door oma aan haar kleinkind,  van 4 keer per jaar een uur, blijkt dat de band nog steeds goed is, tot groot ongenoegen van Jeugdzorg. 

Leugens gezinsbegeleidster 
Omdat ik mijn nichtje sinds 1989 begeleidde bij officiële instanties en bij de psychiatrie, heb ik een uitgebreid dossier van haar. Vanaf de geboorte van haar dochtertje begeleidde ik hen samen.

Uit o.a. een verslag van 21 januari 2008 en de indicatiestelling van 3 maart 2008, beiden in het dossier aanwezig,  blijkt dat de gezinsbegeleidster van Altrecht Jeugd, te Utrecht, door Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming in ieder geval al met ingang van begin 2007, gemandateerd was om over alle gegevens te beschikken die nodig waren  voor het uit huis plaatsen van haar kind. Alles liep via de gezinsbegeleidster van Altrecht, waardoor zowel mijn nichtje als ik (haar begeleidster)  willens en wetens informatie is onthouden en wij misleid zijn.

Op deze indicatiestelling die nooit ondertekend is door mijn nichtje, stond de pleegmoeder(adoptiemoeder) sinds begin 2007 al als contactpersoon. In het schooljaar 2007 tot en met 2009 heeft het kind niet meer in de klas van de pleegmoeder(adoptiemoeder)gezeten. 

De gezinsbegeleidster van Altrecht Jeugd kwam in het gezin van mijn nichtje in 1998, na de geboorte van haar dochtertje en na de periode augustus 1998 en september 1998 waarin mijn nichtje thuiszorg heeft gehad om haar bij te staan bij de verzorging van haar dochtertje. De gezinsbegeleidster is destijds aangezocht door Altrecht afdeling psychiatrie, waar zij ambulant patiënt was. 

‘Psycho-diagnostisch werker’ 

Mijn nichtje blijkt al jaren voor haar overlijden, te zijn bedreigd door de gezinsbegeleidster van Altrecht Jeugd. Hierover hebben  mijn nichtje en  ik  een gesprek gehad met de gezinsbegeleidster in april 2007. Een gespreksverslag hiervan is in mijn bezit. De gezinsbegeleidster zou zich hieraan niet meer schuldig maken, want het was nooit haar opzet geweest. In latere schriftelijke verklaringen van de gezinsbegeleidster bleek echter dat zij zich aan deze belofte niet heeft gehouden. Ze heeft gelogen over haar functie, ze heeft mijn nichtje en haar dochtertje bedreigd en home video-opnames gemaakt waarvoor zij niet bevoegd was. Ze heeft deze opnamen later zonder toestemming  getoond aan derden, zoals aan het onderwijzend personeel van de school van het dochtertje van mijn nichtje.  

Zij liet o.a. weten de behandelaar te zijn van mijn nichtje, als Psycho-diagnostisch werker. Zij is echter niet gekwalificeerd als Psycho -diagnostisch werker en daarom ook niet BIG geregistreerd.  Zij heeft geen opleiding genoten voor deze functie. En omdat  in het Raadsadvies staat dat zij de functie van Psycho-diagnostisch werker met betrekking tot mijn nichtje heeft uitgevoerd,  heeft zij hiermee  strafbare handelingen verricht.  Doordat zij dit in een officieel document ( het Raadsadvies) heeft neergezet, heeft zij eveneens valsheid in geschrifte gepleegd. Zij was  gewoon de gezinsbegeleidster, meer niet. Dit is door het Tuchtcollege bevestigd.  

Het kind beloven aan het pleeggezin / adoptiegezin 

Deze mevrouw heeft zelf een kind geadopteerd (staat op internet) en was van mening, dat het kind van mijn nichtje niet goed af was bij mijn nichtje. Toen heeft zij bedacht dat er nog een juffrouw op de school in Utrecht was, die zij kende en die kinderloos was. Ze heeft een procedure in gang gezet met behulp van jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming, pleegzorg de Rading en het onderwijzend personeel van de school in Utrecht, om het dochtertje van mijn nichtje bij de juffrouw van school te plaatsen als pleegkind (adoptiekind). Om het gewenste resultaat te verkrijgen - het kind te plaatsen in dit adoptiegezin bij haar voormalig  juffrouw van school -  moesten de hiervoor genoemde instanties de wet- en regelgeving overtreden.
Door bijvoorbeeld het niet in behandeling nemen van een bezwaarschrift dat door ons middels de advocaat is ingediend tegen dit pleeggezin, meineed, valsheid in geschrifte, dreigementen, chantage, misleiding, misbruik maken van de loyaliteit van het kind (art 1 sub m Wjz), hun macht misbruiken uit hoofde van hun functie  en zelfs een brief onderscheppen die het kind middels de Jongeren- en kinderrechtswinkel aan de Rechter stuurde. Een brief waarin het kind kenbaar maakte graag bij de familie van moederskant te willen verblijven, waar zij samen met haar moeder al dikwijls verbleef. 

Beschikking 21 maart 2008. 

