Pagina's

dinsdag 18 september 2012

De Nationale Ombudsman en Jeugdzorg

 
Bureau Jeugdzorg handelde in strijd met het vereiste van professionaliteit.

 
Een meisje dat tijdelijk met haar moeder bij haar oom (verzoeker) verblijft wordt uit huis geplaatst.

 
Door echter het verzoek om informatie direct te benaderen vanuit wettelijke beperkingen in het kader van de privacywetgeving, in plaats van met open houding te bezien hoe wél aan de belangen van verzoekers kon worden tegemoet gekomen, schoot Bureau Jeugdzorg tekort in het geven van inzicht in de procedures die tot de beslissingen leidden.

 
Daarnaast heeft BJZ onvoldoende aan verzoeker duidelijk gemaakt dat het geen partij was, maar handelde in het belang van de kinderen. Hiermee is de schijn van partijdigheid gewekt.

 
Deze klacht van verzoekers is gegrond verklaard. Er is niet voldaan aan het vereiste van professionaliteit.
Beslissingen moeten worden genomen op basis van een afweging van alle relevante informatie.
Uit het dossier moet blijken welke relevante informatie daarbij is gebruikt.
 
De Nationale ombudsman is van oordeel dat de Raad zich ten tijde van de uithuisplaatsing geen eigen oordeel heeft gevormd over de actuele psychische situatie van de moeder en dat de informatie aan de rechter ook op andere punten onvoldoende was onderbouwd.
De Raad heeft geen open houding ingenomen ten aanzien verzoekers maar steeds bevestiging gezocht van het eerder door Bureau Jeugdzorg ingenomen standpunt.
 
Het is de Nationale ombudsman niet gebleken dat er op de desbetreffende datum een dermate grote noodzaak voor BJZ was om de kinderen op dat moment bij verzoekers weg te halen.
Vanuit het oogpunt van professioneel handelen had het daarom van BJZ, gelet op de complexe (juridische) situatie en de ingrijpende gevolgen voor de kinderen, mogen worden verwacht dat het zijn voornemen eerst had onderworpen aan het oordeel van de rechter, zoals de Raad BJZ ook eerder had geadviseerd.
 
De Nationale ombudsman stelt voorop dat rechterlijke uitspraken leidend moeten zijn voor de hulpverlening.
Als een rechter heeft bepaald dat het in het belang van het kind is dat er omgang moet komen, dan is er geen ruimte voor het LJ&R daarin een eigen afweging te maken, hoe moeilijk de uitvoering van de rechterlijke uitspraak in de praktijk ook is.
 
De klachtencommissie van Bureau Jeugdzorg heeft verzoekers klacht over het niet natrekken van belastende informatie over hem gegrond verklaard.
Verzoeker klaagt erover dat de directeur van Bureau Jeugdzorg er niet voor heeft gezorgd dat deze belastende informatie over verzoeker uit het dossier is verwijderd en dat er geen waarborgen zijn geboden om te voorkomen dat er nogmaals onjuiste en belastende informatie over verzoeker in het dossier wordt opgenomen.
Deze klacht is getoetst aan het vereiste van onpartijdigheid.
De klacht is gegrond verklaard.
 
De gezinsvoogd had op dit punt gehandeld in strijd met het beginsel van fair play.
De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging niet behoorlijk was.
 
Als belangrijkste oorzaak ziet hij bij Bureau Jeugdzorg het gebrek aan resultaatgerichte aanpak en onvoldoende controle of beoogde resultaten bereikt worden.
 
De inspecties deden naar aanleiding van de suïcidemelding onderzoek naar de kwaliteit van de zorg van Bureau Jeugdzorg en De Hunnerberg.
De Nationale ombudsman oordeelt dat hun onderzoeks-methode niet voldoet aan de vereisten die op grond van jurisprudentie bij artikel 2 EVRM van het Europese Hof worden gesteld aan onafhankelijk onderzoek na een overlijden in detentie.

http://www.nationaleombudsman.nl/rapporten/2012/135?aresult=10#

http://www.nationaleombudsman.nl/rapporten/2012/129?aresult=17


http://www.nationaleombudsman.nl/rapporten/2012/128?aresult=19

http://www.nationaleombudsman.nl/rapporten/2012/097?aresult=49

http://www.nationaleombudsman.nl/rapporten/2012/090?aresult=56


                        Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
 

3 opmerkingen:

  1. En zaak 2011/241 : daar waar de WSG een klacht onder tafel trachtte te verbergen ondanks het gestelde in Awb hoofdstuk 9, art. 1?!!
    Heel aardig van de WSG: ze schreven toen ze moeten uiteindelijk zelf de klachten die ingediend diende te worden volgens de Nationale ombudsman, in plaats van de stukken van de klager en zijn bewijsstukken.
    Ze stuurde de klachtencommissie op het laatst nog wel de stukken die de klager zelf maar weer eens opstuurde, met zijn versie van de klachtpunten.
    Maar het is frappant:
    De klachtencommissie nam zonder correctie de foute klachten van het bestuur van de WSG over, en de klachten en uitleg van klager werden nergens teruggevonden in de uitspraak.
    Men kan wel raden dat de uitspraak niet-ontvankelijk werd bevonden en ongegrond daar op toe.
    Dit is tegen de Awb 2:4, 3:46 en 9:1.
    De nationale ombudsman wilde het erbij laten, want "de WSG doet het toch zo goed?"
    Op de jeugdzorg mag men vertrouwen.... maar niet heus.

    In de jeugdzorg vertrouwt men liever op hun zelfgecreëerde protocollen dan op wetgeving.
    Het is te hopen dat rechters dat inzien.
    De wet dient te prevaleren boven eigen maaksels.

    De zorg dient aan diagnostische waarheidsvinding te doen boven speculeren met het kind.
    Daarvoor is beleid nodig dat juist stuurt naar diagnostiek.
    Maar de politici slapen kennelijk. Of ging het om geld? Boven het kind?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het loopt echt lekker hè, met Bjz ..

    Daarbij lukt het niet om er iets van te leren.

    Oplossing?

    Opheffen die handel!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Op deze site zijn voorstellen te vinden met onderbouwing die bevestigen dat het opdoeken van BJZ heel goed kan.
    Het is niet alleen bezuinigend, maar ook voor veel kinderen veiliger!
    En voor de enkele uitzonderingen ligt een Jeugdbeschermingsplan van de SSF; dat kan je opzoeken in het Zoekvenstertje.

    BeantwoordenVerwijderen