Pagina's

woensdag 19 september 2012

Effectievere Jeugdzorg?

N.a.v. http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2012/09/zeven-agendapunten.html 
U ziet in dit stuk dat de deskundige denkt dat de jeugdZORG sommige woorden leest op zíjn niveau. Een interventie van een arts is een andere, een hoogwaardiger ingrijpen, dan een interventie in de jeugdzorg, dat vaak leidt tot een kinderbeschermingsmaatregel die niet gebaseerd is op diagnostische waarheidsvinding, en meer gelijkgesteld kan worden met speculeren, op signalen afgaan die een lager opgeleide weet door te geven. Dat staat verre van diagnostische tests en anamnese! 

 
Een beroepskracht hoeft geen deskundige te zijn. Het gaat om het woord ‘professional’, daar gelooft een rechter heilig in, ondanks dat de schoonmaker op de gang ook professioneel is. Wat zeggen bepaalde woorden, voor de ene professie en voor de andere professie? Er ontstaan misverstanden die het beleid niet duidelijker maken. 
 
Waar een specialist een therapie voorschrijft voor een vastgesteld probleem, daar gokt de jeugdzorgwerker op basis van meningen, zonder wetenschappelijke kennis aan de zaak te kunnen koppelen:
 
In hoeverre is een beschermingsmaatregel pedagogisch beter werkend voor het kind dan thuis aan gezinsbegeleiding te doen, met een opvoedcursus of VIB-begeleiding en -uitleg?!.
 
Hoe ervaart een kind het uithuisgeplaatst-zijn tegenover het thuis onder begeleiding en therapie zich veiliger voelen?  
 
Hoe ervaart een ontvankelijk kind de emoties bij de ouders, wanneer deze bedreigd worden door een sociaal werkster die niet wil luisteren, en het beter denkt te weten dan een arts? 
 
Waarom een kind een nare ervaring laten oplopen, waar de bedreiging weggenomen kan worden met een straatverbod, of met het wegplaatsen van een pester van school?!  
 
Waarom niet kijken naar adviezen van onafhankelijke wetenschappers die via diagnostiek (in plaats van signalen vanuit de gezinsvoogden) meten? Er liggen reeds adviezen bij de overheid om tot gespecialiseerde doelgroep-ingangen te komen in plaats van het dubieuze bureaus jeugdzorg-niveau.  
 
Staat in de databank van ‘jeugdzorg’/jeugdhulp (AMK/BJZ/CJG) wel de diagnost, de orthopedagoog-generalist, de schuldsaneerder, de jeugdpsychiater?  
 
Hoe kan een jeugdzorgwerker zonder diagnostiek nu juist bepalen of een ‘interventie’ de juiste kant op gaat en het kind niet schaadt? Dat kan niet, hoeveel geld er ook wordt ingepompt! Die werker wordt niet universitair opgeleid door een cursusje extra. 
 
Interventies die zonder diagnostieke begeleiding een kind naar een jeugdgevangenis (“Jeugdzorg-plus+”geheten) sturen, een kind op een vermoeden al, zonder enige valide uitleg uithuisplaatsen naar een onbekend pleeggezin, zijn geen diagnostieke inmengingen.  
 
Gezonder is niet te interveniëren (in het werkgebied jeugdzorg) op basis van signalen die een sociaal werker kan opvangen, maar net zoals bij een huisarts door te sturen naar een diagnostisch specialist die past bij het probleem.
 
Een multiproblem-gezin heeft heel andere hulp nodig dan een AMA. 
 
Een hechtingsgestoord kind kan de hechtingsproblematiek hebben door een autonome oorzaak, niet de ouders, en heeft deskundige, maar andere hulp nodig dan een kind dat leidt onder omgangsfrustratie door een gescheiden ouder, die haar emoties nog niet weet te scheiden van haar ouderschap.  
 
Een agressief geworden puber die lijdt tussen de signalen vanuit twee culturen, heeft een heel andere hulp nodig dan geadopteerden.  
 
Prof. Hoksbergen heeft in 2000 reeds het voorstel gedaan om tot gespecialiseerde doelgroep-kenniscentra te komen. De overheid zou voor geadopteerden en pleegkinderen alvast zo’n proeftuin kunnen creëren in plaats van BJZ of CJG.  
 
Men is niet gespecialiseerd in BJZ en CJG. Met zoveel centra als ingang, kan men daar niet overal de juiste deskundige hebben die het probleem juist vaststelt. Door decentralisatie verwatert juist de kennis en wordt het speculeren met kinderen.
  
Dat is niet beschermend. 
 
Dat gaat niet uit van de pedagogische ontwikkeling van het kind en zijn ervaren.
 
Wanneer niemand in de jeugdzorg zorgt, dat de jeugdzorg-interventies uitgevoerd worden zoals bedoeld, in detail per casus, dan is de weerzin bij ouders tegen ‘jeugdzorg’ niet verwonderlijk. Het wordt dan in de jeugdzorg een groot Russische roulette.  
 
Dat is schadelijk voor vele kinderen, die niet de zorg krijgen die bedoeld is in IVRK artikel 24 en EVRM artikel 6 en 8.  
 
 
Het Jeugdbeschermingsplan op https://dl.dropbox.com/u/2479159/2012-Verkort%20Jeugdbeschermingsplan-JzBlH.pdf is zo gek nog niet. Het onderscheidt vrijwillige hulpverlening en degelijk onderzochte beschermingsmaatregelen, onder voorwaarden op
blz. 8.  
 

T

                          Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

Geen opmerkingen:

Een reactie posten