Gebleken is uit bovengenoemde beschikking, dat er een zitting plaats heeft gevonden waarin de (Kinder)rechter heeft beslist dat het kind in een pleeggezin geplaatst moest worden, zonder dat de familie van moederskant  op de hoogte was van deze zitting. De voorlopige voogd heeft namelijk willens en wetens de beschikking van 11 maart 2008, waarin zij werd benoemd en de familie van het kind erop gewezen werd dat men zich nog kan laten horen bij een latere zitting op 21 maart 2008, achter te houden voor de familie. Op 20 maart 2008, tijdens een gesprek tussen de Raad voor de Kinderbescherming en de oma van het kind en mijzelf, schoof zij deze voorlopige voogd aan het eind van het gesprek aan, met de mededeling dat zij vergeten was de beschikking mee te nemen en die later op zou sturen. Deze beschikking werd door ons ontvangen op 22 maart 2008, met excuses dat zij het vergeten was. De beschikking van 21 maart 2008, werd door de advocaat - tegen  wie de familie wegens nalatigheid een klacht had ingediend bij de Deken van Orde van Advocaten – pas op 15 augustus 2011, middels een mail aan de familie toegestuurd.  

De brief bij de kinderrechtswinkel 

Wij zochten contact met de Jongeren- en kinderrechtswinkel, om een door het dochtertje van mijn nichtje zelf geschreven brief aan hen te overhandigen, bestemd voor de Kinderrechter. Volgens de informatie op Internet zou de Jongeren- en kinderrechtswinkel gevestigd zijn aan de Staalstraat te Amsterdam. Wij belden met hen en kregen te horen dat de rechtswinkel daar wel gezeten had, maar dat ze nu op een geheim adres zaten. Het kind moest wachten op een telefoontje of zij wel terecht kon. Na een halfuur werden wij gebeld dat zij kon komen. Het ‘geheime adres’ was Jeugdzorg aan de Overtoom in Amsterdam, naast Perry Sport.  

Eén van de medewerkers kwam haar halen, om samen met haar een officiële brief te schrijven. De  brief werd echter door de Jongeren- en kinderrechtswinkel niet naar de Rechter gestuurd, maar naar Jeugdzorg Utrecht Stad. Het kind is nooit van dit gegeven op de hoogte gesteld, want twee dagen hierna op 6 augustus 2008 werd zij uit huis geplaatst, vanuit het huis van haar oma, waar zij vanaf de dood van haar moeder in maart 2008 had verbleven.  

Na het gesprek van het kind met de medewerker van de rechtswinkel, liet deze weten, dat zij op 5 augustus 2008 telefonisch contact op zou nemen met de oma van het kind. Dan zouden wij horen of de brief van het kind aan de Kinderrechter was gestuurd. En dat het tussen vier en zes weken zou duren voordat zij bericht kregen van de Rechter. De medewerker van de rechtswinkel kwam naar oma en mij toe, om ons te vertellen dat met het kind was afgesproken dat zij niets mocht zeggen over wat er in die kamer besproken was.  Toen wij na vier weken niets van de rechtswinkel gehoord hadden, heeft de oma van het kind naar ze gebeld. Het telefoonnummer was afgesloten, dus onbereikbaar. 

Opnieuw een ‘geheim adres’ 

Om er achter te komen wat er met de brief van het meisje was gebeurd, heb ik met de oma van het kind een zoektocht moeten maken, om te achterhalen waar de Jongeren- en kinderrechtswinkel naartoe was verhuisd. De eerste keer op maandag 4 augustus 2008, waren we op het jeugdzorgadres geweest aan de Overtoom  samen met het kind, maar daar zaten ze niet meer. Volgens de medewerkers van jeugdzorg, had de Jongeren- en kinderrechtswinkel nooit aan de Overtoom gezeten, maar ik heb aangetoond waar de toilet was en waar het gesprek had plaats gevonden.  Toen opeens wisten ze het weer en ze vertelden ons dat de rechtswinkel daar ‘een paar dagen’ had gezeten. Nu zaten ze weer op een ander geheim adres, maar dit keer mochten we niet weten waar. Met veel moeite kregen we toen na een half uur een telefoonnummer, omdat we te kennen gaven anders niet te zullen vertrekken. 

Brief kwijt en ‘weer gevonden’ 

We hebben toen onmiddellijk telefonisch contact opgenomen met de rechtswinkel, maar het telefoonnummer bleek van een medewerker te zijn van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam. Van haar kregen we te horen dat de brief ‘zoek’ was. Toen oma hierop liet weten aangifte te zullen doen, werd er diezelfde dag nog teruggebeld dat de brief terecht was en in de la van de Griffier lag.

De Griffier heeft toen ook maar de beslissing genomen, dat het kind samen met Jeugdzorg moest uitmaken waar het wilde verblijven (brief 23 september 2008). Zowel de brief van de Griffier van de Rechtbank Utrecht, als de (handgeschreven) brief van het kind, zijn naar mij opgestuurd middels Bureau Jeugdzorg aan de Wibautstraat te Amsterdam, met een begeleidend schrijven op blanco papier, van een ons onbekende medewerker aldaar. De brief die het kind al had geschreven voordat zij naar de Jongeren- en kinderrechtswinkel ging en die dus meegenomen had, is de brief die ik alsnog ontvangen heb van de Jongeren- en kinderrechtswinkel. Zo blijft het een groot raadsel wat er gebeurd is in die kamer bij de Jongeren en- kinderrechtswinkel op de Overtoom en rijst een ernstig vermoeden dat de officiële brief voor de rechtbank, nooit door deze rechtswinkel werd opgesteld. 

