Pagina's

dinsdag 31 juli 2012

Hoe wil ik bejegend worden?


Ik wil iets weten over ‘Cliëntenrechten en Jeugdzorg’ en kom terecht op de site van ‘Stichting Jeugdzorgvragers Limburg’. Op de homepage staat met duidelijke letters vermeld: ‘De Stichting is er voor u, de zorgvrager,’ en vervolgens de oproep: ‘Laat ons weten wat er beter kan in de jeugdzorg.’ In de linkerkolom staat mijn onderwerp, ik klik aan en lees:

Cliëntenrechten

http://www.jeugd-zorgvragers.nl/clientenrechten

‘Iemand die gebruik maakt van jeugdzorg heeft al snel het gevoel van alles te moeten en voelt zich vaak afhankelijk van de hulpverlener. Natuurlijk zijn bepaalde regels nodig, maar u hebt ook rechten waarvan u zich vaak niet bewust bent. (ik ben me er wel van bewust, maar jeugdzorg sjoemelt met die rechten).Vaak staan deze rechten vermeld in de Wet op de Jeugdzorg en dan is het eenvoudig! (nou, dat is een understatement, ik heb daarvoor vaker mijn advocaat in moeten schakelen). Maar soms is er ook sprake van hoe mensen met elkaar omgaan….. en dan wordt het wat moeilijker, dan is er niet meer sprake van een recht zoals in de wet staat waarop men kan terugvallen.
Om te proberen het voor u zo duidelijk te maken, noemen we hier enkele van deze rechten.

Een indicatie geeft u wettelijk recht op jeugdzorg. Dat betekent dat u de zorg krijgt die u vraagt, dat er naar u geluisterd wordt en u zich dus serieus genomen voelt. Dan is er sprake van goede zorg! Dit betekent ook dat u duidelijke informatie krijgt op een manier die u begrijpt en u aanspreekt. Dus dat met u een hulpverleningsplan wordt gemaakt in een voor u “leesbare taal”. Ook heeft u het recht om uw dossier te lezen, hier wordt toch informatie over uw situatie verzameld.

Naast deze rechten hebt u ook het recht van medezeggenschap en het recht op ondersteuning van een vertrouwenspersoon. Dit laatste is vooral belangrijk als het niet zo gaat als u verwacht had, c.q. wenst. Het zou zelfs mogelijk kunnen zijn dat u het nodig vindt om een klacht in te dienen. Dit moet dan kunnen bij een onafhankelijke klachtencommissie.

Naast de behandeling van uw individuele klachten bestaat er ook een organisatie de toezicht houdt op verzoek van het bevoegd gezag of uit eigen beweging: de inspectie jeugdzorg. De uitkomsten van dit toezicht zijn terug te vinden op haar website.
Al deze bovenstaande rechten en ook de rechten die we hier nog niet genoemd hebben, zijn nodig om ervoor te zorgen dat u op een goede, correcte manier bejegend wordt!’

Elk vetgedrukt woord in de tekst verwijst naar een andere pagina van de site. In vogelvlucht lees ik ze allemaal even door. ‘t Is vriendelijk van toon en de rechten worden duidelijk uitgelegd. Zie je wel, denk ik, ze weten echt wel hoe het moet, hoe ze moeten handelen. Nieuwsgierig hoe Jeugdzorg Limburg omgaat met het dossier klik ik naar die pagina. Daar lees ik: ‘Uw dossier. Deze pagina bevat helaas geen tekst. Hier wordt aan gewerkt.’ Jammer! ‘k Wil zo graag weten hoe ze daar in Limburg mee omgaan. Met óns dossier wordt  namelijk nogal gesjoemeld. Binnenkort deze site nog maar eens bezoeken.
Wij hebben nogal wat communicatieprobleempjes met de diverse gezinsvoogden tot nu toe, dus gauw kijken wat er gemeld wordt bij het onderwerpje correcte bejegening. Een  klik en er volgt een korte instructie richting hulpverlener (voogd), hoe deze zich t.a.v. de zorgvrager (ik) op een correcte manier behoort op te stellen c.q. te gedragen. Verhelderend! Plotseling snap ik, waarom ik communicatie-probleempjes heb met de diverse voogden: Zij zijn, waarschijnlijk door tijdgebrek, er simpelweg niet aan toe gekomen de instructie op deze pagina te lezen!  