Toekennen Bijzonder Curator 

Omdat het kind had aangegeven dat er te weinig met haar wensen werd rekening gehouden, heeft de familie van moeders kant een verzoek ingediend bij de kantonrechter, om een Bijzonder Curator aan te stellen, die haar belangen zou behartigen. Bij deze zitting liet Jeugdzorg in eerste instantie weten de brief nooit gezien te hebben. Toen de Kantonrechter liet weten op de hoogte te zijn dat de brief bij Jeugdzorg ‘terecht was gekomen’, moest Jeugdzorg erkennen dat zij de brief drie dagen, nadat hij geschreven was, dus op 7 augustus 2008, hadden ontvangen. Overigens is het zo, dat alleen een ouder, een zus of broer een Bijzonder Curator aan kunnen vragen. Echter, de Kantonrechter stelde tijdens de zitting al vast, op basis van de leugens van Jeugdzorg over de brief van het kind aan de Rechter, dat er tegengestelde belangen bestonden tussen het kind en Bureau Jeugdzorg, waardoor er een Bijzonder Curator aan het kind werd toegekend. 

Uit schriftelijke documenten die zijn toegestuurd aan het Hof te Arnhem inzake het Hoger Beroep is gebleken dat de Rechters in dit Hoger Beroep niet hebben geluisterd naar het kind en ook niet het advies mee hebben genomen van de Bijzonder Curator, waarin zij stelde, dat het kind bang was voor de pleegvader, en dat de biologische vader leugens vertelde (overigens heeft hij   op beide zittingen gelogen, zo hebben de Rechters geconstateerd).  De Rechters zijn in hun beslissing zonder motivatie voorbij gegaan aan het advies om een onafhankelijk onderzoek te laten plaatsvinden bij de familie van moederskant en bij het pleeggezin. Dit blijkt uit de beschikking van 12 mei 2009 zaaknummer gerechtshof 200.017.453. (zaaknummer rechtbank 248202/FA RK 08-2572). 

NB:De voogd die het kind bij oma heeft weggehaald en een van de voogden die aanwezig waren bij de zitting inzake de Bijzonder Curator, waren gedurende een periode nadat het kind daadwerkelijk geplaatst werd bij het pleeggezin(adoptiegezin), gezamenlijk de voogd over het kind. De andere bij de zitting aanwezige voogd, was de voormalig voorlopige voogd. De voogd die het kind bij oma heeft weggehaald is tot 24 januari 2011 voogd over het kind geweest en is ontheven als voogd van het kind wegens belangenverstrengeling. 

Belangenverstrengeling tussen de voogd en het pleeggezin

De belangverstrengeling is in september 2010 door de voogd bevestigd. Het kind heeft tijdens een begeleid bezoek in begin 2009 al aan de familie medegedeeld dat de voogd bevriend was met het pleeggezin(adoptiegezin) en dat het kind gezamenlijk met de voogd en het adoptiegezin privé-uitstapjes maakt.  

Eveneens is door de voogd bevestigd dat dit pleeggezin niet geregistreerd staat als Langdurig netwerkpleeggezin, wat wettelijk verplicht is. Zij kunnen namelijk niet geregistreerd staan, omdat de familie een klacht heeft ingediend bij pleegzorg de Rading tegen de handelswijze van dit pleeggezin en deze is gegrond verklaard. Verder heeft zij bevestigd dat er geen onafhankelijk onderzoek heeft plaatsgevonden met betrekking tot het welzijn van het kind bij Altrecht.  

Dit onderzoek kan ook niet hebben plaatsgevonden, omdat de gezinsbegeleidster valsheid in geschrifte heeft gepleegd, misbruik gemaakt heeft van haar functie, zowel mijn nichtje en mij misleid heeft en haar beroepsgeheim heeft geschonden. 

Zitting verzoek tot omgangsregeling door oma 

Na een zitting over een verzoek tot omgangsregeling voor oma, is  in een onderonsje tussen de (Kinder)rechter, een toenmalige voogd (ook aanwezig bij de zitting inzake de Bijzonder Curator) en de medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, besloten dat het dossier overgedragen moest worden aan Jeugdzorg Regio Utrecht Noord en weg bij Jeugdzorg Utrecht Stad. (Zo is geconstateerd door de advocaat.) 

Volgens het Burgerlijk Wetboek, moet om een dossier van een kind over te dragen aan een andere regio, waarbij ook een andere voogd wordt toegekend aan het kind, een verzoek gedaan worden aan de Kantonrechter en moet er een onderzoek plaatsvinden naar de voogd die ontheven is als voogd van het kind. Beiden hebben niet plaatsgevonden. Dit was noodzakelijk omdat de voogd is ontheven als voogd van het kind, wegens belangenverstrengeling. 

Speciale bejegening door Jeugdzorg 

Voogden, zelfs personeel van de financiële administratie en de eerder genoemde instanties, hebben de familie van moederskant bedreigd, gechanteerd, besmaad, belasterd, vernederd in brieven en in e-mails, mondeling en telefonisch. Er vindt zelfs belangenverstrengeling plaats en is er sprake van leefvormfraude.  Ook is gebleken bij de ontruiming van de woning van mijn nichtje, dat er inboedel verdwenen is. Bureau Jeugdzorg liet weten voor de afwikkeling van de woning te zorgen, zoals de huur. Zij maakten echter afspraken die later weer werden afgezegd, of ze konden niet op het tijdstip dat door ons werd voorgesteld, etc. Totdat wij een mail ontvingen van Bureau Jeugdzorg, van de voorlopige voogd en de medewerker van de financiële administratie, dat indien wij de woning niet op die datum leeghaalden, zij dit voor ons deden en zij de inboedel verkochten en die aan een goed doel zouden schenken. Alle instanties zijn door mij op de hoogte gesteld van het overlijden van mijn nichtje en niet door Jeugdzorg. Inmiddels zijn wij een stuk wijzer wat betreft de erfenis, want hierin speelt Jeugdzorg geen enkele rol. De voorlopige voogd heeft de administratie van mijn nichtje meegenomen, alsmede de bankafschriften. Hiervoor dient Bureau Jeugdzorg een proces-verbaal af te geven aan de familie van moederskant, echter zij lieten weten dit nooit te doen. Ook hiervan hebben wij aangifte gedaan. De inboedel staat al sinds 4 jaar opgeslagen.  

Geen contact met familie, door vrijheid beperkende maatregelen 

Nadat het kind 3 dagen in het pleeggezin zat, werd haar mobieltje afgenomen en mocht zij geen contact meer opnemen met de familie, niet meer huilen of verdrietig zijn. Zij had volgens de unitleider van Bureau Jeugdzorg ‘nu andere familie’, zoals hij verklaarde in het bijzijn van de advocaat.  



Op 9 augustus 2008, 3 dagen nadat het kind bij het pleeggezin (adoptiegezin) was gebracht is door het pleeggezin haar mobieltje, die zij van haar moeder had gekregen,  afgenomen en meteen is de omgangsregeling, zoals die eenzijdig door Jeugdzorg was opgelegd aan de familie, door datzelfde Bureau Jeugdzorg, beëindigd. Er had overigens nog geen enkel bezoek plaats gevonden. Het kind belde de familie, omdat zij bij hen wilde zijn en zeer verdrietig was dat dit niet mocht. Echter het werd haar verboden verdrietig te zijn, te huilen, dus haar emoties te tonen. Deze vrijheid beperkende maatregelen werden in 2 brieven aan de familie gemeld. Eveneens stond in dit schrijven dat het kind de tijd nodig had om aan het pleeggezin te wennen en voor de rust van het kind was het beter dat de familie haar voorlopig niet meer zag. 
Niet ontvangen van post door het kind 

De huidige voogd heeft op schrift gesteld dat zij de kaarten die de familie toestuurt, doorstuurt aan het kind. Zij worden echter niet door het meisje ontvangen. Dit kan drie dingen betekenen: 

1 De kaarten niet worden doorgestuurd door de voogd.

2 Het pleeggezin geeft de kaarten niet aan het kind.

3 De toenmalige voogd met wie het pleeggezin privé-uitstapjes maakte, is nog steeds  de uitvoerende voogd is.   

*De kaarten moeten gestuurd worden naar Bureau Jeugdzorg, zodat de voogd kan lezen wat er in de kaarten geschreven staat. 

Een praatje over ‘het weer’ 

Omdat er geen bezoeken meer plaats vonden, heeft oma om een omgangsregeling verzocht. De kinderrechter heeft op een verweerschrift dat gebaseerd is op meineed, valsheid in geschrifte, machtsmisbruik, misleiding van de unitleider bij Jeugdzorg Utrecht Stad en belangenverstrengeling tussen de voogd en het pleeggezin, een bezoekregeling toegekend aan oma, van 4 keer per jaar. Tijdens die bezoeken van oma aan haar kleinkind spelen zij een spelletje, omdat zowel oma als het kind niet naar elkaar gezondheid mogen vragen, niet over haar schoolresultaten mogen praten, niet over de familie van moederskant, niet over haar moeder. Het enige wat nog rest is een praatje over het weer. De familie van moederskant mag haar helemaal niet meer zien.  

Tijdens deze begeleide bezoeken bij Jeugdzorg Utrecht van oma aan het kind, verricht het kind zonder tegenwicht, op verzoek van de gezinsvoogd alle opdrachten die aan het kind worden opgedragen. Zij is inmiddels veertien jaar en dit gedrag hoort niet bij een veertienjarige. Als veertienjarige kijkt ze naar de voogd of ze mag antwoorden,  waardoor het kind niet in vrijheid kan spreken met haar oma. Uit dit gedrag blijkt dat het kind wordt beperkt  in haar vrijheid .

Twee mensen die ons lief zijn, de een  overleden en de andere nog in leven, zijn ons  afgenomen. In geen enkel document staat de reden waarom het kind niet door haar eigen familie kan worden opgevangen, zoals  ook  in het Hoger Beroep door de Rechters is geconstateerd.  

Tassen controleren  

Tijdens een begeleid bezoek in september 2012, pakte de voogd de handtas en een plastic tas af van de oma van het kind om te kijken wat er in zat. Toen wij vragen stelden die de voogd niet wenste te beantwoorden, verloor zij haar zelfbeheersing en begon te schreeuwen. Voor het afpakken van de tassen en het  bekijken van de inhoud ervan is aangifte gedaan, alsmede een klacht ingediend bij Jeugdzorg, waarin de voogd de situatie herkent (zij heeft een harde stem), echter niet het afpakken van de tassen.  Op de schriftelijke vraag wat de reden is van het afpakken van de tassen en het doel, werd niet geantwoord. Vreemd is het als zij wel toegeeft de kaarten die de oma namens de familie meeneemt in de tas van oma te willen doen, die zij nota bene net had afgepakt.  