“Hoe wil ik bejegend worden ?”
o     Iedere zorgvrager heeft altijd recht op een fatsoenlijke bejegening.
o     Neem voor iedere zorgvrager en voor ieder gesprek ruim de tijd en als je geen tijd hebt dan is er maar een oplossing: tijd maken:
Ø         Gebrek aan tijd is geen excuus. In feite gaat het om KWALITIJD.
Ø         Respect en vertrouwen kun je in enkele minuten “afdwingen”, maar ook door één blunder verliezen.
o     Luister goed en met een “open mind”; het verhaal van de zorgvrager is het vertrekpunt voor alle zorg.
o     Wees altijd eerlijk en duidelijk! Het is niet (altijd) mogelijk en nodig om meteen een pasklare oplossing te hebben. Dat mag en moet je de zorgvrager vertellen. Dat is eerlijk en duidelijk en daarmee win je vertrouwen en respect van de zorgvrager. Transparant en authentiek zijn is erg belangrijk.
o     Het is belangrijk om de zorgvrager duidelijk te informeren en te vertellen wat je gaat doen. Besef dat zorgvragers en hulpverleners vaak een “andere taal” spreken. Controleer of deze boodschap ook goed is overgekomen. 
o     Het is belangrijk om de zorgvrager bij besluiten te betrekken. Keuzes moet je (zoveel mogelijk) samen maken. Je moet ook samen verder.
o     Afspraken zijn afspraken. Kom je afspraken altijd na. Afspraken die niet worden nagekomen zijn “een aanslag op het vertrouwen van de zorgvrager”.
o     Als zorgvragers klagen, schiet dan niet onmiddellijk in de verdediging maar realiseer je, achter iedere klacht schuilt een wens. Luister naar die wens.

Ik voel me helemaal begrepen door de opsteller van deze instructies of aanwijzingen, dat laatste woord begrijpt de voogd waarschijnlijk beter. Als er weer eens contact is met haar, wil ik haar het hoofdstukje “Hoe ik bejegend wil worden?” toch even laten lezen! Voorkomt een hoop gedoe in de toekomst. Ik krijg nu al een opgelucht gevoel. Binnenkort zal tussen ons de lucht geklaard zijn! Ons communicatieprobleempje, hoogstwaarschijnlijk een kennisgebrek bij de voogd, zal binnenkort tot het verleden behoren

Onderstaande instructies (scheiding heb ik even aangebracht) gaan over de hulpverlener in contact met zichzelf en met de collega’s:  

o     Kom je er alleen niet uit, vraag dan steun aan een collega of teamleider. Je kunt en hoeft “knelpunten” niet alleen op te lossen. Neem voldoende tijd voor je collega’s en steun elkaar.
o     Meer interactie met de zorgvrager, meer interactie met je collega’s, dat is leren van elkaar en zo kun je een basisvisie vormen. Bejegening betreft niet alleen de zorgvragers, maar geldt onverkort óók voor de bejegening van elkaar als hulpverleners, maar ook tussen leidinggevende en uitvoerende medewerker.
o     Ga regelmatig na, voor jezelf en samen met collega’s, hoe jij en hoe jullie zorgvragers bejegenen. Neem de tijd en organiseer “informeel overleg” of intervisie. Reflectie is noodzakelijk voor iedere professional. Video interactiebegeleiding, bijvoorbeeld, kan een zeer bruikbaar middel zijn om bejegening te verbeteren; dus jezelf in gesprek met de zorgvrager opnemen en nabespreken met collega’s. Dat vraagt wel léf.
o     Het is geen gek idee om jonge, nog onervaren hulpverleners, ondersteuning te bieden door meer ervaren collega’s. Dat kan steunend en leerzaam zijn voor beiden.
o     Vraag om werkbegeleiding. Als jij daar behoefte aan hebt, dan is het ook nodig!
o     Geen tijd voor intervisie, geen tijd om te reflecteren? Meld dat dan bij je leidinggevende en zoek naar mogelijkheden. Klagen in “de wandelgangen over gebrek aan tijd leidt tot niets”.
Ø         Het management dient medewerkers uit te dagen én te faciliteren om kritisch naar zichzelf te kijken waar het bejegening van de zorgvragers betreft.
Ø         Leidinggevende moeten zich bewust zijn van hun voorbeeldgedrag.
o     Iedereen vindt het een ideale werksituatie als vragen om steun en bieden van steun aanwezig zijn. Steun vragen:
Ø         Moet actief gebeuren
Ø         Moet je aan blijven werken
Ø         Moet bij jezelf beginnen; zoals in : Verbeter de wereld, begin bij jezelf
Ø         Wees trots op je werk en stimuleer dit bij anderen.
Ø         En … iedereen vindt het belangrijk om complimenten en waardering te krijgen

Nou zeg! Goed hoor! “Meer interactie met de zorgvrager, meer interactie met je collega’s, dat is leren van elkaar en zo kun je een basisvisie vormen!” en ‘Reflectie is noodzakelijk’! Prima, goede leerpunten. Laatst las ik deze beginnerstips ook in het theoretische gedeelte van het stageboek van een SPW stagiaire die ik begeleid. In plaats van ‘zorgvrager’ stond er dan ‘leerling’.
Of ik op de oproep van Jeugdzorg Limburg ‘Laat ons weten wat er beter kan’ in ga? In ieder geval zal ik de gezinsvoogd laten weten wat er beter kan.

“Wil je mijn mening horen?”  Ja….graag!

Jeugdzorg Limburg heeft samen met het jongerenteam ook nog een interessante brochure uitgebracht. Een van de werkers binnen de genoemde instellingen maakte mij erop attent.