Afwijzing informatieregeling van gewichtige zaken 

Alle communicatie bij de voornoemde instanties lopen schriftelijk en niet mondeling. Dit zijn wij genoodzaakt te doen, omdat er voortdurend gelogen werd - en nog wordt-  door de desbetreffende instanties. Een verzoek van oma om een Informatieregeling met betrekking tot gewichtige zaken werd afgewezen, want deze zou niet in het belang zijn van het kind. Wat het belang het kind is, kan de voogd niet uitleggen. Niet in deze afwijzing en in geen enkel schriftelijk antwoord, als door ons schriftelijk de vraag wordt gesteld: “Kunt u verklaren, wat u bedoeld met het belang van het kind?”

Het verzoek van  oma om een informatieregeling, werd door de voogd beantwoord met de mededeling dat zij dit zou overlaten aan het kind. De voogd schuift hiermee de verantwoording af op het (beïnvloedbare) kind.  

NB. Een bezwaarschrift van oma met betrekking tot een Informatieregeling van gewichtige zaken, wordt niet in behandeling genomen, omdat het volgens de voogd niet gaat om een beslissing. 

Smaad en Laster- ‘Oorlogsslachtoffers’ van de tweede generatie 

Uit het Raadsadvies en uit de documenten die zijn bijgevoegd door de aanverwanten instanties met een juridische achtergrond, is gebleken dat de smaad en laster tegen de familie van moederskant al begonnen is voordat mijn nichtje overleed. Eveneens blijkt uit de documenten dat het uitlokken van een loyaliteitsconflict bij het kind, ten tijde van het nog in leven zijn van mijn nichtje al gestart is.

De smaad en laster die door de onderwijzeressen van de school in Utrecht gebruiken , laat zich onder meer formuleren als.: ”de tante en oma zijn de tweede generatie na de WOII. Zij zijn zeer getraumatiseerd en daarom niet in staat het kind op te voeden”. 

Deze feitelijke onjuistheden, die het onderwijzend personeel heeft verkregen van derden en die zij gebruiken tegen de familie van het kind,  gelden als smaad volgens het Wetboek van Strafrecht:  

Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.  

Ravensbrück  

Mijn moeder heeft o.a. in Ravensbrück gezeten en mijn vader voor zijn rol in de Februaristaking van 1941 gevangen gezeten in tuchthuizen.  Dit betekent echter niet, dat ik niet geschikt wordt geacht, als opvoeder. Ik ben een moeder die twee kinderen op een normale manier heeft groot gebracht, zodat voor deze beweringen geen enkele feitelijke onderbouwing bestaat.

Eveneens heeft het onderwijzend personeel aan het kind laten weten, dat de juffrouw een doodgeboren kindje had gekregen en geen kinderen meer kon krijgen en zij hoopten dat het kind van mijn nichtje, toen nog geen 10 jaar, zou besluiten om bij de juffrouw van school te gaan wonen, toen  haar moeder was overleden. Ook dit citaat is bekend bij de (Kinder)rechters, Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en aanverwanten instanties.

Jan Dirk Sprokkereef 

Telefoongesprekken tussen oma en het kind werden door het pleeggezin op verzoek van Jeugdzorg opgenomen en de bezoekregeling werd getraineerd. Bezwaarschriften en klachten worden niet in behandeling genomen door Jeugdzorg en de Klachtencommissie, terwijl de familie wordt bedreigd, gechanteerd, misleid, etc..

Volgens een brief van de bestuurder van Bureau Jeugdzorg Utrecht, de heer Sprokkereef , zijn de door ons vastgestelde feiten, die door Jeugdzorg en haar medewerkers zelf op schrift zijn gesteld, nooit gepleegd, zoals in het Hoger Beroep en de Cassatie is beslist.  

De familie moet maar eens een toontje lager zingen en ophouden met zeuren over de medewerkers, met betrekking tot de dreigementen en vernederingen, zoals eerder genoemd. Deze zijn niet gepleegd door de medewerkers van Jeugdzorg. 

Maar toch blijft het een feit dat de mails, brieven, documenten die wij als familie hebben ontvangen van Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en aanverwante instanties, dit duidelijk aantonen.  Het is niet moeilijk te raden, hoe een rechter in het Hoger Beroep ertoe komt om zoveel bewijsmateriaal te negeren, als men bedenkt hoezeer zijn collega’s bij eerdere zittingen al tekort zijn geschoten en als een gewillig instrument voor Bureau Jeugdzorg hebben gefungeerd.  

Klachten bij Hoge Raad, Nationale Ombudsman en Kinderombudsman 

Door onafhankelijke personen, die de nodige ervaring hebben in hun werkveld met Jeugdzorg, zijn de beslissingen die de Rechters hebben genomen en die in de beschikkingen staan, geanalyseerd of deze overeenkomen met de werkelijke feiten. Dit was in alle procedures die wij hebben gevoerd niet het geval, zodat wij een klacht hebben neergelegd bij de Hoge Raad der Nederlanden tegen deze Rechters.  En u  kunt het wel raden, de klacht wordt niet in behandeling genomen.  