Hierbij alvast het voorwoord:

Jongeren, ook de jongeren die gebruik maken van de jeugdzorg, hebben een eigen mening en geven deze mening ook over allerlei zaken. Zo hebben ze ook vol overtuiging hun mening gegeven over de jeugdzorg, over hulpverleners waar ze welhaast dagelijks mee te maken hebben.

De jongeren waar we mee gesproken hebben krijgen steun en hulp van Bureau Jeugdzorg, XONAR, Rubicon jeugdzorg en de Mutsaersstichting. Een aantal jongeren verblijft in een pleeggezin.

Toen wij de jongeren in de jeugdzorg naar hun mening over jeugdzorg wilden vragen bleek dat niet zo makkelijk te gaan. We moesten eerst aan de hulpverleners uitleggen waarom we die mening van jongeren wilden weten, hoe we dat gingen aanpakken en wat we met de uitspraken van de
jongeren gingen doen.
Na een wat moeizame start kregen we steeds meer de mogelijkheid om gewoon met jongeren te praten over hun ervaringen met jeugdzorg. Zo verzamelden we een hele reeks opmerkingen en ideeën van jongeren.

Ook kregen we meer en beter contact met de hulpverleners en al snel bleek dat ook zij een eigen mening hebben over jeugdzorg en over de jongeren waar zij dagelijks mee omgaan.

De opmerkingen en ideeën van jongeren zijn duidelijk. Zij geven aan hoe zij dagelijkse zaken beleven. Zij geven hun mening over wat ze goed vinden, spreken ook hun onvrede
uit. Die mening van jongeren hebben we zo eerlijk mogelijk opgeschreven en we hebben er een boekje van gemaakt.

Hulpverleners waren meestal bereid om de mening van jongeren toe te lichten en waar nodig er iets meer over te vertellen. Om die reden hebben we ook de opmerkingen en ideeën van de hulpverleners, als het ware als een spiegelbeeld, opgenomen in dit boekje.
Natuurlijk hebben we in dit boekje niet alle opmerkingen van jongeren en medewerkers kunnen opnemen, maar ook met de opmerkingen en ideeën die niet in dit boekje zijn opgenomen gaan we aan de slag. De titel van dit boekje is: “Wil je mijn mening horen?”  Ja….graag!

Ik heb de brochure gelezen. Voor wie met jeugdzorg te maken heeft, staat er veel herkenbaars in. De meningen van jongeren en hulpverleners over elkaar liegen er niet om. Hoe het jongerenteam met de opmerkingen verder aan de slag is gegaan? Misschien horen we daar binnenkort nog iets over?
Een paar uitspraken uit het boekje:

Jongere:
De groepsleiding is altijd bezig met gesprekken, met de computer of met nog iets anders…vaak zitten ze ook koffie te drinken”

Hulpverlener:
“Ja dat klopt, we hebben door al het regel- en schrijfwerk ook veel te weinig tijd voor de jongeren en
we weten dat ze om aandacht vragen. Maar we kunnen geen ijzer met handen breken.”

Jongere:
“Ik kon niet meer thuis blijven wonen en moest weg. Er kwam een vreemde man en binnen vijf minuten had hij me in de auto gezet! Ik had het gevoel dat ik moest janken, maar dat doe je niet bij die vreemde man in de auto. Dan brengt hij je naar een huis waar iedereen vreemd voor je is… hier ga je nu wonen. Leuk zeg, ik zou wel weer willen janken! Ik mis mijn ouders en broer en zusje!”

Hulpverlener:
“De zorgcoördinatoren verwijzen vaak jongeren aan ons door zonder precies te weten of onze groep wel geschikt is voor die jongeren…”

Het boekje staat vol met dit soort uitspraken/meningen. Het maakt in ieder geval duidelijk, dat er nog een hoop te verbeteren valt.

YB

                     Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

2 opmerkingen:

  1. Waar hier "voogd" staat wordt 'gezinsvoogd' bedoeld. Dat is een juridisch belangrijk verschil met een voogd, waar geen ouder meer is.
    'Gezinsvoogden' hebben niet het ouderlijk gezag!

    U kunt artsen en scholen preventief informeren dat u eerst gevraagd moet worden om toestemming als BJZ of zgn. voogd (die gezinsvoogd is maar zich verbergt achter 'voogd') om informatie vraagt. Enkel de RvdK mag naar wet BW1:240 zonder uw toestemming informatie opvragen, en dat wordt dan beter behandeld dan in BJZ/AMK.

    Het negeren van uw aanwijzing (schriftelijk uiteraard) aan school en arts is strafbaar. Maar men heeft vaak smoesjes klaar. Een rechterlijk mandaat voor OTS of UHP geeft in deze geen bevoegdheid aan BJZ om zonder toestemming informatie bij anderen op te vragen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Eindelijkk iemand die het goed begrepen heeft het verschil tussen voogd en gezinsvoogd , zie hier een voorbeeld: www.burojeugdzorg.nl/822.htm

    BeantwoordenVerwijderen