Wij hebben hen laten weten ons te beraden op welke stappen wij tegen deze Rechters zullen ondernemen. Van alle strafbare feiten is door ons aangifte gedaan. De politie nam geen aangiften van ons in (dit staat ook op schrift), zodat wij op grond artikel 12 ex Strafvordering verzocht hebben om strafvervolging. Voor de niet ingenomen aangiften hebben wij een klacht ingediend op 14 oktober 2008 bij de Nationale Ombudsman. Ook in 2008 hebben wij een klacht ingediend bij de Nationale Ombudsman inzake de door mij eerder genoemde feiten. Na 17 maanden liet de Nationale Ombudsman weten onze klacht niet in behandeling te nemen. 

In de klacht van 14 oktober 2012 hebben wij als familie alsnog een klacht ingediend tegen de NO-medewerker die het dossier 17 maanden op de plank heeft laten liggen, waarna alsnog aan ons werd medegedeeld dat de klacht niet in behandeling werd genomen, die wij aangetekend hadden verzonden. Ook op deze klacht heeft de Nationale Ombudsman geen enkele reactie gegeven, noch een bevestiging dat de klacht door hem is ontvangen. Ook niet na twee aangetekende rappels.  

Kinderombudsman 

Ook de Kinderombudsman is door ons van de hele gang van zaken op de hoogte gesteld en ook hij zei niets voor ons te kunnen betekenen. Dus ook niet voor het kind met betrekking tot de vrijheid beperkende maatregelen die aan haar zijn opgelegd, zoals het niet telefoneren en mogen schrijven met haar familie. Volgens de door AMK/Jeugdzorg zelf opgestelde richtlijnen , blijkt dit aan de voorwaarden te voldoen van kindermishandeling. 

Zij mag op geen enkele wijze contact met de familie opnemen. Wij hebben hiervoor een melding gedaan bij het AMK en bij de politie. Het AMK liet weten,  dat indien het AMK een procedure start tegen een voogd, dit een medewerker is van de werkgever van het AMK (BJz) en zij dan moeten procederen tegen hun eigen werkgever, waardoor zij de melding niet kunnen innemen. 

EHRM 

Wij zullen een klacht indienen bij het EHRM tegen de (Kinder)rechters met betrekking tot hun beslissing van het plaatsen van het kind van mijn nichtje bij een pleeggezin, in dit geval een adoptiegezin, op grond van medewerking  door hen aan strafbare feiten WvSr, het overtreden van de wet en regelgeving, zoals het BW, Abw en het schenden van het IVRK en EVRM die door Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming en aanverwanten instanties met een juridische achtergrond zijn gepleegd. 

Advocaat 

Tegen één van de advocaten hebben wij een klacht ingediend met betrekking tot zijn nalatigheid inzake het EHRM, bij de Deken van Orde van Advocaten. Onze klacht is gegrond verklaard.

Deze advocaat wekte de schijn dat hij niet in ons belang handelde, maar in het belang van Jeugdzorg. Wij deden hem vele verzoeken, zoals over valsheid in geschrifte door de gezinsbegeleidster, waarbij hij de vraag stelde: ‘Wat wil u hiermee bereiken?’De belangenverstrengeling tussen de voogd en het adoptiegezin, die wij aan hem hebben voorgelegd heeft hij niet opgepakt. 

Eveneens is hij nalatig geweest in o.a. om een gesprek op gang brengen tussen de Bijzonder Curator en het kind. De voogd had in een mail laten weten, dat zij, indien het gesprek plaatsvindt de vragen die de Bijzonder Curator ging stellen aan het kind, vooraf in haar bezit wilde hebben. Dit had zij blijkbaar nodig om het kind goed te kunnen instrueren, welke gewenste antwoorden het moest geven aan de Bijzonder Curator.  Hoewel de advocaat liet weten dat dit hem bevreemdde, is er door hem nooit contact opgenomen met de Bijzonder Curator, zoals deze aan mij heeft laten weten.


Sally Beumer 

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Jeugdzorg Dark horse.
[De bewijsstukken van deze casus zijn door de redactie van Jeugdzorg Dark horse ingezien.]
             Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

14 opmerkingen:

  1. http://www.telegraph.co.uk/comment/9545361/Foreign-government-may-take-UK-to-European-court-over-its-illegal-child-snatching.html

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik benieuwd met wie u te maken had bij de ombudsman. Dit komt mij namelijk heel bekend voor!

      Verwijderen
    2. @ Anoniem 2januari 2013 23:27 >>> ik vul het onderstaande aan. Het Nederlandse Jeugdinstituut Tijne Berg and Caroline Vink zeggen: One of the main concerns is that more and more
      youngsters and their parents need highly specialized help and care.

      Child and Youth Social Care Systems Abroad
      Lessons on strategies and systems from
      England, Germany, Norway and Sweden
      http://www.youthpolicy.nl/yp/downloadsyp/Publications-Child-and-youth-social-care-systems-abroad.pdf

      Een voorbeeld in Noorwegen:
      http://www.alarabiya.net/articles/2012/01/23/190125.html

      Verwijderen
  2. Wat een drama en wat een volhouders zijn jullie...echt petje af..
    Hopelijk hebben jullie meer succes bij het EHRM..
    Van het EHRM heeft Nederland al vaker een tik over de vingers gekregen en het zou me al heel erg verbazen als er met jullie zaak weer één bij zou komen.
    Maar al met al wat een verziekte toestanden,manipulatie,tegenwerking en noem maar op...dit verdient echt om aan de hoogste publiciteitsboom te worden opgehangen.
    Mijn zoon zit ook in zo'n voogdijdrama;hopelijk blijft al jullie ellende mijn zoon bespaard,maar ook hij is al heel wat troep tegen gekomen.


    opa

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het wordt tijd dat er een oproep gedaan wordt aan kinderen van alle leeftijdscategoriën (als ze niet kunnen schrijven dan door ouders) om hun nare ervaringen met die circusartiesten bekend te maken, met naam of toenaam.

      Wie dit voor elkaar krijgt en het dumpt bij elke ingang van Den Haag, is een held. Ook bij de media. Allergrootste wereldse zonde die men kan plegen, is zich vergrijpen aan kinderen ongeacht leeftijd, religie, kleur, lengte of gedrag ... het zijn allemaal kinderen die een mooie toekomst verdienen, en wie zijn wij om dat tegen te houden. Eerst moet je begrijpen waarom kinderen gemaakt worden. Diegene die dat niet kunnen zijn mens af. Alles draait nu om de centjes die nog snel binnengehaald moeten worden, voordat de regering wakker wordt en ontdekt dat ze miljarden euro's aan criminelen hebben uitgekeerd. En die onmensen profiteren nu het meest door in de media leugens te verkondigen, het klinkt allemaal zo smerig en achterbaks. En toch gaan ze maar door en door en door tot ze op een dag geen kinderen meer hebben ...oei, wat dan? O, ja kinderdagverblijven worden nu zo aangeprezen dat ik er letterlijk een beetje misselijk van word. Het is namelijk heel goed voor de ontwikkeling van de kinderen, daar waar ze ook snelle meldingen maken bij het AMK. Wat een onnozele werkende carriëre gerichte ouders. En dan kun je ook zo'n traject ingaan als bovenstaande ervaring. Die jeugdzorg zit overal hoor. Ze zitten al in de gemeentehuizen als klantmanagers, ze zaten al op scholen, ze zitten in alle hoekjes waar kinderen zijn, komen en gaan.

      Verwijderen
    2. Het probleem in de beeldvorming is nog steeds dat hoger opgeleide mensen (cariere ouders) denken dat dit soort dingen aan hun neus voorbij gaat. Wat dat betreft is zo'n EO-uitzending over twee minder begaagde ouders van enkele dagen geleden dan ook geen winst. Het moet eens doordringen tot de bovenlaag in deze samenleving, dat het onrecht eenieder kan treffen en dat ook een onderwijzer in principe zijn kind of kleinkind kan kwijtraken, ondanks eigen professionaliteit. Want de BJz-professionaliteit, is toch iets heel specicaals, met heel speciale bevoegdheden, waar u en ik misselijk van worden.

      Verwijderen
    3. BJZ is blij met zo'n uitzending over zwakbegaafden die niet weten te stoppen met roken en niet opruimen en geen boeken lezen uit interesse in pedagogie.
      BJZ wenst dat iedereen denkt dat alle OTS- en UHP-gevallen zulke ouders betreft. Dat is natuurlijk niet zo: er zijn als pedagogen opgeleide ouders die ook met insinuatief handelen van BJZ hun kind verliezen.
      Dat is de p.r., de mooipraat van BJZ.
      De politiek is te druk of dom om dit in te zien.
      De rechters hebben te weinig tijd om niet te geloven in BJZ, geen degelijk onderzoek doend.

      Verwijderen
  3. Vorige week hoorde ik nog een burgemeester vol overtuiging zeggen dat geen enkele professional kinderen tussen wal en schip wil laten vallen.
    Vandaag las ik een brief van de staatssecretaris VWS en de minister VenJ aan de Tweede Kamer. Ze laten de volksvertegenwoordigers daarin weten hoe zij aan de slag gaan met de aanbevelingen van de commissie Samson. Ik las daarin o.a. het volgende stukje proza:
    ‘Professionals in de jeugdzorg doen belangrijk werk.
    Bij de hulpverlening aan jeugdigen en hun ouders dragen zij grote verantwoordelijkheden. Het is van groot belang dat zij hierbij optimaal worden opgeleid, toegerust en gefaciliteerd, zodat hun professionaliteit – en daarmee hun autonomie, vakmanschap en beroepstrots – worden versterkt. Dit komt direct ten goede aan de kwaliteit van hun werk en draagt bij aan de volwassenwording van de gehele jeugdzorg.’
    De conclusie van de bewindslieden dat een optimale opleiding ‘bijdraagt aan de volwassenwording van jeugdzorg’ houdt naar mijn mening overigens in dat ook zij vinden dat jeugdzorg nog lang niet volwassen is.
    De vertegenwoordiger van die onvolwassen jeugdzorg (branchevereniging Jeugdzorg Nederland) is cynisch genoeg wel de meest belangrijke gesprekpartner van de staatssecretaris en de minister. In de brief van ongeveer 20 A4-tjes wordt deze club 49 keer genoemd. In gesprek met de bewindslieden belooft Jeugdzorg Nederland keer op keer ‘de aanbevelingen mee te nemen in een nog te ontwikkelen kwaliteitskader’ of ‘te gaan onderzoeken hoe een en ander in te passen is in het kwaliteitskader’.
    Wat het ‘kwaliteitskader’ van Jeugdzorg Nederland (de firma Leugen en Bedrog), tot nu toe is? Bedreigen en bedriegen! Voor de zoveelste keer komt dit weer duidelijk naar voren in de brief van Sally Beumer. Ik mag hopen dat veel beleidsmakers haar brief lezen! Haar verdriet en ellende niet afdoen als ‘een incident’ of ‘een individueel geval’! Eindelijk tot het inzicht komen dat er structureel behoorlijk wat mis is met ‘de zorg voor de jeugd’ door Jeugdzorg Nederland. Versterken van hun autonomie? Opkrikken van hun beroepstrots? Weg er mee!
    Y.B

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Y.B.
      U heeft het goed begrepen!
      Misschien is het volgende ook wel aardig: ik heb nog in mijn archief een brief gedateerd 21-06-1996 (géén foutje) van de landelijke directie RvdK met daarin de volgende markante zinsnede: '...gaan wij werken aan de professionalisering van onze organisatie...'. Ik antwoordde met een nette brief met daarin mijn opmerking: '... wilt u zeggen dat u de afgelopen 40 jaar amateuristisch heeft aangerommeld over de hoofden van kinderen?'.... Ik heb geen antwoord gekregen.... Ook valt de laatste tijd op dat iedere keer als er weer een miskleun van BJZ in het nieuws komt dat zij komen verklaren dat 'hun professionals hun best doen....' of andere mooipraterijen. Uiteraard met iedere keer de term 'professional'in hun berichtgeving. Ik reageer dan bijna standaard met de mededeling dat voor professionaliteit 3 criteria vereist zijn: wettelijk vastgestelde beroepsopleiding, beroepsregistratie en rechtspraak. Alle 3 de criteria zijn bij BJZ niet aanwezig, het zijn dus amateurs. Ook is het niet te verkopen om 'onderzoek' te doen dat bestaat uit roddel, achterklap en aannamen. Een professional onthoudt zich van dit alles!
      Ik kan niet tot een andere conclusie komen dat het gewoonweg tijd is om BJZ op te heffen: in al die jaren van hun bestaan (vanaf 2005 onder de naam BJZ / eigenlijk vanaf ca. midden 60-ger jaren als JAC/MOB (Jongeren Advies Centrum / Medisch Opvoedkundig Bureau))Meer dan 50 jaar FALEN kan je niet goedkletsen met: 'we moeten meer subsidie' en 'we gaan professionaliseren'!

      Nico Mul

      Verwijderen
  4. Verdiend BJZ misschien gelden aan een eventueel beloofd kind?
    Daar begint het wel op te lijken namelijk.

    Men moet dit stoppen deze onzin en BJZ eens onder de loep nemen.
    Dat zijn geen mensen met verstand van kinderen en volwassen mensen. Het lijkt ook wel dat men dit soort types daar met opzet plaatst, en wees eerlijk wie wil er nu werken bij BJZ?
    Het is vergelijkbaar met een baan als deurwaarder, niet het leukste, en dan moet je kei en keihard en gevoelloos kunnen zijn!
    Dus diegenen die daar werken, dat die niet zo goed begrijpen wat ze kinderen en ouders aan doen is ergens begrijpelijk. Laag niveau mensen werkt daar.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, met een OTS+UHP naar een pleegplaatsing verdient BJZ aan bezettingsgraad halen en budget, en een bonus met kerst. Goed hè!

      Hoe laten ouders de politici weten dat jeugdzorg geen gezondheidszorg is, geen zorg aan de psychologische ontwikkeling van het kind?

      Hoe moeten drukbezette politici, waar jeugdzorg geen hype is, niet 'in' is, doorzien dat de hun voorgeschotelde mooipraat over de mooie professionaliteit in jeugdzorg geen enkele steek houdt???

      Ik krijg weinig tot geen BCC-meldingen van ouders die politiek op landelijk, provinciaal, of lokaal niveau de juiste weg laat weten.
      Hoe moeten die politici dan weten wat wij via dergelijke sites als deze weten?!

      Politici en rechters kunnen doen alsof ze van niets weten, deze sites niet lezen.

      Verwijderen
  5. Een ex-schoondochter(advocate) vertelde mij eens dat zij een vriendin had die werkzaam was als gezinsvoogd.
    Toen mijn ex-schoondochter aan haar vroeg wat haar werkzaamheden zoal waren en hoe het werken binnen de jeugdzorg was kreeg zij als antwoord: “Ik mag en durf je daar niks over te vertellen. En zeker niet tegen jou. Maar 1 ding zeg ik je nu alvast, IK stop er mee. Na 2 jaar kan ik je zeggen dat je OF kapot gaat, OF een enorme eeltlaag op je ziel moet hebben om met dit werk, binnen dit systeem door te gaan! Voldoende informatie zo?!”

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Een diep triest verhaal. Eerst je moeder verliezen en dan weggerukt worden bij je familie, om de leegte van een vrouw, die haar kind verloren heeft, te vullen.
    Hoe kan dit meisje sterk worden en opstaan?
    Ze is nu 14, vanaf 12 heb je zeker inspraak waar je woont.
    Heel veel sterkte!

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Over misselijkheid gesproken. Ik heb al 3 jaar het gevoel dat ik moet overgeven!! Ongelooflijk dat dit door het Rechtsysteem met name
    door omissie in stand blijft.

    BeantwoordenVerwijderen